19 februari 2007

Het VOLLEDIGE verhaal van Frank

Donderdag 24 augustus 2006
Eerste dag in China…
Gisteren in Zaventem mocht ik al direct beginnen met het herschikken van de bagage; slechts één stuk(je) handbagage toegelaten op bevel van de Britten –hoe liet ik mij toch verleiden om via Londen te reizen voor een paar euros minder? Dat het menens was bleek in Heathrow: overtollige handbagage werd er prompt naar af gestuurd, : de woedende passagiers konden hun materiaal gaan afhalen aan de transportbanden en de hele incheckprocedure herbeginnen; aansluitende vlucht kwijt? Niet ons probleem, mijnheer…Voor mij viel dat eigenlijk wel mee, want ik moest nu minder handbagage sleuren en geen supplement voor overgewicht betalen. Minder aangenaam was de finale controle: schoenen uit, laptops uit de hoes, en alle vloeistoffen afgeven. De strijd tegen het terrorisme gaat echt met grote sprongen vooruit.
Gelukkig waren deze episode en de oneetbare green peas die British Airways serveerde de enige smetten op een vlotte reis. Precies twaalf uur na vertrek uit Brussel stonden we in Beijing; met zes uur tijdsvoorsprong was het daar intussen al halftien ‘s morgens van de volgende dag. Het vliegtuig zat maar voor tweederden vol, overwegend jongeren. Buitenlandse studenten misschien die zoals mij het nieuwe academiejaar aanvangen? In het vliegtuig ontmoet ik Isabel Crook, Canadese, 91 jaar en sinds 1948 in China, eerst als antropologe in de door de communisten bevrijde zones, daarna professor aan de Universiteit voor Buitenlandse Relaties in Beijing en nu ereadviseur van een groep die werkt aan het heroprichten van landbouwcoöperaties. Ze kent of kende persoonlijk Joan Hinton, Israel Epstein, Rewi Alley, stuk voor stuk Westerlingen die in de opbouw van communistisch China een opGemerkte rol speelden; ze kent ook onze eigenste Serge Pairoux, ooit secretaris-generaal van de Vereniging België-China en die nog met haar samen in de Culturele Revolutie zat. Isabel is een stevige Maoiste, die wat men bij ons de ‘verschrikkingen’ van de Grote Sprong en de Culturele Revolutie noemt vanuit haar eigen ervaring erg nuanceert. Ze schrijft nu aan een boek over de ervaringen met de landhervorming voor een na de bevrijding. We beloven in contact te blijven en ze nodigt mij uit om bij gelegenheid in Beijing een wekelijkse bijeenkomst van linkse buitenlandse experts bij te wonen)
De controle aan de Chinese grens in Beijing verloopt zoals gewoonlijk buitengewoon vlot; niemand vraagt naar het medische attest waar ze in in Brussel zo druk over deden. Er blijken inderdaad dagelijks een pak vluchten naar Shenyang te zijn en om goed twee uur zet ik daar al, 50 euro lichter, voet aan de grond. Het extraflesje witte wijn dat een Britse steward me nog meegegeven had voor de onGemakken ben ik wel kwijt: wijn valt nu blijkbaar ook in Beijing in de categorie verboden vloeistoffen voor de handbagage; ik wens de ijverige controleur smakelijk en waarschuw haar dat ze van wijn dronken kan worden. Juffrouw Ma Shu komt me aan de gloednieuwe- hoe kan het ook anders?- luchthaven in Shenyang opwachten . Drie jaar afgestudeerd aan de universiteit en op het punt te vertrekken naar Engeland voor verdere studies, op eigen kosten welteverstaan. Van mijn dossier weet ze blijkbaar niet veel, ze blijft steken bij klassiekers zoals ‘Bent u voor het eerst in China?’.De tocht naar de universiteit duurt lang, we moeten van Zuid naar Noord dwars door de stad. Het Zuidelijk deel lijkt wel Beijing of Shanghai, snelwegen, verblindende hoogbouw en niets van meer dan 10 jaar oud te bespeuren. De bij ons beruchte ‘roestgordel’ van de wijk Tie Xi – het eerste geïndustrialiseerde gebied van China daterend uit de jaren 30-ligt een vijf- à tiental kilometers van onze weg af, ik vermoed overigens sterk dat ook daar niet veel roest meer te bespeuren is (misschien goed voor een volgende aflevering van dit dagboek nadat ik daar op verkenning geweest ben). Naar het centrum ven het noorden van de stad komen we meer ‘oude’ gebouwen tegen (stijl jaren 80). De universiteit is een stadje op zichzelf, meer dan 10 km van het stadscentrum , aan de noordelijke snelwegen eigenlijk al terug wat op den buiten. Rechtover de grote ingangspoort een reeks éénverdieping gebouwtjes met winkels en restaurants, alles ziet er nogal goor uit en lijkt meer op garagepoorten dan op handelszaken.De stijl die ik op vorige bezoeken ook al tegen kwam buiten de steden.
Op de universiteit is het nog rustig. De meeste studenten komen pas tegen het weekend toe om maandag te beginnen. Het Chinese systeem van toelatingsexamens is zodanig dat studenten bijna altijd ver van huis zitten, dus iedereen is hier intern. Juffrouw Ma toont me mijn flat, het is een apart complex voor vreemdelingen, een grote vleugel is bestemd voor buitenlandse studenten - vooral Koreanen naar het schijnt- en een bijgebouw voor buitenlandse leraars: er zijn er ongeveer 24, waarvan 4 of 5 aan de school voor vreemde talen waar ik ga les geven; de rest zit ondermeer aan een ‘echte’ business school die hier met geld van de Ohio State University is opgericht. De flat zelf beantwoordt aan de verwachtingen en de vooraf gekregen beschrijving. Een slaapkamer, een salon-eetplaats-bureel, een keukentje en een badkamer Het is nogal ruim, met afwerking en meubilering ‘op zijn Chinees’: witgekalkte muren, neonverlichting, en de helft van de meubelen camelot; een airconditioning die werkt, een TV met veel sneeuw op het scherm, een badkamer met douche, wasbak, toilet, wasmachine met Chinese handleiding en een soort noodverlichting – of vergis ik me en is het een Chinees systeem om de was te drogen?
Allen de keuken valt wat tegen: elektrische toestellen zat: dampkap; kookplaatje, frigo en diepvriezer, waterverwarmer, microgolf,…maar slechts één stopcontact en dus een gevaarlijk spinneweb van draden; naast de pompbak een half metertje afdruiprek/werkplank waar dan nog de kookplaat opstaat. Daaronder een rommelig kastje met een wok en een pan (de beloofde ‘rijstkoker’?). Geen bord, geen beker, geen messen, vorken noch lepels, zelfs geen stokjes; er zou overigens toch geen plaats zijn om ze te zetten, laat staan als er ook nog voedselvoorraden moeten bijkomen. Ik geloof nooit dat hier al veel gekookt is. Internetaansluiting is er wel, maar het informaticadepartement begint pas volgende week te werken, de aansluiting kan nog wel wat duren…Intussen zit er niet anders op dan op het kantoor van juffrouw Ma dringende e-mails te gaan versturen. Er zijn ook twee telefoons, één binnen de universiteit en één buiten. Maar de internationale gesprekken zijn duur – ik heb het intussen getest, één euro per minuut, dat is twintig keer meer dan onze discount provider in België vraagt in de omgekeerde richting; juffrouw Ma geeft me de raad een speciale telefoonkaart aan te kopen van een Chinese discounter.
De twee kisten met ons ‘zwaar’ materiaal zijn in Shenyang wel degelijk aangekomen; om ze vrij te krijgen heeft Ma mijn paspoort en nog wat documenten nodig; ze belooft er –alweer- volgende week werk van te maken.
Voor de pedagogische begeleiding van mijn opdracht moet ik niet bij haar zijn, maar is er een afspraak bij de decaan zaterdag.
Er is in het vreemdelingengebouw een restaurant dat open is; gelukkig maar want voor de rest is hier zo goed als alles nog gesloten; geen mogelijkheid om voedsel te kopen; voor 14 yuan (1,4 euro) ben ik gesteld in het restaurant, met Engelstalig menu maar niemand die een woord Engels spreekt. Er spelen zowaar enkele jonge katten, een heel ongewoon zicht voor China.
Rond negen uur val ik in slaap, veel slapen op het vliegtuig vorige nacht was er niet bij. Het bed is keihard, een soort gecapitonneerde plank; vroeger sliepen de Chinezen gewoon bovenop de stenen haard. De ramen staan open, morgen moeten ze me uitleggen hoe de afstandsbediening van de airco aan de praat te krijgen; buiten sjirpen de krekels; af en toe fluit in de verte een trein; het verkeer op de snelweg is zo goed als stilgevallen.

Vrijdag 25 augustus
Het is bijna negen uur wanneer ik uit bed geraak. Gelukkig zat er scheergerei, tandpasta en een handdoek in mijn valies want hier was gisteren niets te kopen. Als laatste gast duik ik binnen in het restaurant; het Engelse menu is intussen weg, wat op het Chinese menu het ontbijt lijkt is ‘mei you’ –niet te krijgen; na nog wat wederzijds onbegrip komt er toch een toast met ei en een bord wontonsoep op tafel.Intussen is het restaurant goed en wel dicht gegaan en begint het personeel aan zijn ‘ontbijt’ of is het al lunch; ze zijn met zijn vijftienen en verorberen kommetjes rijst en soep met eierslierten; één originele Chinees houdt het bij toast met een soort gebakken salami.
Na het ontbijt volgt een bezoek aan het ‘koopcentrum’ van de universiteit, steeds in de hoop iets nuttigs of eetbaars te vinden; tevergeefs; de handelaars zijn volop bezig hun goederen op te stellen voor de officiële opening van het centrum zondag.
De vermoeidheid slaat opnieuw toe, het is in België ondertussen nog maar vijf uur ’s morgens; om half twee wordt ik terug wakker; voor een Chinees middagmaal véél te laat en na dat zware ontbijt overigens ook te veel; dan maar een ijsje gekocht en op verkenning op de campus.
Met 25.000 bewoners en alle bijhorende les- en andere gebouwen is dat wel degelijk een aparte stad, zeker groter dan Nieuw-Temse . Er staat ook een omheining rond en de ingangen worden bewaakt. Het ziet er allemaal heel erg nieuw uit, heel groen. Rond mijn loGement ligt een vijver prachtige lotussen in bloei en omzoomd door treurwilgen; het uitzicht had slechter gekund. Op elk kruispunt keurige wegwijzers, in tegenstelling met die in de stad alleen in het Chinees, zonder leesbare pinyin onderschriften; als oefening om de Chinese karakters snel terug te leren kan het tellen. Er is veel activiteit vandaag: tuiniers, schilders en andere klusjesmannen zijn overal bezig met de laatste voorbereidingen voor het schooljaar; de eerste studenten lopen te flaneren. Het is broeierig warm vandaag met een smogzon zoals in alle Chinese steden. De hele campus in één keer verkennen is te hoog gegrepen, maar bij het half- Amerikaanse Center for International Business blijkt ook nog een winkel te horen en die is wel al open: mijn buit bedraagt drie soorten zeep- en wasproducten, een schotelvod, een schaartje, een plastieken beker, een brik chocomelk, een pak koekjes een dubieus chocoladebroodje van precies 200 gram, en een fles Qingdaobier; alle begin is moeilijk…de dichtsbijgelegen stedelijke supermarkt ligt op vijf kilometer of twee bussen; of ik daar vandaag nog geraak?
Terug aan mijn appartement blijkt mijn buurvrouw aangekomen: Jennifer uit Groot-Brittanië, lerares Engels aan het eerste en tweede jaar; mijn leerlingen zijn derde – of vierdejaars. Ma Shu heeft getelefoneerd, we worden direct bij de decaan verwacht; ze hebben niet veel zin om op zaterdag overuren te maken, daarom hebben ze vandaag hun laatste verlofdag opgeofferd. Handje schudden met decaan Fang, alias Frank,kort gesprek met vice-decaan Yang alias Veronica, alias Claudette - vriendelijke jonge vrouw- en dan binnengeloodst bij het hoofd van de hogere graden , mijnheer Guo alias John en zijn assistente alias Jane. De School voor Vreemde Talen blijkt naast Engels ook nog opleiding in het Japans, Russisch en Koreaans te geven, en begint dit jaar met Frans. John blijkt verrast van mijn komst, op één of ander manier dacht hij dat alles misgelopen was. Hij geeft me de lijst van de leerlingen, de nummers van de klaslokalen en de uren, alles keurig in het Chinees. Ik laat me spellen dat mijn leervakken Shi chang yang xiao (marketing), Guo ji shang mao (international business) en Ou zhou di li yu jing qi (Europese aardrijkskunde en economie) noemen. Mijn leerlingen moeten over mijn vakken geen finale proef afleggen maar beoordeeld worden op aanwezigheid en drie tot vijf ‘testen’ gedurende het semester; die testen dat kan van alles zijn: huiswerk, mondelinge presentaties…Ik moet ook bij elke les zelf absenties afnemen; hopelijk zijn ze voltallig want hoe moet je zo een Chinese lijst gaan afroepen? Het zijn klassen van 21 tot 32 leerlingen.John geeft me de raad een klasverantwoordelijke voor dat soort werk aan te stellen. Ze rekenen erop dat ik voor twee vakken zelf een syllabus uitvind die zij zullen kopiëren voor de studenten. Voor het vak marketing gebruiken ze een Amerikaans handboek dat hier het equivalent van 7,5 euro kost; in België 75 euro! Ze kunnen me helaas die som niet terugbetalen want ik krijg gratis een Chinees exemplaar van hen. Buiten een bord staan er geen pedagogische middelen ter beschikking; ze zullen een speciale inspanning doen opdat ik voor mijn lessen aardrijkskunde kaarten zou kunnen projecteren met de mobiele beamer, succes niet verzekerd. Voor alle praktische zaken verwijst John me naar Owen – zijn Chinese naam werd me zelfs niet voorgesteld - en die blijkt wel te werken op zaterdag. Verder is er één bureel met één computer voorzien voor de vier –intussen blijken het er maar drie meer te zijn- buitenlandse leerkrachten van het departement; Jennifer zegt grootmoedig dat ik voorrang krijg in het gebruik; het bureel zal ‘volgende week’ geïnstalleerd worden. We doen nog een vergeefse poging om de bibliotheek van de School voor Vreemde Talen te bezoeken: ook die opent pas volgende week.
Terug op het loGement uitgenodigd op theevisite bij Jennifer die hier één dag vroeger, intussen al naar de supermarkt ging en dus thee kan serveren. Haar keuken is iets groter dan de mijne en dus bijna werkbaar - zouden de Chinezen toch nog wat seksistisch zijn? Gestudeerd en in 1968 met het Rode Boekje rondgelopen, gewerkt in een Engels staatshospitaal, twee maal getrouwd en gescheiden als huisvrouw, dan besloten met haar leven iets interessants te doen en terug aan Mao en China gedacht. Geeft al zes jaar les in China en verhuist dit jaar van een school in een provinciestad in het arme zuidelijk deel van de provincie Gansu naar deze universiteit waarover ze al goede reacties gehoord heeft; ze kwam overigens vorig jaar de zaak hier al verkennen. Heeft deze namiddag vernomen dat ze naast de afgesproken Engelse taal ook een cursus ‘culturele vergelijking tussen de USA en Groot-Brittannië’ moet geven, gelukkig mét handboek.
Voor het avondmaal experimenteer ik in één van de tien restaurantjes ‘niet voor vreemdelingen’. Het blijkt dat ze alleen wontonsoep hebben, dat is dan de tweede keer vandaag. Ik moet dringend meer controle gaan krijgen op de voedselvoorziening! Morgen na de middag toch de stad in en naar de supermarkt?

Zaterdag 26/8/2008
Hoelang ben ik hier al? Op die korte tijd is de wereld verandert.
Opnieuw wakker worden na 8 uur, ontbijt met hét chocoladebroodje en de chocolademelk, eindelijk een beetje gevoel van thuis. Na de hitte van de voorbije dagen giet het hier nu pijpenstelen. Nog een laatste revisie van de teksten die al voorbereid zijn voor de lessen, en daar gaan we. Om kwart na tien is Owen alias Lu Wei inderdaad op post. Zowel Fang als Guo zullen deze zaterdag ook nog passeren op het bureel. Voor het studiemateriaal hebben ze een nogal bizarre procedure: we moeten eerst een hardcopy maken van onze elektronische bestanden en die gaan dan naar de kopieerafdeling voor reproductie. Een scanner of kopieerapparaat is niet te bespeuren. Een driver om mijn laptop op de printer aan te sluiten al evenmin. Maar geen nood, Owen heeft een passe-partout memory stick en die past inderdaad bij mijn toestelletje; alweer gered, we zetten alles over op zijn computer en beginnen te drukken; pech, Fang heeft juist de laatste inkt verbruikt en er geen nieuwe cassette te vinden op deze zaterdag. Dan maar de lieftallige assistente van Owen ingeschakeld. Het lieve kind begint met een engelengeduld alle bestanden één voor één af te drukken. De teksten, dat gaat nog, maar mijn powerpoints zijn te groot voor de bladzijden! We sukkelen er ons tesamen doorheen zonder dat iemand van ons twee goed doorheeft wat de ander doet – met een Chinese powerpoint werken valt toch niet erg mee, net zomin als een Chinese windows! Blijven nog een reeks pdf’s waarop de arme assistente volledig tilt slaat; pdf bestanden kent ze niet! Geen nood, Owen weet raad: de pfd software downloaden van een of ander Chinees net; na een half uur staan we nog nergens, tot het me daagt dat ze tevergeefs proberen de volledige software te downloaden om pdf’s aan te maken ; Owen is nog niet van de domste : nadat ik hem uitleg dat we alleen software nodig hebben om de bestanden te lezen, vraagt hij me prompt om die dan maar zelf te downloaden, wat tot mijn verbazing na wat Chinese google- en adobeschermen vlot lukt. Om één uur is de klus geklaard. De China-kenner onder de lezer valt bij deze waarschijnlijk de mond wijd open…ja,ja de heilige lunch om 11.30H wordt ook al in vraag gesteld. Wanneer ik met rammelende maag om halfeen aan mijn dappere makkers vraag of ze niet moeten eten, schudden ze allebei beslist van neen. Bij het buitenkomen van het faculteitsgebouw zie ik op de parking nog een paar meer dan Gemiddelde gezinswagens staan; professoren en decanen boeren hier niet slecht.
Vlug naar het restaurant dat alweer op sluiten staat; dankzij wat snuffelwerk in diverse woordenboeken gisteravond slaag ik erin uit te leggen dat ik groenten wil, en bestel TWEE schotels plus de onvermijdelijke kom rijst en de beker tee. Er komen twee grote koude schotels groenten aan, die er op het eerste zicht gelijk uitzien, maar dat is een ferme misvatting; ze zijn verschillend gekruid, en hoe! Met veel moeite wurm ik de helft door mijn keel, die denk ik voor de rest van de dag in vuur en vlam staat.
Daarna op naar het grote avontuur: op naar de stad, naar de dichtstbijzijnde supermarkt. Het giet nog steeds; twee bussen voor de gezamenlijke prijs van 0,2 euro en 35 minuten later sta ik aan de Hymall, een niet eens zo grote supermarkt op twee verdiepingen, in combinatie met een reeks dure winkels van westerse merkproducten (stijl 80 euro voor sportschoenen). Dik twee uur later is de klus geklaard: voor 55 euro ben ik voorzien van de meest noodzakelijke hulpmiddelen, zoals daar zijn een wasdraad met spelden, schoensmeer met dito borstel, een vuilblik, twee borden, glazen, messen, enz, een flessenopener en aardappelschiller, onderleggers, pakje thee, een stuk echt brood, vier potjes yoghurt, een kwart watermeloen en de onmisbare pot honing; morgenvroeg ontbijt zoals thuis! O ja, en nog een kleinood: een fiets van het merk Strong die er allesbehalve sterk uitziet maar wel het beste is wat ze hadden: uitgerust met remmen, een bel, een katoog achteraan, een mandje vooraan en bagagerek achteraan, een stevige pikkel, maar geen verlichting – fietsers gebruiken dat hier niet; als toemaatje een indrukwekkend kabelslot en een regencape; met alle accessoires kost het vehikel me 35 euro. Het lukt me niet zonder moeite alles op de fiets te stapelen – een boodschappentas vergat ik nog te kopen. Buiten giet het nog steeds, het blijkt dat ze de beveiliging van de cape niet weggenomen hebben, zodat het zakje er onnozel hangt aan te slepen.maar soit, ik ben er zonder problemen mee door de controle geraakt. De terugtocht met al dat breekbaar materiaal verloopt voorzichtig over ondergelopen fietspaden en duurt bijna drie kwartier; zonder delicate lading en bij beter weer moet het per fiets zeker sneller gaan dan per bus. Eindelijk de gelegenheid om eens rustig de stad op te nemen; het noordelijke stadsdeel eigenlijk ,want we zijn hier nog een vijf kilometer van het echte centrum. De drukke winkelstraat verandert al snel in appartementsgebouwen van drie of vier verdiepingen, de prefab bouw van de jaren 80 en verderop de baksteenbouw van de jaren 60-70. Op de benedenverdieping dikwijls ongedefinieerde winkeltjes; de buitengevels van deze naar Chinese normen stokoude gebouwen zien er volgens diezelfde normen ongelofelijk goed onderhouden uit; de bakstenen zijn geschilderd in rozerode aardkleur. Vermoedelijk zijn dit de vroegere fabriekswoningen die tien jaar terug voor een appel en een ei verkocht zijn aan de bewoners die nu zelf voor het onderhoud moeten instaan; van de meeste flats is het raamwerk afgebladerd en hier en daar een ruit gebarsten; maar er zijn evengoed met nieuwe aluminium of plastic ramen.
De universiteit ligt écht op den buiten; nog een kilometer buiten de grote ring van de stad. Hier en daar is al een begin van stadsbebouwing te zien, maar het lijkt me dat de boeren hier ook nog wonen; de moeite om eens te gaan verkennen.
Voor de poort van de universiteitstad staat de flik van dienst op zijn platform onder een grote paraplu; ik rijd binnen zonder aarzelen, hij neemt geen notie van mij alhoewel ik er onder de cape toch moet uitzien als de eerste de beste Chinees; iedereen kan hier blijkbaar binnen en buiten vliegen; staat de politieman er dan alleen om het hek te openen voor de auto’s van belangrijke figuren?
Binnen neem ik de keuken eens onder handen; ze blijft onooglijk klein en onpraktisch; in plaats van thee te maken besluit ik dan maar de rest van de fles bier van gisteren uit te drinken (flessen bier zijn in heel China 70 cl) en weer eens een ander restaurant te proberen: de man heeft vrij snel door dat ik iets vegetarisch zoek en brengt me een heerlijke schotel gestoofde champignons met een typisch Chinese groente, noch kool noch spinazie. Na nog een geslaagde telefoontest met Lieve – de telefoon op de flat werkt perfect – ben ik klaar om de zaterdagavond/nacht in te gaan.

Zondag 27/8
Vandaag geen rustdag.
Na een laat ontbijt –het Chinese brood bleek een krentenbrood maar voor de rest watten- even de straat op. Het weer vandaag is aangenaam warm, licht overtrokken. De campus bruist; overal lopen studenten rond en er staan zeker tien autobussen op de parking. Het ‘koopcentrum’ is nu officieel open. Je vind er alles wat jongeren kunnen nodig hebben, van mobiele telefoonkaarten tot een grote keuze aan junkfood. Gelukkig ook fruit; de druiven en meloenen zijn zelfs naar Chinese normen betaalbaar. Maar teepot, rijst of groenten zijn niet te vinden; een Chinese student vertelt me later dat zij niet mogen koken op hun kamer.Ik koop een ‘goedkope’ internationale telefoonkaart, volgens de verkoper kost het ongeveer 30 eurocent per minuut- en nog wat huishoudelijke rommel.
Ma Shu werkt ook al vandaag; ze heeft 8 fotos van mij nodig; voor zowat alles is een pasje nodig. Voor sport kan ik terecht in het gymnasium –nadat het pasje zal Gemaakt zijn-, maar helaas is er geen zwembad op de campus. Helaas is de fotograaf om 11.30 al gaan eten; morgen beter. En passant Guo alias John tegengekomen, die me een leerplan voor elk vak vraagt. De Chinese les voor buitenlanders vangt dinsdagmorgen om 8.00H aan met een niveautest; buitenlandse professoren mogen wel gratis naar de les komen luisteren, zegt Ma shu, maar niet actief deelnemen; dat is voorbehouden aan betalende studenten! Voor het gebruik van de computer blijkt dat er in ons gebouw een echte computerzaal is , met een tiental toestellen. Om die dingen op het internet te krijgen moet je echter de juiste procedure volgen, met inbegrip van paswoorden; het kost me drie keer over en weer om telkens te vernemen dat Ma Shu nog een detail vergeten was, maar deze keer moet het lukken. In haar bureel mijn jonge Amerikaanse collega tegen het lijf gelopen –zijn naam al vergeten; hij is ook voor het eerst in Shenyang maar gaf reeds vorig jaar les in China. Verder ook een Filippino die Engelse les geeft; hij woont met vrouw en vier kinderen in de stad waar hij aan een andere school les gaf en weet niet of hij zal verhuizen; een enkele rit naar het werk kost hem telkens 3 euro aan taxi.
Na het internetten in het zonnetje aan de rand van de lotusvijver mijn leerplannen gaan opstellen. De jonge studente aan het andere eind van de bank muist er al snel vanonder. De volgende is interessanter: een kerel die een postgraduaat burgerlijk en commercieel recht volgt (en dat allemaal aan een normaalschool?). Hij blijkt afkomstig uit een boerendorpje van 500 inwoners, en is de enige afgestudeerde universitair.Zijn ouders verdienen 400-500 euro per jaar en zijn niet de slechtste van het dorp. Zijn collegegeld bedraagt 900 euro. Niet te verwonderen dat hij zijn postgraduaat van drie jaar in twee jaar wil afhaspelen. Nadien wil hij in de Speciale Economische Zone Shenzhen advocaat worden, geld verdienen en naar Australië gaan studeren. Volgens hem is het leven van de arme boeren sinds 1949 nauwelijks verbeterd; Mao is wel erg populair op het platteland en bij de ouderen, maar volgens hem onterecht; als je ziet hoe Mao zijn vrouw Jiang Qing toeliet een luxeleventje te leiden, er wordt verteld dat ze een WC-bril met diamanten had!- dan kan hij geen goeie geweest zijn. De huidige regering is erg geliefd bij de boeren sinds ze de landbouwbelasting afgeschaft hebben; ze zijn ook tegen de corruptie maar die is volgens hem nog heel frequent: ambtenaren frauderen op grote schaal: ze nemen landbouwgrond van de boeren terug tegen een pachtrecht, en verkopen diezelfde grond van de staat voor een veelvoud aan projectontwikkelaars; onderweg blijft een stuk van het verschil aan hun vingers plakken. Op het platteland hebben de boeren daartegen geen verhaal, in de steden is er meer weerstand met succes. Ook advocaten hebben het volgens hem moeilijk op het platteland: wanneer ze de rechten van dorpelingen verdedigen komen ze in aanvaring met de plaatselijke bestuurders; maar zelfs in gewone rechtszaken zien de ongeschoolde rechters op het platteland soms geen verschil tussen de beschuldigde en zijn verdediger en is al meer dan een verdediger voor een futiliteit achter de tralies terechtgekomen. Volgens hem moet China meer een rechtsstaat worden met minder willekeurige macht voor ambtenaren; in één adem voegt hij eraan toe dat directe verkiezingen van de leiders nodig zijn (geen getrapte zoals nu) en dat er beter meerdere partijen zouden zijn. De duisternis valt al in wanneer ons gesprek een geanimeerde wending neemt en we moeten allebei weg. Hij stelt voor nog eens af te komen. We zien wel, dit plekje aan de vijver wordt allicht mijn favoriet zolang het warm blijft.

Maandag 28/8
Officiële eerste dag van het academiejaar. Drukke bedrijvigheid alom. Ik pas me stilaan aan het Chinese uur aan en sta al om half acht op.Eerst wat administratie: Ma Shu zal proberen morgen de kisten van de luchthaven af te halen - ze staan er al een week en dat kan niet goed zijn. Aan deze unief hangt alles af van je badge; ik laat dus maar rap de gevraagde pasfoto’s maken – één dag wachten om ze af te drukken. Zonder badge moet ik zelf mijn middagmaal blijven betalen - aan minder dan een euro Gemiddeld maakt dat wel niet veel uit - , maar krijg ik evenmin een computerpaswoord in de flat.Bij Owen geweest om aan te dringen op de beamer voor mijn klas aardrijkskunde.Volgens hem moet die door tien leraars gedeeld worden en wordt dat een moeilijke onderhandeling. Lesschema’s afgedrukt in de bib want bij Owen zij nu de twee drukkers buiten gebruik. Sleutels gekregen van ons bureel met één computer voor drie; het paswoord van Owen tijdelijk gekregen om op het internet te kunnen gaan (gisteravond, na één dag, waren alle computers voor buitenlandse studenten al geblokkeerd voor het internet) maar dit exemplaar blijft zelfs steken op een Chinees openingsscherm. Hij belooft een bevoegd technicus te zullen raadplegen.Gaan lobbyen voor de beamer bij Veronica. Heb haar ook gevraagd hoelang het eerste semester nu echt duurt: volgens haar lessen tot 7 januari, volgens Guo tot 24 december; maar het is zoals ze zegt allemaal erg gecompliceerd want het definitieve antwoord moet van hogerhand komen; ik krijg wel info wanneer het zover is. Ze is ook de eerste Chinees die vragen stelt over mijn motivatie en achtergrond om naar hier te komen. Verder een discussie over wat ik volgende semester of eventueel volgend jaar kan geven; ze wil precies dat ik er dan nog andere vakken bijneem of verander; ik leg er de nadruk op dat deze cursussen nieuw zijn en me al veel energie kosten en beloof diplomatiek als een Chinees om de zaak ter gelegener tijd te bekijken. De fameuze badge zal me ook toegang moeten geven tot het gymnasium; ik ga toch maar eens kijken, stel me voor als buitenlandse leraar en mag zonder formaliteiten binnen. Je kan hier van alles: pingpong, snooker, wushu (de Chinese voorvader van karate), badminton enz; maar niet zwemmen, helaas voor Lieve. Zeker op te volgen.
Uiteindelijk met lood in de schoenen begonnen aan de ultieme voorbereiding voor mijn lessen die morgen aanvangen. Het gaat redelijk goed en rond 16H besluit ik een kleine verkenning van de omgeving te maken per fiets. De vriendelijke huisbewaarder schetst me twee plaatsen in de buurt waar vers voedsel te vinden is. Ik kom na minder dan een kilometer in het China van twintig jaar geleden terecht; onverharde modderige stegen, gebouwen zonder verdieping, overlopende rioleringen, vuiligheid alom; en massa’s restaurantjes en winkeltjes. Eén ervan is wat groter, een soort dorpssupermarkt; ik koop er rijst, olie, peper; er is ook nogal wat keuze aan koekjes, chocolade en alcohol. Wat verder is inderdaad de gezochte groentemarkt met een groter dan verwachte keuze; alles voor consumptie heel grondig te reinigen, de omgeving is ver van appetijtelijk; er is ook vers vlees en levende vis te koop. Zowat alles is hier volgebouwd, vermoedelijk zijn het toch geen boeren die hier wonen maar enkele van de meer dan honderd miljoen interne gastarbeiders.
Terug op mijn kamer Jennifer en twee jonge Amerikanen tegengekomen, Kyle, vannacht aangekomen uit Indianapolis, en Nolan uit Californiëdie ik al ontmoette. Van het een komt het ander en we belanden allemaal samen in mijn flat rond alle koppen thee die ik kan vinden plus mijn klein pakje koekjes en chocolade. Interessant gezelschap, de anderen werken allemaal al enkele jaren in het buitenland, in China maar ook elders. Na de gezamenlijke studie van de werking van de verticale wasmachine - enkel met koud water?- en de elektrische kookplaat, kabbelt het gesprek verder over China en onze respectievelijke landen/culturen. Er valt moeilijk op te tornen tegen die assertieve Amerikaanse jongeren - ik heb trouwens nog altijd moeilijkheden met hun taal.Dat belooft nog interessante discussies. En passant verneem ik dat zij allemaal iets meer dan 500 euro per maand verdienen; als je een beetje zuinig leeft kan je daar 300 of 400 euro van sparen, nog geen fortuin wanner je in eigen land geen sociale zekerheid hebt, maar toch…Om zeven uur zitten ze er nog en mijn lesvoorbereiding is niet af! Ik stel dan maar voor samen een kom noedels te gaan eten en kan pas om acht uur terug aan de slag voor de laatste twee uur. Schoenen poetsen en propere kleren klaarleggen voor morgen…

Dinsdag 29/8/2006
Vanmorgen niveautest voor de Chinese les!
Het schriftelijk ‘examen’ is in het Chinees; ik slaag er al niet in om de vragen te begrijpen, laat staan dat ik nog in het Chinees een antwoord zou kunnen schrijven;later blijkt het een multiple choice te zijn en moest er niet geschreven worden! Tot mijn verbazing zit bij de buitenlandse studenten geen enkele beginner. Het lukt me daarentegen redelijk goed om mijn situatie aan de lerares in het Chinees uit te leggen, en mits enige inspanning slaag ik er zelfs in zowat de helft van de karakters in de eenvoudige oefeningen te lezen. De lerares belooft dat ze erover zal nadenken en me laten weten hoe we het zaakje gaan aanpakken.Verder nog wat om en weer gelopen naar de administratie en ontdekt dat een Russische student erin geslaagd is met een van de tien computers toch nog op het internet te geraken; na wat aanschuiven is het mijn beurt om de mail te lezen en de belangrijkste Belgische en buitenlandse persberichten; er zijn nog enkele reacties op het webdagboek een aanmoedigingen voor de eerste lesdag; dat doet goed!
Laatste psychologische voorbereiding en om 1.20H aan de slag voor Shi Chang Yang Xiao; de aandachtige lezer van mijn vorige bijdrage weet zeker nog wat dat betekent!
De eerste klas valt best mee, alle leerlingen – voor 80% meisjes schat ik- zijn aanwezig, voor ik het weet is het al break en ook de tweede helft is zo voorbij.Ik moet wel een aantal keren mijn uitleg herbeginnen want ze verstaan het niet maar voor de rest werken ze goed mee om voorbeelden te zoeken; wegens de trage vooruitgang alleen de meest basic dingen van het hoofdstuk kunnen uitleggen; en zeggen dat mijn gepland exposé al een grove vereenvoudiging was van wat in het officiële Amerikaanse handboek staat; ik geloof niet dat ook maar één van de studenten één hoofdstuk van dat boek volledig zal lezen; de klasverantwoordelijke , ontzet wanneer ze ontdekt dat het om een kanjer van 800 blz. gaat, geeft me op de valreep nog de goede tip om in het boek de hoofdpunten voor hen aan te duiden; bedankt meisje! De tweede klas is een stuk minder - het zou kunnen doordat ze in dit zevende en achtste lesuur van de dag aan het eind van hun Engels zijn, maar de grote hoop blijkt niet te begrijpen wat ik probeer uit te leggen, ook niet na verschillende pogingen; ik spreek te vlug ( ik te vlug?!) , ze verstaan mijn accent niet enz.; de aandacht naar vijf uur toe verslapt hoorbaar en zowel zij als ik zijn content dat het erop zit; voor deze groep moet het duidelijk nog een heel stuk simpeler.
Vanavond wordt het duchtig werken om het concept voor morgen – zes uur les, twee andere vakken- om te gooien; vooral zorgen dat het belangrijkste eerst komt, zodat ik me naar het einde toe kan veroorloven tijd te verliezen. Ik heb aan de twee groepen ook uitgelegd dat ik van hen huiswerk verwacht gedurende het semester - naar men mij zegt is er immers geen examen. Dat is redelijk goed verlopen; benieuwd naar de eerste resultaten volgende week, waaruit zal blijken wat ze begrepen hebben. Het leven van een leraar is niet Gemakkelijk!
Na de les nog even een gesprek met mijn chef Guo; sympathieke gast, die in de USA en Oxford gestudeerd heeft en ondermeer Engelse poëzie doceert; ze verwachten nog twee buitenlandse leraars en zullen dan een bijeenkomst voor ons organiseren; niet alleen over het werk, hij belooft ook initiatieven voor onze vrije tijd, met ondermeer culturele uitstappen.
Intussen begint het groepje buitenlandse leraars hier wat meer samen te klitten; ik ben al drie keer met sommigen van hen gaan eten: de jonge Amerikanen Kael en Nolan, de wat oudere Brit Ross die een eind verder in een nieuwe wijk buiten de campus woont, en mijn Britse leeftijdsgenote Jennifer. De jongeren zien China als een interessant begin van hun carrière, Jennifer die in Engeland in orde is met pensioen en ziekteverzekering ervaart het als een boeiende fin de carrière; allen slagen zij erin om het einde van het jaar met een mooie spaarpot te beëindigen; het is waar dat het leven hier niets kost zolang je niet gaat reizen en zij blijkbaar allemaal een heel stuk meer verdienen dan de 350 euro per maand die mij oorspronkelijk aangeboden werden. Kael heeft een Chinese vriendin in het Zuiden die in oktober overkomt; of ze van de universitaire overheid zal mogen logeren op de campus is niet duidelijk; Jennifer biedt zich aan om inlichtingen in te winnen, ze zal gaan vragen of haar fictieve Chinese vriend bij haar op bezoek mag komen. Nolan heeft op zijn eerder bezoek aan Shenyang blijkbaar al enkele Chinese studentes op de campus het hoofd op hol gebracht en heeft elke avond een afspraakje; zijn GSM belt voortdurend; zolang je van je eigen studentes afblijft is het geen probleem, denkt hij. De discussies zijn dikwijls politiek; voor Bush heeft niemand een goed woord over - ik denk dat Kael nog antioorlog activist geweest is in Amerika. De jongeren staan erg sceptisch tegenover wat zij het Chinese socialisme tussen haakjes noemen. Jennifer die hier al zes jaar werkt , ondermeer in een kleine stad in het arme deel van de provincie Gansu en het land echt in de diepte lijkt te kennen, houdt zich meer op de vlakte.

Woensdag 30/8
Vandaag met frisse moed aan het werk: zes uur les, van 8 tot 5.
Het is mooi zomerweer vandaag, minder drukkend en voor het eerst is de lucht hier helder blauw. Vanwaar komt toch die grijzige waas rond de zon de vorige dagen? Zou het dan toch het beruchte zand uit de Mongoolse woestijn zijn? Het valt me wel op dat er inde flat overal veel stof ligt; wekelijks poetsen zoals ik plande is zeker te weinig.
Terug naar de klas dus; vandaag valt het best mee, de studenten blijken alles te verstaan en ik ga vlot vooruit; in de hoogste klassen zijn ze om één of andere reden moeilijk tot praten te krijgen, misschien verbetert dat nog. Maar de klas Europese aardrijkskunde is erg enthousiast; in de pauze en na de les komen de studenten me uitvragen; mocht het zo altijd zijn dan komt het wel goed. Buiten kom ik Ross tegen die al zes jaar in China woont: hij geeft me wat pedagogische raad; Chinese studenten krijgen dikwijls vervelende lessen waar gewoon uit een boek voorgelezen wordt dat ze nadien maar moeten van buiten leren; hun aandacht in de les blijven houden is niet evident en ze actief maken evenmin, maar na enkele weken betert het wel wanneer ze gewoon zijn aan de andere stijl. Zoals al de andere buitenlandse leraars is ook hij min of meer zijn land ontvlucht – in dit geval Groot-Brittannië; ontgoocheld over Blair die de slippendrager van Bush speelt, enz. Hij zowel als Jennifer nemen regelmatig gedurende het weekend in andere Chinese steden het officiële Engelse taalexamen af, waarvoor ze door de Britse staat betaald worden; daarmee komen ze zelfs aan een decent inkomen naar Europese normen. Hij weet veel van het reilen en zeilen hier en houdt zich zoals Jennifer op de vlakte om over het regime te oordelen.een sympathieke kerel die alleen in een flat woont in een nieuwe stadswijk, nog verder van de stad maar op nog geen 10 minuten fietsen van hier.
Intussen heb ik ook begrepen hoe het systeem hier werkt: om vijf uur vertrekt het volledige vast personeel per bus of met eigen vervoer naar huis, buiten de campus; alleen de een of twee dozijn buitenlandse leerkrachten blijven verloren achter in een menigte van 25.000 jongeren; ze zullen me hier wel al snel kennen, nu al krijg ik op straat groeten van lieftallige Chinese meisjes – de trend dat 80 à 90 % van mijn studenten meisjes zijn zet zich door. Een raar gevoel te weten dat je de oudste bent die hier s’avonds op de campus tussen al die duizenden rondloopt. Nog een plezante anekdote: de ‘keuzevakken’ die ik moet geven zijn toch wel wat speciaal; vandaag moesten enkele studenten uitleggen waarom ze voor dit vak gekozen hadden; één ervan antwoordde gewoon dat de computer haar eruit gepikt had! Ik heb mijn succes dus toch niet helemaal aan mezelf te danken!
Er is ook nieuws van het praktische front vandaag: 1. Het terugbetalen van mijn vliegtuigbiljet is administratief goedgekeurd en ik kan binnen een achttal dagen mijn geld verwachten 2. De badge van de universiteit zou binnen een dag of twee afzijn 3. De enige computertechnicus van dienst zou binnen een dag of twee onze computer in het gezamenlijke bureel werkklaar maken 3. Van de beamer voor mijn klas die ik vandaag nodig heb, nog geen spoor; maar er zijn wel grootscheepse plannen om er een bij te kopen en die zitten nu voor goedkeuring in de bevoegde echelons; Guo weet me te zeggen dat hij er absoluut voorstander van is me de nodige mediamiddelen ter beschikking te stellen. Alles komt dus wel in orde? En het mooiste komt nog: vanmiddag kreeg ik telefoon van Ma Shu die vanmorgen eindelijk naar de luchthaven gegaan is om mijn kisten op te halen; om 1 uur moest ik absoluut present zijn want de mannen van de kisten kwamen; eindelijk. Om één uur stond er inderdaad een douaneagent klaar met de nodige documenten die ik moet ondertekenen voor de inklaring; de procedure moet nog starten! Volgens hem duurt dat een week; het magazijn vraagt intussen 8 euro per dag; met de tien dagen die al verloren zijn belooft dat een mooie rekening te worden!
Voor wie over google earth beschikt, hierbij voor de fun de handleiding die je moet toelaten me te vinden.
Enkele kilometers ten noorden van het centrum van Shenyang zie je een enorm park met een soort verkleinde versie van de verboden stad; er loopt een brede straat door die vanuit het centrum pal noordwaarts gaat; volg deze straat enkele kilometers tot je aan de grote ringweg komt (die loopt helemaal rond de stad); ongeveer een kilometer voorbij de ring ligt de campus aan de oostzijde van de grote baan.
De campus heeft een heel grote open vlakte aan de ingang. Meer naar het oosten toe ligt het midden, een groot vierkant plein omzoomd door gebouwen en daar rond een ringvormige weg. Net buiten deze ringstraat ,in het zuidwesten (linksonder dus) bevindt zich een niet al te groot gebouw , min of meer in T vorm, met een vijver eraan. Juist ten noorden van dit gebouw bevindt zich een kleiner rechthoekig gebouw. Daar wonen de buitenlandse leraars, ik op de tweede verdieping.

Ik heb hier ook een telefoon nr. 00862486574334; voor wie een goede operator heeft is telefoneren naar China tegenwoordig spotgoedkoop; wel rekening houden met zes uur tijdsverschil aub; acht uur ’s avonds voor jullie is twee uur ’s morgens voor mij.

Na het avondeten nog wat gaan wandelen, profiteren van de avondkoelte en filosoferen. Zoals elke avond is het hier vuurwerk, ook vandaag weer drie verspreid over de avond. Om nog maar te zwijgen van de knallers die met honderden ratelen, soms al voor het ontbijt; rare jongens die Chinezen, ze moeten er echt aan verslaafd zijn. Op de campus loopt ook vanavond veel volk rond, heel veel jonge koppeltjes hand in hand ook. Die campus is nog een stuk groter dan ik dacht; voorbij het sportstadium en het superpompeuze Amerikaanse Internationale Business Center ligt nog een splinternieuwe wijk met slaapzalen, ze zijn de wegen er nog aan het aanleggen. Daar nog voorbij is een schijnbaar onbewaakte zijpoort waarlangs ik in een soort nieuwe stadswijk kom; aan de ene kant reusachtige onverlichte gebouwen met een indrukwekkende onafgewerkte triomfboog aan de ingang, aan de andere kant woonblokken met beneden winkels. Redelijk nieuw maar met Chinese rommelambiance. De helft van de etablissementen zijn restaurants of gasten die gewoon op straat brochettes staan te roosteren; ik zie er zelfs een met alleen koppen van vogels; eten alle Chinezen dan elke dag op restaurant? Het zal bijna moeten, want ook in deze straat staan overal venters van fruit maar geen enkele van groenten. De andere helft van de winkels is meestal ondefinieerbaar; allicht verkopen ze niets maar zijn het allerlei diensten. Het enige interessante in de straat is een luxe bakkerij, met echt Frans stokbrood, wattig grijs brood en taartjes die ook bij ons niet zouden misstaan; de prijs misschien evenmin, tussen 50 cent en een euro per stuk; Chinese topklasse. Vlak bij de campus ligt nog een luxueus hotel, de naam ben ik vergeten maar het begint zoals alle prestigezaken in China met ‘Golden…’; er is een boetiek met dure dameskledij en Louis Vuiton handtassen. Daarnaast iets dat uit de sprookjes van duizend en één nacht komt, en zichzelf aanprijst als ‘natural bath’; voor alle zekerheid ga ik eens kijken of het geen gewoon zwembad is; niet dus…naar de prijzen te oordelen is het sauna met massage en allicht nog iets met een rozig hartje bij; een dozijn stijf uitgedoste bedienden groeten mij uit. In het sportstadium lopen koppeltjes rond in het halfduister; de garde komt een praatje maken; na het onvermijdelijke ‘u spreekt erg goed Chinees’ in antwoord op mijn ‘ni hao’ krijg ik de volle lading; van wat ik begrepen heb vindt hij België een rijk land en wil hij een wedstrijd van weet ik welke sport organiseren tussen de buitenlandse leraars en de ploeg van de garde.

Donderdag 31/8
Vandaag niet vroeg moeten opstaan! Nog twee uurtjes les deze voormiddag en mijn werkweek zit erop. Het wordt les aardrijkskunde en ik ga eerst nog eens in de faculteitsbib snuffelen; een voltreffer, ze hebben juist een nieuwe kaart van de wereld aangekregen, Europa staat er wel wat klein op maar tot daartoe! Van de vriendelijke mevrouw mag ik ze lenen, met of zonder badge. De les verloopt al heel wat comfortabeler dan gisteren, toen ik moest proberen een kaart op het bord te schetsen; intimi kennen mijn onvermoede tekentalenten! Er was echter niets om de kaart op te hangen dus maar enkele studentinnetjes aan het werk gezet om ze vast te houden terwijl ik demonstreer. Na de pauze komen ze met plakband en duimspijkers aandraven, ik mag ze houden want ze kregen ze zelf gratis van de studentenbond. De groep werkt goed mee, en begrijpe wie kan, deze blijken toch zelf voor mijn vak gekozen te hebben en kunnen ook nog uitleggen waarom “Omdat een leraar ons verteld heeft dat het interessant zou zijn”. Gaan eten met mijn Amerikaanse collega Nolan, die nog maar 25 jaar is, maar wel weet hoe de zaken aanpakken; ik meen dat hij van ons allen het hoogste pedagogisch diploma heeft en het meest verdient hier; hij lijkt nogal geïnteresseerd in mijn ervaringen, misschien is het voor zo’n jonge gast die geen zin heeft in eigen land te blijven ook wel interessant om eens een ouwe internationalist te horen praten. Na de lunch nog maar eens gaan proberen op het internet te geraken bij de buitenlandse studenten; het lukt mij niet, maar hun wel! Een jonge Koreaan helpt me uit de penarie met de identiteit en het paswoord van weet ik veel wie en nog enkele trucjes met Chinese menu’s, enfin het lukt en volgende keer roep ik wel terug de jeugd ter hulp. Toeval, mijn oudste zoon is ook on-line; mijn eerste chatsessie vanuit China! Nadien aan de vijver nog wat cursussen gaan voorbereiden voor de tweede helft van het semester, veel komt er niet van want het is opnieuw broeierig en er is geen plek in de schaduw; wanner de zon ondergaat, vandaag al om kwart na zes, komen de spinnen uit de bomen; wat een kanjers; dat geeft niet veel zin om hier te blijven. Bij het avondeten probeer ik na grondige studie van het menu een schotel met zeevruchten te bestellen, en krijg een kom dik zeewier met enkele kleine stukjes varkensvlees; nu ja, slecht is het niet. Nadien met de fiets eens de verste hoeken van de campus gaan verkennen; aanpalend aan de campus kom ik in een nieuwe wijk met luxueus afgewerkte eengezinswoningen, compleet met voor - en achtertuin en garage; de meeste zijn nog niet bewoond en ze zijn de wegen nog aan het aanleggen; aan deze kant van de campus worden overigens ook nog slaapzalen bijgebouwd. Langs een achterpoortje kom ik in de wijk ten noorden van de campus terecht; winkels, resto’s, een groentemarkt… aan het eind van de straatverlichting gooit ik me overmoedig in de duisternis; geen 20 meter verder mis ik op een haar een grote funderingsblok die midden in de weg steekt; eens de verlichting gedaan is het weer het echte China van de derde wereld; slechte bakstenen huisjes, aarden wegels, nog een dorpswinkel van 50 jaar terug; de mensen zitten onder een lamp te kaarten of mahjong te spelen,veel meer toeschouwers dan spelers; twee mannen stoppen juist met Chinees schaakspelen, anders had ik hen kunnen vragen me het eens uit te leggen. De Chinese winkels verkopen bijna allemaal hetzelfde. De bijzondere oogst van vanavond: twee warme bakkers, maar geen enkele die Lieve’s huisgebakken brood evenaart; een grote spiksplinternieuwe school of universiteit met zwembad, een boekenverkoop op de grond op straat waar voor 2 euro de Chinese vertaling van Philip Short’s Maobiografie te koop ligt ( ik heb altijd gehoord dat die zeer kritisch over Mao was; dat heeft de Chinese Jeugduitgeverij toch niet van een vertaling weerhouden; interessant); een rollerskatepiste met beatmuziek (hopelijk maken ze daar deze winter een ijspiste van); één winkel met degelijke kledij waar ik voor ondergoed, sokken,hemden, jeans en trainingsbroek terecht zou kunnen, maar schoenen boven maat 43 heeft hij niet.De hoop op een potje choco of een stukje kaas bij het ontbijt verzwindt, tenzij het voor zaterdag geplande bezoek aan het Jia Le Fu warenhuis – raad maar eens welk dat is - toch nog soelaas zou brengen. Van mijn Amerikaanse collega’s heb ik het adres van een winkel met matrassen en beddengoed gekregen; zij zagen het niet meer zitten om op die harde plank te slapen; ik begin er aan gewoon te worden; we zien wel wanneer Lieve aankomt.

Vrijdag 1 september en voor mij rustdag.
Na een trage start wil dat zeggen verder werken aan de opbouw van de kursus over Europa. Deze keer installeer ik me in de schaduw van de treurwilgen rond de vijver; tof…De lotussen zin intussen allemaal uitgebloeid, alleen de zaaddozen steken met hun kale kop boven de bladeren. Er zitten zelfs goudvissen in deze vijver. Na de middag eens rond de campus gelopen waar aan de ingang van alles gebeurt voor den nieuwe studenten, wat precies kan ik niet raden; vervolg in het appartement, beschut van de hitte; het vordert niet zoals ik hoopte… Deze namiddag krijg ik eindelijk de fameuze badge; alle deuren zouden nu moeten opengaan voor mij… en inderdaad, Zhao van het bureel is bereid vandaag nog mijn computer te installeren voor hun lokaal net. Zhao is een vriendelijke en behulpzame kerel, maar kent niet veel Engels; op zoek naar een geschikte driver voor de lokale verbinding, drukt hij op ‘uninstall’ in plaats van ‘install’; het vraagt ons een uur en veel gezoek op CD’s om alles terug in orde te brengen. Uiteindelijk lukt het, we kunnen op het internet; alleen is hun programma voor de beveiligng in het Chinees en dat kent mijn windows niet; er komen allerlei kabbalistische tekens op het scherm, maar geen nood, als je weet waar je moet op klikken start het ding wel op. Ik dolgelukkig naar mijn appartement,en ja, blijkt daar toch niet juist mijn schoonbroer uit Nederland te willen skypen! Even zie ik zijn gezicht, maar om ook goede klank te hebben is de bandbreedte te smal; de camera moet afgezet, dan gaat het heel goed …maar niet lang: op één af andere manier vraagt dat Chinees programma telkens naar Chinese karakters en schakelt het af. S’ avonds koop ik bier voor de collega’s, maar de twee dames geven niet thuis en Nolan is moe en ziek; dan maar de hele avond gepolitiekt met de Amerikaan Kael.

Zaterdag 2/9
Vandaag is poets- en boodschappendag. Dat poetsen valt nogal mee, de vorige bewoner/bewoonster heeft onder de kasten en in de hoeken niet te veel vuil achtergelaten; ook het experiment met de wasmachine met koud water lukt, maar sommige vlekken zijn niet weg! Daarna de fiets op en naar de stad. Dat is zonder Jennifer gerekend die me in de gang aanspreekt: mijn meer ervaren collega’s zijn blijkbaar een beetje ontgoocheld over het zwakke onthaal hier. Het is waar, zowel materieel als pedagogisch is het van ‘trek uw plan’. En dat terwijl de Chinezen van het noorden de reputatie hebben veel vriendelijker te zijn dan die van het zouden. Volgens mij is het gewoon een kwestie van slechte organisatie, hier in het noorden hebben ze tien jaar achterstand op het zouden . Terloops ontdek ik nog dat er hier kleinere en grotere appartementen zijn; ik zit in een klein alhoewel ik de enige ben die ook nog een partner wil laten overkomen; rare gasten die Chinezen, of inderdaad geen goede organisatie. Op de campus is vandaag een soort braderij bezig, het ziet zwart van het volk en vooral van de auto’s ; van waar komen die allemaal? Coca cola profiteert van de gelegenheid om een promotiecampagne te voeren, normaal is hier vooral Pepsi te krijgen.
De fietsrit naar de stad verloopt vlot, en ik kan nu voor het eerst bij klaarlichte dag eens goed rondkijken.Afgestapt bij Orient Home, op de benedenverdieping een grote doe-het-zelf zaak en boven een luxueuze meubelwinkel.Hier kan ik terecht voor nagels ,schroevendraaiers, een nieuwe matras, maar ook voor Lieve’s panelen en grondverf! Binnengesprongen bij de Bank of China die beweren dat ik met mijn Belgische kredietkaart bij hen geen geld kan afhalen; het staat hier nochtans vol met automaten die master card aanvaarden, maar je moet een lokale rekening hebben. Eén van de aanwezige bedienden spreekt een weinig Engels en geeft me het adres van een andere afdeling waar het wel zou kunnen, van maandag tot vrijdag. Deze afdeling is vandaag zaterdag zelfs niet eens op het middaguur gesloten!.Verder een verkenningstocht van de Carrefour, ja dat was die fameuze Jai Le Fu war ik het eerder over had, en van de Amerikaanse prijsbreker Walmart. Veel verschil met Chinese supermarkten is er niet; in beiden is er een klein hoekje met buitenlandse producten; ik koop er een potje dubieuze choco aan bijna 6 euro de kilo (Nutella kost er nog veel meer) en pakje met 12 sneetjes van een soort milkana kaas die bij ons thuis maanden in de frigo bleven liggen omdat niemand ze wilde; ander kaas is er niet te vinden. Om nog naar het Duitse warenhuis Metro te gaan, naar het schijnt het beste, is er geen tijd meer want ik wil voor mijn cursus aardrijkskunde ook nog naar een grote boekhandel Xinhua om een kaart van Europa te vinden; er lig een kaarten van Europa, maar het formaat daarvan valt wel tegen; die van de USA is véél groter. Al de Chinese boekhandels waar ik voor de aardigheid binnenloop puilen uit van boeken over manaGement, en hoe succesvol en rijk worden. Bij Xinhua is één van de vier verdiepingen er volledig aan gewijd. Het is interessant te zien welke Westerse boeken ze vertalen: meestal zijn dat de grote namen, memoires van Clinton en dat genre; maar ook alle mogelijke titels waar ‘rijk’ en succes’ inkomt. Kent iemand van de lezers Richard Devos? Allicht niet, maar de Chinezen wel, onder de titel: How to become as RICH Devos.
Voor een goeie dertig euro ga ik naar huis met een veelbelovend stuk bruin brood van Carrefour, een mooie T-shirt en een volledig trainingspak van Walmart, een voetmat voor de badkamer, de al genoemde choco en kaas, een fietspomp, een doos rustinnekes, een mini naaiset,vier kaarten en een Engelstalige Chinese krant; Het resultaat van 7 uur hard labeur.
Schoenen die groot genoeg zijn voor mij vind ik niet bij de goedkope modellen (Chinese schoenen kosten rond de 10 euros); alleen in een boetiek onder Carrefour verkopen ze buitenlandse (?) grotere en duurdere schoenen, van rond de 40 euro. Sportschoenen van mijn maat heb ik nog nergens gezien, en nochtans, de Chinezen hebben toch een basketter van 2,25 meter?
In Carrefour verkopen ze Chinese broodmachines, dat zal Lieve wel interesseren – prijs 50 euro.
Geleidelijk wordt in Shenyang wijk per wijk Gemoderniseerd; langs de hoofdwegen zijn het al hoofdzakelijk glimmende nieuwe gebouwen, alhoewel, de glans gaat er wel vlug af; dat de Chinese mooie reflecterende glazen in fancy kleuren niet duurzaam waren wist ik al uit een vorig leven maar dat wordt hier nog eens ten overvloede getoond. Ook de gevels vertonen hier en daar wat serieuze mankementen. Verloren tussen de torens vind je dan nog het oude China terug, met kleine winkeltjes en lage gebouwen. Vooral de streek van het Noordstation is al grondig aangepakt met soms nogal fantastische gebouwen; naast Carrefour staat een een soort wijnvat van 35 verdiepingen hoog. Aan het centraal station, de echte winkelbuurt, waar ook Walmart is, zijn nog veel kleine handeltjes; tegenover het station zijn nog ateliers waar je alle mogelijke machineonderdelen kan krijgen of laten repareren. Aan de achterkant van dat station begint de fameuze wijk Tie Xi, de oudste en vervuilendste industriewijk van China, die nu volledig gesaneerd wordt of al is. Bij de exotische vondsten van vandaag: een seksshop waar je zo kon binnen kijken, en een bloemenwinkel van fleurop-interflora en opnieuw zoals bij de vorige uitstappen veel Pekinezen, ik bedoel wel degelijk honden, een nieuw fenomeen in het Chinese stadsbeeld.. Op weg naar huis kom ik aan de rand van de stad voorbij de oudere woonblokken; er staan zelfs nog ouderwetse publieke telefoons. Met de fiets kan ik al goed overweg: aan elke belangrijke plaats is een bewaakte fietsstalling; prijs 2 eurocent (of dat per uur of forfait is kon ik niet uitvinden). Vandaag was mijn voorrem geblokkeerd bij het parkeren; het volstond de kabel met de hand een beetje te verleggen om het euvel te verhelpen; simpele afstelling… Het rijden gaat nogal vlot, je rijdt meestal op een afgezonderd fietspad waar ook voetgangers lopen; dus maar slalommen; de helft van de Chinezen rijden trager dan ik, de andere helft steekt me voorbij… met een elektrische fiets. (op de campus is er zelfs een elektrisch busje voor intern vervoer); wanneer er geen fietspad meer is, en je de baan te gevaarlijk vind, dan rij je gewoon op het voetpad; in tegengestelde richting op het fietspad kan (mag?) ook, en een rood licht dient alleen om te stoppen wanneer er een politieagent bij staat om je tegen te houden, dat gebeurt dan ook nogal veel; de enigen die nog minder discipline hebben dan de fietsers zijn de automobilisten; in hun vehikel zijn zij de kleine keizers en die kunnen toch geen voorrang gaan geven aan zo een pummel op een fiets?
Het duurt precies een uur om terug te rijden, en ik ondervind nu ook dat het inderdaad bergop is…wanneer ik aankom is het bijna zeven uur en donker. Vlug gaan eten; met twee zaadkoeken en een stukje meloen heb ik vanmiddag niet genoeg gehad; dan maar wat schrokken nu! Ik bestel twéé schotels en een Coca Cola die in al de restaurantjes hier gedropt zijn vandaag; ik krijg een berg gepaneerde kippenborstreepjes en nog een berg dikke frites met pepers en gefrituurde aubergines, Gemengd met een onbekende Chinese saus en eet alles vlot op.
’s Avonds nog een strijkpartij met het ijzer dat ik voorlopig van Jennifer geleend heb. Alles komt in orde , zelfs de cols en mouwen van de hemden.
Morgen moet er gestudeerd worden…

Zondag 3 september

OnGemerkt werd het gisteren weer na middernacht. Op de valreep nog twee minuten geskyped met mijn jongste zoon, die zich zoals gewoonlijk niet realiseerde op welk onchristelijk uur hij opbelde. Verdomd vervelend ,een internet dat elke twee minuten uitvalt; maar het skypen met klank alleen lukt ook deze keer perfect. In de nachtelijke uren vergat ik nog enkele interessante details van gisteren. Onderweg zag ik een man plat op zijn buik op het fiets-voetpad liggen; gescheurde kleren, kortgeschoren bruingebrande kop en bevende handen; de eerste en enige bedelaar die ik hier tegenkwam; niemand keek er naar om; de regering adviseert de burgers geen geld te geven aan bedelaars;volgens haar zijn er genoeg sociale opvangmogelijkheden voor de stedelijke armen, en wie van het platteland komt en niet werkt moet m aar terugkeren; ik vermoed dat in het stadscentrum bedelaars systematisch opgepakt worden. Rond het station krioelt het van de straatventers; op het eerste zicht ook allemaal plattelandsbewoners, bruid en rood verbrand en met herkenbare boerenkleren; in de buurt van de universiteit rijden elke avond nog de paardenkarren voorbij; een raar gezicht zo op de hoofdweg, tussen 50-tonners en luxueuze sedans. En lawaai dat de Chinezen kunnen maken; ik heb het dan niet over het voortdurend getoeter van de auto’s, zelfs in de Walmart en Carrefour denk je op een markt te staan; verkopers roepen tegen mekaar op om klanten te lokken; ik ga er eerder van lopen; ook mijn copieuze maaltijd van gisteravond leed enigszins onder geluidsoverlast; om boven de schrille meisjesstemmen van de klanten te geraken, hadden de diensters de beschikking over een luidspreker om de bestellingen naar de keuken te roepen; gelukkig was het eten lekker…Ik ontmoette de voorbije dagen ook nog enkele andere collega’s die les geven aan het Amerikaanse business college; Cherry, een sjieke Amerikaanse dame die door Hayes universiteit is uitgestuurd en betaald om de Chinezen technische bijstand te geven; en Constance, een Amerikaanse vijftiger die er voor de gelegenheid met rood haar bijloopt. Iedereen die hier meer dan een jaar verblijft heeft genoeg van de campus en gaat elders wonen; Constance heeft juist een appartement in de stad gehuurd, met drie slaapkamers, ik vergat de prijs te vragen; zo kan ze haar buitenlandse vrienden ontvangen, en cocoonen met de Kerstdagen ‘zoals thuis’. Ze belooft ons allemaal uit te nodigen voor een diner bij haar; ze heeft het ook slim bekeken, haar appartement ligt dichtbij de halte van de schoolbus. Ik ontmoette ook Gem, een Afro-Amerikaanse rondborstige (letterlijk) extroverte dertiger die hier nogal verloren loopt.
Op mijn ochtendwandeling kom ik eindelijk te weten waarvoor al die activiteiten dit weekend dienen: de eerstejaars beginnen een week na de rest; zij komen nu inschrijven en een kot zoeken. De meeste van de auto’s zijn van ouders die hun kinderen komen afzetten; Ook vandaag is Coca Cola weer uitdrukkelijk aanwezig, samen met het alomtegenwoordige China Mobile.Hier wordt wat afgetelefoneerd. Terug in het loGement opnieuw Gem ontmoet, die meteen begint te wenen; ze werkte in Amerika met gevangenen en herschoolde zich tot lerares; vorig jaar deed ze drie maand stage in China, samen met anderen en elke dag omkaderd en begeleid; hier ziet ze het niet zitten; haar internet werkt helemaal niet en naar huis telefoneren is te duur… ‘I am so lonely’.Tja, het zal wel beteren eens ze les geeft, hoop ik voor haar. Vanmiddag heb ik met haar gegeten, ik kwam in het restaurant en het arme kind had een paar schotels besteld waar ze niets van lustte, dus werd het voor deze jongen aanschuiven aan tafel en free lunch ( voor wie zich afvraagt hoe ik uit haar bord kon eten: de schotels worden hier midden op tafel gezet en iedereen plukt er met zijn stokjes maar wat uit; hygiënisch zal wel anders zijn, maar we kijken niet op één haar in de boter). Wat die Gem betreft vrees ik wel het ergste; ze was vooraleer vorig jaar naar China te komen nog nooit buiten de USA geweest en heeft ontstellend weinig intellectuele bagage; alles is great of terrible en ze springt voortdurend van de ezel op de os; hoe die het met de Chinese studenten gaat aanpakken?.
Een stomme zondagnamiddag: lessen voor de week voorbereiden; die marketing ligt me helemaal niet; wat daar voor holle woordenkramerij instaat; het vraagt me uren om er iets min of meer zinvol uit te brouwen, en dan nog; die les wordt weer een zenuwachtige bedoening. Gelukkig wordt het volgende hoofdstuk toch iets concreter.
Vanavond nog maar eens met de jonge collega’s gaan eten; het is verbijsterend hoe die jonge gasten het tweede jaar hier al hun plan kunnen trekken; ze praten vlot met de dienster en kunnen bijna alle gerechten lezen; ik kan nog altijd niet mee wanneer ze onder elkaar in het Amerikaans beginnen discussiëren. Nolan was einde vorige week zo ziek dat hij naar het hospitaal moest. In de stad want hij dacht dat het op de campus al gesloten was. Gisteravond was hij alweer op de been en zag ik hem rondlopen met een Chinese studente.Buitenlanders krijgen hier van de werkgever geen ziekteverzekering, maar de rekening viel wel mee: 17 euro voor een bloedproef, röntgentest van de longen en twee intraveneuze inspuitingen; in Amerika schrijven ze u voor dat bedrag nog niet eens op in het ziekenhuis.
Terug op het appartement lukt het me na een aantal pogingen het elektronisch bankieren te openen; vanuit China de rekeningen van Fortis nakijken en betalingen doen; de wereld staat voor niets meer. Vandaag kreeg ik ook nog een mailtje van de Vlaamse handelsvertegenwoordiger in Beijing, die op de 20ste naar hier komt; tegen die tijd zou ook de andere Vlaming die hier in Shenyang met een Chinese vrouw woont, terug uit verlof moeten zijn en kunnen we een ontmoeting plannen.Verder reageerde ook Jan, die in Shanghai kort geleden een bureel opgestart heeft voor een marketingfirma, op mijn weblog: hij heeft daar een luxueus appartement, een wagen met chauffeur, een kindermeisje voor zijn familie, en een Carrefour met uitgebreide keuze van westerse producten; deze winter komen ze eens kijken in Shenyang; ik hoop dat hij als praktijkexpert een les marketing zal geven in mijn klassen.
Om halfelf ’s avonds nog even gaan wandelen: krekels, padden en de geluid van de grote baan, voor de rest kalmte en rust; het academiejaar is al meer dan een week bezig en buiten het vuurwerk heb ik nog geen enkele avondlijke studentenactiviteit gezien of gehoord; wat doen al die gasten ’s avonds? In de winkels voor studenten is geen bier of alcohol te krijgen; alleen in één van de private restaurantjes heb ik al eens enkele flessen bier onder de toonbank zien verkopen.

Maandag, intussen al 4 september en de tweede werkweek begint.
Vandaag is het zonnig weer met een strakke noordenwind; koud dus; vannacht heb ik voor het eerst een deken nodig gehad en vandaag moet ik voor de koude zelfs vluchten van mijn favoriete plaatsje aan de vijver (mijn truien steken allemaal in de nog steeds niet-aangekomen kisten).
Vandaag mag ik voor het eerst Chinese les gaan volgen; ingedeeld bij de tweede laagste van vijf categorieën. De lessen beslaan elke week twintig uur: Chinese taal, gesproken Chinees en Chinees beluisteren; als buitenlandse leraar heb je recht op gratis vijf uur.Vandaag is het Chinese taal: ik ben eerst totaal overdonderd door de lerares die er maar op los ratelt; na enige tijd gaat het al wat beter en wellicht zit ik in het juiste niveau; alleen het lezen van de karakters ben ik totaal kwijtgeraakt, hopelijk komt het herkenningspatroon snel terug; schrijven gebeurt blijkbaar (nog) niet in deze klas. De leerlingen krijgen een pak huiswerk mee voor morgen, maar dan kan ik toch niet komen, dus… Het zal wel erg moeilijk worden met deze klas mee te kunnen, met jonge gasten die de hele week niets anders te doen hebben dan 20 uur les te volgen en te studeren. Kennis Gemaakt met twee Indiërs van Delhi; zij zijn vegetariërs, juist aangekomen en het eerste wat ze gaan doen is potten zoeken om zelf te kunnen koken. Ze beloven me te laten weten of ze saffraan en kaneel kunnen vinden, want dan kan ik hier lekkere rijstpap maken, zoals thuis!
Vandaag laatste voorbereidingen voor de lessen van deze week, vooral marketing vraagt veel werk: het is niet simpel uit honderden bladzijden holle frasen iets bruikbaars en aanvaardbaar te distilleren. Vanmiddag werd het ook onze eerste maaltijd in het gesubsidieerde lerarenrestaurant, aan 15 eurocent; dat lijkt weinig maar het soort buffet is al serieus geplunderd als ik er om halfeen aankom; beter om half twaalf komen! Vergeleken met het eten in de restaurantjes buiten die soms ook maar 40 eurocent kosten, valt het wat tegen, maar het voordeel is dat je ziet wat je neemt.
De hele bende buitenlanders wordt om één uur vakkundig buiten gekeken, nu ja we waren ook allang de laatste. Vande laatste zon (tussen vijf en zes) geprofiteerd om per fiets eens naar het noorden te rijden; de stad rolt hier elke dag wat verder over het platteland uit; overal verkavelingen met appartementsgebouwen van 5 tot 29 verdiepingen; in een wat grijze blok kan je voor 170 euro de meter al iets kopen als je reclame mag geloven; een appartement van 100 m² komt dan bijna op vijf maal het jaarloon van een professor; niet echt gegeven. Na een kwartiertje kom ik aan een voorstadje; de hoofdweg valt er terug van 6 op baanvakken, maar geen nood, de bouwvakkers zijn al bezig met het doortrekken van de honderd meter brede boulevard; een halve wijk met niet eens zo oude gebouwen zonder verdieping,die in de weg staan, worden met letterlijk man en macht gesloopt. Ik rij voorbij nog maar eens een andere universiteit en een belangrijk industrieterrein – althans alle zware vrachtwagens rijden erin. Op het einde van het dorp lonkt precies de groene natuur, maar ik ben intussen pompaf; niet alleen door de tegenwind; ik ben blijkbaar een lang vals plat opgereden. Ik waag me toch nog op een geasfalteerde zijweg. Verscholen tussen het vele groen, vooral maïs, staan overal toch nog kleine hallen; is dit een KMO zone? Bij een mastodont gebouw aan het einde van een brede oprit staat een politieagent op wacht; geen bordje met een naam..Er voorbij ligt nog een grote fabriek die zich in het Chinees en Engels voorstelt als een filiaal van een NV pijpleidingfabriek in de Far West provincie Xinjiang, waar olie en gas onder het woestijnzand zit. Op de terugrit laat ik me verleiden om rechtstreeks bij de boer nog een kilo appelen (15 eurocent), een bussel prei (5 eurocent) en een kilo aardappelen (10 eurocent) te kopen. Met deze aankoop heb ben ik de Rubicon overgestoken, ik zal nu wel moeten beginnen zelf koken Boeren rijden met karren vol prei, getrokken door muilezels rijden in de richting van de stad. Hier aan de rand van de stad gebruiken de mensen ook andere taxis: driewielers, maar niet mis qua design; de oudere modellen maken wel veel lawaai en stinken, maar de nieuwe zijn OK..
Het wordt nog een drukke avond, naast het voorbereiden van de klassen hebben we nu eindelijk de kans een echt ongestoord skype of MSN gesprek te voeren; het gesprek met Lieve duurt meer dan een uur; gratis; verleidelijk…Intussen wil mijn oudste zoon ook nog beginnen chatten, dat is wat te veel tegelijk…Voor wie in skype geïnteresseerd is mijn adres: franki.willems. Lieve doet me het gedetailleerde relaas van de vernissage en het eerste weekend van haar expo ( voor de amateurs: Hof De Bist in Ekeren, nog drie weekends open).
Ook nog bericht gekregen van een ex-collega van Glaverbel die binnen drie weken naar Dalian komt om een supergesofistikeerde technologie te installeren op een glaslijn van het moederbedrijf Asahi; daarmee staat deze Chinese fabriek aan de technologische top op wereldvlak; maar het zijn wel de Japanners die de touwtjes in handen hebben. Kunnen we een afspraak maken? Dalian ligt 300 kilometer van Shenyang; dat is toch minstens vijf uur trein enkel; we zien wel. En ook Jan uit Shanghai bevestigt per mail dat hij wil overkomen, maar dat wordt december of januari.
Ja met de informatiesnelweg lijkt zo een verblijf in het buitenland echt niet meer op wat het vroeger was. Ik herinner me nog mijn eerste lange verblijf in Libië, in 1978: om naar huis te bellen moest je gaan aanschuiven in het telefoonkantoor, één uur, twee uur, soms nog meer, tot de bediende zei: boukra, inchallah, kom morgen eens terug en als ’t God belieft..…


Dinsdag 5 september
Vol goede moed deze morgen toch maar naar de Chinese les gegaan; het is nu een ander vak, ‘luisteren’. De juffrouw is een sympathiek meisje zo dik als een potlood en met een ouderwets kleed tot ver onder de knie. De bandopnemer spuwt de Chinese zinnen op ons af; onverstaanbaar snel ; tijdens de pauze zegt de lerares dat dit hun methode is; trek het je niet aan, het komt wel in orde; pas in het tweede uur kan ik een beetje mee; er wordt niet veel activiteit verwacht van de leerlingen in deze les, maar uit een zeldzame vraag aan een leerling blijkt dat minstens de helft niet kan antwoorden; ik ben niet de enige sukkel! Erg gedisciplineerd in de klas zijn de leerlingen niet. Tijdens de break roken ze in het ontspanningslokaal.
’s Namiddags les marketing, - vier uur, twee klassen- het gaat al een stuk vlotter dan vorige week en ook de studenten zijn precies iets meer ontspannen. Mijn collega’s die al enkel jaren Engelse les geven Engels. Hoe ik daar kan in slagen voor deze vakken is veel minder duidelijk, maar we blijven zoeken. Een collega vertelt dat hij met de studenten over de afschaffing van de landbouwtaks gesproken had; de regering besliste dat vorig jaar om het inkomen van de boeren te verhogen, ze lopen te veel achter op de stad; de studenten van boerenafkomst waren unaniem dat de verbetering van de taks opgeslorpt wordt door hogere prijzen voor kunstmest en andere aankopen.
Een commentaar op deze blog vroeg hoe Li met de pet over het huidige China denkt; tja, dat te weten komen is wel mijn grootste uitdaging hier. De boeren waar ik gisteren patatten kocht waren wel geïnteresseerd in een praatje, maar ik kon er geen benedijd woord van verstaan…
De campus ziet er hier deze week al heel anders uit. Iedere morgen om 7 uur, elke middag en elke avond om 9.30H krijgen we een deuntje uit de luidsprekers; gelukkig ver genoeg van mijn appartement om te kunnen doorslapen indien nodig. Op het centrale plein –dire jaar geleden ingehuldigd en toch wel indrukwekkend met een soort altaar voor de nationale vlag en een torentje met uurwerk, werken de fonteinen. Het loopt hier vol met groepen studenten in identieke trainingspakken. De sportpleinen overdag zijn vol. s’Avonds zie ik ze gedisciplineerd opgesteld staan :zingen toneeltjes,…het ziet er wat militair uit en dat is het. De eerstejaars krijgen bij het begin van het schooljaar een militaire opleiding van enkele weken
Vandaag staan de langverwachte kisten ineens voor mijn neus: 96 euro voor opslag en inklaring. Het uitladen duurt dik twee uur; alle kasten zitten propvol, orde in die chaos brengen zal nog wel wat tijd vragen.Ik vis er wel twee pakjes chocolademousse, één pot confituur en twee pakken chocolade uit; dank u , Lieve!
Wat de voorbereiding voor morgen betreft is de spanning wat weggevallen; morgen namiddag gaan we naar de politie voor registratie, vier lesuren vallen weg!
In de late avond nog geskypet met mijn zus, de klank is op wat storingen na goed; tegelijk ook beelden doorsturen gaat niet; te traag internet!

Woensdag 6/9
Vandaag om 8uur les dus vroeg opstaan; geen probleem want om zes uur zijn onze militaire jongeren al aan het oefenen; hun geschreeuw maakt me wakker.
De klas valt opnieuw mee. Een discussie over pro en contra van globalisering lukt redelijk goed., maar echt veel weten ze er niet van; het blijft steken bij: globalisering is goed want brengt meer samenwerking en contact tussen de volkeren; globalisering is niet goed went het bedreigt de culturele eigenheid en multinationals drijven de prijzen op; ben benieuwd of de jongeren bij ons er meer van weten; anti-globalisten of alternatieve globalisten kennen ze niet, en ook het Engelse woord voor vakbond, trade union, is onbekend. Na de les wat blijven rondhangen op de faculteit, de verspreiding van de teksten die ik voorbereidde verloopt chaotisch en het beloofde marketing handboek is er niet. Voor zo een grote universiteit is de organisatie zwak. Ik krijg drie Chinese formulieren om tegen vrijdag in te vullen met de lessenroosters; mijn Engels lessenrooster is niet voldoende.
Na de middag toeristische trip door de stad, we moeten in twee politieburelen zijn en een foto laten nemen; Mashu regelt alles voor ons; wanneer we terugzijn is de laatste klas al bezig, dus gedaan met werken vandaag. Het is onduidelijk waarom die foto absoluut op het politiebureel moest genomen worden; er staat een barcode bij, maar die kunnen ze toch ook op een gewone foto drukken? We hebben niets moeten ondertekenen. Warrom moesten we er dan zelf naar toe? Een Chinese puzzle.Op de bus heb ik Ma Shu wat uitgevraagd, ze is afkomstig van een kleine stad op twee uren bus; ze hoort wel nog bij het stedelijk gebied Shenyang, dat in totaalzo groot is als Vlaanderen. Ze weet ook nog te vertellen dat 170 euro per m² voor een appartement nabij de universiteit heel goedkoop is. In het centrum van de stad betaal je tussen 300 en 500 euro per m². Jonge koppels kunnen alleen kopen indien de ouders het voorschot betalen, en betalen dan zelf twintig jaar af. Over de vroegere industriewijk Tiexi die ik dit weekend wil bezoeken weet ze dat bijna alle fabrieken verdwenen zijn; sommigen gesloten, anderen ver buiten de stad heropgebouwd; de meeste arbeiders zijn ontslagen; de voorbije jaren waren moeilijk, doch de meeste slagen er nu wel in iets anders te vinden; ze waren vaste werkuren gewoon en sommigen kunnen zich moeilijk aan de nieuwe situatie aanpassen (allemaal kleine zelfstandigen nu of werkend voor privé KMO’s?)
Mijn Engelse collega heeft hier al een paar dagen als toerist rondgezworven; er is het keizerlijk paleis van de Mandchoes, de noordelijke en oostelijke graftombes, een nieuw historisch museum in het stadscentrum, een pagode niet eens zo ver van ons, een stupa en een archeologische opgraving. Voor de feestdagen van één oktober organiseert de universiteit een toeristische uitstap voor ons; volgens Mashu wordt het ofwel Dandong aan de Noordkoreaanse grens, Dalian een haven- en badstad op het puntje van het schiereiland of Shanhaiguan, waar de Lange Muur eindigt in de Chinese zee.
Vandaag heb ik ten behoefte van Lieve ook wat aan PR ofte guanxi gedaan: John is goed bevriend met de decaan van de kunstschool, en de echtgenoot van Ma Shu geeft er les; een goede kans om via één van beiden een atelier voor Lieve te vinden in ruil voor met uitwisseling van ervaringen.
Vanavond samen met twee Amerikanen om de hoek Koreaanse barbecue gaan eten; uitgebreid met bier, 1,4 euro per persoon. In de provincie Liaoning leven een paar miljoen Koreanen. Daarna al het materiaal van de kisten dat uit de kasten puilde herschikt en verdeeld over alle kastjes en schuifjes die hier te vinden zijn; er is nog plaats over!

Donderdag 7/9

Vandaag slechts twee uur les en daarna voorbereiding volgende week. In mijn t-shirt v is het koud vandaag. Ik keer nog terug om voor het eerst een kostuum aan te doen maar vind niet welke broek bij welke vest past; ja, een man alleen… Het lesgeven begint vlot te gaan. Europese aardrijkskunde en economie ligt me; ook de studenten komen wat los; ze zijn niet gewoon dat een prof hier twee uur staat te speechen; ik moet ze meer zelf aan het woord krijgen; maar de belangstelling is er wel.
Gaan lunchen met collega Su Fei, 24jaar en assistent; ongehuwd, woont in een kamer want zijn ouders wonen wel in deze provincie maar op zes uur treinafstand; hij verdient 200 euro per maand, terwijl bekende professoren 600 tot 1000 euro kunnen halen ,mits wat te cumuleren; hij betaalt maandelijks en nog gedurende drie jaar 50 euro terug van zijn studiebeurs; zijn kamer van de universiteit kost 4 euro per maand; met wat hij overhoudt heeft hij genoeg om vlot te leven, maar trouwen zit er nog niet in; arbeiders in de stad verdienen in vele gevallen minder dan 100 euro, maar het leven in Shenyang is dan ook veel minder duur dan in Beijing of Shanghai; de werklozen krijgen in Shenyang een levensminimum uitbetaald, hoeveel dat is weet hij niet.
Vandaag bij het wandelen over de campus nog eens in bewondering gestaan; mijn vijver loopt verschillende honderden meters verder via een kanaal en verdreedt dan weer tot een meertje met eenden en een echt strandje; er ligt ook een groot cirkelvormig platform in marmer en graniet langs; helaas, te weinig voegen; veel stenen zijn al omhooggekomen en stuk. Vele gebouwen hier zijn langs buiten met cement bezet en geschilderd; na drie jaar zijn er overal al barsten; en op het gelijkvloers hangt overal een geschilderd ijzeren hek voor de vensters; die zijn ook al volop aan het roesten met de onvermijdelijke roodbruine druipers langs de gevels. Maar goed, het blijft mooi.
Vanavond stak ik de steenweg over en reed gewoon het straatje aan de andere kant in; open riolen, vuilnis die wellicht maar eens in veertien dagen weggehaald wordt, huisjes zonder verdieping rond een binnenkoertje volgestouwd met rommel; vervolgens kwam ik op een wat grotere straat, met rijen winkeltjes, magazijnen vol recuperatie(?) rommel, depots van bouwmaterialen, een chaotische bedoening; wat verder de ‘Dandelon Internationale experimentele lagere school’ een redelijk luxueus gebouw waar om zes uur ’s avonds de kinderen nog in de klas zaten. Nog wat verder allerlei KMO’s, een andere –middelbare - school nog vol leerlingen en een bureelgebouw van een of andere Star Business Group; erg heeft de ster niet geschenen; er groeien al bomen in de dakgoot; nog verder een fabriek van polyethyleen, en dan een echt uit de kluiten gewassen industriegebied. Op de terugweg wordt ik plots voorbijgestoken door wel twintig werfcamions; dat zal ook wel geen kleine werf zijn? Ik laat me nog verleiden om onderweg te gaan eten in een restaurantje dat er wat properder uitziet en ben de enige klant; er hangen wel vijf Boeddha afbeeldingen en in de hoek branden de kaarsjes voor het altaartje; het eten valt mee, het enige wat ik kan ontcijferen op het menu is ‘kippenei’; ik krijg dan ook een grote schotel roerei Gemengd met pijpajuin, een klein schoteltje met bijna droge bonen in een pikante saus ,een kom rijst en een ketel thee voor 0,6 euro..
Vanavond aan de ingang van de campus nog op een groep Chinezen en Koreanen gebotst die een demonstratie Tae Kwondo aan het voorbereiden zijn. Ze zouden elke avond van 6 tot 8 in het gymnasium trainen; de demonstratie motiveert me niet echt om mee te doen; na mijn derde bezoek aan het gymnasium wordt me gezegd dat er morgenvroeg om acht uur een les wushu is. Dat wordt kiezen tussen wushu of Chinese spraakkunst. Ik ga onbeslist slapen…

Vrijdag 8/9
Vandaag dan nog maar eens gaan zoeken naar mijn wushu leraar. Te laat, hij is al in vergadering, maar zijn vriendelijke collega’s laten een boodschap achter, mijn poging om in het Chinees uit te leggen wat ik wil lukt steeds beter; om half twee mag ik terugkomen. Om half twee sta ik paraat; de leraar vraagt of ik wushu dan wel taijiquan wil doen; dat laatste is voor wanneer ik echt op pensioen ga, dus wushu; hij bekijkt me een beetje verwonderd en geeft me rendez-vous maandag om 12 uur.Benieuwd wat er dan te gebeuren staat.
Naar de Chinese les van 10 uur geweest: gesproken Chinees. Deze keer gaat het redelijk vlot, er is een handboek waarin de teksten geschreven staan met transcriptie in leesbaar pinyin plus een handige woordenlijst; moet lukken! Er zijn vandaag maar de helft van de studenten komen opdagen, en de lerares neemt absenties.
Nog maar eens met de buitenlandse collega’s gaan lunchen in de kantine voor leraars; Nolan –25 jaar en een echte mooie jongen- wordt onderweg door verschillende buitenlandse studentes- Japanners en Koreaantjes- aangesproken, maar hij denkt intussen de ware Chinese vriendin gevonden te hebben. Ik heb de indruk dat ze de vloer van de kantine met vet ingewreven hebben, een schaatsbaan heeft er niets aan. Dat eten van een inox- plateau is ook al niet zo smakelijk. Maar vandaag is lerarendag en we krijgen gratis bier of Coca Cola! Ontmoeting met Dick, een Australische leraar aan de business school die hier al voor het derde jaar zit. Hij is praktiserend christen en we discussiëren over de katholieke kerken in China; hier in Shenyang zijn er veel gelovigen en een viertal grote kerken; het moet zo iets zijn met verdiepingen waar je op TV de mis volgt die op een andere verdieping opgedragen wordt; religies in China moeten geregistreerd zijn en worden dan met rust gelaten; ondergrondse groepen zoals de paapse katholieken worden vervolgd – het Vaticaan is immers het enige land in Europa dat nog altijd Taiwan erkent als het wettige China.
Vandaag is het terug warmer dan gisteren, maar het giet bijna de hele dag; de voetpaden en straten zijn niet altijd met de juiste helling aangelegd, het wordt waden door de plassen.
De namiddag besteed ik nog maar eens aan het voorbereiden van lessen; deze keer gaat het goed en volgende week moet mijn zelfGemaakte cursus over Europa eindelijk af zijn, het klad althans; het wordt tijd…
Vanavond Gem uitgenodigd om te gaan dumplings eten. Eerst heeft ze geen honger, dan gaat ze toch mee om iets te drinken; het moet absoluut warme soyamelk zijn; tot mijn verbazing slaag ik erin dat uit te leggen en hebben ze het; wanneer ik al aan mijn dumplings bezig ben wil ze er plots ook bestellen; we gokken zomaar wat want er staat zo goed al niets verstaanbaars op het menu. Ze beklaagt zich dat een Chinese studente een foto maakte van haar met de GSM, zonder het te vragen. Als zwarte heeft ze hier soms de indruk tentoongesteld te zijn in de zoo. Eigenaardige vrouw, buiten ‘dank u’ kent ze geen enkel Chinees woord en ze verbaast er zich over dat de Chinezen haar Amerikaans niet verstaan; toch is ze met haar Amerikaanse jovialiteit erin geslaagd hier al wat Engels sprekende vrienden te maken. Ze woont een verdieping hoger dan mij; haar buurvrouw – mijn bovenbuur?- is een oudere Japanse vrouw die hier ook het eerste jaar les geeft en nauwelijks haar appartement verlaat; ze is getrouwd maar haar man blijft in Japan; ik heb haar al één of twee keer zien voorbij glippen.
Vanavond kan ik eindelijk een stukje televisie kijken. Tussen de 15 of meer nationale kanalen zit er één Engelstalige; het lukt me niet hem te vinden, maar gisteren heeft Kael de klus voor mij geklaard. De zender valt mee: er is juist een dubbelinterview met een ondervoorzitter van de Chinese senaat en de president van Siemens naar aanleiding van de zoveelste sessie van de Duits-Chinese dialoog. De interviewster gaat stekelige vragen niet uit de weg. De president van Siemens lijkt het meest Chinees, zoals hij de zaken diplomatiek uitlegt. Hij krijgt rechtaan de vraag waarom Merkel zo negatief tegenover China staat; “tja, het mens is nieuw in de stiel en heeft wegens de binnenlandse problemen nog geen tijd gehad om China echt te leren kennen; het zal wel beteren nu ze hier eens op bezoek geweest is”. Siemens ziet voor zichzelf een grote toekomst in China, dat is wel duidelijk.

Zaterdag 9/9
Het poetsen duurt langer dan vorige week. De ruiten zijn zo goed als ondoorzichtig en dus speel ik maar ruitenwasser. Rond elf uur dan toch vertrokken naar de stad, onder een koude loodgrijze hemel. De goden zijn met mij, ondanks de vele wolken krijg ik een droge dag.
Al bij de eerste kilometers ontdek ik nog maar eens een andere universiteit; Mao stuurde alle Chinezen naar de lagere school, Deng stuurde ze naar de middelbare school en zijn opvolgers hebben besloten de achterstand in het hoger onderwijs op te halen; nieuwe universiteiten overal, zeer jonge professoren; China produceert nu al een half miljoen ingenieurs per jaar; er is al sprake van onvoldoende jobs voor al die afgestudeerden; met hun technologische achterstand kunnen ze volgens mij toch geen brains te veel hebben?
Ik trap goed door en sta na precies dertig minuten aan de eerste supermarkt; de kleine ring rond het eigenlijke stadscentrum bereik ik na 45 minuten en in minder dan een uur komt de Metro supermarkt in zicht. In de stad gaat het rijden niet snel; voetgangers lopen op het fietspad en de.meeste fietsers rijden op het rechtervak voor auto’s; vervelend zijn de auto’s die op het fietspad rijden, je voorbijsteken en dan ineens afdraaien, een parking op; wanner ze van de tegengestelde richting komen dan zie je ze tenminste nog; fietsers rijden op het fietspad zowel links als rechts en voorbijsteken doe je langs de kant waar je plaats vind; fietsers rijden ook in tegengestelde richting op het pad, en kruisen is iets voor gevorderden; hoe weet je nu aan welke kant die tegenligger wil kruisen? Na enkele bijna botsingen meen ik te snappen dat ze bij voorkeur links rijden!
Vandaag ook weer één bedelaar gezien; een man die zich plat op zijn buik op een karretje met zijn ellebogen voortsleept.
Die supermarkt Metro is een soort Makro, je moet een kaart hebben om binnen te mogen, maar allez, omdat het voor mij is kijken ze niet te nauw.Metro heeft één groot voordeel tegenover Carrefour en Walmart: op de meeste etiketten staat ook in het Engels aangegeven over welk product het gaat; niets zo frustrerend als tegenover een hele rayon producten te staan met Chinese namen en niet te kunnen uitvissen wat het is; dank zij Metro krijg ik de juiste Chinese termen voor tijm en kaneel in poeder te pakken zodat ik ze om de hoek in handelbare hoeveelheid kan gaan kopen! Metro verkoopt immers liefst –uitsluitend?- grote verpakkingen. De Metro is de supermarkt met het ruimste aanbod in Shenyang. Goed om weten, hier zijn zelfs westerse schaakspelen te koop; en een groot assortiment wijnen; en de kazen waar ik al meer dan twee weken naar zocht! De keuze is ruim, de prijs ook; ongeveer de helft meer dan de Belgische prijs; maar kom, een strukje Brie en wat Emmental zal er wel afkunnen. Schoenen van mijn maat zijn er niet! Een lichte paniek begint op te komen…
Ik had gepland vandaag de wijk Tiexi te bezoeken, de beroemde en beruchte industriewijk van Shenyang. Metro ligt aan het begin van de wijk. Mijn Engelse collega had gezegd: de bruggen oversteken en dan zie je het wel. Ik heb nog zelden zo een kluwen van snelwegen, spoorwegen bruggen, op- en afritten gezien en zeker nog nooit per fiets doorworsteld. Tiexi is zowat 4 bij 5 kilometer. Ik heb de wijk helemaal doorkruist van de eerste noordoostelijke straat tot voorbij de 10de zuidoostelijke straat en ben dan twee kilometer verder naar het westen terug helemaal naar het noorden getrokken; de oostelijke kant van de wijk, waar de grootste vervuilers stonden, is onherkenbaar. Het industriële erfgoed dat ik tegenkom bestaat uit een fabriek zonder schoorsteen, met arbeiders in een keurig uniform, een brouwerij die haar geurmerk honderden meters vooruit stuurt, en drie vervallen spoorwegen; die mistroostige spoorwegen zijn het enige dat me doet denken aan de film van Wang Bin over de wijk, vóór de grote verandering. Verder zie ik: hoofstraten met zes rijvakken, appartementsblokken, burelen, hotels en restaurants ( wie zou niet graag in de ‘Royal Fortune’ logeren?), winkels, supermarkten, een soort pretpark in opbouw, nog appartementsblokken en heel veel reusachtige bouwwerven. De opdracht hier was simpel: neem een stad als groot Charleroi, gooi alle verouderde en/of vervuilende fabrieken plat en maak er woon- en handelszones van; herbouw de beste fabrieken 20 kilometer verder in een Gemoderniseerde versie; en zorg ervoor dat de werklozen niet in opstand komen. Allen dat laatste leverde problemen op: in 2002 waren er hier grote rellen me arbeiders die te weinig pensioen of dopgeld kregen; volgens Ma Shu is de toestand intussen veel verbeterd.
Het oostelijke deel van Tiexi is vandaag een snelgroeiende welvarende nieuwe stad; ten westen van de hoofdstraat die me terug naar het noorden brengt staan heel wat fabrieken die er modern uitzien. Ook daar is de kaalslag begonnen en alles van meer dan 20 jaar oud moet er onherroepelijk aan; hier en daar staat in de verte nog een bosje schoorstenen, ik zie maar één grote schouw waar rook uitkomt. Tiexi is zo trendy geworden dat in de wijk al twee Carrefour’s zijn; ik ga binnen in één ervan; zoals die van vorige week is ook hier de hele benedenverdieping volledig gereserveerd voor kleine boetieks; er is een hele straat met schoenwinkels; bij de tiende of zo heb ik beet; mijn maat is er en ik kan zelfs kiezen uit drie modellen; de keerzijde van de medaille: de schoenen kosten 36 Euro, 3 à 4 keer de normale prijs in China; nu maar hopen dat ze héél goed zijn.
Ik probeer terug te keren naar de universiteit via kleinere straten in de buitenwijken; ook daar hetzelfde liedje: afbraak en opbouw. Op mijn enigszins verouderde kaart staat op een moment een kronkelig weggetje getekend dat me toelaat een grote baan te vermijden; na enkele honderden meters verdwijnt het asfalt; ik ploeter verder over een modderige weg; het staat op de kaart, dus moet het kunnen! Het weggetje voert naar een groepje armetierige huisjes tussen rommel en afval; en daar stopt het dan…. Geen nood, de bewoners staan buiten en in mijn beste Chinees vraag ik de weg naar de grote baan. Dat is Gemakkelijk , zeggen ze; terwijl de volwassenen discussiëren over wat die vreemdeling hier verloren heeft, tonen de kinderen me de weg. Via de binnenkoer van een huisje, en een smal gangetje (het stuur van de fiets passeert juist) komen we op een andere modderpad dat achterom loopt. Vijftig meter verder sta ik in een mooi park met nieuwe appartementsgebouwen; de 19e en de 21ste eeuw op enkel pedaaltrappen van elkaar…Ik rijdt verder langs nieuwe straten die nog niet op mijn plan staan, kom nog langs een boerenmarkt waar uien te koop zijn - ik aarzel niet en ruik de lekkere uiensoep al.
Het is bijna zes uur wanner ik flink vermoeid thuiskomt; die maximum vijfentwintig kilometer tellen voor honderd, het is natuurlijk wel zo dat in Shenyang veel vals plat is,en de wind venijnig kan blazen; maar toch, ik begin te denken dat het merk Strong niet slaat op de eigenschappen van het vehikel, maar wel op de vereisten voor de chauffeur die er wil mee rijden!
Ik weet niet of er vandaag iets speciaals te doen is, maar onderweg kruisen me wel honderd triporteurs die recuperatiemateriaal ophalen; ze rijden door de straten en maken zich kenbaar door twee blikken plaatjes tegen mekaar te slaan; wat ze juist ophalen kom ik niet te weten, alles is in zakken opgestapeld.
Onderweg ben ik kort bij een pagode en nog enkele andere monumenten gepasseerd. Mijn volgende stadsbezoek – volgend weekend?- wordt een culturele uitstap met misschien een bezoek aan het stedelijk museum.
Mijn eerste kookexperiment wordt een faliekante mislukking; wat ik voor een bus bakolie hield blijkt een soort soyasaus te zijn; en het blik ‘pilchards’ bevat een of andere gedroogde vis , met graat en een smak zwarte bonen in pikante saus. Mijn eerste poging om aan de Chinese kruiden te ontsnappen is grandioos mislukt; maar ik blijf dromen van rijstpap of uiensoep… wordt vervolgd.

Tot hier op log

Zondag 10/9/06
Vandaag nog geen rijstpap Gemaakt, maar ik heb wel al suiker en kaneel. Jennifer bracht dta laatste mee van haar uitstap naar Beijing , plus nog wat stukjes Brie en Camembert en een potje Gemengde kruiden, Europese stijl, in totaal voor een klein fortuin.
Vandaag een luie dag, dacht ik, maar ook op zondag beginnen om halfzeven de rekruten al te trainen. Ik profiteer vandaag van mijn Frans stokbrood met kaas en choco en als toemaatje een zeer lekker stuk ananas.Daarna nog maar eens per fiets de campus rondgereden en nog wat onbekende gebouwen ontdekt; op de informatieborden van de Communistische Jeugdbond hangt zo te zien niet veel interessants; dat is zeker het geval voor de vele andere borden, dikwijls gewoon met reclame. Vandaag verken ik het oostelijke achterpoortje van de campus; geen bewaking hier…maar wel een verrassing: voor het eerst zie ik in Shenyang een echt veld, met mais nog wel; het is bijna Tielrode…In het hele Noordoosten van China worden ongeveer dezelfde gewassen gekweekt als bij ons; de velden zijn hier ook veel groter dan een voorschoot zoals in het Zuiden. Hebben de boeren hier zoveel land of bestaan de oude coöperatieven nog? Ik volg een tijdje het straatje achter de kampus; het is een uitgelezen plekje voor sluikstorters van bouwmaterialen; uiteindelijk loopt het uit op een wat bredere baan die kapot gereden is door zware vrachtwagens; een modderpoel is het! mijn fiets is ontoonbaar bij terugkeer thuis en ik moet hem noodgedwongen buiten laten staan.
Vanmiddag verwerk ik verder de aangekochte groenten: de uiensoep smaakt naar uien! Met de kruiden van Jennifer erbij wordt het de volgende keer misschien wel smakelijk.
’s Namiddags ben ik buiten Chinees gaan studeren; niettegenstaande de stevige frisse bries steekt de zon; het is prettig aan de vijver en in de kortste keren krijg ik gezelschap van een Chinees postgraduaat meisje dat haar Engels wil oefenen; zij spreekt Engels, ik probeer Chinees; ons beider niveau is bedroevend en we geraken niet verder dan alGemeenheden; dan maar terug binnen gaan studeren.
Vanavond met de collega’s naar een Braziliaanse BBQ geweest in een sterrenhotel; lekker, en met Braziliaans orkest; een gezellige avond; alleen latijnse dansen ontbraken er nog aan; hier ben je echt niet meer in China; kost eten plus drank plus taxi’s: 10 euro per persoon, daarvoor kunnen we op de campus 20 keer gaan eten.

Maandag 11/9/06
Vanmorgen opnieuw rond halfzeven gewekt door het gebrul van de rekruten die dril krijgen.
De les Chinees begint al om 8 uur, dat ziet er niet zo goed uit. Mijn medestudenten hebben er ondertussen al zo’n twintig uur les opzitten en verder niets te doen dan studeren in hun vrije tijd. Ik worstel me met veel moeite door de Chinese karakters en val smadelijk door de mand wanneer de lerares me een oefening laat maken… Dat wordt ofwel veel meer studeren, ofwel opgeven. Die Chinese tekstboeken zijn ook niet meer zoals twintig jaar geleden: het gaat nu over leren autorijden en oproepen per GSM in plaats van de weg vragen naar de autobus.
Vanmiddag eindelijk de echte wushu leraar ontmoet, een jonge gast die voorstelt twee keer per week 90 minuten les te volgen, aan 6 euro per sessie; let wel, dat is niet voor individuele lessen maar voor les in groep; aan die prijs moet hij niet veel leerlingen hebben om rond te komen! Ik ga toch nog eens informeren aan de faculteit of dat niet goedkoper kan, er staat zo iets in mijn contract van ‘minimale prijs voor het gebruik van de sportaccommodatie’.
Vanmiddag heb ik nog eens naar het Engelstalige nieuws gekeken; dat ziet er toch wel degelijk uit, met zowel binnenlandse als buitenlandse onderwerpen: Bush op ground zero, beelden van de Iraanse president enz. Nadien opnieuw een debat, neen niet over 9/11 maar over de rol van leraars in het huidige China, naar aanleiding van lerarendag; twee Chinezen en een Amerikaanse prof geven uitgebreid hun mening;interessant. Op deze zender is geen reclame; op de Chinese zenders des te meer; wanneer je zapt val je zowat de helft van de tijd op reclameboodschappen; ondoenbaar!
Wanneer ik vanavond door de campus fietst valt het me nog maar eens op hoeveel volk er nog in de hoofdbibliotheek en de faculteitsbibliotheken zit. De bachelors hebben hier tot 30 uur les per week, om te studeren blijft alleen de avond over.
Ondertussen commentaar gekregen op de weblog van Jan J.die zoals steeds de juiste vragen stelt: was er een urbanisatieplan bij de heropbouw van Tiexi en werd de bevolking daarbij betrokken? Weer eens moet ik het antwoord schuldig blijven, althans gedeeltelijk. Ik ken China genoeg om te weten dat het nieuwe Tiexi zeker volgens een master plan gebouwd wordt; en zo te zien één met meer inspiratie dan dat van De Zaat oftewel Nieuw Temse. Shenyang presenteert zich vandaag aan de wereld als ‘ecologische stad’ die de oude pollutie volledig achter zich heeft gelaten. Maar of de wijkbewoners die huis en in vele gevallen werk verloren daarbij geconsulteerd zijn? Ik weet het niet. Wat ik wel kan vaststellen: hier zijn geen daklozen, geen grote sloppenwijken, geen mensen in armoedige kleren, dat laatste valt erg op. Ik neem aan dat er zijn die met 17 euro per maand moeten toekomen –dat stond deze maand in een artikel van National Geographic over de streek. Op voorwaarde dat je geen of nauwelijks huur, water of elektriciteit moet betalen, moet dat hier juist genoeg zijn om te overleven op een paar kommen rijst of noedels per dag met een beetje groenten, en alle jaren een proper pak.
Voor het slapengaan heb ik nog een lange skype met Lieve; dat klinkt erg sensueel maar is het niet; Lieve komt NIET in oktober en daarmee is de pret wel voor enige tijd bedorven…


Dinsdag 12/9/06 Een zware werkdag vandaag: twee uur Chinese les en vier uur zelf les geven. De kursus ‘luisteren’ gaat redelijk en via een lerares heb ik de mogelijkheid om privé bijlessen te krijgen van een Chinese student; prijs ‘overeen te komen’. Als ik moet kiezen tussen Chinese taal en wushu, dan maar Chinees; zonder Lieve heb ik de volgende maanden toch wel meer vrije tijd, dus…misschien lukt het toch nog.

Woensdag 13/9/06
Vandaag weer een zware werkdag met zes uur les, maar ik leef nog.
De aanwezigheid van de studenten is goed en sommigen lijken enthousiast; anderen wat minder; in sommige klassen wordt wel eens onder mekaar gekletst, dan stop ik onmiddellijk en wacht tot ze ophouden; voorlopig lijk ik het nog wel in de hand te hebben; die gasten van direct na de middag waren wel leep, na de break waren er zeker tussen de vijf en de tien verdwenen; wacht maar jongens en meisjes, volgende week absenties na de break!
Deze namiddag kreeg ik het privilege om les te geven in de multimediazaal van een andere afdeling, kwestie van wat kaarten van Europa te kunnen projecteren. Die zaal was piekfijn uitgerust, scherm met afstandsbediening, computer met ingebouwd scherm op de pupiter, computervloer,… De studenten hadden plastiek overtrekken bij voor hun schoenen. Dat voor de mooie kant. De minder mooie komt nu: 1. de studenten waren niet verwittigd, ik ben ze zelf moeten gaan halen 2. de zaal was op slot, maar gelukkig vonden we de planton 3. Voor het opstarten van het hele spel was het opnieuw van ‘trek uw plan’, gelukkig waren er studenten om me te helpen 4. Er was geen mogelijkheid om mijn draagbare computer aan te sluiten, mijn i-pod paste ook al niet in het USB-slot van hun computer. Besluit: al de moeite voor niets, opnieuw alles uitgelegd aan de hand van het kleine kaartje van Europa dat ikzelf kocht in de boekenwinkel.
Ik ben er nadien gaan over praten op de faculteit met vice-decaan Veronica en Owen; ze stonden er beteuterd bij te kijken. Voor morgen worden de studenten ZEKER verwittigd dat niet alleen plaats maar ook uur van de cursus veranderd is; afwachten …Ook met de cursussen loopt het niet goed; vanmorgen hadden de studenten nog altijd geen teksten, terwijl ikzelf die al meer dan een week heb; en over het handboek marketing dat ze zogezegd gebruiken bestaat ook al niets dan verwarring; het is niet meer in Chinese uitgave te krijgen; ik heb aangedrongen dat ze tegen het verlof van één oktober klare wijn schenken: of ze zorgen dat het boek er is, of ik schrijf zelf teksten bijeen; het zal wel dat laatste worden. De organisatie van deze faculteit is echt erg zwak; ben ik bevoordeeld na een lange loopbaan in het ‘efficiënte’ bedrijfsleven? Allicht niet, ik heb gehoord dat er vanmorgen nog een verhit gesprek geweest is met mijn collega Kyle, die klaagt dat zijn contract niet gerespecteerd wordt qua aantal uren les en vrije dagen; blijkbaar hebben de academische verantwoordelijken zoals Veronica dat contract zelfs nooit gezien, dus ‘We have a problem, you must understand us…’ Benieuwd hoe het afloopt.
Vanavond voor het avond eten, én het vallen van de nacht om goed zes uur, nog een goed uur gaan fietsen. Eindelijk heb ik een weggetje gevonden waarlangs je ‘rustig’ kan fietsen nar het noordoosten, weg van de stad. Ik passeer door maisvelden en enkele boerenparochies zoals bij ons vijftig (honderd?) jaar geleden: rommel, mesthopen, vuilnis, kippen, honden, ganzen, koeien, geiten. En boeren en boerinnen , met rustieke gezichten en ditto kledij. Op een kleine helling komt mij zelfs een jonge Chinees voorbijgesprint, met zijn vrouw op de bagagedrager. We starten een fietsgesprek, ze doen moeite om te herhalen en duidelijk te spreken, afin het gaat maar veel te vroeg komen we aan de steeg van hun huis en moeten afscheid nemen. Een poging om een praatje te slaan met een drie joelende vreselijk vuile kinderen levert niet veel meer op dan OK en bye-bye van hun kant; vlakbij is een boer zijn geiten aan het melken, die heeft het te druk om naar mij om te kijken.
De dorpen hier zien er uit zoals ik ze ken van foto’s en van er vroeger soms per auto door te rijden: je hebt een asfaltweg in erbarmelijke staat, waarop aardewegels van vijftig a honderd meter uitkomen; daar staan dan de bakstenen huizen zonder verdieping in blokken van drie of vier aan mekaar gebouwd; het ziet er allemaal rommelig en smerig uit, een beetje kazerneachtig, maar in de tijd van Mao toen deze dingen gebouwd werden, was het een grote vooruitgang voor de boeren. Zoals in alle Chinese plattelandsdorpen zijn ook hier nogal wat ateliers en kleine nijverheid; er is zelfs een steenbakkerij met twee ovens en een kleiput die zeker meekan met onze Tielroodse trots. Mao probeerde de boeren al diets te maken dat ze om hun levensomstandigheden te verbeteren ook nog iets meer moesten proberen dan boeren alleen; Deng ging op die weg verder en moedigde de plattelandsnijverheid aan; toch verandert niet alles wat de Chinezen aanraken in goud, ik zie ook wel enkele industriële ruines staan. De nieuwe Chinese regering kondigde vorig jaar een programma aan, ‘voor de opbouw van een nieuw Chinees platteland’; deze week las ik in de krant nog een waarschuwing dat men dit niet te letterlijk moet opvatten: eerst moet men zorgen dat de boeren meer verdienen, en pas wanner ze kunnen betalen mag je hun huizen platwalsen en er nieuwe in de plaats; in datzelfde programma staan nog andere dingen: beter onderwijs voor boerenkinderen, een alGemene ziekteverzekering op het platteland, en het scheppen van ‘propere dorpen’: de dagen van de vuilnisbelten, de mesthopen en de rommel zijn geteld!
Na enkele gehuchten moet ik plots een zesvaksbaan oversteken; het asfalt is nog nieuwzwart en er rijdt maar één auto op; een baan die voorlopig naar nergens gaat? Het volgende plaatsje is een echt dorp; er is een dries met geplaveid dorpsplein en enkele winkels daarrond; de huizen zijn hier even laag, maar glanzend witte façadesteen verbergt de bakstenen; het is ondertussen tijd voor de boeren om hun koeien te gaan ophalen; de Gemiddelde ‘kudde’ bestaat uit drie of vier dieren, echte zwartwitte Hollandse beesten; waar die grazen blijft een mysterie, ik heb hier nog geen enkel grasland gezien, of het zouden de begroeide bermen moeten zijn; er is ook een echte ‘boerderij’ met wel honderd koeien. Voor vandaag heb ik genoeg ontdekt.
Terug op de campus zijn de rekruten, nu al in hun tweede opleidingsweek, een parade aan het repeteren op het sportplein; ik denk terug aan 1971 toen ikzelf op dezelfde idiote manier moest defileren op het sportplein van WareGem… er is niets dat zozeer op een leger lijkt dan een ander leger. Alhoewel, in dit geval marcheren niet alle compagnies op marsmuziek; er zijn ook vrouwencompagnies die al zingend door rond het stadium trekken, in de pas en keurig in het gelid. Einde volgende week is dit circus voorbij en kunnen de eerstejaars aan hun studies beginnen

Donderdag 14/9
Vandaag nog maar eens Chinese les, spraakkunst en ik krijg al wat meer vertrouwen. ’s Namiddags zelf les geven, ook dat gaat goed deze keer in de multimediazaal; de computer werkt met mijn CD; maar nu is er geen stift om op het bord te schrijven en ook geen stok of lichtpen om op het scherm iets aan te wijzen…
In de late namiddag wat gaan sporten, karate op mijn eentje, in de gym-zaal. Het duurt niet lang voor ik toeschouwers heb want drie keer per week om 18.00H komen de Koreaanse Taekwondo’s hier trainen; ik leer er een Noordkoreaan kennen die al zeven jaar in China studeert; binnen twee jaar gaat hij terug; Noord- en Zuidkoreaneen trainen probleemloos samen…Ze betalen per maand 10 euro lesgeld , mijn would-be Chinese lesgever vraagt 6 euro per les! Ik wil dat nog altijd eens met Ma Shu gaan bespreken, doch zal me moeten haasten want ze heeft nu onverwachts toch besloten naar het buitenland te gaan verder studeren; het schijnt dat ze maar een week meer te werken heeft aan onze faculteit.
’s Avonds nog maar eens gaan Koreaans BBQen met de jonge Amerikaanse collega’s; iedere keer boeiende gesprekken…

Vrijdag 15/9/06
Ja, ik wordt een ijverig leerling; vanmorgen nog maar eens twee uur Chinese les, dat maakt al 8 uur deze week. Twee Russen hebben onze klas vervoegd; ze zaten een niveau hoger maar konden niet meer volgen; Hij is een gast van nog geen 18 jaar uit Novosibirsk, ziet er zoals elke Rus erg ongezond uit en kucht voortdurend; zij is een geblondeerd meisje met minirok, geverfde lippen en lange puntschoenen uit Turkije. Midden in de les valt één van onze Indiërs nog door zijn bank, hilariteit alom. We hebben nu al vier nationaliteiten, alleen de Japanners ontbreken nog.
Om half elf uur ga ik zoals afgesproken met Jennifer de “Internationale tuintentoonstelling” bezoeken; dat wordt mijn weekendontspanning. De expo ligt een eind ten oosten van de stad, we nemen drie bussen en moeten nog een eindje stappen om rond 13.00H aan te komen. Het geeft me de kans de stad en de mensen wat van dichterbij te observeren die bussen rijden immers met een onwaarschijnlijke slakkengang, ze zijn nochtans nieuw en goed onderhouden. Opnieuw valt het me op dat je geen echte armoede ziet; alleen hier en daar nog wat meestal oudere mensen in stoffen pantoffels, en in werkmanskleren van de tijd van Mao.
Shenyang presenteert zichzelf vandaag als ‘ecologische stad’, één van de tien meest dynamische en comfortabelste steden van China; ik begin te geloven dat het waar is.
Na een kleine twee uur bussen en stappen rijden we de stad uit voor het laatste halfuurtje. Aan deze kant is het gebied echt nog groen, een beetje heuvelachtig en bebost.Langs onze weg moet iets liggen wat bij ons ‘zone voor recreatie’ noemt; we passeren eerst langs een enorm domein met de Oostelijke graftomben, daarna langs de Shenyang Internationale Golfclub, dan langs een soort Walibi, en nog enkele andere dergelijke.
De ingang van de tentoonstelling is overweldigend: enorme pleinen met trappen op en af, fonteinen, een hangbrug en een reusachtige stellingtoren waarop ’s avonds een lichtspel speelt.
Je vindt er typische tuinen uit alle Chinese provincies, gesponsorde typische tuinen uit een twintigtal landen (natuurlijk Holland, maar ook Frankrijk en Engeland, Rusland (een Siberisch bos met een stukje van de Kremlinmuur aan de ingang) en een megapark van de Italianen, compleet met barok paleis, waterpartijen, trappen, bloempartijen op verschillende niveaus, naakte standbeelden. De tuinen zijn allemaal ‘authentiek met Chinees karakter’…Er zijn ook echte botanische tuinen gerangschikt volgens de soort planten of bomen, alles mooi in bloei; er is een tuin met alleen bonsai.Aan het verste uiteinde staat een soort uitkijktoren van 80 à 100 meter hoog, in de vorm een bloem op een lange stengel; een volgens mij geslaagd stukje moderne architectuur. Ook de grote ringvormige ‘hall van de honderd planten’ met patio in het midden is geslaagde architectuur; wat erin staat is ongelofelijk kitscherig; jammer voor het gebouw. Er loopt een trein dwars door het terrein, volledig ingebouwd in een koker zodat bezoekers er geen hinder van ondervinden. Het mooie ochtendweer verdwijnt spijtig genoeg vlug en we zijn blij in een winkeltje voor 2 euro het stuk gammele paraplu’s te kunnen kopen. Op deze vrijdag met slecht weer is hier niet zo veel volk; de picknickplaatsen, speelpleinen, banken en eetgelegenheden zijn op veel grotere aantallen berekend; attracties zoals het ‘groot Russisch circus’ zijn helemaal dicht; de inkomprijs is nochtans niet gering: 5 euro per persoon; wie met het elektrisch treintje rond de site wil mag nog 2 euro opleggen. Dit complex is een prachtige realisatie die bewijst dat de Chinezen alles kunnen als ze het maar willen.
Het is al halfzeven en nacht wanneer we buitenkomen; een vriendelijke busbegeleider wijst ons met welke bussen we sneller terecht teruggeraken, zodat onze terugreis - vier propvolle bussen en veel rechtstaan - uiteindelijk minder dan twee uur duurt. Zo te zien op de kaart kan ik hier per fiets ook wel in twee uur geraken; de buurt is de moeite om nog eens te bezoeken. Op de terugweg moeten we nog een eindje stappen door het stadscentrum.Dat is ’s avonds wel aangenaam: verlicht, veel volk en nog wel wat winkels open. Op een centraal park is een grote groep Chinezen klassieke westerse dansen aan het inoefenen; ze walsen stijfernstig en altijd rechtdoor, bizar. Onderweg komen we ook nog verschillende andere groepen tegen die in groep dansen inoefenen, sommigen gekostumeerd; is dat voor de nationale feestdag op één oktober?
Gelukkig zijn er om half negen op de campus nog enkele restaurantjes open en het wordt deze keer eten bij de Oeigoer.
Ik profiteer van onze gezamenlijke toeristische uitstap om Jennifer nog wat uit te vragen. Ze heeft hier in totaal al zes jaar les gegeven, tot nu toe altijd in achtergestelde streken in de provincies Anhui, Yunnan en Gansu. Ze heeft nog nooit zo comfortabel geleefd in China als in Shenyang; maar nergens was er zo weinig interesse voor de buitenlandse leerkrachten vanwege de academische overheid en de collega’s als hier. Via haar lessen Engels heeft ze veel kans met de studenten te discussiëren over alle mogelijke onderwerpen; ze weet heel veel van China; volgens haar zitten aan de basis nog veel goedmenende overtuigde communisten, maar heeft het land een wending genomen die de communisten bij het begin van hun hervormingen nu bijna dertig jaar geleden helemaal niet verwacht hadden; hoe ze dat verder gaan oplossen weet ze niet.
Ze geeft me de goede raad indien ik dieper wil ingaan op de Chinese situatie, kennis te gaan maken met de partijsecretaris van de faculteit; uitvinden wie dat is kan niet moeilijk zijn. Ik verneem van haar ook nog iets anders: met haar diploma postgraduaat (hoger dan een licentiaat bij ons ) in Engels onderwijs aan anderstaligen, kan ze in Engeland vandaag geen fatsoenlijk werk vinden; alleen gelegenheidsopdrachten. Zelfs zonder speciale belangstelling voor China zou ze in het buitenland moeten werken; haar loon hier is ongeveer een kwart van wat ze in de UK in een vaste job zou verdienen, doch van haar Chinese wedde van 500 euro plus maandelijks 220 euro extra voor het afnemen van officiële Britse examens kan ze meer sparen dan door werken in Engeland mogelijk zou zijn. Vreemd, ik had me nooit ingebeeld dat hier Westerlingen zouden werken omdat het financieel interessant is; ik dacht dat het allemaal idealisten of zonderlingen waren

Tot hier op log

Zaterdag-Zondag 15-16/9
Mijn weekenduitstap heb ik gisteren gehad, dus wordt het een werkweekend. Na het gebruikelijke poetsen zet ik me zaterdag vol goede moed aan het Chinees studeren. Dat lukt ook nog, tegen zondag morgen zit ik min of meer volledig bij met de lessen; en einde volgende week komt een Chinese studente nog twee uur bijles geven …binnenkort kan ik hier met iedereen in het Chinees praten!
Nog een anekdote in het restaurant vanmiddag: ik kies iets waarvan de karakters er mooi uitzien, er zit zelfs sneeuw bij; de dienster bekijkt me twijfelend en herhaalt wel drie keer dat het ‘tian de’ is; dat is een van de vier Chinese smaken, alleen wist ik niet goed meer welke en met de koppigheid van een steenezel blijf ik bij mijn bestelling. Wat een verrassing: pasteitjes gevuld met zoete rode bonenpasta, en bestrooid met inderdaad witte suiker;een schotel veel groter dan ik ooit kan opeten; een prachtig dessert. Gelukkig voor mij kwam juist een van de jonge Amerikanen binnen, zodat we konden delen; hij bestelde dan nog een schotel groenten die we ook samen opgegeten hebben; een zoete bol, twee scheppen groenten, een lepel rijst, een zoete bol, twee scheppen groenten, een lepel rijst… in China kan je alles met alles door mekaar eten.
Voor de rest van het weekend ben ik gegrepen door de huiselijke microbe: drie keer gekookt! Met zelfs één keer een goed resultaat: gewokte stukjes riviervis in een boeket van gestoomde bloemkool, wortelen en aardappelen met een aroma van zes kruiden en een finishing touch van sojasaus.
Zondagnamiddag en -avond verder voorbereiden aan mijn teksten voor de tweede helft van het semester…de motivatie is niet al te sterk; het is hier nog altijd prachtig zomerweer overdag, met kouder wordende nachten; eerst een tijdje in de zon een boek gaan lezen aan de vijver, dan trek ik erop uit met de fiets; vertrekken langs de buiten, terug langs de hoofdbaan; bij nader toezien zijn die Chinese boerendorpen toch niet zo rommelig; ieder huis heeft een ommuurde moestuin; het ‘voetpad’ wordt gebruikt om materiaal op te stapelen of om er ook groenten op te kweken. Die groenten vind ik terug op de boerenmarkt hier in de buurt; er is veel variatie; de verkopers zitten gewoon op de grond met het beetje dat ze hebben: een bloemkool van één kilo zonder groen kost 0,2 euro; een kilo sappige wortelen met de grond nog aan 10 eurocent. Als die gasten goede zaken doen gaan ze vanavond met twee of drie euro naar huis…Ik koop ook nog een halve kilo vis aan 20 eurocent; waarschijnlijk uit een plas hier vlakbij. Op zo’n twee kilometers van huis, nog maar eens een universiteit: deze keer lees ik ‘unief van de schone kunsten’;mijn studie van de Chinese karakters werpt al vruchten af ! Dit kan een interessant oord zijn voor Lieve; het gebouw is overigens schreeuwlelijk: een overdadig neoklassiek geval; het lijkt op de Amerikaanse business school bij ons op de campus; is dit hoe volgens de Chinezen een universiteit van hoog niveau er moet uitzien?

Maandag 18/9/06
Wat gebeurt er wanneer je twee Russen, een Chinees, een Amerikaan, twee Japanners, twee Koreanen en nog een verloren Belg samen aan tafel zet? Niet veel want je vindt geen enkele taal die iedereen spreekt…Maar prettig is het wel. De altijd joviale Gem vroeg vanavond gewoonweg iedereen die ze tegenkwam mee naar het restaurant, en dat was het resultaat. Resultaat: wij twee als leraars met één Chinese en zes buitenlandse studenten. Van een koreaan verneem ik dat het schoolgeld voor hen 100 euro per maand bedraagt. Mens wat eten die Aziaten sober: rijst met eieren en enkele brokjes groenten en vlees! Gem van haar kant lust bijna niets; dat die zo dik blijft kan volgens mij alleen doordat ze de candy bars in het winkeltje beneden plundert. Ik voel me bijna beschaamd als enige aan tafel met een gezonde eetlust ….maar laat het me toch smaken. Bij het afscheid krijgen we zowaar een hand van Kamiko, een vlotte jongedame die naar Japanse normen verbijsterend goed Engels praat, en van Kim, een al even vlotte Chinese eerstejaars – Kim is haar Engelse naam. Ik was na vier weken hier stilaan vergeten dat er in de wereld nog handen gegeven werden.
Vanmiddag ben ik in de kantine resoluut aan een tafel met Chinese leraars van onze faculteit gaan zitten; één ervan, Su Fei ken ik. Het lukte me niet te verstaan waarover ze praatten; behalve Su Fei tonden ze ook geen belangstelling in mij. Su Fei, 25 jaar, bekloeg zich dat hij tegenwoordig naar zoveel trouwplechtigheden van ex-klasgenoten moet. Bij zo een plechtigheid wordt een banket geserveerd- in China altijd aan een recordtempo- twee uur is echt het maximum, en wie geld heeft betaald een VIP om iets te komen zeggen; achteraf dansen of plezier maken is er niet bij. En je wordt verondersteld geld cadeau te geven aan het bruidspaar. Su Fei zelf denkt nog niet aan trouwen; carrière en geld gaan zeker de volgende vijf jaar nog voor.

Dinsdag 19/9/06 Vandaag , zoals ook morgen , traditionele rush-dag: les volgen, les geven, les voorbereiden.
Toch was het nog interessant. Van Jane, de assistente van John, heb ik de naam gekregen van de partijsecretaris; ik neem me voor eens kennis te gaan maken en te zien of ik via hem met mijn palmares als vriend van China niet wat meer inside informatie kan krijgen.
Vandaag in de klassen marketing kwamen de studenten voor het eerst los: ik liet ze een eigen product voorstellen en dan erover discussiëren; dat ging beter dan verwacht. Waarmee zijn Chinese derdejaars bezig? Een enkele kwam met iets traditioneel af: stalen buizen; een gesofistikeerd model digitale camera gaat ook nog; en de anderen? Villa’s bouwen voor de superrijken; je krijgt er tien jaar gratis onderhoud bij (inclusief poetsvrouw en tuinman), plus een bewaker aan het hekken; als welkomstgeschenkje nog een zevendaagse luxe all-in buitenlandse reis; dat is natuurlijk alleen voor de top happy few weggelegd; ik vroeg of hij niet vreesde dat zijn markt zou wegkwijnen indien de economie in crisis zou geraken of indien de regering zou beslissen dat de superrijken het wat matiger moeten aandoen; dat zit er volgens hem niet in. De dames hadden het respectievelijk over een nieuw label van fantasiejuwelen voor de betere twintigers - het oogt chic maar is niet zeer duur – en een nieuw label voor handtassen en boekentassen, superkwaliteit maar onder de prijs van de bekende internationale merken. Ben benieuwd wat er nog allemaal gaat uitkomen (een tipje van de sluier: een groep wil een asiel voor verlaten huisdieren oprichten…). En passant kwam ik ook te weten dat deze gasten slechts 12 uur les hebben; daarbuiten zijn er nog andere activiteiten: een thesis?
Kyle vertelde over zijn weekend: hij is er op uit getrokken naar een toeristische plaats een kleine honderd vijftig kilometer van hier; met taxi, trein en bus en tenslotte kabellift, naar boven op een berg(je) van 780 m met een klooster. Hij was onderweg van 7 uur ’s morgens tot 10 uur ’s avonds. Jammer dat die gast geen gezelschap zoekt voor dergelijke tochten… maar hij belooft me wel zijn toeristische gids uit te lenen. Op mijn Chinese kaart van de provincie blijken de belangrijkste toeristische plaatsen aangeduid te zijn: ik tel er tien, waaronder eentje vlak bij Dalian waar mijn ex-collega Philippe een dezer weekends verblijft; misschien moet ik hem daar toch geen opzoeken (busreis 4 uur 10 minuten; kost 9 euro); de hoogste berg in de provincie is 1336 meter hoog, zoiets als de Franse Vogezen.
Maandag was Kyle verzocht een handje te helpen bij de voorbereiding van een internationale conferentie in de stad(ook Nolan was ingehuurd om de eindredactie van een aantal Engelse teksten te doen). Kyle moest Engelse teksten inspreken die nadien bij een informatiefilmpje geplakt werden.Hij had zwaar aan de teksten in ‘Chinglish’ moeten verbeteren om er verstaanbaar ‘English’ van te maken; nadien bleek de tekst veel te lang voor het beeldmateriaal, de Chinezen vroegen dat hij alles in minder dan 11 minuten afhaspelde; echt komisch hoe dat nadeed voor ons: een sneltrein, en hij improviseerde er nog het Chinese accent bij: een klemtoon op elk woord in de vierde, dwz. dalende toon: blablatàk, blablablatàk, blablatàk, …; raden hoeveel engelstaligen dat nog gaan verstaan, voor anderstaligen is het helemaal hopeloos.
Voor de rest lijkt de malaise bij de buitenlandse collega’s hier nog toe te nemen; het is waar dat professionalisme ver te zoeken is in de faculteit: geen handboeken, geen pedagogisch materiaal zoals bandopnemers, geen beamers om met de computerbestanden te kunnen werken,geen begeleiding en een gevoel van verregaande onverschilligheid voor wat we doen; ergens moeten we toch eens de kans krijgen om daarover te praten met een verantwoordelijke…het is zeker geen kwestie van gebrek aan financiële middelen, want deze universiteit heeft een grote naam.
Vanavond nog een fietstochtje Gemaakt en eindelijk de weg gevonden naar de spoorweg die we ’s nachts in de verte horen. Het is de hoofdlijn van Beijing naar het Noorden; dubbel geëlektrificeerd en met trainen die in file rijden;daar moet wat over rijden op een jaar tijd!

Woensdag 20/9/06 Vandaag een zware werkdag, maar er staan me verrassingen te wachten.
De meeste studenten van de klas international business hebben het aangeduide persartikel niet gelezen; mooi zo jongens en meisjes, dan bezorgen jullie mij tegen de volgende les allemaal een schriftelijke bespreking! Bij het einde van de klas komt de verantwoordelijke bij mij; dat ik toch wel weet dat ze volgende week voor vijf weken op stage vertrekken? De andere klas international business overigens ook…Vijf van de achttien geplande lessen zo maar weg? En mijn jaarplan dan? Ik telefoneer naar John die bekent dat hij ‘vergeten’ heeft me te verwittigen.
Tijdens de lunch met onze Filippijnse collega waarvan ik altijd de naam vergeet, gesproken; China is interessant voor hem; hij verdient hier meer dan in eigen land en leeft hier met vrouw en vier kinderen goedkoper dan thuis; er zijn zoveel kandidaat Filippijnse leraars dat de Chinese regering er een quota op gezet heeft.Als reistip voor de oktoberfeestdagen stelt hij me de watergrotten van Benxi en wandelingen in de omliggende heuvels voor als tweedaagse uitstap; een hotel met Chinees comfort kost 8 euro per nacht.
Tijdens de eerste break in de namiddag komt een andere klasverantwoordellijke me opzoeken; of ik toch wel weet dat hun twee uren les deze namiddag afgelast zijn? Ah?
Alle vierdejaarsstudenten werken deze week als vrijwillige vertalers voor een internationaal seminarie om buitenlandse investeringen aan te trekken. Ik ga John opzoeken; Ah? Hij weet ook van niets. Owen wordt erbij gehaald: ‘Sorry, vergeten te verwittigen’. Hij gaat al terug weg wanneer ik hem aan de mauw trek om te weten wat met de klassen van morgen gebeurt. ‘Morgen, wel afgelast’. Ik zeg aan John zonder omwegen dat hun organisatie wel wat kan verbeterd worden. Hij wringt zich in alle mogelijke bochten, zegt dat hij zijn best doet, maar dat dit de Chinese manier van werken is; hij heeft zelf pas vorige week vernomen dat de overheid besloten heeft de studenten voor vijf weken op stage te sturen; Volgens hem beslist de leider hier alles, en komt informatie dikwijls op het laatste moment.Over het ontbreken van handboeken weet hij nog te zeggen dat hier een monopolie voor de aankopen bestaat, en de universiteit op elk boek een commissie neemt; de aankoopdienst doet zijn werk niet goed maar de faculteit heeft niet het recht zelf boeken te gaan aankopen. Hijzelf is ook niet zo gelukkig met zijn bijjob als hoofd van de licenties; zijn vrouw klaagt dat hij nooit thuis is; om de vijf jaar worden de jobs hier herschikt, en wanneer men je vraagt om een job op te nemen, ben je moreel v verplicht om te aanvaarden;hijzelf is een Christen, maar kan niet zeggen van welke kerk; zij vormen met een aantal ‘christenen’ een huiskerk, zonder enige hogere organisatie; het heeft iets te maken met de Pinksterkerken. Christendom kent in Noordoost China een stijgende bijval; eigenlijk spreekt die John voortdurend een beetje als een predikant, ik vroeg me al af aan wat zijn stijl me deed denken.
Vandaag heb ik voor het eerst op de campus een jongedame gezien met piercings, minirok en laarzen, een gekleurde kuif en wat er nog aan accessoires mag bijhoren; ik had het me nog niet gerealiseerd, maar eigenlijk zijn die jongeren hier toch wel erg braaf en conventioneel. De eerstejaars staan hier in groepjes liederen te zignen en teksten te scanderen, en dat is het.Wat zou er bij ons gebeuren met 25000 jongeren in een soort reservaat ’s avonds en in de weekends virtueel zonder controle?
Mijn fietstocht vóór het avondeten levert ook weer wat nieuws op. Ten westen van de grote baan achter de gore huisjes, ligt een MEGA industrieterrein. De buurt noemt ‘Nieuwe stad’. Tientallen gloednieuwe fabrieken, stuk voor stuk naamloze vennootschappen.. Een groot etablissement noemt het Amelika Voedingscentrum; het Engelse logo is dat van de winkel waar ik meestal brood koop; in mijn naïviteit dacht ik dat het een warme bakker was…. De boerengehuchten met hun aardewegen liggen er hier en daar nog amechtig tussen. Wat die boeren nu doen zonder grond is onduidelijk. Groenten kweken in de moestuin, er zijn ook een paar veebedrijven, maar voor de rest? Een job in het industrieterrein of in de stad? Een winkeltje langs de steenweg, een leurderskar of gewoon op het voetpad wat proberen verkopen? Vandaag zag ik zelfs een koppel wolkaarders, gewoon langs de weg. Je gaat er heen met de wol van een paar schapen; ze hebben een houten kaarde op wieltjes, via een losse riem aangedreven door een minuscule benzinemotor en binnen de kortste tijd is je wol gekaard; die wol wordt dan netjes verdeeld op een soort vlies, een tweede vlies erover , de randen afwerken en daar heb je het binnenste van een wollen deken of de vulling voor een gecapitonneerde jas; prijs voor het kaarden: 0,4 euro per pond; reken 5 pond per deken, tenminste als ik hun kartonnen bordje juist gelezen heb. Langs de grote baan zijn de ramen en deuren van een aantal gore winkeltjes uitgebroken. Volgende week is alles hier weg… benieuwd welke mastodont in de plaats komt; allicht gaat ook de smerige wijk achter de winkels meteen onder de sloophamer…

Donderdag 21 september
De zomer is voorbij, maar niet hier. De dagen en zelfs de nachten blijven warm, de lucht is de laatste tijd redelijk helder.
Vanochtend kreeg ik bericht dat het boek Made in China van Ng Tsjoi en Marc Vandepitte binnen twee weken op de markt komt; eindelijk. Dat is beslist een aanrader (ik zeg dat niet alleen omdat er een interview met mij instaat!). Uitgeverij EPO. Ze hebben ook een mooie en interessante web site www.madeinchinabook.eu
Verder voor volgende dinsdag een afspraak Gemaakt met de partijsecretaris van de faculteit (of van de unief, dat is niet zo duidelijk); kan interessant worden.
Tijdens de lunch in de cafetaria probeer ik nog maar eens een gesprek met onze vermoedelijk oudste collega, de Japanse Sato; heel vriendelijk, maar afstandelijk! Ze gaf in Japan Engelse les (ik heb de grootste moeite om haar te verstaan!) en is nu voor het eerst in China ‘omdat een vriendin haar de job aangeraden had’; haar echtgenoot is in Japan achter gebleven.
Al gauw komt een van mijn Chinese leraars, mevrouw Bonenstaak Wang, erbij zitten; dat gesprek verloopt wat vlotter, zij in het Engels dat ze graag wat wil oefenen, ik probeer er wat Chinese frasen tussen te gooien, ze is tenslotte mijn lerares! Dat gaat zo zijn gangetje tot we vervoegd worden door een Amerikaan, Kurt Larsen, die meteen het gesprek monopoliseert; gelukkig eet hij nogal snel en na zijn vertrek overleg ik met Wang hoeveel we er van begrepen hebben: zij niets, ik zowat de helft…Wang is 33, afkomstig van een stad honderd kilometer hiervandaan. Ze verdient hier 300 euro per maand, wat voor haar een goed loon is; ze kan daarmee een kleine auto kopen indien ze zou willen; haar vader is hoogleraar en haar moeder fabriekswerker, allebei op pensioen; haar man is een lagere ambtenaar op het organisatiedepartement van de Communistische Partij; met subsidies van zijn werk hebben ze een appartement van 100 m2 gekocht, groot genoeg voor hun beiden, aan 18.000 euro (‘echt een gunstprijs’, normaal is het dubbel); de schoonouders, gewone mensen volgens haar, hebben hen geld geleend voor het voorschot en de rest betalen ze in 15 jaar af. Wanner ik pols naar de alGemene situatie in Shenyang geeft ze toe dat er serieuze problemen zijn ; wie zijn werk in de fabriek verliest heeft in veel gevallen geen andere keuze dan één of ander handeltje te beginnen.Ons gesprek heeft intussen zolang aangesleept dat we de allerlaatste in de cafetaria zijn…
Onderweg naar huis valt me de activiteit op; de eerstejaars mogen blijkbaar beginnen met hun trainingspakje te wisselen voor burgerkleren (volgende week beginnen hun echte lessen) en allerhande studentenorganisaties werven leden; aan de ingang van de cafetaria hangen namen en foto’s van leraren, leerlingen en technisch personeel die in een of ander bestuur zitten; er staat een hamer en sikkel bij.
Op straat blijf ik wat hangen bij de studenten van het mediadepartement; die hebben ter promotie een eigen televisiereportage Gemaakt; we zeveren wat over en weer om onze wederzijdse taalkennis uit te testen en ik slaag erin te besluiten met wat rituele wensen voor succes. Interessanter is een klein standje van studenten die een club voor gezelschapsspelen willen oprichten, inclusief Chinees schaak; ze zijn bereid het me te leren dus schrijf ik me in; ze zullen telefoneren, beloven ze…Schaken betekent in het Chinees ‘het spel met de olifanten’, Chinezen gebruikten in de oorlog geen (aanvals)torens zoals wij maar olifanten.
In de late namiddag nog maar eens op min eentje wat karate gaan oefenen in het gymnasium; dat kost 10 eurocent per uur; ook deze keer komt er om zes uur een groep van wel 60 man om taekwondo te beoefenen; dat lijkt goed op karate, minder krachtig maar veel soepeler en beweeglijker; voor een stijve bijna zestiger waarschijnlijk niet ideaal, die jonge gasten kunnen ongeveer allemaal hun benen in hun nek leggen. Jammer want de groep ziet er wel sympathiek uit. De trainer is kleurrijk maar onverstaanbaar: naar mijn gevoel praat hij Koreaans, Chinees en Japans door mekaar.
Donderdagavond: rustige avond, een hoofdstukje marketing uitpluizen, boek over Engelse geschiedenis lezen… dat dacht je maar! Druk, druk dat het hier is! Eerst een lange skype met mijn zus – al een week niet meer gehoord, dan een telefoontje van mijn privé-lerares Chinees –ik had haar Chinees verkeerd verstaan (of zij het mijne?) en we hebben een afspraak Gemist; hopelijk heb ik uur en plaats van de volgende goed begrepen? Dan bezoek van één van mijn studentes die een tekst wil kopiëren en en passant met een aantal vragen over Europa afkomt;als dank krijg ik haar e-mail en vijf Nederlandse chocoladebonbons die ze zelf via via uit de haven van Dalian heeft- hoe kon ze mijn zwakke plek raden? Klap op de vuurpijl: een telefonisch interview met Radio 1 voor de uitzending van zondagmorgen tussen 11 en 13 uur. Tussendoor nog een afspraak proberen regelen met Jan in Shanghai voor een lang weekend daar einde oktober, en met een oud-collega die volgende week naar Dalian komt – dat is een mooie stad met strand en veel groen, een goede vier uur bussen van hier.

Vrijdag 22/9
Zo een korte werkweek is echt en luxe. Vanmorgen weer twee uur Chinese les en nog een uurtje met de privé-lerares (ze begint al om 7.30H, dat is wel vroeg!). Vanmiddag in de kantine blijven handen. Wang was er terug, we hadden een discussie met een Australiër en een Canadees; ze is lid van de Communistische Partij maar liet zich ontsnappen dat het vroeger beter gesteld was met de partij; verdere details wou ze niet geven, want dat waren onze zaken niet…ik pak ze nog wel eens alleen aan over dat onderwerp.
Op de campus is het druk vandaag. Er is weeral eens een grote conferentie bezig, deze keer over de economische aspecten van het onderwijs; delegaties van over heel China; in ons gebouw is het onthaal. Tegelijk heeft een klas buitenlandse taalstudenten op het tweede verdiep van hetzelfde gebouw een muziekvoorstelling georganiseerd…Naar het schijnt komen alle klassen aan de beurt, straks vragen ze mij ook nog om een liedje te komen kwelen.
In de persberichten vanmorgen stond het resultaat van de internationale expertenconferentie waar eerder deze week iedereen moest voor in de bres springen: 700 aanwezigen, de helft uit de vroeger Sovjet-Unie; 24 contracten getekend voor bijna 900 miljoen dollar. Het artikel vermeldt tot besluit dat er al 340.000 buitenlandse esperts in China werken. Indien je mocht denken dat ik hier alleen ben… Een ander artikel heeft het over de zoektocht naar buitenlandse toptalenten om leidinggevende posities op te nemen in Chinese staatsbedrijven…mocht ik wat meer ‘top’ zijn dan was het misschien toch nog de moeite mijn pensioen op te schorten.
Mijn collega’s voelen ook het weekend naderen; onverwachts nodigen ze me uit voor een uitstapje shopping in de Metro met zijn vieren. We zitten een klein uur op de bus en ontdekken weer eens enkele nieuwe straten; langs een grote weg staan tussen de nieuwbouw nog enkele eenzame ‘oude’ huisjes van de jaren 50 of 60, duidelijk stukken van een grotere wijk die voor de verbreding van de straat moest wijken; er komt juist een oud vrouwtje in kleren van de jaren 60 buiten om haar was aan de voorgevel te laten drogen; het contrast met de glimmende nieuwbouw is onwezenlijk.
We wandelen ook door de Koreaanse wijk; de provincie Liaoning heeft een etnische minderheid van een paar miljoen Koreanen; hun wijk is echt anders; smallere straten, veel drukker, veel meer Engelse opschriften. Er is ondermeer ook een filiaal van een Amerikaanse ijskreem keten, maar mijn collegas geven geen krimp, dus ik ook niet. En wat te denken van ‘The decent restaurant’?

Zaterdag 23/9/06
Vanmorgen om halfacht ‘met een frisse kop’al privé-les Chinese les. Daarna poetsdag; het onzalige idee om eens op de bodem van de keukenkast te kijken kost me meteen een uur: onder het papier ligt een hoop viezigheid, de vloerders hebben niet eens de cement opgekuist bij hun vertrek en de vorige bewoners hadden evenmin die ambieite; pas rond de midag is mijn kot terug toonbaar. Mijn goede herinnerigne van vorige week indachtig laat ik me ams middagmaal verleiden tot een soort gestoomde broodjes gevuld met zoete vanillecreme, in combinatie met namaakkrab in waterige rijst ; waarom niet? Daarna de fiets op en deze keer echt toerisme in Shenyang. In en buitenwijk bots ik op een rommelmarkt; écht rommel! Het lukt me een gesprel te beginnen met een paar mannen en te vragen of dit hun beroep is; ze blijken allebei kranige zestigers en gepensioneerde fabrieksarbeiders; verder geraak ik niet, maar het is al dat.
Mijn eerste doel vandaag is Xinleyizhi, de archeologische opgravingen van Shenyang; het ticket kost 1,4 euro en het aantal bezoekers is op de vingers van één hand te tellen. Men heeft hier in 1973 een neolithische nederzetting ontdekt. Eigenaardig dat zoveel ontdekkingen in China gedurende de culturele revolutie gebeurd zijn. De site bevat sporen van een dorp tussen 7000 en 3000 jaar oud uit drie tijdvakken; je ziet er het begin van de landbouw en de voortdurende verfijning van de werktuigen; nu ja 3.000 jaar geleden zat het meer ontwikkelde deel van China wel al in het bronstijdperk, Shenyang was toen ‘achterlijk. Er is nog één opgravingsput te zien, op de andere plaatsen heeft men gewoon een aantal huizen nagebouwd, compleet met wassen poppen en diverse activiteiten van het dagelijkse leven; één hut vermeld zelfs als activiteit: ‘copulation’, het gebeurt zedig onder een berenvel! Houten structuren, bedekt met klei en riet en half ingegraven. Hier en daar een bandje met commentaar; de ideale schooluitstap. Het bijbehorend museum is gelukkig tweetalig.
In deze buurt, toch al niet ver meer van het centrum, zijn nog veel groene zones en parken; er zijn zelfs twee imkers, je kan er honing kopen rechtstreeks van producent; ik twijfel want wie weet wat brengen die bijen in zo’n grootstad niet mee van giftige stoffen…
Een ritje via een mooi aangelegde wandeling langs een riviertje brengt me aan de ingang van het Beilin park, het grootste park van Shenyang, meer dan vier keer zo groot als de potpolder van Tielrode. De inkom bedraagt 0,6 euro plus nog eens 3 euro indien je het graftombe complex van de eerste Qing keizer (uit de 16e eeuw) wil gaan bezoeken; dat is UNESCO wereld erfgoed en ik houd het voor volgende keer. Het park is een echte doolhof, er zijn enorme vijvers waar je kan bootje varen –elektrisch, roeien is niet meer in de mode , maar ik zie ook vissers en zelfs twee zwemmers; allicht wordt dit ook een uitgelezen bestemming om te komen schaatsen! Voor de rest is het park bekend wegens voor zijn pijnbomen, sommigen zijn meer dan 300 jaar oud. Rond zes uur valt de avond, ik fiets dapper door, wegel in, wegel uit, en wanneer het echt donker wordt zit ik plots midden tussen de bomen in een wirwar van nauwelijks zichtbare paadjes, maar we komen wel terug op een verharde weg terecht; om de uitgang te vinden doe ik beroep op twee andere fietsers, we rijden samen verder; ze werken in een fabriek, maar vraag me niet van wat… het zou iets met elektriciteit kunnen te maken hebben. Voorbij de poort juist nog de straat oversteken, toevallig wel de tweede ring, 10 rijvakken breed maar geen onoverkomelijke hindernis voor Chinese en snel lerende buitenlandse fietskamikazes. Daarna kom ik in een oudere volkswijk terecht, jaren 80. Een prettige buurt, tussen de woonblokken is tamelijk veel groen, hier en daar zijn beneden winkeltjes en langs de straat een soort Chinese frietkoten; langs de belangrijkste straat heel veel venters, tussendoor plots een heel modernistisch megarestaurant en een kleine supermarkt; bijna kocht ik in een klein winkeltje sportschoenen, ze hebben mijn maat maar het model is afschuwelijk; een vriendelijke mevrouw legt me ook het verschil uit tussen de vijfentwintig verschillende soorten yoghurt die ze verkoopt, yoghurt is hier populair, melk veel minder; er zijn veel kraampjes met een grote keuze aan fruit, ook ingevoerd; maar het Chinese mysterie blijft: waar koopt Li met de pet zijn groenten? Niets gezien op een karretje met prei na.Er staan ook badkuipen met levende vissen, krabben, rivierkreeftjes, … en mosselen! 20 eurocent per kilo, daar kunnen de Zeeuwse niet aan! Mijn menu voor vanavond ligt vast: mosselen met het restje groenten en aardappelen van gisteravond, en aangezien ik alleen mosselen met wijn kan bereiden, hoort er een fles Chinese wijn met korting uit het supermarktje bij. De diverse aankopen geven me de gelegenheid nog wat gesproken Chinees te oefenen; de verkopers vinden stuk voor stuk dat mijn Chinees na nog maar één maand in China wel al heel goed is; ze moesten eens weten hoelang ik er al op gezweet heb…
Vandaag vond ik op het internet ook nog wat interessante informatie over de probleemwijken van Shenyang: de wijken waar veel mensen hun job verloren bij het sluiten van de fabrieken; in de 4 armste wijken van de stad heeft 40% van de bevolking recht op pensioen, (in de armste wijken in Beijing 65%), 20% heeft een ziekteverzekering (Beijing 65%) en 7% een verzekering voor arbeidsongevallen (Beijing 45%); het Gemiddelde inkomen bedraagt 0,3 euro per uur (Beijing 0,54 euro/uur). Over heel China lopen projecten voor een nieuw pensioenstelsel en ziekteverzekering –het oude systeem van Mao heeft de hervormingen niet overleefd. Het stadsbestuur van Shenyang, met veel meer gesloten fabrieken dan het Chinese Gemiddelde, heeft erkend dat het de situatie alleen niet de baas kan; daarom is in de achtergestelde wijken de sociale problematiek in handen gegeven van buurtcomités; daarin werkt de buurtbevolking samen met de Partij en het stadsbestuur om de problemen aan te pakken; het bestuur wordt meestal verkozen; het systeem schijnt te werken in Shenyang en is nationaal erkend als model; zo zijn er buurtgezondheidscentra opgezet voor diegenen die geen gezondheidszorg kunnen betalen.
In ditzelfde Shenyang gaat vanavond de nieuwste film van Zhang Yimou in wereldpremière.

Zondag 24/9/06
Volgende week maar acht uur les ,waarvan de helft al voorbereid. Dus vandaag een bijna echte verlofdag. Vanmorgen een uurtje marketing lezen (ik zit al aan hoofdstuk 16 van de 22) en dan de fiets op, zwerven.
De tocht brengt me langs een volkswijk; juist erbuiten staat een fabriekje, gevels in blauwe faience maar volledig zwart; het walmt wolken kool langs de open vensters op de verdieping; volgens het opschrift gebeurt er iets met metaal; wat steken die daar uit?
Nog honderd meter verder, een immense open vlakte omgevormd in markt; duizenden standjes en ALLES te koop; een verkoper belooft morgen grotere sportschoenen voor mij mee te brengen…Aan de poort zitten een paar mannen te schaken; prompt mag ik ook eens proberen, maar ze leggen niets uit dus dat gaat niet goed…Ze presenteren me druiven, pindanoten en dan een flesje met water …bah! ’t is van die sterke alcohol; hier in China bestaan precies geen accijnzen, lokaal gestookte heel sterke alcohol kost twee keer niets; met de smoes dat mijn gezondheid geen alcohol toelaat ontsnap ik aan een drinkgelag…Met een man of vijf discussiëren we wat , de Shenyang volkstaal is onverstaanbaar, ze articuleren helemaal niet…mijn schaaktegenstander is 43 jaar en fietshersteller; klanten zijn er gedurende de hele episode niet geweest; zijn business draait niet goed. Ook de anderen schijnen zo maar wat rond te hangen.
Nog verder loopt de baan uit op een aardeweggetje, opnieuw een geliefkoosd sluikstort; er moet hier toch iets fundamenteels mis zijn met de ophaling van het huisvuil, het is onvoorstelbaar dat ook in ‘normale’ wijk zoveel vuil rondslingert; op het einde van het weggetje moet ik over een berg rommel om dan via een smalle doorgang tussen twee lage huisjes opnieuw in een wijk te komen; pech, er staat een elektriciteitspaal midden in de doorgang; de fiets kan er niet door; supporters vanuit het flatgebouw doen me teken dat ik mijn fiets boven de daken van de huisjes moet steken en zo rond de paal glippen, het lukt me niet; dus maar terug. Dat de straten hier doodlopen is niet onverwachts; er ligt hier een militair vliegveld verscholen,dat weet ik van Google Earth. Verder zwerven door wijken, sommige nog van de jaren 60-70, toen glas nog duur was en de ramen nog onderverdeeld werden om kleinere en dunnere stukken te kunnen steken. Onderweg een katholiek kerkje tegengekomen, alleen door het grote kruis te onderscheiden van gewone gebouwen. Bijna overal zijn de benedenverdiepingen nu winkeltjes geworden. Om de staatsbedrijven efficiënter te maken zijn op grote schaal arbeiders afgedankt; heel veel daarvan zitten nu in volledig inefficiënte kleinhandel; de tijd dat het duurt vóór de supermarkten alles wegvegen….
Vanmiddag gaan eten bij een Oeigoer van Aksu; geroosterd lamsvlees leek me interessant; hij roostert op straat en heeft buiten ook een oven voor platte broden; hetzelfde model van het Midden Oosten; maar binnen, smerig! Ik vraag groenten bij het vlees en krijg een schoteltje eieren met tomaten. In de fles bier zit ijs; hij mag wel bier verkopen maar als islamiet drink hij niet. De gast is 30 jaar en woont hier al 15 jaar, pas sinds drie jaar heeft hij een eigen zaak; nu zit er geen kat, maar volgens hem komt de massa wel vanavond. Na een tijdje duikt zijn vrouw op met twee kleine vieze kinderen die op de even vieze vloer beginnen spelen; de vrouw zelf lijkt op een Turkse van bij ons, sluier, glitterkleed, maar wel slank! Onder mekaar spreken de Oeigoeren een Turkse taal, je hoort het goed; omdat ook voor hem Chinees een aangeleerde taal is, verloopt onze conversatie redelijk… bij het afscheid dringt hij aan dat ik nog eens terugkom
Een einde verder kom ik dan aan de vliegtuigfabriek met annex een themapark vliegtuigen; aan de ingang staan een half dozijn straaljagers; het bezoek aan dit park is voor later, vandaag wil ik verder; gisteren hoorde ik nog een vertegenwoordiger van Airbus zeggen dat ze nu ook een samenwerkingsakkoord met Shenyang hebben afgesloten.
Aan de rand van de binnenstad kom ik in een wijk in volle verandering; glimmend nieuwe appartementstorens, twee enorme bouwputten, en daartussen een overgebleven krottenwijkje; zou het dat zijn wat ze bedoelen met hun ‘stadsdorpen’ waar de armste leven?
Naast de krottenwijk de tempel met bijhorende stupa Bei Ta; de ingang is gratis maar er staan zeker vijftig offerblokken; het is een Tibetaanse lama tempel; de gelovigen moeten hier een aantal keren languit op de grond gaan liggen voor ze binnengaan; in de tempel staan vergulde beelden van vroegere geelkap lama’s en een paar tantristische uitbeeldingen, zedig bedekt met sjaals op de strategische plaatsen; er hangen foto’s van een lachende Dehaene in paarse monnikspij; rond het hoofdgebouw staan tientallen gebedsmolens; ik probeer ze allemaal tegelijk aan het draaien te krijgen; in een zijvertrek zitten gelovigen te mediteren; een toespraak van de spirituele leider wordt op band afgespeeld; De stupa mag ik niet te dicht benaderen, ze staat volledig in de steigers voor een opfrisbeurt.
De tocht door het centrum brengt niet veel nieuws, tenzij nog groepjes schakers, mahjong spelers en kaarters; eigenaardig , het zijn alleen mannen die rondhangen op straat. In één straat zitten de mannen op rij op de stoep, met kartonnen bordjes en zonder enig materiaal; het heeft iets te maken met tweedehandse machines, maar wat???
Ik bezoek nog een tempel, deze keer gewoon boeddhisme, met ingangsgeld. Hier zijn meer gelovigen en meer monniken; er zijn in de diverse ruimten wel twintig verschillend offerplaatsen; met deze boeddha’s is iets interessant aan de hand:er worden massaal flessen alcohol geofferd; een jonge monnik legt me uit dat deze boeddha’s heel graag alcohol drinken ; hij beweert achteraf niet zelf aan de flessen te zitten.
Nog meer naar het zuiden ligt een naGemaakte ‘oude’ wijk rond het echt oude keizerlijk paleis; het bezoek daarvan is ook voor een andere keer, maar ik fiets wel door de wijk: nogal kitscherig maar de commercie draait er ; er is een winkelgalerij van wel vijfhonderd meter lang, rechtdoor zonder zijuitgangen met bijna alleen vers vlees en vis; een beklemmende geur! Buiten aan het einde kan je de levende dieren kopen: kippen, eenden, duiven, konijnen; katten of honden zijn niet te bespeuren;
Er resten nu nog 5 à 6 kilometer tot aan de rivier; wanneer ik er eindelijk bijna ben, moet er nog een heel eind rondgereden worden om over/onder de express ringweg te geraken; eens daar voorbij, blijkt dat ik verkeerd gegokt heb; de ingang van het fancy Wu Li He park ligt helemaal aan de andere kant. Wanner ik het park kan inrijden is het al na vijf uur, ik ben meer dan zes uur onderweg geweest
Het park naast de rivier is mooi en nieuw, met een promenade langs het water, roeibootjes en drank/eetgelegenheden; binnen in het park staan houten decoraties opgesteld die tussen 18.00 en 23.00 uur elke avond tot 7 oktober als decor dienen voor een fel gepromoot lichtspel; misschien lukt het nog wel om een avond terug te komen, per taxi dan…De rivier is iets breder dan de Schelde in Antwerpen, en stroomt traag verder naar de ondergaande zon. Aan de overkant van de rivier ligt het Manhattan van Shenyang, in de nieuwe zuidelijke voorsteden; dat is ook het eerste wat de bezoeker die van de luchthaven komt, te zien krijgt; de nieuwe ontwikkelingszone voor high tech industrieën (de zone bij ons rond de universiteit is een ontwikkelingszone voor voeding - en lichte nijverheid) Op die zuidelijke wijken na heb ik de hele miljoenenstad van noord naar zuid doorkruist.
De terugtocht naar huis wordt een stevige boterham, hoe dichter ik kom, hoe steviger er getrapt wordt; het gaat buiten verwachting goed; anderhalf uur voor zoiets van 17-18 kilometer. Onderweg moét ik wel nog afstappen; op het centrale plein of park, een vlakte wel tien keer zo groot als de markt van Sint-Niklaas, organiseert de Shenyang Avondkrant een ‘internationale wedstrijd hip-hop dansen’.
Wat een dag vol indrukken…

Maandag 25/9/06 Vandaag een dag van werken en studeren. En van bijna niet uit bed kunnen; amaai mijn dijspieren van al dat trappen op een te lage fiets.
Mijn privé lerares Chinees komt niet opdagen; wat is dat toch met die misverstanden?
Al één positieve reactie gehad op het radio interview, nog wel uit Shanghai! Daar wordt radio 1 via het internet beluisterd.
Ook mijn paspoort is eindelijk terug, samen met een keurig boekje ‘certificaat van buitenlands expert in de culturele en opvoedingssector’. Tegelijk kreeg ik ook een uitnodiging voor een diner vrijdag met de rector van de universiteit, samen met alle buitenlanders (30); de laatste leraar is nu ook aangekomen; Ed,een Amerikaan uit Wisconsin met een Chinese vrouw, ze woonden vijftig kilometer verder in een andere stad en verhuizen naar de campus; hij geeft les aan de eerstejaars, dus begon hij pas vandaag.
En over de Japanse collega Sato wordt verteld dat ze al heimwee heeft en het verlof volgende week in Japan gaat doorbrengen. Ze is niet de enige, ook sommige Koreaanse studenten trekken voor een weekje naar huis. De anderen maken plannen, ikzelf heb nog niets precies maar er zijn wel enkele mogelijkheden voor tweedaagse uitstappen, en anders wordt het Dalian of Beijing.
Vanavond heb ik de Chinese vriendin van Gem ontmoet, ene Lisa; ze kennen mekaar al van vroeger wan Lisa heeft is betrokken in de samenwerking tussen Shenyang en de Amerikaanse unief waar Gem studeerde; ze is geschiedkundige, was al twee keer in de USA en doctoreert met een historische studie over het onderwijs aldaar.Een interessante vrouw maar jammer genoeg woont ze ook al niet op de campus, dus veel verder contact zit er niet in.

Dinsdag 25/9/06
Is de herfst begonnen? Om zeven uur is het nog nacht, er valt een zachte motregen uit een loden hemel. De campus is stil…
Om 8 uur naar mijn afspraak met partijsecretaris Ren. Die blijkt al in gesprek met Nolan, over allerlei pedagogische aspecten, en is onze afspraak compleet vergeten. Enfin, rond 9 uur mag ik teruggaan.
Het gesprek verloopt hartelijk. Prof Ren is één van de twintig faculteitssecretarissen van de partij. Hij heeft een fullt-time leeropdracht. Op zijn niveau is de tijd voor partijwerk eerder gering; de partij heeft beslist dat de verbetering van de levensomstandigheden voorrang op alles moet krijgen, dus communisten op zijn niveau worden verondersteld uit te blinken door een voorbeeldig professioneel gedrag. Van de twintig partijsecretarissen zijn alleen die van de zes grootste faculteiten voltijds met politiek bezig; die moeten dan wel professoren én studenten organiseren. De mensen die echt met ‘politiek’ bezig zijn zitten op het hogere, universitaire niveau. Ren toont veel belangstelling voor de situatie in Europa, we spreken af daarover eens een gesprek te organiseren. Ik bied ook mijn diensten aan mochten ze hulp nodig hebben om buitenlandse delegaties op te vangen of hun contacten met de KU Leuven uit te breiden. Hij geeft me zijn naamkaartje en zegt dat ik met vragen altijd bij hem terecht kan.
Op het departement krijg ik een Herfstgeschenk van de secretaresse van de dekaan, een fles goede Great Wall wijn en een doos ‘mooncakes’. Chinezen vieren het Maanfeest, halfweg de herfst volgens hun kalender, dit jaar op 6 oktober. Daar horen speciale koekjes bij , gevuld met een zware pasta van zoete bonen en soms een ei; de betere stuff kost zowat één euro per stuk.
Toevallige ontmoeting met mijn chef John : ‘Oh ja, ik moest je nog zeggen dat we volgende week niet werken, we moeten mekaar vandaag zien om de verplaatsing van de lessen te regelen…’. We zien wel deze namiddag.
Vanmiddag kom ik hem terug tegen in de kantine; de hele Chinese staf heeft blijkbaar samen gegeten in een apart zaaltje; John weet me te melden dat de lessen wegvallen, geen verplaatsingen! Juist beslist op die vergadering?
’s Namiddags nog een gesprek met Jane: Gedurende het verlof voor de nationale feestdag zit alle vervoer en loGement eivol; indien ik wil improviseren dan zou het kunnen tegenvallen. En wat is zijzelf van plan? Met man en dochter rondtoeren in de provincie, zonder reservatie… zij reizen per auto! Op de Chinese tv wordt het verhaal van de vakantiedrukte bevestigd; ze verwachten een toename met 35%; extra treinen, extra vliegtuigen,…
In Beijing is juist een biënnale van architectuur bezig, volgens de TV. Sjanghai is volgepoot met wolkenkrabbers, Manhattan met Chinese krullen. Maar Beijing heeft de beste architecten van de wereld uitgenodigd om tegen 2008 de wereld te verbluffen met hedendaagse kwaliteit; het Olympisch stadium wordt overdekt met een soort vogelnest…Toch maar volgende week eens naar Beijing trekken?
’s Avonds nog maar eens Koreaanse barbecue met Kyle, die er niet genoeg kan van krijgen; hij heeft wel zijn buik vol van de zwakke pedagogische organisatie hier en probeert voor volgend jaar in een Amerikaanse universiteit binnen te geraken voor een doctoraat in linguïstiek;ongeveer één kandidaat op zeven wordt aanvaard, hij moet op verschillende plaatsen proberen om zijn kansen te verbeteren. Alle Amerikanen hier zijn ongelofelijk tegen Bush; volgens hem is ook in de USA het tij volop aan het keren; de mensen beginnen te zien welke leugens hen wijsGemaakt zijn over Afghanistan en Irak. Kyle trekt er met zijn Chinese vriendin uit Kanton op uit volgende week: vier dagen Dalian; hij heeft niets geregeld; zijn vriendin doet het allemaal voor hen , per internet vanuit Kanton.

Woensdag 27/9/06
Gisteren kregen we na een miezerige voormiddag nog een prachtige namiddag. Vanmorgen hangt hier voor het eerst een dichte mist. Later opnieuw prachtig weer.
Vandaag les krijgen en les geven. Beiden vallen mee.
De klas buitenlandse studenten wordt me wat duidelijker: “ 3 Russen van 17-20 jaar, twee Indiers –afgestudeerde universitairen van 25-27 jaar; 12 Koreanen, waaronder één getrouwde twintiger die hier met haar man is , de rest rond de 18 jaar maar ook een handvol gasten van 15-16, het was me al opgevallen dat die zich kinderachtig gedroegen. Onze belangrijkst lerares is 35; ik voel me grootvader maar het studeren gaat en de vooruitgang is voelbaar.
Vanmiddag in de kantine nog wat gepalaverd met John; hij heeft juist een nieuw appartement gekocht, 175 m² (voor drie personen!); het is drie jaar oud en er is al wat reparatie aan vloeren en schrijnwerkerij; dat gaat hij nu organiseren met losse arbeiders; hij hoopt er tegen nieuwjaar te kunnen intrekken. Het appartement ligt vlak bij de campus; dat zal hem heel wat tijd besparen en deze buurt is ook veel goedkoper dan het stadscentrum ; zijn vrouw moet dan wel elke dag naar de andere kant van de stad.
Tijdens de namiddagbreak de nieuwe leraar Eddie ontmoet die nogal contact zoekt. Hij werkte als ingenieur voor de Amerikaanse regering; supervisie van de bouwkundige veiligheidsaspecten van de Amerikaanse ambassades; heeft zo de helft van de wereld afgereisd en op 50 op pensioen. In Oeganda ontmoette hij een Chinese vrouw die er voor een private Chinese firma werkte; ze zijn intussen getrouwd, hij spreekt nog geen woord Chinees en zij maar weinig Engels, maar het gaat…. Hij geeft al drie jaar les en vindt het heel tof. Het appartement op de campus –zo groot als het mijne, is volgens hem OK qua oppervlakte, maar vuil! Hij heeft een Chinees autootje (7000 euro);het moeilijkste was het Chinese rijbewijs: multiple choice in het Chinees; je moet een politieagent betalen om de vragen te vertalen(of hem gewoon zelf het antwoord laten invullen).

Vanavond nog maar eens gaan inkopen doen op de boerenmarkt, en veel te veel gekocht; ja wat wil je met aardappelen aan 10 eurocent voor 1,5 kg , wortelen aan 10 eurocent per 2 kg en Chinese kolen aan 20 eurocent voor één kool van 2,5 kilo! Ongelofelijk, in een schoenwinkel in de buurt hebben ze sportschoenen maat 45 en zelfs 46!Een Chinese 46 is juist mij maat; oef, gedaan om dag in dag uit rond te fietsen en wandelen met zondagse schoenen; voor 13 euro zijn ze van mij, niet voordat ik er nog een halve euro afgepingeld heb, de verkoper gaf me teveel de indruk dat de prijs op maat van de klant berekend werd…Onderweg blijf ik nog wat hangen bij een openluchtvoorstelling van een stuk klassieke komische opera, twee zangers, een schelle fluitist en een keyboard als begeleiding; ook de opera moderniseert …
In het restaurant aangesproken door drie studentinnetjes, die hun moed bijeenrapen en me –in het Chinees- uitnodigen om samen met hen te eten; de conversatie verloopt met vallen en opstaan; ze zijn 20 jaar oud en alle drie uit deze provincie; de vlotste van de drie woont 50 kilometer van hier, maar ze is Mongools; haar ouders werken voor het plaatselijk bestuur; alle drie zijn ze al in Beijing geweest, de Mongoolse al twee keer plus één keer naar haar thuisland, Binnen-Mongolië; Chinese jongeren vandaag kijken verder dan hun dorpsplein…Bij het vertrekken slaag ik er niet in te betalen, zij regelen alles! De dienster van het restaurant vertelt me intussen een verhaal over de ‘dikke zwarte lerares’ (Gem) die hier opnieuw kwam eten en met handen en voeten uitlegde dat ze dezelfde schotel van vorige keer wou.
Over dikke zwarte lerares gesproken, van Gem kreeg ik te horen dat mijn populariteit bij de studenten gebaseerd is op mijn ‘sympathieke neus’! Zo dient het buitensporig ornament toch nog tot iets.

Donderdag 28/9
Routine les volgen les geven. Tegen ’s middags zit de job erop. Lunch met Mick (de Christen) , Bonestaak Wang (moet toch eens haar echte naam vragen) en een Chinees die les geeft aan het Business Institute. Hij heet vrienden in Belgie; enkele jaren terug gaven ze in Shenyang les Engelse les aan de Technische Universiteit; zijn vrienden zijn communisten, kwamen naar hier omwille van hun ideaal. Dat brengt ons op het onderwerp politiek, marxisme, economie. Volgens Mick geven de Chinese leraars aan het business instituut les over ‘kapitalistische economie gebaseerd op een Marxistische grondslag’; dat hoort hij van zijn studenten. Onze Chinese collega’s leggen uit dat alle studenten Marxistische opvoeding krijgen: een alGemene inleiding met de ideeën van Marx, en dan de moderne Chinese theorieën over het communisme: Mao, Deng, Jiang Zemin. Wang die lid van de partij is, heeft nooit een woord van Marx zelf gelezen; ze heeft evenmin de besluiten van het laatste partijcongres bekeken en vind het ongelofelijk dat ik die wel heb uitgepluisd. Mick interesseert zich wel voor economie, en heeft Von Mieses weerlegging van Marx gelezen; we discussiëren wat over de wetenschappelijke verdiensten van Marx en zijn betekenis vandaag; de twee Chinese collega’s hebben moeite met de Marxistische terminologie in het Engels.Ze weten er niet zoveel van maar tonen wel allebei belangstelling.Over de theorieën van de huidige en vorige president weten ze meer; we proberen uit te vissen met wat de soms cryptische Engelse formules in het Chinees overeenkomen. De ‘harmonische maatschappij’ die de nieuwe president Hu Jintao voorstaat kennen we allemaal, maar ik kan de ‘twee achten’ (acht hoekstenen en nog acht van iets anders) niet thuisbrengen. Het gesprek bevestigt grotendeels wat partijsecretaris Ren me enkele dagen terug vertelde: gewone partijleden worden vooral geacht het voorbeeld te geven bij het werk; serieuze studie van de politiek is gereserveerd voor hogere echelons.
Ik vraag hen dan wat ze denken van de recente gebeurtenissen in Shanghai (afzetting van de partijleider, één van de twintig nationale topleiders, en van de vice-partijleider, allebei wegens corruptie); ze weten er niets van maar geven toe dat ze het nieuws niet zo goed volgen; onze collega van het Business Institute belooft het op de website van het nationale persagentschap Xinhua op te zoeken; het heeft nochtans in de Volkskrant gestaan, weet ik zeker. Bij het woord corruptie zuchten ze allebei; ja, er is corruptie, vooral bij de hogere verantwoordelijken…enkele jaren terug werden de burGemeester en vice-burGemeester van Shenyang ter dood veroordeeld wegens een immobiliënschandaal.
Vanavond met de klas Chinees naar de stad, Koreaans gaan eten. Ook twee leraressen zijn aanwezig. Het gaat er gezellig aan toe; ik ken nog altijd de namen van mijn medestudenten niet , dus maar vragen en proberen onthouden; blijkt dat ze allemaal zowat in dezelfde situatie zitten: de aangenomen Chinese namen zijn te moeilijk, dus maar de echte namen geprobeerd: Leonid, Irina (2x),Alesa, Mukaish, Emanshu; Kim (2x) Sok, Yeung, enz…Eén van de Kims is getrouwd en woont hier met haar echtgenoot die geneeskunde studeert en nadien naar Amerika wil trekken; de andere Kim is 19 jaar, wil hier een jaar Chinees studeren, dan een jaar Engels in Amerika en tenslotte een jaar Japans in Japan; wat ze dan uiteindelijk gaat doen? Danslerares worden?! Ik weet niet goed wat ik van het kind moet denken, ze lijkt superinteligent want volgt hier zonder moeite de tweede klas terwijl ze vooraf ma ar anderhalve maand Chinees studeerde. Alesa komt uit de Oeral maar is van Oekrainse afkomst. Zij ziet voor zichzelf een toekomst in de zakenwereld, een eigen firma.
Het Koreaanse eten is niet echt bijzonder maar de ambiance is er en we beginnen één voor één in het Chinees iets over onszelf te vertellen. Dat gaat best maar hoeveel er van begrepen wordt? Na de maaltijd- het is intussen al vreselijk laat, zeker halfacht!- gaat de jeugd nog naar de karaoke; ik neem een taxi naar huis samen met Leonid. Verschillende van die Russen hebben er een paar jaar unief opzitten en weten waarover ze praten; hun geschreven Chinees is veel te goed voor onze klas, maar ze verstaan geen gesproken Chinees en wat ze zelf zeggen is ook al onverstaanbaar. Leonids vader is computerspecialist (vroeger bij het leger) , zijn moeder is journaliste (vroeger lerares maar dat betaalt niet meer); hijzelf hoopt in China wat bij te verdienen met zijn uitgebreide IT kennis; eigenlijk studeert hij rechten en hij wil zich ooit als zakenjurist in China vestigen; Rusland is om zeep, zegt hij, het is allemaal de schuld van de ‘buitenlanders’; zelfs de Russische regering zit vol ‘buitenlanders’, ook Poetin is geen echte raszuivere Rus…Het gesprek over nationalisme, extremisme en racisme dat ik met hem probeer te voeren verloopt stroef, de taalkloof is te groot om echt met argumenten boven te komen.
Terug op de campus profiteer ik van de gelegenheid om de grote aula te bezoeken; er is een soort zangwedstrijd van de studenten bezig; indrukwekkende zaal, 4000 plaatsen; in de gangen een uitgebreide tentoonstelling over de geschiedenis van de universiteit, de verschillende faculteiten, professoren, samenwerking met andere universitetiten… een geleid bezoek zou nuttig zijn.

Vrijdag 30/9
Vandaag de laatste werkdag vóór een week verlof ter gelegenheid van de nationale feestdag op 1 oktober.
Vanmorgen vroeg één van de gardes van ons gebouw bezig gezien met taijiquan; mis, zegt hij, het is een andere stijl; hij oefent elke morgen een uur en ik mag wel eens meedoen; afspraak zondagmorgen halfzeven…brr zo vroeg!
Mijn privé-lerares komt ook vanmorgen niet opdagen, na wat mislukte pogingen met een verkeerd nummer krijg ik haar eindelijk te pakken; ze ratelt haar Chinees door de telefoon; een hoop misverstanden; we spreken mekaar wel opnieuw op 9 oktober…
Vanmiddag is er het banket met de rector van de universiteit en alle buitenlandse collega’s; dertig in totaal, acht nationaliteiten. Het gebeurt in een apart zaaltje van de kantine en het eten is echt lekker; komt dat uit diezelfde keuken die onze dagelijkse gesubsidieerde smurrie kookt?De rector houdt een mooie speech en zet twee collega’s in de bloemetjes: een Japanse danslerares(!) heeft met haar klas een nationale prijs gewonnen, en onze jonge Amerikaanse vriend Nolan heeft met zijn klas ook in een of andere wedstrijd uitgeblonken; hij had er zelf nog niets van gezegd. We klinken op alle nationaliteiten, te beginnen met de minst belangrijke – ik mag de spits afbijten; de rector noemt me in het Chinees een Spanjaard maar de slimme tolk -Veronica- corrigeert discreet. Het banket is een kans om eens te praten met professor Wu, die verantwoordelijk is voor het administratief opvolgen van de buitenlanders maar ons anders straal negeert. Hij heeft juist een nieuw huis gekocht, een écht mooi huis met garage in de afgesloten compound van de universiteit; de prijs bedraagt slechts 170 euro per meter, maar hij kan het niet vrij verkopen, het gaat altijd terug naar de universiteit. Hij is niet de enige die uit de stad wegtrekt om hier dichter bij het werk te komen wonen; ik vermelde John al, maar vandaag blijkt ook Owen, nog een vrijgezel, hier een appartement in de buurt gekocht te hebben; hij is het nog aan het inrichten, zijn verlof wordt daaraan besteed. Wu heeft één zoon, die volgt momenteel een MBA in Canada, een dure zaak, volledig op eigen kosten; Wu weet waarvoor hij werkt…Op het banket maak ik nog kennis met Michael, een tweetalig Canadees met Libanese roots, ook al getrouwd met een Chinese en ook al op zoek om een appartement in de buurt te kopen; we babbelen wat in het Frans; hij zal me introduceren bij de reünie van de Franstaligen in Shenyang; waarom niet?
De halvelings geplande uitstap en afspraak met ex-collega Philippe in Dalian gaat niet door, hij vertrekt morgenvroeg al weer naar Thailand en dan India. Daarentegen lukt het me de voor zover bekend enige andere Vlaming in Shenyang, Michel en Chinese echtgenote Xiaoli telefonisch te bereiken; we spreken zondagavond af om iets te gaan eten.

Zaterdag 30/9
De campus begint leeg te lopen; officieel is het vandaag een zaterdagse werkdag om het verlof te compenseren, maar veel komen er niet opdagen. Studenten en leraars beginnen naar de vier windstreken uit te zwerven. Voor mij wordt het poets- en studeerdag; vooral dat laatste verloopt frustrerend en de moed zakt weer in mijn schoenen. Ik slaag erin Gem en Jennifer te overtuigen vanavond het licht- en klankspel in het Wulihe park te gaan bezoeken.We nemen nog de Chinese receptioniste van ons verblijf mee wiens dienst erop zit; ze is al drie jaar afgestudeerd aan de universiteit en verdient met dit werk 80 euro per maand. We doen met de taxi bijna een uur over de 18 km en betalen 4 euro. De verlichting- Italiaans- is inderdaad erg mooi; de rest van het spektakel heel wat minder: overtuigende Koreaanse trommelaars, de rest Chinese versie van Idool. Er is nog geen honderd man aanwezig; 3 euro ingang is ook niet goedkoop en dit programma loopt al 50 dagen. Maar wij zijn tevreden.

Zondag 1/10/06 Vandaag nationale feestdag
Vanmorgen dus om halfzeven gaan turnen met onze receptionist Chang.
Hij beoefent xin yi liu he quan; letterlijk vertaald: ‘de verwachtingen van het hart in zes combinaties’. Het lijkt me wel iets voor oudere mensen, gericht op lenigheid, motoriek en snelle reacties; Chang is 62. Overmorgen probeer ik terug.
Op TV is er al een verslag van het nationale banket in de ‘Grote Hall van het Volk’ in Beijing gisteravond; alle hoge pieten van het land, met de buitenlandse ambassadeurs en 49 buitenlandse experts ‘die veel hebben bijgedragen aan de modernisering van China’ en daarvoor de Vriendschapsprijs’ kregen. De eerste minister heeft een toespraak gehouden, volgens wat ze laten zien niets nieuws. Vanmorgen om vijf uur stonden er op het Tian An Men plein in Beijing duizenden mensen te wachten op de dagelijkse ceremonie van het hijsen van de nationale vlag bij zonsopgang; die ceremonie trekt van jaar tot jaar op 1 oktober meer volk.
De campus lijkt wel uitgestorven, de meerderheid van de winkels geeft gesloten voor de hele week…ik geraak gelukkig toch nog aan brood en yoghurt voor het ontbijt.
Daarna mag ik het kabelslot van mijn fiets afzagen; een plezante heeft vruchteloos geprobeerd het slot te forceren, de fiets staat er nog maar het slot is kapot. Fietsdiefstal is ook in China een toenemend probleem.
In de namiddag een poging gedaan om in het najaarszonnetje buiten te studeren; na korte tijd werd ik aangesproken door drie laatstejaarsstudentinnen; praktische oefeningen Chinees in plaats van theorie; heel ver geraak ik niet; het draait uit op de bijna onvermijdelijke fotosessie want de dames hebben uiteraard allemaal een GSM met fototoestel; wat ze met de foto’s gaan doen kon ik niet uitvissen; allicht opsturen naar hun respectievelijke liefjes die in een andere provincie studeren?
Vanavond op bezoek bij Michel en Xiaoli. Michel is voor zover bekend de enige andere Vlaming in Shenyang; er zou ook nog een Franstalige Belg moeten rondlopen die een winkel van Belgische wafels uitbaat. Her verhaal van Michel en Xiaoli klinkt romantisch; mekaar ontmoet op de bus in Leuven waar zij drie jaar studeerde; daarna getrouwd en verhuisd naar China omdat zij graag terug wilde naar China en hij dat ook een goed idee vond; ze wonen hier bijna een jaar en hebben een groot appartement gekocht , een duplex op de zesde verdieping van een nieuwe verkaveling in de wijk Tiexi; naar Chinese normen duur – marktwaarde vandaag 600 euro per m²; in het appartement wonen ook de schoonouders, beiden vijftigers en gepensioneerde kleine ondernemers; het appartement ligt op de zesde en hoogste verdieping, dat zien de Chinezen nog net zitten zonder lift. Michel spreekt Nederlands met een Leuvens coloriet en Xiaoli met een Chinees, maar ze verstaan mekaar en ik hen; om in hun levensonderhoud te voorzien proberen ze hier op kleine schaal aan import-export van ondermeer bier te doen; het wordt een gezellige avond met een waar banket door schoonmama bereid, gevolgd door degustatie van een taart, Zuid-Amerikaanse koffie, en diverse likeuren alles door Michel Gemaakt. Wie de moeite wil doen om te investeren in zijn levensomstandigheden kan hier comfortabel leven: het appartement met vloerverwarming en parket oogt modern en mooi afgewerkt;daar zitten de praktische schrijnwerkerskwaliteiten van Michel wel voor iets tussen; ze hebben naast de gebruikelijke frigo, wasmachine, microgolf en kookplaten ook nog een echte oven, een broodbakmachine en nog wat andere voor China eerder ongewone apparaten, plus een bizar toestel, een kast om in de zomer de bacteriën in het voedsel te doden; ik heb dat hier nog al gezien maar snap niet hoe het werkt noch waarom het nodig is; Schoonmoeder slaagt er zelfs in ‘Belgische’ frieten te bakken in een wok! Ik noteer en passant dat de metalen buitendeur veel weg heeft van een safedeur, veiligheid wordt ook in China een thema.
Het is al laat op de avond wanneer we afscheid nemen met de belofte nog eens iets samen te organiseren en ik hen het beste in hun commerciële avonturen wens.

Maandag 2 oktober
Vanmorgen om kwart voor zeven gewekt door Gem die kwam vertellen dat ze de hééle dag op stap ging met een van haar studentes; waarom ik dat zo nodig moest weten is me met mijn slaperige kop niet direct duidelijk, tenzij ze bedoelde dat haar voorstel om vanavond naar een bekend restaurant te gaan in het water valt.
De campus loopt van dag tot dag meer leeg; een grote groep Koreanen uit ons gebouw is naar Beijing vertrokken. Mijn kersverse buurvrouw, een jonge Japanse lerares is na het uitpakken van haar dozen ook al weer weg. Driekwart van de winkels zijn dicht en ook verschillende restaurants. Ikzelf geraak moeilijk aan de slag; vandaag stuurden mijn Belgische vrienden enkele interessante studies over China door:een expert heeft het over de politieke invloed van de nieuwe privé-kapitalisten; uit zijn studie blijkt dat niemand weet welk deel van de nationale economie werkelijk door de privé-sector gecontroleerd wordt; cijfers gaan van 30 tot 80 %! In een andere studie gaat het over arbeid: schattingen over werkloosheid in de steden lopen uiteen van 7 tot 12% maar recentelijk is de tendens dalend. Het aantal mensen in het zwarte en grijze circuit neemt toe, maar opnieuw geven de cijfers geen uitsluitsel hoeveel mensen echt in die circuits zitten. China blijft ook voor superexperts een stukje raadsel. Kan je denken hoeveel je mag geloven van wat de anti-propagandisten in onze pers over China schrijven!
Vandaag is nog maar eens een zonnige dag, dus maar weer eens buiten gaan studeren. Een misrekening: de laatste overblijvende buitenlandse studenten hebben besloten het oude keizerlijke paleis te gaan bezoeken, ik weersta niet aan de uitnodiging en bevind me aldus weldra in gezelschap van tien jonge gasten (Koreanen, Russen en Japanners) aan de poorten van het eerbiedwaardige monument; ingang 5 euro per persoon, zonder korting voor studenten of leraars…
Die jonge gasten doen binnen niet veel meer dan digitale foto’s van mekaar maken, hun belangstelling is nogal oppervlakkig… het paleis loont nochtans de moeite. In de vroege 17e eeuw kwamen aan de Mongolen verwante stammen, Mandchoes, afzakken uit het noorden van China, om in luttele jaren de provincie Liaoning te veroveren; ze riepen zichzelf hier tot koning uit en lieten in de jaren 20 het oudste deel van dit paleis bouwen; het oudste gebouw is echt architectonisch hoogstaand, een achthoekige nagelloze constructie die verwijst naar de acht clanlegers waarover de Mandchoe heerser beschikte; hoe dergelijke vechtersbazen zo iets mooi konden bouwen is een klein raadsel voor mij. Nog vóór de helft van de zeventiende eeuw hadden ze ook de Chinese Ming keizer verslagen en zijn rijk overgenomen onder een nieuwe dynastie, de Qing; halfweg de achttiende eeuw zou het Chinese rijk zijn grootste omvang ooit bereiken.
Alhoewel de Qing al snel na de eerste bouwfase van dit paleis Beijing veroverden en daar het serieuze werk begonnen voor de herinrichting van het keizerlijke paleis, bleven ze ook nier nog 200 jaar doorbouwen; de keizers bleven hier in de zomer regelmatig op verlof komen, en hadden plaats nodig voor hun hovelingen, vrouwen, concubines en andere maîtresses.
Tegen het einde van het bezoek ben ik de jongeren hopeloos kwijt, dus maar te voet door het stadscentrum gaan dwalen, helemaal naar het marktplein en dan verder naar het Noordstation. Er zijn in het centrum een aantal wijken helemaal tegen de grond gegooid en terug opgevuld met hypermoderne mastodonten. Maar in alGemene regel is er één moderne bouwrij langs de hoofdwegen, met daarachter de oude flatgebouwen van de jaren 70 tot 90. Mooie en dure winkels langs de hoofdstraten, sommigen erg gespecialiseerd: een winkel alleen voor trappen, een winkel alleen voor landmetersmateriaal, een horlogewinkel met ECHTE Omega’s en Jaeger-Lecoultre’s… daarachter smallere straten met ‘Chinese’ winkels; ik passeer ook nu weer voorbij een geïmproviseerde rommelmarkt op het trottoir en een soort overdekte brocante- en antiekmarkt; ik kom ook langs twee reusachtige showrooms voor auto’s, allebei verlaten; recentelijk toch niet zo een goeie business? Het marktplein van Shenyang is zeker vijf keer zo groot als de markt van Sint-Niklaas; er is een Sheraton hotel ,een Sun Wah supermarkt; een futuristisch provinciaal museum (helaas al gesloten om vier uur) en een theatercomplex; het programma voor oktober oogt niet erg uitnodigend.
In de buurt rond het Noordstation staat niets oud meer; vriendelijke juffrouwen nodigen me uit een meubelwinkel te bezoeken; het zijn betere meubelen, zelfde prijscategorie van bij ons. De drukte rond het station is ook hier niet te doen – Chinese stations bezorgen me iedere keer een lichte vorm van agorafobie. Ik kan de juiste bus daar niet vinden een stap maar een kilometer of twee verder, om dan toch nog op de verkeerde terecht te komen. Dat belooft wanneer ik zou proberen alleen buiten Shenyang aan toerisme te gaan doen!
Van mijn goede bedoelingen om vanavond te studeren komt niets terecht; zus, schoonma en Lieve passeren de Skype revue; een Chinese leraar aan de nabije hogeschool voor ingenieurs die ik enkele dagen terug samen met Gem ontmoette, komt me opzoeken om Engels te praten, we gaan samen eten; en tenslotte komt één van de Japanse studentes zich nog verontschuldigen omdat ze me deze namiddag in de steek lieten…zo gaan de avonden snel vooruit.Die Chinees, Yang Xue Cheng, is wel een interessante kerel; hij is al dertig en pas enkele maanden afgestudeerd als master (de studenten hier zijn na vier jaar unief nog altijd maar bachelor); nu bereidt hij zich voor om les te geven, een soort assistent waarschijnlijk; dat brengt hem 200 euro per maand plus een goedkope kamer op de universiteit op; zijn ouders waren boeren in het zuiden van de provincie; zijn oudere broer en schoonzus verpachten hun grond en trokken naar de nabije stad Anshan; ze bakken er op straat een soort koeken die ze vanaf ’s morgens vijf uur verkopen aan de bouwvakkers, die ook al van het platteland afkomstig zijn; ze zijn maar twee van de 140 miljoen interne gastarbeiders; volgens Yang verdienen ze samen ongeveer zoveel als hij, 200 euro per maand;tot voor enkele jaren was deze economie grijs, nu nemen de grootste steden maatregelen om de interne migranten correct op te vangen en alle wettelijke arbeidsrechten te bezorgen. Ik denk dat Yang nog wel zal langskomen.
Vandaag heeft Makiko, een Japanse studente me ook voorgesteld aan een Japanner van 66 jaar die in ons gebouw woont; dat blijkt geen leraar te zijn maar een student Chinees; na zijn pensioen vorig jaar besloot hij hier de taal te komen leren. Veel krijg ik er niet uit, de man is totaal Engels onkundig. Via mijn tolk kom ik te weten wat hij vindt over de nieuwe erg nationalistische Japanse eerste minister: ‘Goed! Zijn nationalisme is correct’. Na een Russische ultranationalist nu ook al een Japanse nationalist op de campus! Hoe is het toch mogelijk? Er mankeert alleen nog een Vlaams belanger…

Dinsdag 3 Oktober
Vanmorgen om halfzeven alweer xin yi liu he quan oefeningen met Chang; het begint al wat te gaan. Om zeven uur komt Gem langsgestapt; die studente waar ze mee op stap is blijkt al een volwassen getrouwde vrouw die ‘in het zwart’ sommige van haar klassen bijwoont; haar man is professor, ze hebben een auto en zijn gisteren met Gem de hele dag naar de Wu Nu bergen getrokken, aan de Koreaanse grens; vandaag gaan ze de binnenstad van Shenyang en een keizerlijke graftombe bezoeken; hoe speelt ze het toch klaar al die Chinezen rond haar vinger te draaien zonder één woord Chinees en zonder de minste poging om haar Amerikaans wat verstaanbaarder te maken?
Mijn dag verloopt opnieuw grotendeels in een worsteling met de Chinese taal; een flauwe plezante stuurt me dan nog een artikel op over de bijna onoverkomelijke moeilijkheid om als volwassene nog Chinees te leren…
Vanmiddag ben ik hier naar de kapper geweest als afwisseling ; het is één van de weinige etablissementen die nog open zijn; knippen en twee keer haar wassen plus brushen; in totaal een halve euro voor een half uur werk. Nadien toch maar weer buiten gaan studeren en opnieuw in handen gevallen van rondzwervende Chinese studenten; een gezellige babbel gehad; zij willen allemaal Engels spreken terwijl het er mij om te doen is Chinees te oefenen; beiden verlopen erg moeizaam; het collegegeld voor eerstejaars bedraagt hier 400 euro per jaar voor laatstejaars 1300 euro; zonder de kosten van loGement gerekend maar die vallen goed mee ; zo te horen is dat voor de ouders van Gao, een student software engineering, geen onoverkomelijk probleem; zijn vader is leraar wiskunde en zijn moeder heeft nooit buitenshuis gewerkt; ze hebben ook nog een jongere dochter in het middelbaar zitten. Tijdens het avondeten waarvoor ik hem uitnodig – niets zo frustrerend als alleen eten in een Chinees restaurant- proberen we wat over politiek te praten doch hij gaat er niet veel op in; zijn vader is bij de partij maar hijzelf heeft geen ambitie.Ook Ji Yan, eerstejaars kleuterlerares komt erbij zitten; haar gesproken Engels is beter en ze woont binnen fietsbereik van de universiteit; ze belooft meteen dat ze me mee naar huis zal nemen om haar ouders te ontmoeten…misschien moet ik een voorbeeld aan Gem nemen en inderdaad zonder veel vragen te stellen op dergelijke voorstellen ingaan.
Intussen is mijn Japanse buurvrouw terug aangekomen; ze was voor drie dagen op een georganiseerde uitstap naar Binnen-Mongolië, fantastisch! Nog twee dagen wil ik me pijnigen met Chinees, maar dan moet ik er echt ook eens van tussen…
Mijn avondlijke fietstocht brengt me langs de winkeltjes in de buurt, op zoek naar een nieuw fietsslot. In en rond het nieuwe wijkje ten noorden van de campus zijn veel winkeltjes; als je goed zoekt kan je hier heel veel vinden zonder naar de supermarkt in de stad te gaan…op straat zijn weer twee openlucht varietéprogramma’s gaande… zou dat zijn om volk te lokken voor de winkels? Voor het eerst merk ik dat er op straat ook schaak gespeeld wordt voor geld.

Woensdag 4/10
Onnatuurlijke stilte in de ochtendmist.
De studie Chinees vanmorgen valt mee; na het optrekken van de mist is het goed langs de vijver; een paar mannen vissen er de laatste lotussen uit; hopelijk groeit dat in de lente terug.
Na de middag tochtje naar de stad; enkele lokale reisbureaus bezoeken; ja, er zijn één, twee en driedaagse reisprogramma’s naar de provinciale toeristische toppers; maar alles is al volboekt deze week! Iemand legt me uit dat één van mijn bestemmingen Gemakkelijk met de trein bereikbaar is; dan toch maar alleen proberen?
Er zal wel geen enkel land ter wereld zijn met evenveel winkeltjes per inwoner als China; van de meeste gebouwen zijn de onderste appartementen heringericht als winkel. En dan zijn er nog de straatventers! Gemakkelijk voor de consument zou je denken? Maar hoe kan je tussen 100.000 winkels die allemaal bijna hetzelfde verkopen, nu juist dat gespecialiseerd etablissement vinden dat het niet standaard product verkoopt dat jij nodig hebt? Blijven rondlopen, je ogen de kost geven en steunen op een netwerk van horen zeggen…
De eerste dagen ben je overweldigd door die duizenden Chinese karakters die op je afkomen. Nu slaag ik er stilaan toch al in uit te vinden wat soort winkels ik tegenkom. De concurrentie moet hier moordend zijn; hoe al die gasten aan hun kost komen ? en of ze als zelfstandige kunnen sparen voor hun pensioen? Voor mensen die twintig jaar of langer in staatsbedrijven gewerkt hebben en nu ineens op eigen vleugels verder moeten, kan het niet Gemakkelijk zijn.
Onmiddellijk naast/achter de glimmende straten kom je nog eigenaardige dingen tegen: midden in het centrum mensen die op straat simpele metaalconstructies of houten kratten maken. Ik zie een heel oude vrouw op het trottoir L-profielen aan mekaar lassen.
Met moeite thuisgeraakt; 25-30 kilometer is echt het maximum met de te lage Chinese fiets op dit lichtglooiend parcours.
Voor de poort worden zoete aardappelen verkocht, ik laat me verleiden en ga die verorberen samen met Chinese kool en een duizendjarig ei! Mijn eten staat nog op de kookplaat wanneer Gem binnenvalt met twee Chinese studentinnen; ik had inderdaad gisteren de aanwezige leraars uitgenodigd om de fles wijn en mooncakes van de faculteit te komen proeven. Ze installeren zich meteen terwijl ik kook en daarna eet; de Chinezen hebben andere gewoonten dan ons; ze zijn vreselijk nieuwsgierig, beginnen zonder scrupules alles te bekijken en onderzoeken en vinden het helemaal geen probleem om te blijven terwijl je druk bezig bent of nog moet eten. De studentes kijken nogal sceptisch naar mijn experimenten met de wok op de elektrische kookplaat; hilariteit alom wanneer ik met vork en mes begin te eten; dat kan er echt niet in bij hen! Na een tijdje hebben ze er genoeg van en verdwijnen. Vanavond dus wijn-, tee-en mooncake avond met de drie aanwezige collega’s, Gem, Jennifer en mijn Japanse buurvrouw waarvan ik weer eens vergeet de naam te vragen…De mooncakes zijn lekker, de wijn- Great Wall, de beste in China- trekt op niet veel. Het gesprek tussen een Amerikaanse die niets weet en de domste vragen stelt, een oudere Britse die China binnen en buiten kent, een jonge Japanse met beperkte kennis van het Engels, en mezelf meestal als toehoorder, verloopt niet echt evenwichtig. Gem heeft buiten haar opdracht hier al twee extra-jobs, één ervan zelf bijna een full-time, het wordt te veel voor haar; volgens Jennifer is dit allemaal louche; het gaat om middelbare of zelfs lagere scholen die geen toelating hebben om buitenlandse leraars aan te werven, en dan maar omwille van het prestige in het zwart een buitenlander proberen te lijmen; en blijkbaar lukt dat alleen met nieuw aangekomen leraars… Onze Japanse is al 27 jaar, ze ziet er geen twintig uit; dit is haar derde jaar in het buitenland, maar volgend jaar moet ze naar huis, , want haar ouders willen haar getrouwd zien in Japan.

Donderdag 5 oktober
De voormiddag verloopt volgens het bijna vaste stramien; gaan studeren aan de vijver, aangesproken worden door Chinese studenten. Deze keer is er toch wat afwisseling; het gaat om drie gasten van een school voor politieofficieren, vijf kilometer hier vandaan; ze werken met drugshonden, ondermeer Labradors, Duitse en Hollandse herders en een speciaal Chinees ras van Kunming; tot daar toe gaat het maar wanneer het gesprek evolueert naar de onze feestdagen in België schiet mijn Chinees tekort.; …nochtans heb ik dat goed twintig jaar geleden allemaal geleerd! Deze namiddag nog maar eens de boer op per fiets. Zo te zien is het lang geleden, want de maïs is intussen geoogst. De velden lijken hier groot maar zijn in werkelijkheid opgedeeld onder de boeren, en alles wordt met de hand geoogst. De kolven zijn al binnen, de boeren zijn volop bezig de bladeren van de kolven te halen; daarna wordt alles te drogen gelegd in rekken, sommige op de binnenkoer, andere gewoon langs de straatkant. Overal blinkt het geel. Daarna worden de stengels afgesneden en in bundels opgeladen; die worden voor van alles gebruikt, van vlechtwerk tot brandstof. Ik rij nog voorbij de baksteenfabriek, opvallend dat er ook nu geen zwarte rook uit de schouw komt, ze stoken nochtans met steenkool; wat verder nog een dorpsfabriekje, iets met metaal; er staat een kolengestookte oven buiten onder een afdak te razen, van de meestergast mag ik een kijkje komen nemen en hij stelt me meteen aan de hele ploeg voor als zijn ‘goede vriend’.In het atelier staat een indrukwekkende mastodont pers; ze maken hier een soort stalen ringen. Van de tien man is er geen een aan het werk, vermoedelijk moeten ze wachten tot de oven op temperatuur is.De meestergast blijkt niet de eigenaar, dat is een andere kerel aan de ingang; ik vraag hoe de zaken gaan en krijg het beleefde antwoord: ‘gewoon’. Een eindje verder de nieuwe autostrade die ik eerder al ontdekte; het verkeer is nog altijd meer dan magertjes, maar de officiële opening kan niet veraf meer zijn; reinigingsploegen zijn overal volop bezig; een man vult een grote emmer uit een tank, giet die uit en dan beginnen er drie anderen te borstelen; een eindje verder is het efficiënter; een echte spuitwagen ; in een ogenblik van onoplettendheid krijg ik flink wat modder over mijn schoenen; die onoplettendheid is anders wel te verstaan; op een reeks reclamepanelen wordt aangekondigd dat hier een nieuwe ontwikkelingszone van 20 vierkante kilometer komt;dat is zowat de helft van groot- Temse. Tegen 2010 zou het projectje in grote lijnen moeten af zijn; er komen informaticabedrijven en nog veel meer; bijvoorbeeld een woonzone met minstens vijftig torens, een meer waarop je volgens de tekening kan zeilen, surfen en zelfs waterscooteren; en als we dan toch bezig zijn, dacht de architect, laat ons aan dit paradijs dan maar een paar palmbomen toevoegen. Ergens is er sprake van vijf miljard euro, of dat de totale investering of de omzet van de bedrijven moet worden weet ik niet. Op de terugweg terug langs de boeren; veeteelt is hier ook wel belangrijk; er zijn veel koeienstallen en overal lopen geiten. Een man die voor zijn deur zit spreekt me aan, ik krijg meteen een krukje om uit te blazen (zie ik er dan zo kapot uit van die Chinese fiets?); hij is boer, zegt dat hij een goed jaar heeft en Gemidddeld 200 euro per maand verdient; daarmee is mijn parate talenkennis zowat uitgeput; zijn vrouw, dochter en schoonzoon komen er ook bijzitten; ook hier ben ik meteen vriend des huizes en komt de uitnodiging om samen Chinese alcohol te drinken; dat probeer ik toch liever niet op de fiets, het spul is hypersterk.
China is voor een Westerling een Gemakkelijk land om contacten te leggen; wij zijn voor de Chinezen een curiosum, en curieus zijn ze; je kan ze dus met gelijke munt terugbetalen, ongegeneerd overal binnengaan om eens rond te kijken, en alle vragen stellen waarop je bij ons zonder twijfel als antwoord krijgt: ‘Dat zijn jouw zaken niet!’
Bij de dorpsvijver zitten een hele hoop mannen te vissen; er staan fietsen en moto’s en twee nieuwe auto’s; de Chinese boeren in de nabijheid van een grootstad boeren goed… Op de verdere terugweg ben ik te overmoedig en rijdt hopeloos verloren in de velden; het is donker voor de laatste kilometer, en dat is op den buiten zonder enige verlichting wel degelijk gevaarlijk.
Nog een kleine anekdote: ook ik kan nu frieten bakken in een wok!


Vrijdag 6/10
Vandaag dus op toeristische trip naar Benxi. Michel en Xiaoli gaan mee plus een Engelssprekende vriendin Hannah.Om half acht afspraak aan het station van Shenyang. Het is de eerste keer dat ik zo vroeg in de stad rondtoer. Het meest opvallend zijn de trouwstoeten, inderdaad om 7 uur ’s morgens! We rijden er verschillende voorbij, meestal een stuk of vier chique voertuigen versierd met linten; de Chinezen huren ook al verlengde Cadillacs voor hun feesten; en vóór de stoet rijdt een camionette met open achterdeuren, van waaruit een cameraman de rit in zo een rijdend luxesalon voor de eeuwigheid moet vastleggen.
Mijn drie compagnons wachten al aan het station, zoals afgesproken aan het Mei Dan Lou, gewoner gezegd de McDonald’s.De sneltrein van 8 uur is al volgeboekt, maar geen nood: aan de overkant van de straat is het station voor lange-afstandsbussen; dat valt beter mee, we kunnen meteen opstappen en de bus vertrekt al na enkele minuten.
We rijden Shenyang uit langs het modernste zuidelijke stadsdeel. Daar wordt een enorm overdekt stadium gebouwd: Olympisch voetbal in 2008!
Tegen goed 9 uur zijn we in Benxi, zo’n 70 kilometer verder. Benxi is een heel andere stad dan Shenyang; het is relatief klein, helemaal op beboste heuvelen gebouwd, er kronkelt ook een rivier door.Ook deze stad is getroffen door het ‘alles moet nieuw’ virus. Het nieuwe busstation is een avant-garde geval. De kleinere busjes voor de ‘Watergrotten’ wachten ons op aan de uitgang. Het is nu nog eens dertig kilometer langs een nieuwe zesvaksbaan de heuvelen in naar Xiao Shi; het lijken hier wel een beetje de Ardennen. Xiao Shi is een autonoom Manzhu kanton, dat wil zeggen dat de Manzhu minderheid hier een groot aantal dingen zelf kan besturen. Van een specifieke Manzhu cultuur zien we echter niets.
Voor de twee busritten samen hebben we slechts 3 euro betaald, maar de ingang van de toeristische attractie kost 13 euro. Daarvoor hebben we recht op niet minder dan zes attracties!
De grotten van Benxi zijn UNIEK! Een uit de kluiten gewassen rivier is hier de grond ingedoken en heeft een half miljoen jaar geleden een drie kilometer lange tunnel uitgegraven. Je bezoekt de grotten per boot; het traject wordt in beide richtingen gevaren, zowat 40 minuten in het totaal; drie kilometer ondergronds, het is het langste zulk traject in de wereld; stalactieten en –mieten zoveel je wil, indrukwekkend grote tot erg fijne juweeltjes, hier en daar gekleurde spots om te accentueren.Bij de uitgang hangen foto’s van andere beroemde grotten in de wereld; Han-sur-Lesse hangt er twee keer bij , plus nog een andere grot in België waar ik nog nooit van gehoord heb.
Daarna volgt een wandeling van vier kilometer met de beklimming van enkele heuvels; iemand heeft de trappen geteld: 1215; al puffend komen we boven in een paviljoentje aan. Mooi.
Na de afdaling volgt een rit met een electrisch busje en dan een stukje rafting op de rivier; dat laatste is maar een afkooksel, veel stroming staat er niet; zonder begeleider/stuurman gaat ons rubberbootje wel alle richtingen uit.
De rest van het programma is van het goede te veel:
Een show met travestieten en alligatoren; voor twee euro mag je met beiden op de foto
De toegangsgang tot de eigenlijke grot, is opgesmukt met een verzameling polyester dynosaurussen; originele kitsch
het intrigerendste is een tentoonstelling met ‘duizend dingen van de hele wereld’.India wordt voorgesteld als de bakermat van het boedhisme, Afrika met de stereotypes van gorilla’s en leeuwen in het oerwoud, en de Amerikaanse Far West door een bloedig revolvergevecht in een saloon; maar wat ze dan nog tonen van het Westen! Folterkamers, gruwelijke taferelen met bloed en verminking, een slechte simulatie van de hel, tussendoor noch een Christus aan het kruis, een barok grafmonument met pleureuses, voorgesteld als echte mensen, geen beelden… wat moeten de Chinezen wel denken van ons…
Wanneer we terug in Benxi geraken is het vier uur, tijd voor ons ‘middagmaal’; volgens mijn compagnons was het eten aan de grot immers slecht en duur; we komen opnieuw in een Koreaanse barbecue terecht; de invloed van Korea is in deze streek toch erg groot.
De terugtocht verloopt verder vlot, toch is het nog halfacht vooraleer ik met de stadsbus van Shenyang thuisgeraak.
De hele daguitstap, ‘op Chinese wijze’ heeft me 25 euro gekost;. dat is een week werken voor de doorsnee Chinees; toch was er veel volk in Benxi; volgens de pers was in deze verlofweek één op vier Chinezen wel eens op de baan.
China heeft momenteel drie verplichte verlofweken voor alle werknemers ( 1 oktober, 1 mei en het Chinese nieuwjaar); de bedoeling is het systeem te versoepelen want er zijn teveel problemen in de toeristische sector met zo een sterke concentratie.
Vandaag heb ik ook wat met Xiaoli gepraat over het onderwijs. Verschillende heel jonge kinderen (lagere school) spraken ons aan in het Engels of Frans. Nochtans begint het onderwijs van vreemde talen pas in het middelbaar. Maar privé-scholen organiseren in sommige gevallen al taalonderricht vanaf de kleuterschool! Xiaoli zelf volgt Engelse les aan zo’n 400 euro per jaar (omdat ze één van de eerste klanten was); de normale tarieven liggen een stuk hoger. Toch sparen veel ouders de rijst uit hun mond om hun enig kind naar zo een school te kunnen sturen; ook wie het moeilijk kan betalen heeft schrik dat zijn kind zonder deze extra lessen niet zal meekunnen met de rest. Extra lessen zijn overigens niet beperkt tot talen; Xiaoli verdenkt de leerkrachten van de staatsscholen ervan hun leerlingen aan te sporen om privé bij hen of hun collega’s betalende bijlessen te volgen in taal of andere vakken.

Weekend 7-8 september
De campus loopt terug vol. Studenten komen toe met bussen, taxi’s of de wagen van papa en mama; ook de Koreanen zijn terug uit Beijing.De winkels vullen hun voorraad aan. Zaterdag heb ik nog maar eens geprofiteerd van de goedkope mosselen hier; een kilo voor 25 eurocent! Die mosselen komen van Dalian, meer dan 300 kilometer hier vandaan.’s Avonds speel ik mijn eerste echte partij Chinees schaak… tegen de computer; direct een confrontatie met een menselijke internetspeler of een Chinese straatspeler durf ik niet aan, maar dat komt wel.
Zondagmorgen sta ik paraat om halfacht; mij Chinese privé-lerares is ook terug uit verlof en begint er meteen mee; volgens haar is mijn probleem dat ik meer moet luisteren en praten, ze schuift het handboek opzij en we converseren een uur; moeizaam maar hopelijk nuttig.
Vandaag zie ik in de krant dat in deze provincie de langste tunnel ter wereld gebouwd wordt. Een ondergrondse waterpijp met een diameter van 8 meter en een lengte van 85 kilometer moet tegen 2008 af zijn. De tunnel zal water uit de heuvels in het oosten naar 10 miljoen mensen in steden zoals Shenyang brengen.Het netwerk zal 231 kilometer lang zijn.Kost: één miljard euro.
Vanmiddag had ik een lange babbel met Jennifer, die een les moet geven over Amerikaanse en Britse economie in het kader van haar cursus: culturele verschillen tussen de USA en Engeland; ze vroeg of een markteconomie nu al dan niet het herstel van het kapitalisme in China betekende. Ja, daar kan je lang over praten en dan ben je nog niet zeker van het juiste antwoord…Hoe omschrijf je een land waar een communistische partij onder haar controle een overwegend kapitalistische economie invoert? En hoelang kan dat systeem duren vooraleer de belangen zwaar gaan botsen en het definitief kantelt in één richting? Niet lang zou je denken, maar het duurt al meer dan 25 jaar!
Zondagnamiddag een bezoek gebracht aan de Shelita pagode; een ding van 13 verdiepingen hoog met een soort stupa op de top, gebouwd in de 11de eeuw (het oudste gebouw van Shenyang?) en heropgebouwd in de 17e eeuw; veel van die historische monumenten waar de Chinezen zo een spel van maken zijn niet eens zo oud als sommige van onze dorpskerken. De pagode is in goede staat, maar het museumpje is beneden alles: kleine vensters en geen verlichting, 90% van de voorwerpen weg en vervangen door gebleekte fotos; nul dus. De garde aan wie ik uitleg vraagt zegt dat er in China geen geld is voor cultuur. Nu, ook de tuin is serieus verwaarloosd, en dát kost toch geen geld. Veel bezoekers komen hier ook niet, vooral Japanners en Zuid-Koreanen; er wordt aan deze pagode nog altijd wierook gebrand en geofferd, zie ik. De weg naar de pagode loopt langs een kleine rivier met aan weerzijden een groene zone en paden; prettig; in een parkje zijn de mensen volop aan het kaarten, mahjong en schaak aan het spelen; ik schuif bij als toeschouwer bij het schaken kwestie van wat routine te krijgen. De pagode zelf staat op een heuvel, en de wijde omgeving is een slagveld; één grote puinhoop; hier en daar zijn mensen nog bezig hout, metaal en goede bakstenen te recupereren; tussen de verwoesting staan nog een tiental huisjes overeind, min of meer dan toch; de bewoners zitten of staan er wat verweesd bij; hier is geen sprake van de gewone sympathieke nieuwsgierigheid die ik elders ondervind; ik zie het niet goed zitten om te stoppen tussen dit puin en een praatje te beginnen.
Vlakbij de pagode is nog mar eens een vestiging van Carrefour (dat is al de vierde die ik tegenkom) maar veel verschil met de anderen is er niet; enfin, mijn voorraad kaas en choco is weer wat aangevuld, morgenvroeg eet ik Frans brood en ik heb nu toch al een idee waar we onze nog ontbrekende huisraad kunnen vinden wanneer Lieve in januari aankomt. De terugtocht van 50 minuten per fiets verloopt volledig in het donker, nog altijd een riskant avontuur hier; buiten de grote straten is zo goed als niets verlicht.


Dinsdag 10/10/06
Gisteren aanloopdag voor de nieuwe schoolstart.. meteen heb ik ook wat tijd om via internet de Belgische verkiezingen te volgen. Beangstigend die bruine pest; ook al hebben ze dan geen grote steden veroverd, te weten dat één Vlaming op vier voor zoiets brutaal asociaal stemt doet huiveren; ook al zijn de mensen ontgoocheld in de klassieke politiek en voelen ze een zware crisis boven hun hoofd hangen, dan nog is dit wel het slechtste alternatief …Op de Chinese TV was er een reportage over: de vooruitgang van extreem rechts en Verhofstadt in slechte papieren voor de verkiezingen volgend jaar; zeg nu nog dat de Chinezen van niets weten…
Iemand heeft me verteld dat er in Shenyang een fabriek van Bekaert staat; dat klopt ook nog, en wel sinds 1998, een eeuwigheid al; via het internet kom ik adres, telefoon en internet te weten; daar ga ik me binnenkort wel eens aanmelden.
Maandag ook nog kennis Gemaakt met enkele andere Amerikanen van het business institute; ze geven daar bijna allemaal Engelse les, alleen een zwarte Amerikaan uit Jamaica werkt op economie; we wisselen adressen uit en beloven opnieuw contact op te nemen. Bij de lunch hadden we een lange babbel met Nolan, die gedurende het verlof de Russische en Noord-Koreaanse grens ging bezoeken en veel vragen heeft over de Koreaanse oorlog; hij heeft ook in Shenyang een oorlogsmuseum ontdekt, weer een punt bij op mijn ‘to do‘ lijstje?
Intussen zijn er alweer twee dagen Chinese les voorbij, de moed zinkt terug in de schoenen; de les ‘Chinees luisteren’ is niet te doen. Het Chinees heeft in totaal een kleine 950 woorden, die qua klank eigenlijk niet ver uit mekaar liggen; er zijn reeksen woorden die voor mij compleet gelijk klinken; als dat vrij snel na mekaar uitgesproken wordt, is het hopeloos; één troost: de helft van de klas kampt met hetzelfde probleem; ook de Chinese karakters, die ik stuk voor stuk al eens geleerd heb 20 jaar geleden, gaan er niet goed meer in.
Vandaag vier uur marketing, het was nogal plezant en de studenten werken ook goed mee; opvallend hoeveel er afkomen met voorbeelden van producten en diensten die gericht zijn op de rijkere middenklassen of zelfs de hele rijken op één of andere manier moet ik de discussie daarover toch kunnen opentrekken? Jennifer vertelde me dat in haar klas vergelijkende cultuur op vraag van de studenten zelf de westerse economie besproken werd; ze gaf hen als huistaak op een stukje te schrijven over het verschil tussen de Amerikaanse en de Chinese economie; benieuwd wat daar gaat tussenzitten.
Vanmiddag had ik een ontmoeting met Liu Guiqiu in de refter, of beter gezegd, ze kwam me opzoeken en vroeg meteen om samen aan tafel te zitten. Gui is naar het schijnt een heel mooie bloem en Qiu betekent herfst. Guiqiu is een jaar of 35, spreekt heel vlot Engels, en geeft les aan onze faculteit. We hebben een prettige babbel, veel Engels met wat Chinees; ze beweert dat mijn Engels beter te verstaan is dan dat van de Amerikanen of de Engelsen!?! Ze woont in de stad in een afgesloten woonwijk, dat is het geval voor alle wat luxueuzere nieuwe wijken; een omheining of muur rond de wijk en twee ingangspoorten met permanente bewaking, alhoewel ik ze nooit iemand zie tegenhouden. Haar echtgenoot is ook leraar Engels geweest maar heeft carrière Gemaakt op het stedelijk urbanisatiebureau; hij heeft een dienstwagen met chauffeur. Ook deze keer worden er namen, telefoonnummers en e-mails uitgewisseld en Guiqiu stelt voor samen terug naar het instituut te gaan. Nou goed, dan neem ik mijn fiets maar bij de hand? Wat een misrekening! Ze wil me absoluut wegbrengen met haar nieuwe VW Bora met automatische versnellingsbak…Wel ,er is aan alles een mouw te passen; ze voert me naar mijn appartement, waar ik mijn documenten voor de les ophaal, voert me dan terug naar mijn fiets, waarmee ik naar de klaslokalen rijdt terwijl zij mijn boekentas per auto meebrengt naar diezelfde lokalen. Ik heb eens nagevraagd of ik via haar echtgenoot geen bezoek kan brengen aan de werf van het Olympisch voetbalstadium of van de metro van Shenyang; ze zegt niet nee.
Na de les toevallige ontmoeting met onze jongste Japanse collega, waarvan ik nu eindelijk weet dat ze Meigumi noemt –probeer zoiets maar te onthouden. Ze moet vanavond naar een spektakel georganiseerd door de faculteit voor de eerstejaars; van ons clubje buitenlandse leraars blijken alleen de twee Japanners op de hoogte of uitgenodigd te zijn (misschien omdat zij de enigen zijn die aan eerstejaars les geven?). Het ding duurt van 6 tot 8 in speelt in de grote aula, geen probleem om ongevraagd een kijkje te gaan nemen. De decaan illustreert de geschiedenis van de universiteit met foto’s, maar ik kan er niets van maken; daarna worden wat leraars en leerlingen gehuldigd voor bijzondere prestaties op een van de interscholen wedstrijden die aan de lopende band georganiseerd worden. Gelukkig duurt het officiële deel maar een half uurtje, de rest is varieté met optredens van leraars en leerlingen, muziek, zang, dans, gedichten, modeshow; alles ook gedeeltelijk in het Engels, Japans of Russisch,maar van de liedjes kan ik zelfs niet uitmaken welke taal gezongen wordt. Onder het hoofdstuk Indische dans voeren de meisjes een echte buikdans uit maar voor de rest is het allemaal uitgesproken modern. Het gaat er spontaan aan toe, toeschouwers mogen het podium oprennen om hun uitverkoren artiest een bloemetje te geven, ook alle uitgenodigde leraars op de eerste rij krijgen bloemen.
Na de show bots ik opnieuw op Meigumi en de oude Japanse lerares Sato en we gaan samen eten. Converseren met Sato is echt moeilijk! Ze verstaat slecht en wat zezelf zegt is ook al niet eenvoudig; daarbij is ze Japanser dan Japans; stel haar een vraag, wacht tot ze door een ceremonie van glimlachjes en ontwijkende gebaren geraakt en hoop dan misschien op een antwoord, of wat daarvoor met doorgaan. Ze is wel al heel oud en naar hier gekomen omdat ze zin had hier eens een tijdje te zijn, tenminste zo interpreteer ik het gesprek; haar man is in Japan gebleven, hij is wel al op pensioen, maar te druk bezig met eigen hobby’s, waaronder westerse dansen! Ik begin na een tijdje toch te voelen vanwaar haar belangstelling voor China komt en vraag haar vlakaf of ze van de Japanse Communistische Partij is; dat niet, maar ze vindt die partij wel goed; ze was heel lang geleden ook al in de Soviet-Unie. Over de nieuwe en vorige Japanse premier is ze niet te spreken. Jammer dat de communicatie met oudere Japanners zo moeizaam is; je moet er alles uitsleuren! Meigumi is een stuk vlotter, maar even moeilijk te doorgronden; wat een verschil met de studente Makiko die al in Australië studeerde en hier ongeveer de meest populaire van de hele school is.

Woensdag 11/10/06
Vannacht 2 graden en overdag een scherpe noordenwind; de zomer is voorbij en de herfst zal niet lang duren…
De dag begint met een verrassing; na mijn ochtendoefening met Chang ligt er een briefje onder de deur: al mijn lessen vandaag zijn afgelast; de leerlingen gaan weer tolken op een héél belangrijke internationale bijeenkomst. Gemakkelijk…maar hoe dat met het lesprogramma verder moet? Deze klas heb ik al drie weken niet meer gezien!
De Chinese les vanmorgen was hard; lerares Han had aangekondigd dat het voortaan niet meer zo traag zou gaan als in het begin, en voegt de daad bij het woord… het voorziene programma van twee lesboeken per semester moet en zal gehaald worden; hoeveel leerlingen nog mee zijn is minder belangrijk, maar ik hap naar adem. ..Tijdens de break komt de Koreaanse klasverantwoordelijke me uitnodigen voor een leerlingen picknick vrijdag; maar de lerares heeft iets opgevangen en zegt direct dat het niet kan: buitenlandse leraars zijn te druk bezig om daar tijd voor te vinden…
Vandaag kwam mijn slecht karakter even boven: ik heb een aantal Chinese collega’s in verlegenheid gebracht door commentaar te geven bij de ceremonie van gisteravond; vice-decaan Veronica kwam eerst aan de beurt, dan decaan Frank; ze waren er zichtbaar mee verveeld dat ik niet uitgenodigd was; ik heb gesuggereerd dat ze misschien niet allen voor de eerstejaars maar ook voor de buitenlandse leerkrachten een kleine voorstelling van de faculteit en de geschiedenis van de universiteit kunnen organiseren. Mijn chef John reageert zoals gewoonlijk het meest spontaan: ‘Ja, ik had je moeten uitnodigen, maar wijzelf zien er zo tegenop dat we MOETEN deelnemen aan die evenementen dat we je dat wilden besparen!’ Goed geprobeerd als uitleg. Op het einde van het jaar is er iets gelijkaardigs voor de afstuderenden en terloops weet hij ook nog dat volgende zondag een atletiekmanifestatie van de faculteit doorgaat; voor sportieve studenten maar proffen mogen ook meedoen en supporters zijn welkom.
Ik heb Veronica ook nog gevraagd hoe dat nu zit met die afgelaste lessen; het zal nog gebeuren, zegt ze, en een planning is onmogelijk te maken; haar goede raad: arrangeer het maar zelf met de leerlingen om de verloren klassen in te halen…
Vanmiddag in de refter met Wang Bonestaak geprobeerd te praten over de zesmaandelijkse partijbijeenkomst die gisteren eindigde; ze weet er niets van. Sun, een Chinese die jarenlang in Leuven studeerde, weet te zeggen dat er maatregelen aangekondigd zijn voor meer sociale zekerheid en beter onderwijs. Onze jonge Japanse collega komt me onverwachts vragen of ik me haar naam nog herinner. Voor een Japanse heeft ze wel humor!
Deze namiddag al rap gedaan met werken –het kan moeilijk anders met een uurrrooster van weer maar zes uur deze week, dus warm ingeduffeld de fiets op en in de namiddagzon naar den buiten. Of beter gezegd, recht tegenover de noorduitgang van de campus rijd ik de poort van de School voor Ingenieurs binnen, de bewaker blijft in gewoon in de houding staan; de campus is zeer mooi, eindeloos groot en nóg nieuwer dan de onze; veel meer jongens hier dan bij ons. Na wat rondzwervingen buitengereden via een achterpoortje waar de bewaker aarzelt of hij mij zal aanspreken (ik weet helemaal niet of ze aan deze school wel buitenlandse leraars hebben!)
Via een onverhard weggetje met nog enkele winkeltjes zit ik in de kortste keren midden in het veld; dat wordt een hobbelige rit die me uiteindelijk aan de achterkant van de steenbakkerij brengt; het is daar net zoals in Tielrode, je rijdt langs achter gewoon de fabriek binnen! Tussen de stenen die staan te drogen arriveer ik aan één van de twee ovens; de arbeiders reageren niet eens verrast; ja, ik heb dertig jaar geleden nog in zo een oven gewerkt en zou dat hier ook wel eens van binnen willen zien; voor ze veel kunnen reageren kruip ik al door het kleine poortje de hitte van de oven in, deze keer zijn ze toch wel wat verbaasd. Die Chinese oven is minstens een generatie ten achter op wat ikzelf dertig jaar geleden meemaakte; en dat is wel typisch voor de meeste bedrijven in de boerendorpen; in de jaren 80 opgezet met heel weinig middelen en een minimum aan technische kennis door de mensen van ter plaatse die bij hun boerenwerk wat extra wilden verdienen. Bij ons werd de oven destijds leegGemaakt door een ploeg van twee man plus een man die volle karren afvoerde en lege aanbracht; die oven liep op stookolie en nadien op aardgas. De oven hier is kleiner en wordt nog altijd met steenkool gestookt; één enkele man is bezig een kar gebakken stenen te laden in de oven, als hij klaar is rijdt hij eruit en dan komt de volgende met zijn volle kar binnen gereden om hetzelfde te doen. Minstens drie maal trager dan bij ons! Ze moeten serieus slepen aan de volle karren om door het mulle zand te geraken, bij ons waren dat destijds karretjes op rails, die waren ook wel zwaar om te duwen maar dat kwam omdat er veel meer oplag. De versgevormde stenen staan hier nog in de openlucht te drogen, iets wat bij ons al generaties vervangen is door droogovens. Er is nog wat werk aan de winkel voor het onmetelijke Chinese platteland zal Gemoderniseerd zijn… de regering weet waarover ze het heeft met haar slogan ‘een nieuw platteland opbouwen’.
Opvallend is wel dat de mensen hier tijd hebben; ook in deze fabriek staan er in de kortste keren minstens tien mensen rond mij te luisteren en commentaar te geven; blijkbaar geen baas in de buurt om hen aan het werk te jagen.
Op de terugweg stap ik af in bijna alle dorpswinkels in een poging om mijn uitgeputte voorraad levensmiddelen aan te vullen; die winkels hebben het assortiment van onze dorpswinkels vroeger, bijna alles maar niets gesofistikeerd; stukjes chocolade vind ik, maar honing blijkt moeilijker; het woord voor honing , ‘fengmì’ heb ik nog rap geleerd met als gevolg een reeks complimenten over hoe goed mijn Chinees wel is; aan een donker kotje niet eens zo ver van de campus staan wat groenten buiten: de vrouw is een echte commerçant, ze loodst me meteen binnen om de rest van haar assortiment te zien; dat gaat van verse groenten en fruit over vers vlees tot droge voeding en huishoudproducten; alles op enkele vierkante meters. Ik kom er buiten met een kilo verse toufu (sojakaas), tomaten en een hele watermeloen.
Op televisie is er vandaag een gesprek over de Noordkoreaanse kernproef. Zo te zien zijn de Chinezen geweldig in hun wiek geschoten dat de Koreanen niet wat soepeler willen zijn in de onderhandelingen; China is heel bang dat de Noordkoreaanse bom als voorwendsel dient voor de gevaarlijke buur Japan om kernbommen in te slaan; China zal waarschijnlijk in de UNO sancties goedkeuren; de Chinese commentator zegt er wel gevat bij: ‘you need to be two to tango’: de Amerikanen zullen ook hun vijandige politiek tegenover Korea moeten veranderen voordat er een oplossing uit de bus kan komen; sancties, ja, maar niet overdrijven hé.

Donderdag 12/10/06
Vanmorgen twee uur les over Europa; de twee studenten die Duitsland moesten voorstellen aan de klas laten het op het laatste moment afweten, maar het lukt me toch de twee uur alleen vol te praten; veel blijft er van planning op die manier natuurlijk niet over. De klasverantwoordelijke nodigt me uit om zondag mee te doen met hun ploeg op de sportmeeting van de faculteit; ze beginnen om zeven uur ‘s morgens, maar ik moet er zo vroeg nog niet zijn zegt ze; buiten atletiek zijn er ook allerlei spelletjes, zoals ‘traag fietsen’; dat zie ik wel zitten.
De werkweek zit er vanmiddag alweer op.Ondertussen vernomen dat enkele van mijn collega’s morgen wél meegaan op picknick met de klas Chinees, dus waarom ik niet? Afwachten of er nog plaats is. In de refter professor Ren tegengekomen, onze partijsecretaris; hij heeft al gezocht naar de documentatie die ik hem vroeg over de ontwikkelingsstrategie van de stad Shenyang, maar er is niet veel in het Engels; hij zal nog eens navragen bij de hogere autoriteiten; sympathiek. Ik doe ook nog maar eens een poging om wat met Sato te converseren, echt onbegonnen; verbijsterend voor iemand die in Japan lerares Engels geweest is! Ik kan me niet voorstellen welk Engels haar leerlingen spreken. We hebben het over de Koreaanse kernbom, ze denkt dat het misschien wel bluf van de Koreanen is…Ze heeft ook ooit lang geleden Europa bezocht, vijf landen in 18 dagen en was vooral onder de indruk van Italië; ze is door België gereden zonder het te weten…
In de late namiddagzon trek ik er met de fiets nog eens op uit, deze keer naar het westen, verder dan de vorige keren. Aan een groezelig winkeltje langs de baan hangt een bord waaruit ik raad dat er rijst en bakolie verkocht wordt. Dat klopt ook nog! Eén soort rijst uit grote zakken (geef mij maar een kilo aub- 30 eurocent) en ook nog een paar soorten bonen. De olie doet me denken aan mijn jeugd; dezelfde 170-liter vaten en dezelfde pompen waar mijn vader destijds motorolie uit tapte, alleen is de installatie hier wat vuiler; maar olie kan ik hier niet krijgen, want je moet zelf je fles meebrengen naar de winkel.
Langs de straat opnieuw schakers, deze lijken wel echte profs; ze vliegen aan sneltreinvaart door de opening, maar het gaat toch al wat beter om ze te volgen.
De verdere tocht brengt me langs een aantal bedrijfjes afgewisseld met maïsvelden en een grote nieuwe woonzone met hoogbouw; de buiten die snel door de stad opgegeten wordt; het begint me te lukken de opschriften van sommige fabrieken te ontcijferen, vooral wanneer de tekst er in westers schrift onderstaat; sommige fabrieken hebben zelfs een kleurrijke Engelstalige naam; wat moet je je voorstellen bij de ‘ Artificial Arts company’?
Voor mij loopt een grote rosse kat over de baan; een vrouw met een bromfiets rijdt er recht op. De kat komt er met de schrik vanaf, maar het kind achterop de brommer smakt tegen het asfalt; ook voor haar meer schok dan echte pijn, en mama maar sakkeren over die rotkat. In het vervolg wat beter opletten of ook remmen voor de dieren?
Terug op de campus zit er al een Chinees me op te wachten, YangXue, assistent aan de ingenieurschool; het is intussen bijna etenstijd dus we trakteren ons, of beter gezegd hij trakteert mij op een lekkere maaltijd; zijn theoretische kennis van het Engels is wel redelijk, maar hij verstaat bijna niets en spreekt bijna onverstaanbaar; ik denk nochtans dat hij een interessante kerel is; ik spreek Chinees met hem en hij Engels met mij, dat lukt nog het best van al.
In ons woonblok worden we op het gelijkvloers opgevangen door Gem, die aan het verzusteren is met de wat teruggetrokken Indische professor die daar woont; het is de eerste keer in twee maand dat ik hem zie! Er is ook nog een toffe Chinese vriend van hem, assistent aan de faculteit lichamelijke opleiding. Het gezelschap is erg uitgelaten, de serie lege bierflessen zit er allicht voor iets tussen. Mukundan loopt in pyjama rond en pest zijn Chinese vriend, een moslim die varkensvlees eet en bier drinkt, en een assistent lichamelijke opleiding die ‘alleen in de theorie goed is’. Die Indiër is hier geen simpele leraar zoals wij, maar stelt zich trots als professor voor; gespecialiseerd in de economie en de administratie van het onderwijs, wat dat ook moge zijn. Zijn broer brouwt in India ‘bio bier’ op basis van aloe vera en Mukundan wil al direct met mij een business opzetten in België. Hij komt uit Kerala in Zuid-India, het ‘beste deel van India’ met 0% analfabetisme (dat heb ik ook nog elders gehoord, Kerala schijnt inderdaad de Indische staat te zijn met de beste sociale ontwikkelingspolitiek) In Kerala is een derde van de bevolking moslim, een derde katholiek en een derde hindoe.. Zijn Chinese vriend is van de Hui minderheid (15 miljoen mensen) ; zijn ouders leven in een dorp in de buurt van Korla, helemaal in het verre westen in de regio Xinjiang; hij heeft al groepen toeristen op trekking in die provincie begeleid, en ons enigszins beschonken gezelschap besluit dan maar een gezamenlijke expeditie naar zijn geboortestreek op touw te zetten; dat is niet moeilijk: 9 uur trein van Shenyang tot Beijing, dan 45 uur trein tot Urumqi, de hoofdstad van Xinjiang, en dan nog 13 uur trein tot Korla; tot het dorp dan nog een onduidelijk aantal uren bus. De regio Xinjiang is sinds het verdwijnen van de aanpalende Sovjet-Unie het meest onrustige deel van China, met af een toe een aanslag door de Oeigoer minderheid, waarvan enkele organisaties het intussen tot op de lijst van internationale terroristen geschopt hebben

Vrijdag 13/10
Vrijdag de dertiende.
Ik ga uiteindelijk toch mee op picknick met de buitenlandse studenten. Er gaan immers nog andere leerkrachten mee, dus dat kan geen probleem zijn. Afspraak om 8 uur zodat we om kwart voor negen weg zijn! De organisatie is dan ook studentikoos.
De tocht gaat naar Xin Ming, een stadje op een goede 50 km ten westen van Shenyang.We rijden langs één van de ringlanen en passeren het ‘Hollands dorp’. Een Chinees maakte fortuin eerst in de bloementeelt/handel met Nederland en daarna nog veel meer in van alles.Hij liet in zijn geboortestad een soort Nieuw Amsterdam bouwen, opgefleurd met enkele nepmolens en trok dan na enkele experimenten op de beurs van Hongkong verder naar Noord-Korea; daar zou hij directeur worden van een op te richten speciale economische zone, met de rang van minister; de dag voor zijn definitief vertrek draaiden de Chinezen hem in de bak wegens grootschalige fraude.
Ook de Westelijke voorsteden van Shenyang wisselen industriezones af met nieuwe woonblokken; grote en kleine bedrijven, zo te zien veel lintbebouwing langs de grote baan; we zijn de stad nauwelijks uit wanneer we vastrijden; honderd meter voor ons is een ongeluk gebeurd; in een mum staat de hele zesvaksbaan langs beide kanten over de hele breedte vol: zes rijen auto’s van weerszijden, kop tegen kop; een uurtje later heeft de politie de knoop min of meer ontward en rijden we weer; ter hoogte van het ongeval stond ook een nieuwe kerk, iets wat qua afmetingen gerust met onze dorpskerken kon rivaliseren en het landschap domineerde.
Tussen Shenyang en Xinmin ligt vooral platteland; nergens in China voel je je als bewoner van het vlakke land zozeer thuis als hier in het noordoosten; vlakke velden, rijen canadapopulieren, hier en daar een beek of een aangeplant bos. De maïs is geoogst en de boeren oogsten nu een ander gewas, dat in schoven op het veld gestapeld wordt; vlas? We rijden ook voorbij veel serres; de Chinese serres zijn lange tunnels bestaande uit een bakstenen muur op de noordkant, en op de zuidkant een kwartcirkel afgedekt met plastic; wanneer het warm genoeg is wordt dat plastic opgerold; aan de westkant staat telkens een kotje met vermoedelijk een verwarming.
In Xinmin gaan we naar een nieuw aangelegd park. Er zijn vijvers, fonteinen, kunstmatige watervallen, een kunstmatige heuvel met neppagode, en minstens twintig verschillende tentoonstellingen in aparte paviljoenen op het terrein. De meeste zijn interessant: Chinese landbouwwerktuigen, geschiedenis van de Peking opera, unieke papierknipsels (hoe doen ze het!); levens van beroemde schrijvers; Chinese kledij …het meest indruk maken de authentieke foto’s van de culturele revolutie en de grote sprong voorwaarts; boeren die ’s nachts bij een lantaarn aan de hoogoven of op het veld werken om China sneller te laten vooruitgaan; wat een enorme inzet en tegelijk wat een verspilling van krachten. He enthousiasme op de foto’s van de culturele revolutie is soms echt, soms theater; de scènes waar ‘klassevijanden’ publiekelijk te schande gezet en brutaal behandeld worden zijn wél echt; de overgrote meerderheid werd achteraf gerehabiliteerd. Over een van de vijvers ligt een kopie van de 80 meter lange kabelbrug van Luding; je kan er overlopen om een beetje het gevoel te krijgen van de soldaten uit het Rode Leger die tijdens de Lange Mars de brug moesten veroveren op Kuomintang soldaten aan de overkant; zonder de verovering van deze brug zat het Rode Leger reddeloos in de val; de gevechten van Luding zijn dan ook een scharnierpunt in de Chinese burgeroorlog geweest; in haar recente Mao-biografie doet Jung Chang verwoede pogingen om te bewijzen dat er hier helemaal geen gevecht plaatsvond en Mao van zijn tegenstanders gewoon mocht ontsnappen; pech voor haar, alle historici hebben haar beweringen al zonder meer naar de prullenmand verwezen. .
Het jonge gezelschap heeft al die musea in de kortste keren gezien of niet gezien, en via de GSM wordt het consigne doorgegeven om vroeger dan voorzien te vertrekken; dat is zonder ome Franki – de enige in het gezelschap zonder GSM- gerekend. Rond drie uur kom ik een groepje jongeren tegen die weten te zeggen dat iedereen al aan het wachten is in de bus; jammer, ik ben nog helemaal niet rond met het bezoek!
Op de terugkeer geraken we niet vooruit in de stedelijke avondspits; we moeten immers het stadscentrum in om een aantal van de Koreaanse studenten af te zetten in de Koreaanse wijk van Shenyang. In die wijk wonen zowel Chinese Koreanen als recente Zuidkoreaanse inwijkelingen.
Het is al na halfzes wanneer ik binnen ben, om kwart vóór zes is mijn Chinese lerares daar al, voor de gelegenheid veel te vroeg!
Om zeven uur is het rushen met de taxi naar het Noordstation voor een afspraak met de Libanese Canadees Michael die me naar de bijeenkomst van de Franssprekenden zal brengen (mijn Frans is evengoed als zijn Quebeckees, dus waarom zou ik geen Franstalig petje opzetten vanavond?); die bijeenkomst is in het Café Jamaica, in de exclusieve consulatenbuurt- het rijke zuiden van de stad. Er zijn een dertigtal mensen aanwezig, waaronder maar een tiental echte Fransen; Michelin heeft hier een fabriek, en zij alleen al zijn hier in Shenyang met dertig Fransen, vrouwen en kinderen meegerekend; ze hebben hier hun eigen onderwijssysteem; nogal artificieel, maar dat is naar het schijnt Michelin: de Fransen in het buitenland worden in de watten gelegd; hoe die fabriek met zoveel dure buitenlanders rendabel kan zijn snap ik niet goed…veeel kan er niet overblijven om de Chinezen te betalen. Van de patron van Michelin kom ik niet te weten wie de Belgische baas is bij zijn buren, in de fabriek van Bekaert, maar de vrouw van zijn assistent heeft wel het telefoonnummer van de Belgische patissier in Shenyang! ‘Les Français sont organisés, n’est-ce pas?’. De bijeenkomst is de eerste in haar soort en is georganiseerd door een medewerker van een Frans handelsbureel in Shenyang, dat gesponsord wordt door de Franse patroonsfederatie MEDEF in afwachting dat hier een echt Frans consulaat komt; de man komt uit de banksector maar moet Chinese roots hebben , want een Chinese naam; als bewijs van zijn kennis van de Chinese taal citeert hij Mao in het Chinees ‘de revolutie is geen partij plezier’
Er lopen nog wat ander kleurrijke vogels rond: een langharige Fransman van middelbare leeftijd met onduidelijk CV, een vlotte zwarte Fransman uit Kameroen die taallessen geeft aan privé-scholen, een gescheiden leraar Frans die China een paradijs voor vrijgezellen noemt, een Chinese lerares Frans aan de universiteit met een paar van haar beste leerlingen. En een Amerikaanse diplomate van Chinese afkomst die traag maar bijzonder goed Frans spreekt; haar man is de Amerikaanse consul in Shenyang; de Amerikanen weten soms toch bekwaam personeel te vinden voor hun diplomatieke missies! Een pintje in de bar kost anderhalf of twee euro, ik had in deze omgeving erger verwacht! Het wordt een gezellige avond zonder echt goede contacten; maar bij Medef sta ik nu geregistreerd, dus zal ik hun info en eventuele volgende uitnodigingen ontvangen.
Onderweg in de taxi verneem ik dat Michael voor zijn gezin (Chinese vrouw en baby) een goed huis gevonden heeft , aan de noordelijke rand van het stadscentrum; een afgesloten tuin met appartementsblokken, en naast het park een zwembad. Voor een appartement op het tiende betaalt hij 190 euro per maand, kosten niet inbegrepen, zes maand vooraf te betalen. Dat is wel duur, maar er is hier geen echte huurdersmarkt; Sommige Chinezen hebben een huis dat ze vroeger van hun werkeenheid huurden of kochten; nu zijn al heel veel Chinezen eigenaar van een nieuwe woning. Opbrengstwoningen zijn meestal niet of heel rudimentair ingericht. Michael heeft gelukkig de hulp van zijn schoonmoeder gehad bij het zoeken naar een ingericht appartement van goede kwaliteit (ik hoorde twee weken iets gelijkaardigs van Michel, de Belg van Tiexi; ook daar speelt schoonmoeder voor assistent).
Michael die lesgeeft aan het door Amerika gesponsorde business instituut, denkt dat sommige van die Amerikaanse leraars proberen christelijk bekeringswerk te doen; de Hayes universiteit adverteert haar vacatures in diep christelijke tijdschriften in Amerika; christelijke religies zijn in China officieel erkend, maar het oprichten van onofficiële kerken (huiskerken, pinksterGemeenschappen) is verboden.
Het is al na elf wanneer ik thuiskom, het gebouw is al helemaal donker en op slot; gelukkig brandt er een lichtje bij de nachtbel…

Zaterdag 14/10/06
Een rustige zaterdag, poetsdag?
Om kwart voor zeven gewekt door een telefoon van Liu Dan, die uiteindelijk beslist heeft toch geen les te geven om halfacht. Terug naar bed, om zeven uur telefoontje vanYang Xue, een bevriende assistent van de nabijgelegen ingenieursschool. Hij gaat vandaag naar het Nan Hu meer in combinatie met een bezoek aan zijn oude universiteit. Ik heb hem gisteravond al afgescheept en laat me nu verleiden; opstaan, eten en rond halfnegen zijn we weg.Nan Hu of het zuidelijk meer is een groot park in het zuiden van de stad, het mooiste en rijkste deel.We doen er met het openbaar vervoer meer dan twee uur over, met twee bussen. De 255, de enige rechtstreekse bus naar het station is een echte ramp; in het weekend constant overvol, met maar enkele zitplaatsjes; dat wordt een uur rechtstaan in een sardienenblik. Van aan het station moeten we een kwartiertje wandelen door de drukste winkelstraat van Shenyang, de Taiyuan straat. Ik was hier al eens op een avond; overdag is het even druk; een soort Nieuwstraat in Brussel; supermarkten van ketens, waaronder enkele van de duurdere soort. Het verschil met de Nieuwstraat: op straat staat het vol met kraampjes, je kan er met moeite door; er zijn ook enkele grotere animatiestanden, zo te zien om auto’s te verkopen; één stand wordt bevrouwd door dames met gesteven kapsels van een halve meter hoog; de aandacht trekt het wel! Ik ontdek nu onder de buurt een netwerk van tunnels op verschillende verdiepingen ligt; vandaag een reuze commercieel centrum, maar in de jaren 60 bittere ernst: China vreesde voor een grootscheepse aanval van de Amerikanen of de Russen; het Noordoosten lag direct in de vuurlijn (dicht bij Korea en bij Rusland) in alle belangrijke stadscentra zijn uitgebreide ondergrondse schuilkelders gebouwd.
Aan het einde van de straat kunnen we de volgende bus nemen, een dik halfuur nog en we zijn er. Het plan is een korte wandeling door het park en dan rond halftwaalf het Chinese middageten. Nan Hu park is mooi, groot en goed onderhouden. Er is een pretpark voor kinderen, met zo te zien weinig klanten op deze zaterdag. De overkant wordt gedomineerd door blinkende wolkenkrabbers. Eén is een vijfsterrenhotel waar het personeel van BMW verblijft; die hebben hier ook al een fabriek; volgens Michael produceert hun Chinese partner in dezelfde fabriek een eigen luxemodel, een kruising van BMW, Audi en Mercedes getekend door een befaamd Italiaans ontwerpbureau. In een andere staalblauwe wolkenkrabber huist de Chinese versie van Elia, het electriciteitsnetwerk; het is een staatsbedrijf en zit blijkbaar goed in de centen.
Op onze weg naar het restaurant zien we een groep al wat oudere mensen staan; intrigerend, we gaan erop af: het is een bijeenkomst van ouders die informatie uitwisselen om hun kinderen te koppelen. Veel ouders in China gaan op zoek naar een geschikte partner om aan hun kroost voor te stellen; hier zijn het overwegend ouders met dochters; leeftijd, persoonsbeschrijving, studies, karakter staan netjes op een bordje geschreven; sommigen vermelden ook de grootte van het appartement dat de toekomstige bruid kan inbrengen, ik zie zelfs een plannetje. We slenteren erdoor en de frank van mijn compagnon, 31 jaar en ongehuwd, begint te vallen. Hij is hier de enige jongere in de buurt; we staan maar even stil en hij heeft al een half dozijn ouders rond hem; dat hij rondwandelt in het gezelschap van een buitenlander verhoogt zijn marktwaarde.Om het verhaal kort te houden: na twee uur heeft hij een stapel briefjes met persoonsbeschrijvingen en telefoonnummers! Ik ga er ondertussen maar bij zitten en krijg gratis een ideale gelegenheid om mijn Chinees te oefenen: of ik ook kinderen heb die een echtgeno(o)t(e) zoeken? Of ik misschien zelf een vrouw zoek? De Chinezen schatten me Gemiddeld tien jaar jonger dan de werkelijkheid, dat zal wel uit voorzichtigheid zijn. De ouders die hier twee dagen per weekend bijeenkomen vinden de aanwezigheid van een buitenlander wel interessante afleiding, sommigen doen echt hun best om traag te spreken en het dialect van de anderen te corrigeren. Ik vraag hen waarom ze dit doen, of hun kinderen dat wel prettig vinden, maar ‘het is een Chinese gewoonte’ zeggen ze. Yang heeft Gemengde gevoelens maar doet toch mee.
We zitten nog maar goed in het restaurant of mijn vriend krijgt al de eerste telefoontjes binnen! Dat restaurant’ Golden Hans’ heeft een buffet gecombineerd met barbecue, een meer en meer populaire formule. Er is een zeer uitgebreid assortiment van taartjes, ik kan het niet laten heel zwaar te zondigen. De diensters lopen in iets wat van ver op Duitse folkloristische kledij lijkt en de mannen in nep lederhosen; achter de toog staat een blinkende koperen installatie om bier te brouwen, twee brouwtanks voor zwart respectievelijk wit bier; dat wordt in halve liters à volonté bij het menu geschonken. Er is niet veel dat de Chinese commerçanten nog niet uitgeprobeerd hebben! Het etablissement zit vol, Yang wil absoluut opnieuw betalen, hij geeft 10 euro voor twee man en krijgt nog wel wat terug.
Na het eten tot mijn verbazing terug naar het park, Yang heeft nog een afspraak met enkele ouders! Daarna eindelijk naar de universiteit. Onderweg zien we nog een non die met een tiental mensen in het park spelletjes organiseert; enkele andere discipelen spreken voorbijgangers aan. Christenen zijn hier een kleine minderheid maar wel aktief!
De universitaire campus van de Dong Bei Daxue ofwel Universiteit van het Noordoosten is zoals verwacht reusachtig en de meeste gebouwen zijn nieuw; leraars wonen in twee torengebouwen, vijf jaar oud; daarachter staan de oude loGementen uit de jaren 60 of 70, wat een verschil; die zijn nu verhuurd aan arbeiders en kinderen van universitair personeel. Deze universiteit legt de nadruk op technische opleidingen; de studenten zijn juist bezig met praktische oefeningen landmeetkunde, op elke hoek staat wel een nieuwe theodoliet opgesteld.Volgens Yang heeft ook deze universiteit zich in enkele jaren enorm uitgebreid. Het administratiegebouw is zelfs nog niet helemaal af. De universiteit is in 1923 opgericht door Zhang Xueliang en is de oudste van het Noordoosten. Zhang heeft hier een gedenkteken op de campus. Dat komt niet alleen door zijn academische prestaties. Zhang Xueliang was in de jaren 20 een plaatselijke krijgsheer, die dit deel van China min of meer onafhankelijk bestuurde. Pech voor hem, de Japanners vielen binnen in 1931 en exit Zhang. Hij vervoegt het leger van Chiang Kaishek’s Kuomintang om tegen de Japanners te kunnen vechten, maar opnieuw pech: Chiang is alleen geïnteresseerd in het verslaan van de communistische bandieten. In 1936 is Zhang het beu: hij gijzelt Chiang in Xian en laat hem maar vrij nadat er een akkoord met de communisten is om samen tegen Japan te vechten. Het is het begin van de onstuitbare opgang die Mao in 1949 aan de macht brengt. Zhang wordt in China gevierd als een nationale held. Hemzelf verging het minder goed; Chiang nam hem op zijn beurt gevangen en voerde hem in 1949 zelfs mee op de vlucht naar Taiwan.
De wijk achter de universiteit is Silicon Valley van Shenyang; nog nooit zoveel computers en andere elektronica tezamen gezien; straten en supermarkten met alleen maar dat. Mijn vriend krijgt intussen nog wat telefoontjes en ja, om vier uur heeft hij al een eerste afspraakje.
Ik trek dan maar alleen terug naar de universiteit; de koppige weigering om een taxi te nemen breekt me zuur op: de bussen zitten nog voller dan vanmorgen. Sommigen rijden de halte voorbij zonder stoppen; niemand wil er af en nóg meer volk erbij kan niet! Wanneer we toch aan een halte stoppen duurt het vijf minuten voor we terug weg geraken. Het is al een heel eind donker wanneer we aankomen; vanmiddag heb ik echt té veel taartjes gegeten, vanavond dan maar zelf een lichte maaltijd met toufu en worteltjes ineen knutselen; Gem komt zelfs kijken wat ik eet; ze vond dat het in de gang zo lekker geurde! Het is waar, na de aanpassingsperiode hier begin ik bij te komen! Gedaan met onbezonnen alles eten…

Zondag 15/10
Vandaag de ochtendgymnastiek met Zhang Gemist! Te late avonden, te vroege ochtenden…niet wakker geworden.
Vandaag is de grote tweejaarlijkse atletiekmeeting van de faculteit. De praktische beslommeringen maken dat de voormiddag zo voorbij is, maar na de middagpauze ben ik present.
De studenten zitten verdeeld over een vijftiental ploegen verdeeld rond het nieuwe sportstadium (één jaar oud). Op de lange eretribune zit de decaan bijna op zijn eentje. Ik ga hem dag zeggen en wordt uitgenodigd om daar te blijven. Hij is hier al van zeven uur vanmorgen. De meeting is ingericht door de studentenbond met financiële steun van de faculteit. Er is een keurige programmabrochure, met de verschillende proeven, namen van deelnemers enz. Ook de records staan erbij; dat op 800 meter dateert al van 1980, bijna onvoorstelbaar in China. De decaan, Frank is zijn Engelse naam, was in de jaren 70 bij de tweede groep Chinese studenten die naar Amerika gingen studeren. Hij klaagt over de conditie van de studenten; te weinig beweging, te veel fastfood. Ouders vandaag zijn te veeleisend voor hun kinderen; ze zijn nog maar kleuters en al voorbestemd voor de universiteit; kinderen moeten te veel studeren, de selectie voor de universiteit is ook nu nog heel streng wegens te weinig plaatsen. Intussen zijn er in de provincie Liaoning op een kleine 50 miljoen inwoners toch al 350.000 universiteitsstudenten – als ik goed reken zou dat voor België overeenkomen met 80.000, dat kan toch al tellen. Ik vraag hem waarom de kandidaturen hier vier jaar duren, volgens hem is dat nog het oude Russische systeem.Ook de partijsecretaris Ren komt erbij zitten;ik vraag hem wat hij denkt van de Noord-Koreaanse kernbom; “De Noord-Koreanen hebben hun belofte verbroken, ze moeten gestraft worden”; dat is precies wat ik ook al op televisie als officieel standpunt gehoord had; ikzelf heb nooit iets gehoord van een Koreaanse belofte om geen proeven te doen, maar blijkbaar waren er toch onderhandse afspraken met de Chinezen. Ren is iets jonger dan mij; in de Culturele Revolutie werkte hij twee jaar op het platteland – volgens hem een positieve ervaring - maar over het geheel van de CR is hij niet te spreken: chaos, fabrieken die nauwelijks werken, administraties verlamd…
Ons gesprek wordt afgebroken wanneer de studenten mij komen halen voor de wedstrijd traag fietsen…ik ben gecoöpteerd door ploeg 10, die voor de rest nog niet te veel potten gebroken heeft. Er zijn een veertigtal deelnemers en we moeten binnen één baan van de atletiekpiste gedurende één minuut een zo kort mogelijke afstand afleggen; alles wordt gefilmd voor het nageslacht; ik breng het er nog niet te slecht vanaf, een kleine vijftien meter. Daarna komt het nummer 10 x 100 meter aflossingskoers, daarvoor bedank ik maar enkele jonge Amerikanen doen wel mee; het is wel spannend, jongens en meisjes door elkaar, zodat het klassement voortdurend verandert; de ploegen met 80% meisjes zijn wel gehandicapt. Zo’n meeting is wel goed om het contact tussen studenten en leraars te bevorderen; ik slenter wat door het stadium en begin nu stilaan wel een aantal studenten te kennen; het is ook iet zo moeilijk, gewoon afwachten tot er één mijn naam roept. Na afloop volgt nog een kleurrijke slotceremonie en prijsuitreiking; de Chinezen zijn echt goed in dergelijke organisaties; ik herken enkele van mijn meest actieve studenten, die ook op het sporterrein op de eerste rijen staan. Ikzelf heb twee bussen shampoo verdiend.
Het blijkt nu ook dat er achteraf nog een banket is voor de leraars die meegedaan hebben; ons gepland bezoek aan een dumpling restaurant moet dan maar een volgende keer gebeuren! We zitten aan tafel met Veronica, de vice-decaan; ze is nog jong, heeft een zoontje van zeven jaar, en klaagt dat haar druk beroepsleven zo moeilijk te verzoenen is met familieleven. Vanavond na het banket – zondagavond voor wie het vergeten was- moet ze nog verder gaan werken aan een vertaling, iets over hip hop en ze probeert van onze jonge Amerikaanse vrienden uit te vinden hoe dat kan vertaald worden.
Eén van de Amerikaanse profs heeft drie van zijn vier kinderen meegebracht, ze hebben stuk voor stuk onmogelijke bijbelse namen; hijzelf noemt Sam(uel); er wordt wat gediscussieerd over godsdienst; het versterkt me in mijn vermoeden dat die Amerikaanse universiteit inderdaad naar het business center leraars stuurt met bekering als nevenopdracht… De Jezuïeten kwamen hier in de zeventiende eeuw aan het keizerlijk hof astronomie en andere wetenschappen doceren in de hoop zo China te kunnen bekeren; niets nieuws onder de zon.
Terug in ons woonblok wacht Yang Xue; zijn afspraakje gisteren viel tegen: het meisje was al vijf jaar getrouwd geweest en gescheiden; voor de doorsnee Chinees is dat nog altijd een probleem. Ik wil vanavond nog wel wat werken en ben blij dat Yang er met Gem op uit trekt. Die is zoals altijd omringd door vrienden, deze keer is er een mij nog onbekende studente lichamelijke opvoeding bij en ook één van mijn Indische klasmakkers behoort al tot haar intimi.

Maandag 16/10
Het weer begint hier raar te doen; temperatuurverschillen op en neer van 15 graden op één dag. Regen, storm. In Harbin, duizend kilometer naar het noorden werden vanmorgen al sneeuwmannen Gemaakt. Vanmiddag met Guiqui gegeten, of beter gezegd zij met mij; ze toont me trots haar auto met nieuwe zetelovertrekken; zondagavond had ze een ‘familiebijeenkomst’, één kind, twee ouders en vier grootouders, de standaard Chinese familie vandaag; om het wat meer te vullen waren er nog twee koppels uitgenodigd; het eten kwam van het restaurant, want Guiqui kookt niet graag en heeft in het dagelijkse leven een huishoudster die haar halve dagen bijstaat; het is dan ook een koppel waarvan de man een ambitieus ambtenaar is en de vrouw lerares aan de universiteit ; ik herinner haar diskreet aan mijn belangstelling voor bouwwerken en ze belooft nogmaals dat haar echtgenoot me zal binnenloodsen op een paar grote stedelijke bouwwerven. Vermits het vandaag regent kan ze me toch niet per fiets laten terugrijden – ik heb een cape maar dat doet haar niet van gedacht veranderen-, ze voert me met haar auto weg, de fiets moet ik later maar ophalen, zolang het regent pikt die toch niemand.
Vanavond eten gaan kopen naar ‘mijn’ dorpswinkel op een kilometer van de kampus, de ‘betere’ winkels vlak bij ons laat ik links liggen; de verkoopster begint me opnieuw enthousiast haar waren aan te prijzen en we leuteren er maar wat op los; haar Shenyangees accent ligt er te dik op om er veel van te begrijpen; eens thuis blijkt de watermeloen die ze me verkocht de smaak van een raap te hebben, nog bijlange niet rijp! Maar kom ,’couleur locale’ heeft zijn prijs; interessant is dat ze hier in dit seizoen verse dadels eten.
Yang Xue is ook vanavond weer present, hij hangt zo te zien elke avond rond in ons gebouw. Hij overvalt me midden in mijn studie Chinees en we maken er dan maar een wederzijdse oefening van: hij Engels, ik Chinees. Ik ben juist een boek aan het lezen van een vooraanstaande Chinese economist, Wu Jingliang: die omschrijft China als een ‘postsocialistisch ‘ land, probeert aan te tonen dat een planeconomie niet kan werken, en dat alleen een markteconomie met heel veel privé goed kan draaien; Yang bevestigt me dat die Wu inderdaad een van de topexperten in China is; wel straf dat in een socialistisch land als China een man met zo een ideeën het hoge woord kan voeren; de officiële lijn van de communistische partij is dat China socialistisch is, niet postsocialistisch , en dat staatsbedrijven de essentiële controle over de economie moeten behouden; aartsmoeilijk om op al die tegenstellingen en tegenspraken een juiste kijk te krijgen; het toont wel aan dat er in China actief nagedacht en gediscussieerd wordt over de juiste weg voor de toekomst. Yang zegt dat het er volgens hem niet toe doet of China socialistisch of kapitalistisch is; het belangrijkste is dat er iets gebeurt om de schrik van de mensen op te vangen: schrik van een arme oude dag, schrik om ziek te worden en geen geld te hebben om de kosten te dragen; schrik om de school van de kinderen niet te kunnen betalen; dat moet opgelost worden; er moet geïnvesteerd worden in sociale zekerheid. Heel interessant, maar de taalbarrière heeft ons intussen allebei zo uitgeput dat we noodgedwongen weer op lichtere onderwerpen overschakelen.

Dinsdag 17/10
Vandaag nog maar eens les gegeven, af en toe moet er toch gewerkt worden. Het onderwerp van de marketing klas vandaag ligt me wel: B2B oftewel verkopen aan ondernemingen in plaats van aan eindgebruikers; het is iets waar ik toch wat ervaring mee heb en ik erger me opnieuw aan het Amerikaanse tekstboek, deze keer niet omwille van de vele prietpraat, maar omdat er zoveel praktische dingen NIET instaan. De lessen verlopen vlot, de studenten doen goed mee; zou het kunnen dat ze na mijn opGemerkte sportprestatie van zondag wat minder gestresseerd zijn of krijg ikzelf meer flair? Ze schijnen ook nogal gefascineerd door mijn veeltalige achtergrond: sommigen komen me aanspreken in het Frans, anderen in het Duits; ze moeten namelijk naast Engels nog een tweede vreemde taal leren, maar hun niveau is heel laag. Het meest verrast ben ik hier al een paar keer geweest wanneer ze me in het Nederlands aanspraken: verschillende leerkrachten volgden in Leuven postgraduaat; en er is ook een student die aan Erasmus Nederlands studeerde (dezelfde school waar Xiaoli, de vrouw van Michel, studeerde); ze zijn er allebei niet enthousiast over; geen van beiden kon er voldoende talenkennis verwerven om nadien ook nog echte universiteitsstudies in het Nederlands aan te vatten; verloren jaren…
In de plaatselijke pers hier wordt vandaag gespeculeerd op de gevolgen van de sancties tegen Noord-Korea; deze provincie is zeer actief in grenshandel met Noord-Korea en de handelaars weten niet goed wat aangevangen; er gaan geruchten dat de banken betalingen blokkeren; sommigen maken zich op om ondergronds te gaan: van officiële handel naar smokkel; Noord-Korea is voor veel ondernemende Chinezen een heel interessante handelspartner; de alGemene verwachting is toch dat de Chinese regering in de Veiligheidsraad het spelletje meegespeeld heeft, maar in de praktijk geen echte sancties zal nemen.
Vandaag is het hoogtepunt van de herdenking van de Lange mars: 70 jaar geleden kwam de hoofdmacht van het communistische leger toe op het eindpunt van de mars; ze hadden in 13 maand meer dan 6.000 kilometer afgelegd; volgens sommigen zelfs 12.000 kilometer, want ze moesten regelmatig op hun stappen terugkeren en hetzelfde traject meer dan eens doen. De Lange mars was de triomf van Mao maar dat wordt niet benadrukt; de dertigste verjaardag van zijn overlijden, begin september, ging ook onopGemerkt voorbij. De officiële stelling vandaag is dat Mao een grote leider van de revolutie was; maar zijn politiek van heel snelle economische ontwikkeling door de Grote Sprong Voorwaarts was verkeerd; en het ontketenen van de culturele revolutie was een catastrofale fout. Grote eerbetuigingen aan Mao kunnen er dus niet meer af.

Woensdag - donderdag 18-19/10
De werkweek vliegt weer eens voorbij. Voor het eerst heb ik hier zelfs overgewerkt! Eén van de klassen Europa zit al twee lessen achter op de anderen, dus extra-lessen; aangezien dit een keuzevak is, konden we geen goede dag vinden; ik ben al tevreden dat toch 60% van de studenten is komen opdagen; de sfeer is goed, ze schijnen het wel te smaken; het is verbijsterend hoe weinig ze afweten van Europa; zo schatten ze het aantal Europese talen op 4 of 5; de pauze tussen de lesuren gaat bijna altijd op aan studenten die individuele vragen komen stellen.
Mijn kennissenkring breidt zich ondertussen gestaag uit: woensdag nog maar eens wat Amerikaanse proffen van de business school beter leren kennen – ze waren aan tafel aan het discussiëren over de verbetering van de wereld, ik kon hun taaltje niet volgen, maar individueel gaat het wel met hen, het zijn echt niet allemaal missionarissen. Heb nu ook de enkelingen ontdekt die economische vakken geven, zogauw er tijd voor is moeten we toch eens ervaringen uitwisselen. Die gasten zijn ‘assistent-professor’ en moeten de lesschema’s volgen die een volwaardige Amerikaanse prof hen voorschrijft, inclusief de oefeningen en de testvragen; die Amerikaanse prof is de officiële titularis van de leerstoel en zij zijn gewoon tussenpersonen.Een van de jonge leraars Engels die ik ontmoet is eigenlijk muziekleraar; hij wou een tijdje in het Oosten leven.
Woensdagavond krijg ik een onbedwingbare kookdrang; het wordt ‘rijstpap op zijn Chinees’. Wanneer het bijna klaar is vallen Yang Xue en Bo (de sportlerares, vriendin van Gem)binnen; ze blijven er naar bijzitten terwijl ik mijn rantsoen verorber, zichtbaar twijfelend aan het rare gerecht dat die buitenlander zelfs lekker schijnt te vinden.
Donderdagavond laat ik me nog eens meetronen naar het restaurant door Nolan die ook Gem opgevist heeft; jammer want opnieuw kan ik niet goed mee met hun snelle Amerikaanse gesprekken; Nolan legt het blijkbaar aan met verschillende Chinese meisjes tegelijk; ze hebben het over morele normen, ze hebben allebei gebroken met de conservatieve religieuze hoek waaruit ze komen; Gem heeft ook een hoofdvogel afgeschoten; ze liep vorig jaar enkele maanden stage in een stad hier niet te ver vandaan, wist daar zelfs de burGemeester te versieren voor haar uitgebreide vriendenkring, en heeft nu hij op bezoek is in Shenyang lompweg een uitnodiging om samen iets te gaan eten afgewezen wegens te moe

Vrijdag 20/10
Opstaan om vijf uur, inpakken en wegwezen. In Shanghai verwachten Jan en Arlette me voor een weekend. De taxi naar de luchthaven doet er bijna een uur over, om zes uur ’s morgens is het al goed druk in de stad – Chinezen zijn vroege vogels. De Tao Xiang luchthaven is niet alleen splinternieuw, ze is ook internationaal, met vluchten naar Rome, Londen, Munchen en weet ik veel! Je kan ook ter plaatse probleemloos vliegtuigbiljetten kopen. En er bestaat wel degelijk een busverbinding naar het stadscentrum, mijn verre taxi was niet nodig. Op de luchthaven kom ik de twee Fransen van het officiële Franse bureau tegen; ze zijn erg uitgelaten, wegens een weekje werkverlof in Frankrijk, er komt geen serieus woord uit; ik hoorde dat Lieve misschien een weekend naar Parijs zou gaan en stel hen dan maar voor dat ze in Parijs mijn vrouw de groeten doen; vast beloofd, ze zullen alle vrouwen die er Belgisch uitzien aanspreken!
De vlucht naar Shanghai duurt precies twee uur. We overvliegen eerst 400 km het heuvelachtig, bergachtig gebied van Shenyang tot de kust van Dalian; prachtig! De rest van het parcours is over de zee, behalve een doortocht van het schiereiland Shandong; helaas is tegen die tijd het wolkengordijn toegeschoven; ook in Shanghai is de hemel grijs. De Chinezen van Shanghai verstaan mijn Chinees buiten verwachting goed, ik kom zonder problemen op de juiste bus terecht en mits drie keer vragen en twintig minuten stappen sta ik al voor de deur van Jan en Arlette: een ruime nieuwe flat op de 31ste verdieping van een toren nagenoeg in het centrum van de stad; het uitzicht is magnifiek! Een 50 meter zwembad en fitnesscentrum gedeeld met zeven andere gelijkaardige blokken in een mooi park, alles omheind en bewaakt en allen toegankelijk voor badgehouders; het appartement heeft voor de ingangsdeur nog een extra ijzeren deur, dat is standaard in dit gebouw!
Volgens een kleine vergelijkende studie bedraagt de huur minstens het vijfvoud van iets gelijkaardigs in Shenyang.
Shanghai is Shenyang niet; er wonen een kleine honderdduizend buitenlanders, waarvan vijfhonderd Belgen, en de stad heeft een uitgebreid netwerk van bedrijven die quasi alleen voor buitenlanders werken: hotels, restaurants, winkels…kappers, prostituées,…Op de Zuidelijke Maomingstraat, een exclusieve winkelbuurt, moet je met een vergrootglas naar Chinese opschriften zoeken. Is dit nog echt China, of is het ‘Parijs van het Verre Oosten’ uit de jaren 30 terug?
Mijn eerste namiddag gaat naar het Stadsmuseum van Shanghai, twee metrohaltes ver op het grootste plein van Shanghai, op de plaats van de vroegere renbaan.
Het museum is –wat dacht je - nog geen vijf jaar oud en herbergt indrukwekkende collecties: bronzen van vierduizend jaar oud; potscherven van meer dan achtduizend jaar oud, waardevol Chinees porselein,… Wanner de deuren sluiten ben ik nog lang niet rond! Er is tijd genoeg om langs de Westelijke Nanjing straat – de Chinese Rue Neuve of misschien wel de Avenue Louise - terug te wandelen. Er is een toonzaal van Ferrari en Maserati, een MacDo en vijftig meter zijn Chinese kloon, en een pak bedelaars; een man zonder ogen, één zonder armen …Er is een shopping center met alle wereldmerken van luxe producten.
Voor de tijd van het jaar is het in Shanghai nog erg warm; ik vind het zelfs zwoel en af en toe regent het.
’s Avonds staat een bezoek aan de Chinese versie van het Cirque du Soleil op het programma; dat gaat door in een zo goed al nieuw design circusgebouw. Het Chinese circus blijft verbluffend, de artistieke enscenering kan nog niet echt wedijveren met het echte Cirque du Soleil, maar wedden dat het niet lang meer duurt? Al ooit een moto zien rijden tegen de verticale wanden van een cilinder? Allicht wel. Maar wat met een moter in een bol van staalgaas? Horizontale rondjes, verticale rondjes, schuine rondjes? En dan twee motoren samen in dezelfde bol , met kruisende parcours? En waarom niet drie? En vier? Vijf? Zes? Zeven? Acht? Met acht zit de bol propvol en ze draaien maar rondjes door mekaar in alle richtingen, een zwerm grote bromvliegen. Volgen kan je het allang niet meer, je wacht tot ze in elkaar blijven haken en in een grote kluwen op de grond vallen. Hoe kan je nu zoiets beginnen inoefenen? Na het circus gaan we nog samen een ferme halve liter bier drinken op een terras in één van de mooiste parken van Shanghai(ook al nieuw aangelegd in de laatste vijf jaar); de prijs valt deze keer mee, nauwelijks het dubbele van een chique bar in Shenyang.

Zaterdag 21/10
Vanmorgen het bureel van Jan bezocht. Als pionnier stampt hij hier gedurende twee jaar een filiaal van zijn Belgisch interactief reclamebureau uit de grond. Niet voor watjes. Arlette heeft een jaar loopbaanonderbreking en vult haar dagen met Chinese taal, Chinees koken en binnenkort ook een universitair programma schilderen en aquarel; en met door Shanghai te fietsen en stukjes te schrijven over haar ervaringen. Het bureel is gelegen in de vroegere Franse kolonie; hier staan nog veel koloniale gebouwen overeind. Zo een bureel kost hier ongeveer evenveel als een goed gelegen bureel in Brussel. In Chinese burelen zit het personeel als haringen opeengepakt, elk in een klein kotje. Jan heeft die schotten laten wegnemen, maar nu valt nog meer op hoe dicht ze bij mekaar op de schoot zitten; aan wat bij ons normaal een bureel zou zijn, zitten telkens twee personen. Documenten moeten ze wegbergen in inGemaakte kasten, geen sprake hier van rommel op je bureel te laten slingeren. Er zijn hier geen telefoons, iedereen heeft een GSM. Volgens Jan ben ik ver de enige in China die nog geen zo’n kleinood gebruikt; er zijn al meer dan 500 miljoen gebruikers. Normaal is het bureel op zaterdag gesloten, maar vandaag is iedereen opgetrommeld voor een belangrijke vergadering met een nieuwe klant. Iedereen behalve de schoonmaakster, een klein foutje met als gevolg dat de vergaderzaal en keuken er rommelig bijliggen.
Ik ga voor de rest van de dag slenteren en enkele tentoonstellingen bezoeken. In de straat staat een Pushkin standbeeld; wie dat daar gezet heeft en wanneer ?.Het bezoek aan het ‘Arts and Crafts Museum’ is een flop; je betaalt om een grote souvenirwinkel te bezoeken. Vervolgens staat het huis van Mao op het programma; maar dat wordt gerenoveerd; er is maar één ruimte met enkele foto’s te zien. Mao verbleef bijna heel 1924 in Shanghai, met zijn eerste echtgenote en twee kinderen; hij speelde er toen al een vooraanstaande rol in de plaatselijke politiek.
Mijn volgende programmapunt, na nog een uurtje wandelen, is wel een voltreffer: de zesde Shanghai Biennale; internationaal niveau van hedendaagse kunst, de Documenta Kassel van het Verre Oosten. Opnieuw verhindert tijdsgebrek me alles te zien; de Belgische deelnemers vond ik niet. Een erg origineel werk stond buiten in het park: Chinese landbouwtractoren op drie wielen omgebouwd tot verblindende Harley Davidsons.
De vooravond dient opnieuw om te wandelen, deze keer de Oostelijke Nanjing straat tot aan de wereldberoemde Bond, zeg maar de vroegere kaaien. Dit stuk van de straat is nog gedeeltelijk autovrij; het grootste deel is open voor auto’s maar verboden voor fietsen! Nog andere drukke straten in het centrum trouwens ook. De wereld op zijn kop in Shanghai! De wereld op zijn kop in Shanghai! Plezant zijn deze straten niet voor vreemdelingen, je wordt zonder ophouden aangesproken: Schoenen kopen? Tassen kopen? Uurwerken kopen? Een goed restaurant? Massage? Meisjes? Jonge meisjes? En ook hier bedelaars. Een paar voorbijgangers en een politieman zijn in een discussie verwikkeld met een verlamde bedelaar op een karretje met kleine wieltjes ; hij draait zich om en rijdt weg.
Vanavond gaan we pikant eten, Sichuan stijl in een restaurant uit de gids. Het lokaal is een koele westers design ruimte, heel mooi maar geen China meer. Het eten is er erg verzorgd en afgrijselijk pikant: ondermeer stukken vis met champignons, gestoofd in een mengeling van de meest pikante rode pepers; we zitten aan twintig euro de man maar daar zit het overvloedig bier waarmee we de kruiden moesten blussen voor veel tussen. Ik schat dat iets gelijkaardigs in Shenyang de helft zou kosten, maar het decor hier is wel erg cool.

Zondag 22/10
’s Morgens vroeg al de Jingan tempel in de buurt gaan bezoeken, want Jan heeft het salon nodig om Chinees te oefenen met een privé-lerares.( Zo’n lerares kost hier vijf à zes maal meer dan in Shenyang). De Jingan tempel is de basiliek van Koekelberg van Shanghai; ze bouwen er al tien jaar aan met geld van sympathisanten, en de bouw is nog ver van af; sluitstuk wordt een massief gouden Boeddha beeld van 2000 kilogram; de mensen staan aan te schuiven om giften te doen, minstens 10 euro. De binnen koer en al de altaarruimtes staan vol met mensen die bussels wierookstokjes branden en de rituele buigingen aar alle richtingen uitvoeren. Het Boeddhisme floreert in China…In de buurt van de tempel ligt een mooi park, oudere buurtbewoners zijn druk bezig met diverse oefeningen, sommigen nogal komisch; een man schurkt zich op en neer tegen een boom. De dansclub is op dit vroege uur al actief, met zowel westerse als Chinese varianten; in de paviljoen wordt Mahjong gespeeld, Chinees schaken ontbreekt. In Shanghai is het ook normaal overdag in pyjama op straat rond te lopen!
Vandaag is de verjaardag van Arlette en we gaan brunchen in een internationaal hotel. Luxe, champagne, optreden van muzikanten, zangers en acrobaten, buffet met kaviaar en aanverwant spul…Geen enkele Chinees te bespeuren . Er is nog een andere Belg uitgenodigd samen met vriendin; hij moet voor de Vlaamse overheid Chinese toeristen naar België zien te lokken, zij is op bezoek in China om de marathon van Beijing te lopen. Eten, spektakel en gesprek vallen goed mee. Dit is één van de 10 ‘things to do in Shanghai’ volgens sommige reisgidsen. Ik onthoud het overvloedige dessertbuffet met uitgebreide keuze pralines. Ik ben hier in Shanghai wel tien keer op straat aangesproken door studenten die Engels wilden oefenen: het enige wat ze kennen van België is steevast ‘Belgian chocolate’; voor één keer de remmen los dus.
Jan en Arlette gaan de overvloedige maaltijd thuis laten verteren, terwijl deze hyperactieveling er nog maar eens op uittrekt, deze keer per fiets naar de rand van de stad, de Tempel van de Jade Boeddha en een avant-garde kunstenaarskolonie. Shanghai is echt anders dan Shenyang; hier is nog veel van de koloniale periode bewaard gebleven; Shanghai heeft straten die niet kaarsrecht gepland zijn, oudere gebouwen van twee en drie verdiepingen en hier en daar nog beluiken; (nog) lang niet alles is afgebroken om plaats te maken voor megatorens. De Tempel van de Jade boeddha is een grote toeristische attractie, druk en ook deze keer de opvallend grote menigte praktiserende boeddhisten; op het binnenplein is het uitkijken om niet tegen de zwaaiende bussels brandende wierook te lopen.
De kunstenaarskolonie is in een oud fabriekscomplex, in de rest van de straat is ongeveer alles afgebroken. Ik denk dat er wel honderd ateliers en galerijen in zitten, alles avant-garde en niet veel dat me aanspreekt. Het lijkt ook nogal gefocust op buitenlandse klanten. De foto’s en schilderijen lopen over van de contrasten in het hedendaagse China: spanning tussen oud en nieuw, tussen rijk en arm, tussen de oude communistische moraal en de hedendaagse onzekerheden. Kunst vertaalt de onderstroom van de maatschappij, wie het niet gelooft moet hier maar eens komen kijken.
Vanavond voorziet het verjaardagsprogramma een concert met werk van Mozart en Fauré. Uitgevoerd door een koor van buitenlandse experts in China met enkele heel goede semi-professionele solisten, , samen met het symfonisch orkest van Shanghai.
Het publiek is 100% buitenlands, alles gebeurt in het Engels. De kolonisten in de jaren dertig moeten zich een beetje gevoeld hebben zoals wij vandaag….

Maandag 23/10
Deze keer ‘slechts’ om zes opstaan voor de reis naar Shenyang. Ook deze keer is de lucht bewolkt gedurende een groot deel van het traject; jammer van het Gemiste schouwspel. Tussen Dalian en Shenyang ligt op de noordflank van sommige heuvels een dun wit laagje…Rond één uur ’s middags sta ik op de campus, het is bijtend koud, een snijdende noordenwind. Bedankt voor het weekend en het onthaal, Jan en Arlette.
Hop en werken, mijn lesvoorbereiding voor deze week moet nog beginnen!
Iemand vroeg me of ik in Shenyang aan nieuws uit het buitenland kan geraken. Buitenlandse kranten zijn hier onvindbaar, of het zou in de vijfsterrenhotels moeten zijn. Maar er zijn genoeg Engelstalige bronnen: de CCTV9 zend 24H/24 uit in het Engels, er is de Engelse China Daily (hier weliswaar onvindbaar) en er is vooral het internet; tot nog toe kwam ik nog geen enkele geblokkeerde site tegen, misschien door stom toeval of boerengeluk; ik gebruik regelmatig Wikipedia,dat is naar het schijnt nog maar heel onlangs vrijgegeven in China.

Dinsdag 24/10
Veel werk maar enthousiaste studenten vandaag. Veel moeite om iets te verstaan van de les ‘Chinees luisteren’ van Wang Bonestaak, voor de gelegenheid gekleed als pink panter.. Na drie keer luisteren naar de tape en extra uitleg door de lerares zijn er nog altijd woorden die ik gewoon anders hoor dan ze moeten zijn! Onbegrijpelijk!
Een uitnodiging gekregen van Michel en Xiaoli om de Vlaamse delegatie en enkele leiders van de stad vanavond te ontmoeten in het Sheraton hotel. Dat betekent dan wel het taart- en teefuifje voor de 26ste verjaardag van Nolan missen, maar ik geef hem toch een cadeautje en hij belooft een groot stuk cake voor mij te zullen bewaren.
Present om acht uur present en na veel zoeken een hoopje Franstaligen gevonden in één van de bars: een Waalse delegatie uit de staal- en aanverwante sectoren; geleid door minister Marcourt – ik herken zijn gezicht, het is de man die twee weken terug strontzat een interview gaf aan de RTBF gaf om zijn verkiezingsoverwinning te vieren. Ook de Belgische ambassadeur en de eerste secretaris zijn er, we hebben tussen pot en pint een goede babbel; de ambassade heeft een website speciaal voor de Belgen in China, en zal mijn naam op hun mailinglist zetten voor alle activiteiten; je weet nooit wanneer ik in Beijing geraak…Van hen krijg ik zelfs het adres van de Bekaert man in Shenyang: hij woont in de week in het Sheraton hotel en gaat voor het weekend telkens terug naar Shanghai. Minister Reynders was vandaag ook in Beijing, binnenkort komt Decroo voor zijn jaarlijks bezoek, en ook Bourgeois is aangekondigd; in het voorjaar komt dan onze prins Filip, naar Shenyang notabene; ik herinner me nog de dagen met zijn vader in Shanghai in 1993… Nog een interessant gesprek gehad met iemand die in China speerpunttechnologie voor de productie van speciale koolstofnanobuisjes wil komen kopen. Op sommige gebieden staan de Chinezen wel al heel ver. De Vlaamse delegatie komt er pas een uur later aan, geen minister maar een tiental afgevaardigden van KMO’s uit de milieusector. De afspraak met de leiders van de stad was deze namiddag… Gwen van de Vlaams-Chinese Kamer van Koophandel is erbij; we kennen mekaar al jaren. Ik ontmoet de afgevaardigde van een bedrijf dat hier vergistinginstallaties voor landbouwafval wil bouwen; als de Chinezen natuurlijk geld over hebben voor dergelijke buitenlandse technologie. Michel zijn container met Belgisch bier is wel al onderweg; benieuwd wat het wordt.
Het is weer eens twaalf uur wanneer ik in bed geraak.

Woensdag 25/10/06
Op gestaan met een houten kop voor de ochtendgymnastiek Xin Yi Liu He Quan met Chang en met de grootste moeite mijn ogen kunnen openhouden in de Chinese les.Volgende week is er partieel examen…
Er zit een snijdende noordenwind vandaag, de verwarming werkt nog niet en ik kruip de rest van de morgen terug in bed. De les Europa is toch maar deze namiddag.
Vanmiddag nog iets interessants vernomen van mijn Chinese collega Sun: de theater en operaschool van deze universiteit is de absolute TOP in China op het gebied van Peking opera.; en vermits die gasten veel moeten oefenen, valt daar af en toe wel een gratis voorstelling mee te pikken! Sun belooft me iets te laten weten! Mooi perspectief.
Vanavond willen gebruiken om wat achterstand in te halen, maar buiten de waard gerekend: in het restaurant zit ik moederziel alleen voor het avondeten, maar collega Eddie, een Amerikaan, getrouwd met een Chinese die in een stad vijftig kilometer verder woont, komt eraan gewaaid met vier van zijn studenten, allemaal meisjes. Ik wist niet dat leraars soms met hun eigen studenten gingen eten, maat stel geen verdere vragen wanneer hij mij uitnodigt om mee aan tafel te schuiven. Het zijn derdejaarsstudenten en er wordt uitvoerig gepraat over de verschillen tussen Amerika, Europa en China op het gebied van families, lieven en huwelijken. Drie van de vier hebben in een andere stad een lief zitten die ze een keer of twee in de maand ontmoeten; Chinezen trouwen nog bijna allemaal met hun eerste lief; de vierde is 22 jaar en haar moeder maakt zich al zorgen of ze nog wel aan iemand zal geraken; zijzelf vind dat de studies voorrang moeten krijgen. Meisjes worden hier nog altijd verondersteld te wachten tot een jongen het initiatief neemt. Ik weet nu ook waarom de bibliotheken hier zo populair zijn; dat is de uitgelezen plaats om personen van het andere geslacht te ontmoeten! Drie van de vier denken eraan een dieet te volgen, ongelofelijk wanneer je ze ziet! Ik probeer ook deze keer een mondje Chinees te plaatsen, stel in het Chinees vast dat er vandaag een sterke wind zit waarop ze het allemaal uitproesten; tja, klein verschilletje in uitspraak, ze maken me discreet duidelijk dat ik over een grote drol in plaats van een straffe wind aan het praten was. De avond eindigt met het bijna traditionele uitwisselen van telefoonnummers, de meisjes noemen zichzelf Livia, Tatiana, en Jackie, de vierde, zonder lief, is al sneller opgestapt want moest nog naar de … bibliotheek.

Donderdag 26/10
Het is zover: vanmorgen lagen alle plassen bevroren. De blaren vallen met trossen gelijk . We moeten het nog een week uithouden voor de centrale verwarming aangaat. Iedereen zit in de klas met een mantel aan. De airconditioning hangt in mijn slaapkamer, daar heb ik in de living niet veel aan.
Vandaag contact met Stijn van Bekaert Shenyang; veel zit er zo te zien niet in, zijn familie woont in Shanghai, dus hij is alleen beschikbaar op een avond in de week wat voor mij niet zo practisch is; en hij woont inderdaad in het Sheraton hotel, 18 kilometer hiervandaan; even samen een pint gaan drinken is niet evident.
Vandaag verrassen de Chinezen me: ze zijn al volop bezig met de kalender voor het tweede trimester! Mijn kursus Europa valt in de smaak, en wordt uitgebreid; marketing blijft –tant pis, ik ben het nu toch gewoon- maar international business valt weg in het tweede semester: alle studenten die ervoor in aanmerking komen heb ik al gehad; jammer. Het grote nieuws: in het tweede semester wordt ik leraar Franse conversatie voor de eerstejaars; Veronica verzekert me dat er geen grote pedagogische bekwaamheden vereist zijn; ik ben de enige buitenlander die Frans geeft en al wat ik doe is automatisch goed; ze suggereert om er zoveel mogelijk de Franse cultuur bij te sleuren, daar hebben de Chinese leraars Frans toch minder voeling mee. Dat wordt nog plezant. Dat betekent twee uur meer per week, maar hopelijk minder voorbereiding. Veronica put zich uit in loftuigingen op hun o zo waardevolle medewerker die ze ten volle willen gebruiken. In ruil suggereer ik dat ze zorgt voor een atelier voor Lieve vanaf januari; dat ziet ze wel zitten, zeker indien ze Lieve voor een uur of twee per week officieel tot lerares kunnen bombarderen; benieuwd wat Lieve er zelf zal van vinden.
Vanmiddag tijdens de lunch in de kantine nog maar eens blijven plakken met twee Chinese leraressen; hier zijn oneindig veel leraars Engels; naast de faculteit vreemde talen is er namelijk ook nog een afdeling voor vreemde talen, die taalopleiding verzorgt voor alle andere faculteiten. De twee dames, Xiao Dan en Ren Jing, hebben een bureel op nog geen tien meter van het mijne; ik ben altijd welkom op de teeklets.
In het contact met leraren en studenten worden me stilaan twee dingen duidelijk: Voor iedereen die een beetje Engels spreekt of wil spreken is contact met buitenlanders goud waard; zogauw ze een ‘grote neus’ zien vliegen ze er zonder aarzelen op af, je kan wel denken dat mijn succes hier verzekerd is. Het tweede is de nieuwsgierigheid van de Chinezen voor hoe de wereld er buiten China uitziet; veel gesprekken draaien rond het uitbenen van culturele verschillen; vanmiddag ging het over het verschillende tafelgedrag; gisteren over relaties en families.
’s Avonds niet veel zin om alleen te eten, ik voel me miezerig koud en de airconditioner wil alleen frisse lucht blazen. Mijn Japanse buurvrouw geeft niet thuis, dan maar eens proberen met de Indische onderbuur; hij blijkt volop aan het pintelieren met de Amerikaanse Eddie (die twee zijn de drinkers van het gebouw). Eddie biedt zich aan om mee te gaan, maar ‘eerst nog mijn pint uitdrinken’; dat duurt wat langer dan verwacht, ze slaan nog enkele flessen achterover. Die Indier, Mukundan, is de zoveelste rare vogel hier: afkomstig van een familie uit de hogere kaste en grootgrondbezitters in Kerala (een boerderij van 100 hectare); het grootste deel is door de linkse regering van Kerala (communisten?) onteigend zodat ze het nu met 30 hectare moeten stellen; maar zijn hele familie heeft universitaire diploma’s en een groot deel heeft nu een goedbetaalde job in het buitenland; hijzelf gaf les aan een Indische Universiteit, ging in Hongkong doctoreren en kreeg daar een Chinese titel van professor aangeboden (wij zijn hier maar ‘leraars’, een soort docenten); hij woont hier nu al drie jaar, blijft vier maanden en gaat dan telkens twee maanden naar huis, bij vrouw en kinderen; zijn zoon doet binnenkort ingangsexamen voor de meest prestigieuze universiteit in India; bescheiden is de man niet, in de kortste keren krijgen we een opsomming van de boeken die hij geschreven heeft en de wetenschappelijke artikels die hij publiceert en de internationale congressen die hij hier organiseert; zijn specialiteit is ‘economie van het onderwijs’; hij spreekt geen woord Chinees maar behelpt zich voor zijn research ;met internetopzoekingen en bibliotheekwerk in India; als we hem mogen geloven is hij een wereldautoriteit. Zoals elke avond loopt hij ook nu in pyjama rond; koken doet hij nooit en heeft hij ook nog nooit gedaan, want in Indië is koken het ‘privilege’ van de vrouw; hier in China gaat hij op restaurant of krijgt hij Indisch eten van de twee Indische studenten in mijn klas; die laatste zijn blijkbaar ‘nieuwe mannen’, zij koken wel hun eigen potje.
Het is al laat wanneer ik eindelijk Ed meekrijg naar het restaurant; hij is al twee jaar getrouwd met een Chinese, kan geen woord Chinees lezen en nauwelijks iets spreken; hij is 53, heeft een pensioen van het Amerikaanse leger, maar daarmee is hij Amerika een armoezaaier; zijn vrouw woont in een kleinere stad in de buurt, hij verblijft in de week op de campus. Om hun financiën aan te vullen geeft hij les en runt zijn vrouw een privé talenschool in har stad. Shenyang is al de vierde Chinese school waar hij les geeft en volgens hem de beste.Zijn Chinese vrouw zou naar Amerika willen uitwijken en daar werk zoeken, maar hijzelf verkiest China! Rare wereld. Ed kent België; in het leger stond hij in voor de beveiliging van de gebouwen , hij kent de Natogebouwen in Evere en was ook in de Antwerpse haven voor de beveiliging van Amerikaanse wapentransporten; tot politieke uitspraken laat hij zich niet verleiden.

Vrijdag 27/10
Vanmorgen nog maar eens Chinese les, het gebrek aan studie de laatste week begint zich te laten voelen en ik ga af als een gieter; dringend bijstuderen!
Om elf uur afspraak met Michael, die me een ‘tof kaffee’ zal tonen. Dat klopt nog ook, de keet ziet eruit als een echt kaffee; op honderd meter van de noordelijke poort van de campus, ik ben er dikwijls voorbijgereden zonder erop te letten. We zitten er wel helemaal alleen, daar zijn de prijzen niet vreemd aan; die kunnen mee met de betere tavernes bij ons; pas rond één uur begint er aan een andere tafel een soort verjaardagsfeestje met taart. De ‘manager’, een jongedame die pas in Singapore afgestudeerd is, moet onze namen, telefoons en geboortedata hebben; de fantastische koffie van het etablissement – er staan zeker twintig soorten op het menu – is spijtig genoeg niet te krijgen, er is vandaag geen elektriciteit tot 16.00 H; we leggen het lieve kind uit dat onze grootmoeder ook zonder elektriciteit koffie kon malen en zetten, maar het brengt geen zoden aan de dijk. Dan maar chrysantenthee gekozen uit een al even indrukwekkende menu. Die is inderdaad heel lekker en we krijgen er ‘gratis’ een hele schotel mooncakes bij. Voor het middageten is ook weer een en ander niet beschikbaar wegens geen stroom, we kiezen dan maar allebei spaghetti met sla. Na een tijdje komt er een schotel spaghetti, spijtig genoeg is dat al wat ze hebben, maar er zijn nog penne te krijgen; OK dan maar. Knotsgek, spaghetti en penne in het land van de noedels! Maar goed, het eten is lekker, ook al is er geen parmesaan bij, die is hier echt zeldzaam en peperduur. We onderdrukken nog net de neiging om na het eten een koffietje met likeur te vragen.
Michael is een Canadees met Libanese wortels; hij is in de veertig, getrouwd met een Chinese van 31 en heeft een zoontje van twee jaar, Salim Yi Jia, ‘Salim de rijke Canadees’; nog maar eens een speciaal levensverhaal; hij gaf les aan een universiteit in Canada, maar hield na de afbetaling voor zijn huis in Quebec niets meer over; hier in China kan hij zich een huishoudster of aiyi (tante) veroorloven en nog sparen; zijn vrouw gaf tien jaar geleden haar universitaire studies op maar is nu herbegonnen. Hij is het lesgeven stilaan beu en kijkt uit of hij geen business kan starten ( voor een Libanees moet dat kunnen zou ik denken); hij zou ook zijn huis in Canada willen verkopen en een huisje in een hutong in Beijing kopen; ik wist niet dat het kon maar de stormloop is al begonnen, zo’n typisch Pekinese huisjes die goed gelegen zijn kunnen tot vijfhonderdduizend euros gaan; je krijgt dan wel iets heel exclusiefs voor je geld: een ruime bungalow van meer dan 100 jaar oud gebouwd rond een binnentuin met als enige toegang tot de wereld een smal gangetje uitgevend op een verkeersvrije steeg; absolute rust en privacy midden in een wereldstad!
In mijn loGement een briefje van Sun, die me niet vergeten is: om twee uur try-out voorstelling van onze beroemde toneelschool; het blijkt geen opera, maar een reeks eenakters. De jonge acteurs articuleren met veel nadruk, ik kan me eigenlijk geen betere luisterles voorstellen en slaag erin de plot te begrijpen. Nu ja, ‘wo ai ni’ betekent ‘ik hou van jou’ en en met enige varianten daarvan kwam ik in dit geval al heel ver.

Zondagavond 29/10
Het weekend vliegt voorbij zeker wanneer je probeert Chinees te studeren; frustrerend…
Gisteren er toch even op uit getrokken, bezoek aan Beilin park en de Qing graven.Hier ligt de laatste Qing keizer begraven die nog in Shenyang heerste; zijn opvolger werd keizer van heel China in Beijing. Het mausoleumcomplex is bijna vierhonderd jaar oud en indrukwekkend. Gebouwen en tempels voor van alles en nog wat, een toegangslaan met levensgrote stenen dieren, en helemaal achteraan een enorme grafheuvel. Een soort Verboden Stad in miniatuur. De Qingkeizers kwamen hier om de paar tientallen jaren terug om hun voorvader te herdenken, de traditie stopte maar met de opiumoorlog en het snelle verval halverwege de negentiende eeuw. Een interessante tentoonstelling over de architectuur van mausolea in China. Aansluitend een bezoekje aan de winkelstraat Bei Hang, één van de drie verkeersvrije winkelstraten in Shenyang; exclusieve en minder exclusieve winkels, restaurants, cafés en patisserieën, enkele koopcentra…ik slaag er niet in de winkel van de Belgische wafelenbakker te vinden, had wellicht toch beter eerst eens getelefoneerd. Hier wordt veel gekocht en nog veel meer gewindowshopt. Keuze te over. Er is ongetwijfeld armoede in Shenyang maar hier zie je ze niet. Tenzij dan de bedelaars: op de stoep zitten ze, met of zonder baby, op de knieën en buigen als knipmessen voor iedere voorbijganger. Plattelanders met getaande huid; het lijkt erg op de Roemeense bedelaars in Brussel;de meeste Chinezen lopen er onverschillig voorbij; als die gasten het er voor over hebben zo te leven om iets meer te verdienen dan moet de toestand in het diepe binnenland toch wel erbarmelijk zijn.
Vandaag nog maar eens tussen de studie door de fiets op, den boer op.Het is zonnig en niet te koud weer. Hier rond de grootstad leven de boeren niet slecht. In de dorpen waar ik deze keer doorrijd wonen de boeren niet in rijhuizen met moestuintje, maar op een echt erf, meestal met enkele koeien, kippen, ganzen en geiten. Veel huizen zijn (ver)nieuw(d): bungalows met een voorgevel bekleed met glanzende tegels. De maisoogst is al een tijdje binnen, maar het ophalen van de stengels is nog volop bezig: manueel afsnijden en opladen op muilezelkarren of een zeldzaam tractortje.Wat ze daar mee doen weet ik niet: veevoeder of brandstof? Ik ken hier in Shenyang nu al twee buitenlanders die technologie willen invoeren om het spul te vergisten en er biogas of fuel van te maken; de ene wil een heuse fabriek bouwen en daar al het afval heenvoeren, de andere wil een verplaatsbare machine die in elk dorp de afval gaat verteren.
Het valt me ook op dat er in die dorpen meer kleine fabriekjes en ateliers zijn dan ik eerst dacht; het iets groter staatsbedrijf dat ik in één van de dorpen tegenkom staat te vervallen; het heeft nochtans een bureelgebouw met drie verdiepingen, een betegelde gevel en blauw reflecterend glas. Dankzij mijn verbeterde kennis van Chinese karakters ontcijfer ik een met de hand geschilderde boodschap op een dorpsmuur: hier komt elk uur in de twee richtingen zelfs een bus(je?) voorbij.
Er lopen hier ontzettend veel honden rond, gelukkig erg brave; maar vandaag bespied ik de mormels toch met extra aandacht: China is in de ban van hondsdolheid; bijna vierhonderd doden in september; in alle grote steden zijn speciale hondenbrigades bezig met illegale honden op te pakken voor vaccinatie – de meeste honden zijn illegaal want een penning kost heel veel; wat er op de buiten gebeurt weet ik niet.
De dorpen rond Shenyang zijn het koninkrijk van de driewielers: driewieler ‘camions’, driewieler taxi’s, driewieler overdekte brommers die ook als taxi dienen - ik kan ze per fiets bijna bijhouden -, en alle soorten triporteurs.
De tocht door het platteland doet me soms denken aan Brabant; na een goede twee uur ben ik echt bekaf.

Maandag 30/10/06
Vandaag een soort hittegolf, het is opnieuw aangenaam herfst met zuidenwind.
Om 18.00H naar een optreden van Wang Ying geweest , althans naar het eerste stukje. Die Wang is hier afgestudeerd en heeft het tot in de finale van het Chinese Idool gebracht. Zaal afgeladen vol, ik schat minstens vijfduizend voor vierduizend zitjes. We beginnen met drie kwartier vertraging ondermeer omdat erg geen plaatsen gereserveerd waren voor de VIPS, en eer men de beste plaatsen voor hen ontruimd krijgt duurt het wel wat. Voorprogramma een flauwe moppentapper, een kakofonische opname van een soort repetitie, met projectie op twee schermen die voor het grootste deel van de toeschouwers onzichtbaar zijn, een groepje fantastische hiphoppers of zijn het breakdansers? Ze rollen over de grond, tollen op hun hoofd, springen op één hand vooruit… Dan komt de maestro met een half dozijn muzikanten, dito zangeressen en trossen begeleidende dansers, allicht studenten van de unief zelf. De zaal gaat uit de bol, overal wordt driftig met lichtgevende slingers gezwaaid. Na een nummer of twee houdt ik het wel voor bekeken, ik ben geen fan van het songfestival

Zaterdag 4/11/06
Geen lang allerheiligenweekend voor mij. De voorbij week was druk en vermoeiend. Voor het eerst terug 12 uur les. Daarbij het onzalige idee om een klas extra te laten komen ter compensatie van een afgeschafte les. Ondertussen is mijn vooruitgang (?) in Chinees zo frustrerend traag dat ik ook nog besloot deze week een tandje bij te steken. Resultaat: 14 uur les gegeven, 14 uur les gevolgd; teveel van het goede…
Wat het Chinees betreft: ik kan nu al horen dat de plaatselijke bevolking hier een plat dialect spreekt, wat het verstaan er niet op verbetert; buiten de universiteit zijn maar weinig mensen bereid/ in staat alGemeen beschaafd Chinees putonghua te spreken…Vandaag een toespraak van de president op TV gehoord, voor buitenlandse gasten in simultanvertaling: hij sprak traag, articuleerde goed maar meer dan 10% kon ik er niet uithalen…De Chinese TV staat de hele dag aan in mijn appartement, ze zeggen dat passief luisteren ook helpt, veel geloof ik er niet van…
De klassen verlopen met wisselend succes: Marketing is buiten verwachting positief, de studenten moeten de helft van de les zelf volpraten en dat helpt wel om de interesse aan te wakkeren. De kursus Europa vinden ze heel interessant, ze weten er zo goed als niets van; boeiend om te zien waarmee ze afkomen want ook hier is de helft door henzelf te vullen. Volgende week moet er eentje België bespreken, benieuwd of het bier en de frieten er zullen uitkomen. In de extra les was maar een derde van de studenten aanwezig, de harde kern van supporters; het werd een gezellige teebabbel van twee uren, met prentjes op de computer en iedereen maar vragen stellen en commentaar geven; de afwezigen hadden ongelijk.
Een van de klasssen ‘international business’ blijft voor problemen zorgen; het is me nog niet gelukt die zelf actief te krijgen. 42 leerlingen, grotendeels op elkaar gepakt op de achterste banken, en bezig met van alles behalve mijn prietpraat; slechts een tiental geïnteresseerden op de eerste banken; slechts één derde had zijn huiswerk Gemaakt; dat bleek dan nog voor het overgrote deel gekopieerd uit de cursus, in plaats van de theorie toe te passen op het concrete geval dat ik hen gaf; en dit zijn de laatstejaars…Het ging over discriminatie tegen een Chinese firma in de USA, dat het hier om politieke discriminatie ging hadden ze allemaal door, maar de meer gesofistikeerde aspecten vond geen enkele. Hoe ik dat moet aanpakken is een doordenkertje voor het weekend.
Wegens te druk ben ik deze week nauwelijks in de stad geraakt. Vrijdag geprobeerd aan wat geld te geraken, vroeg of laat is mijn voorraad hier wel eens op. Geld vinden is niet zo Gemakkelijk. De stad staa vol met geldautomaten, maar vind er maar één die een Belgische mastercard aanvaardt! In het dichtstbijzijnde filiaal van de grootste bank ‘Bank of China’, kunnen ze me niet helpen, maar een paar kilometer verder is er een die dat wel zou moeten kunnen. Daar is inderdaad een vriendelijke bediende die beweert dat de machine hier wel degelijk kaarten aanneemt. Het mislukt drie keer om onduidelijke redenen, de Engelse berichten zijn niet veel duidelijker dan de Chinese, maar er moet iets mis zijn met mijn code (vervelend, ik heb die al jaren niet meer gebruikt, misschien iks ze wel echt verkeerd, en wat dan?). Enfin, na de derde poging komt de kaart er niet meer terug uit. Geen nood, de vriendelijke bediende recupereert ze wel, alhoewel we intussen vier uur zijn en de bank officieel gesloten is. Ze probeert zelf ook nog eens, de Chinese boodschappen flitsen over het scherm tot ze moet toegeven dat ze het ook niet weet. Maar geen nood, er is een nóg belangrijker filiaal in het centrum en daar zullen ze me zeker geld geven aan het loket, werkuren van maandag tot vrijdag van 8.30H tot 16.00H met een uur middagpauze. Wordt vervolgd…
Deze week heb ik wat beter kennis Gemaakt met een vijftal mensen uit mijn omgeving en telkens dezelfde boodschap gekregen: ze willen allemaal naar het buitenlands gaan studeren of ervaring opdoen om Gemakkelijker aan een betere job te geraken in China; afgestudeerden hebben het hier blijkbaar heel moeilijk. Ik heb eens doorgepraat met Wang Bonestaak en ken nu eindelijk haar echte naam: Wang Jiang, oftewel Wang Rivier; het klinkt niet veel beter dan Bonestaak; noem me maar Jiang, zegt ze. Als ik me goed herinner is ze rond de vijfendertig, ze hangt hele dagen rond iedereen die er wat buitenlands uitziet om haar Engels te verbeteren, en droomt ervan enkele jaren te kunnen vertrekken, voor verdere studies of om les te geven.Als docent aan de universiteit verdient ze hier nochtans 300 euro per maand met regelmatig extra betaalde weekendprestaties, naar Chinese normen helemaal niet slecht; ze is lid van de Communistische Partij maar weet niets van de politieke actualiteit. Het enige waar ze op reageert, zoals overigens ook haar collega’s, is wanneer één van de Amerikanen aan tafel iets negatiefs vertelt over China in de wereldpolitiek. Eén van mijn studenten, de studiemonitor van een klas, bleef na de laatste les hangen en vragen stellen en begon dan over haar toekomst: 21 jaar en de laatste maanden plots beseft dat ze haar eigen lot in handen moest nemen in plaats van altijd gewoon te doen wat haar ouders vertellen; ze was heel sterk in wiskunde, maar moest van haar ouders Engels studeren; bij gebrek aan belangstelling zwakke resultaten maar nu beseft ze dat het menens wordt. Haar bedoeling is geld bijeen te schrapen om na haar kandidatuur in het buitenland een licentie te halen. Ze heeft al een universiteit in Engeland gevonden en een budget opgesteld: 20.000 euro per jaar (de inschrijving alleen is 8000 pond). Hoe ze aan het geld moet geraken is onduidelijk; enkele jaren werken? Geld van haar ouders? In Engeland werken? Ze heeft geen liefje en wil er ook geen zolang haar carrière niet uitgetekend is.
Het verhaal van een andere studente verschilt niet veel; ik ken haar want het is de enige die in twee van mijn klassen zit, ze is erg actief. Rond etenstijd kom ik haar tegen in ons shopping center en we belanden samen in het restaurant: ook zij doet verwoede pogingen om buiten de klas met de buitenlandse leraars te kunnen praten.Ook haar bedoeling is een buitenlandse studie, haar budget is zelfs 25.000 euro met weinig vooruitzicht om eraan te raken. Haar ouders zijn partijmensen in Shenyang, ze woont op nog geen kwartier per fiets maar is toch intern; studenten moeten hun loGement betalen, of ze hier verblijven of niet; internen kunnen bovendien Gemakkelijker ’s avonds en in het weekend naar de bibliotheek gaan studeren (intussen weet ik wel dat in die bibliotheek een café-snackbar is die als ontmoetingsplaats voor jongens en meisjes dient). De idee van intern te zijn om meer vrijheid tegenover de ouders te hebben is de studenten hier volkomen vreemd; ongelofelijk hoeveel de meeste nog gewoon doen wat hun ouders zeggen.We hebben het over de politiek, haar ouders zijn overtuigde communisten; zijzelf ziet communisme als een ‘geloof’ , en voelt er niet veel voor. Ik probeer aan te tonen dat communisme geen religie is maar een wetenschappelijke analyse maakt van maatschappij en geschiedenis, wat er van doordringt is niet altijd duidelijk; de meeste Chinese jongeren weten tegenwoordig wel dat het westen niet alleen rijkdom en glitter is maar dat er ook heel serieuze problemen in de wereld zijn.
Vrijdagmorgen om zeven uur (!) barst mijn privé-lerares Liu Dan in tranen uit, ze heeft gisteravond bericht gekregen dat haar droom om in Beijing aan één van de topuniversiteiten haar doctoraat verder te zetten niet doorgaat; volgens haar niet door gebrek aan capaciteiten maar door stomme pech; ze is totaal overhoop, ik moet haar proberen troosten (in het Chinees uiteraard) en de les loopt behoorlijk uit; ook zij vraagt zich nu weliswaar met weinig overtuiging af of ze het niet beter in het buitenland zou proberen. Terloops vertelt ze nog dat ze graag vis eet maar sinds ze hier op de campus leeft dat nog nooit kunnen eten heeft wegens te duur. Ouders moeten in China echt alles uitsparen om hun kinderen naar de universiteit te kunnen sturen. Misschien moet ik haar maar eens trakteren volgende week.
Donderdagavond kwam ik trouwens onze Indische collega Mukundan tegen, de enige buitenlander hier met een professor statuut. Hij kwam lichtjes dronken van een banket in het enige luxe hotel in de buurt, tezamen met zijn directeur; zoals gewoonlijk begon hij te bluffen, deze keer niet over zichzelf maar over de capaciteiten van zijn goede vriend directeur, ex-Harvard, ex-Princeton en ex een half dozijn andere klinkende namen verspreid over de wereld. Het is hier echt nog zoals bij ons vroeger toen je enkele jaren in Amerika moest gaan studeren om iets in Europa te kunnen betekenen.
Vrijdag aangesproken door een andere Chinees die hier rondhangt, Andy, zijn echte naam is Ma enz. , voor de Chinese vrienden Xiao Ma, Jonge Ma. Hij is 25 en de derde van vier kinderen. Dat kan omdat hij van een minderheid is, de Hui, moslims die afstammen van handelaars uit het Midden-Oosten die zich duizend jaar geleden langs de zijderoute begonnen vestigen; de Hui mogen meer dan één kind hebben. Zijn familie woont in Korla in de Westelijke provincie Xinjiang; per trein heb je vanuit Shenyang minstens vier dagen nodig om in deze Far West te geraken. Hij ging naar de middelbare school in Kashgar, een stad in dezelfde provincie met vooral Oeigoeren, een Turkstalige moslimminderheid. Kashgar is sinds het uiteenvalllen van de Soviet-Unie een haard van onrust, met af en toe separatistische aanslagen, betogingen en harde repressie; Xiao Ma weet daarvan af, maar heeft zelf nooit iets gezien. Xiao Ma is bezig aan zijn licentie lichamelijke opvoeding, maar heeft er totaal geen belangstelling voor; doordat hij niet genoeg punten op het nationale ingangsexamen haalde, was lichamelijke opvoeding zijn enige kans om toch aan een prestigieuze universiteit te studeren; hij besteedde meer tijd aan Engels dan aan sport en zijn niveau is meer dan goed. In 2007 studeert hij af en lesgeven zint hem niet; hij probeert te solliciteren bij een firma, liefst een buitenlandse; binnen twee weken trekt hij naar Nanjing waar een mega jobbeurs doorgaat; ik moet hem helpen om zijn CV bij te schaven zodat het aantrekkelijk wordt voor buitenlandse bedrijven; een amusante bezigheid waar ik de principes van mijn marketing les eens zelf kan toepassen! Waarom hij het aan mij vraagt die hij nauwelijks kent, en niet aan een andere buitenlander – hij is goed bevriend met Mukundan- vergeet ik te uit te vissen.
Xiao Ma is geen practiserend moslim, zijn ouders wel. Ze verwachten nog altijd dat hij doet wat ze zeggen: zelf werk zoeken is OK, maar ze willen absoluut dat hij trouwt met een Hui-meisje; voorlopig heeft ook hij geen lief want te druk bezig met andere dingen – het verhaal dat ik hier deze week al hoorde van mijn twee studentinnen en Liu Dan; die Chinese jongeren zijn toch wel erg serieus. Xiao Ma heeft een broer die in een bedrijf werkt, zijn vader en een andere broer hebben een boerderij van ongeveer 3 hectare, in het afgelegen Xinjiang een normale grootte (in Oost China zijn boerderijen veel kleiner), en verdienen samen iets van 3000 euro per jaar, in een goed jaar 4000; dat isn iet genoeg om hem naar de universiteit en zijn jongere broer naar de middelbare school te sturen, dus moet er geleend worden; zijn ouders verwachten dat hij het geld ophoest wanneer hij volgend jaar gaat werken. Ook Xiao Ma denkt aan het buitenland, om te werken; hij hoorde van een Chinese bouwfirma die een vertaler zoekt om in Congo te gaan werken; contracten van drie jaar, of ze tussendoor naar huis komen is niet duidelijk, en het loon bedraagt iets van 500 euro per maand. Ik moedig hem aan om dergelijke pistes verder te onderzoeken, voor een ondernemende gast als hij zit er wel toekomst in, en in elk geval waardevolle ervaring.
Op televisie is het dezer dagen al Afrika wat de klok slaat. China heeft een grote samenwerkingsconferentie met Afrika bijeengeroepen, vijftig landen zijn vertegenwoordigd, 13 (of 30?) staatshoofden: Mubarak, Museveni, Mugabe, Kagame, de presidenten van de Afrikaanse Unie, van Nigeria, Sierra Leone enz. zijn er; Kongo zend zijn vice-president Yerodia, een oude Maoist. De Chinezen en de Afrikanen nemen het allemaal heel ernstig; op de openingsceremonie wordt verwezen naar de historische conferentie van Bandung in 1954, de eerste keer dat Derde Wereld landen onafhankelijk bij mekaar kwamen om te proberen hun lot in handen te nemen. Voor de Afrikanen is de Chinese belangstelling een uniek alternatief voor de Europeanen die nog altijd denken dat Afrika de achtertuin en het wingewest van bwana kitoko is. Niet te verwonderen dat de Europese Unie een rapport uitgeeft om kritiek te spuien op de Chinese politiek in Afrika; zo te zien raakt het de kouwe kleren van de Afrikaanse leiders.

Zondag 5/11/06
Vanmorgen om vijf uur uit bed gebeld: echtgenote en vrienden zijn weekend in de Ardennen en de vrolijke bende die zo te horen al in het glas gekeken had, wilde me wel eens horen; het komt nog goed uit want het internet is het hele weekend uitgevallen dus ik kon hen zelf niet al skypend bereiken; daarna doorgeslapen tot na negen uur, dat is wel de eerste keer sinds ik hier ben. Gaan fietsen ondanks de koude westenwind; de abnormale nazomer van vorige week is voorbij. Een kilometer of twee van hier is de nieuwe site van de Liaoning universiteit; mega, en gebouwd door een betere architect dan de onze; baksteen, natuursteen, bauhaus stijl; weinig volk hier vandaag, zo te zien zijn hier minder studentenkamers dan bij ons. Alle scholen in onze nieuwe voorstad moeten samen toch een pak meer dan 100.000 studenten hebben, indrukwekkend.
Deze namiddag met Kyle het museum van de geschiedenis van 18 september gaan bezoeken. Een reusachtig modern gebouw met buiten een natuurstenen monument in de vorm van een kalender.De Engelse uitleg is minder dan minimaal en slecht bovendien. Samen proberen we de onderschriften bij de foto’s te ontcijferen, met beperkt resultaat. Ik dacht dat Kyle, die een klas hoger dan mij zit, al meer Chinees kon lezen, maar zijn kennis ligt eerder op het vlak van gesproken taal. De tentoonstelling toont uitvoerig de Japanse wreedheden in Noord-Oost China; een specialiteit was het afhakken van hoofden; dat deden ze met een samoerai zwaard, maar er was ook een meer georganiseerde vorm met een uitvergrote papiersnijder. Het demonstratief ophangen van trosjes afgehakte hoofden was ook erg geliefd. Er is ook een interessant stuk over de biologische oorlogsvoering; de Japanners hadden hier in de streek twee laboratoria, waar ze testen op mensen uitvoerden; biologische bommen werden in de oorlog op het nog niet veroverde deel van China gedropt; op het einde van de oorlog werden de laboratoria gewoon opengegooid zodat de bacterieën zich konden verspreiden. Politiek is de boodschap: de dappere Chinezen, de laatste week geholpen door de Russen, versloegen het laffe Japanse leger; letterlijk gezien is dat waarschijnlijk juist in de regio Noord-Oost China, maar de tentoonstelling zegt er niet bij dat precies in die laatste week de Amerikanen de atoombom op Hirosjima gooiden en Japan zich overgaf; dat maakte het voor de Chinezen wel iets gemakkelijker. De laatste twee zalen hebben het over de pogingen van de Chinezen om zich te verzoenen met de Japanners en daartegenover het opkomend militarisme in Japan. Als eindboodschap worden we gewaarschuwd op onze hoede te zijn voor Japan.
Op de weg terug komen we met de bus meer dan een half uur vast te zitten in de drukke winkelstraat Beihang; die zouden ze ook beter verkeersvrij maken! Het wordt een rit van anderhalf uur, rechtstaande.
Op TV kondigen ze aan dat de Chinees-Afrikaanse samenwerkingsconferentie afgelopen is. Het Engelstalige programma heeft het over bijna niets anders, alle mogelijke Afrikanen komen hun zeg doen. Die zien het zitten, de Chinezen die hen helpen om eindelijk uit de miserie te geraken. Er was ook een programma waar Chinese studenten met Afrikaanse studenten discussieerden; in het plezante deel moesten ze het tegen mekaar opnemen om Chinese tongbrekers zo snel mogelijk uit te spreken. De Chinezen lieten halverwege allemaal wel een steek vallen, maar een Kameroenees vloog erdoor alsof hij djembe aan het spelen was. Ze moesten ook oefenen op de shi zin: “shi shi shi shi shi shi shi shi shi shi shi shi shi shi shi”; spreek dat uit in de juiste tonen, met de juiste klemtonen en op het juiste ritme en het wordt een betekenisvolle zin, over ene mijnheer Shi die gaat eten en ook nog iets met stenen doet.

Maandag 6/11/06
Vandaag gesakkerd op de Chinezen. Een heel weekend zonder internet wegens een technisch probleem en natuurlijk geen sprake van het oproepen van een technicus. Braafjes wachten op maandag, en ja het werkt terug. Wat niet meer werkt is mijn blog, noch het dagboek, noch de speciale site met artikels voor de studenten. Dat laatste is wel heel vervelend, ze moesten dat namelijk gebruiken voor hun huiswerk deze week! Ik probeer enkele url’s van gelijkaardige artikels te vinden via Google, maar die laat het ook al afweten. Is dit nu de fameuze Chinese internetcensuur of een stom technisch probleem? Machteloos….
Of toch niet. Met alle Chinezen maar niet met deze! Google viel uit door een loszittende kabel hier, zo gerepareerd. En de blokkering van de blogs kon ik vanavond omzeilen via een anonieme proxyserver. Vraag is of ik me kan permitteren die truc aan mijn studenten te tonen…Het enige wat nog niet werkt is mijn eigen dagboek op de blog plaatsen! Morgen stuur ik het per mail naar Europa om het er langse een omweg toch op te krijgen!

Donderdag 9/11/06
De werkweek zit er weer op, met alleen nog een berg huiswerken te verbeteren!
Vandaag vriest het hier voor het eerst overdag. Er ligt een laagje ijs op mijn vertrouwde lotusvijver. Stralende zon, staalblauwe hemel, voor één keer geen wind; zalig slenteren over de campus.
Gisteravond op bezoek bij de Belgische directeur van Bekaert. Zijn zwangere vrouw en twee kleuters wonen in een huis in Shanghai. Geen goede internationale school hier, weinig Engelstalig medisch personeel, weinig interessante dingen voor de echtgenote, enz… de man vliegt dus elk weekend terug naar Shanghai, waar overigens het Bekaert hoofdkwartier voor China gevestigd is. Hij is pas 34 en kreeg vorig jaar een belangrijke promotie: ineens directeur van één van de grootste Bekaert fabrieken in de wereld. We verwennen ons, of beter gezegd hij nodigt mij uit op een buffetdiner in de Sheraton, oesters, kaas en andere lekkernijen die je hier buiten de vijfsterrenhotels niet vind…de manager van de Sheraton, een nog jonge Nederlander, komt ook een praatje maken. Het wordt een gezellige avond en we spreken af het nog wel eens over te doen maar dan in een echt Chinees etablissement; gemakkelijk wordt het niet want we wonen ver van mekaar en de momenten waarop we allebei vrij zijn zijn schaars; in december gaat zijn vrouw in België bevallen zodat hij na nieuwjaar een tijdje permanent in Shenyang verblijft, dat schept wel betere kansen. De Bekaert fabriek is indrukwekkend groot. Ze maken hier staaldraad voor rubberbanden. De Chinese bandenproductie groeit zo snel dat Bekaert niet snel genoeg nieuwe machines kan aanbrengen! In 1998 was dit een een bijna failliete staatsfabriek met 600 mensen met verouderde machines; Bekaert nam de zaak over met slechts 30 overblijvers, een sociaal bloedbad voor de rest. Vandaag is 99% nieuw, er is een tweede fabriek opgestart enkele kilometers verder en er werken in totaal 700 personen. Ondertussen zijn er sociale problemen in Aalter en Lanklaar, want in de wijde omtrek zijn geen bandenfabrieken meer te vinden om hun staaldraad aan te slijten; multinationals trekken naar de plaats waar meest te verdienen valt, in dit geval Oost-Europa en het Verre Oosten.

Vrijdag 10/11/06
Vandaag nog maar eens vier uur Chinees en één uur Xin Yi Liu He Quan, om twaalf uur ben ik uitgeteld, ook al omdat ik me voor het eerst in China niet goed voel: buikpijn, lichte koorts, braakneigingen.

Tussendoor heb ik aan een 23-jarige Koreaanse klasgenote moeten beloven om voor haar tussen mijn studenten een Chinese vriendin te zoeken om haar Chinees te oefenen; ben benieuwd of hen dat zal interesseren? De Koreaanse durfde het niet zelf vragen, een dertigjarige Koreaan waar ik nogal veel mee praat moest het voor haar doen; ze is nochtans een van de mondigste van de klas.
Eén van mijn Chinese studenten bracht me een Engelstalige krant, de China Daily, met het verzoek die volgende week terug te geven. In Beijing in Shanghai zijn veel buitenlanders daarop geabonneerd, maar hier op de campus heb ik er nog geen gezien, dus dat exemplaar is goud waard (In de bibliotheek is wel een erg beperkte selectie van Engelse en Franse tijdschriften, waaronder National Geographic en nog enkele bekende)
De nachttemperaturen zouden hier intussen moeten gedaald zijn tot min tien, maar overdag in het zonnetje en zonder wind is het opperbest. Op het centrale plein is een openluchtexpo van een soort posters van de mediastudenten; je kan stemmen voor de beste; prominent hangt een poster met Mao en Hitler, allebei met gestrekte arm , Mao met armband van de Rode Garde en Hitler met swastika; het schokt me maar het is te koud, ik voel me slecht, geen van de aanwezige studenten spreekt Engels en ik laat het er dus maar bij; morgen zeker teruggaan om erover te praten…
Vanmiddag marketing huiswerken verbeterd, in één klas is het resultaat bedroevend, maar de andere verrast me met enkele heel goede werken; echt heel verschillende niveaus.
Het wordt de familiedag, eerst belt Lieve en daarna organiseren we een echte telefoonconferentie met mijn twee zonen; technisch gaat dat verbijsterend goed, maar als je mekaar niet ziet wordt het wel snel een door mekaar praten met drie.
In de media ruimt Afrika stilaan plaats voor Rusland. De Afrikaanse prominenten zijn nog maar weg, of de Chinese eerste minister zit alweer aan tafel met zijn Russische collega om over strategische samenwerking te praten. Ik vraag me af of men in Europa wel begrijpt wat hier aan aardverschuivingen in de wereldpolitiek/economie aan het gebeuren is. De zielige commentaar van Europa over de Chinese Afrika politiek en het officiële nieuwe Europese standpunt over China geven de indruk dat men daar nog een oorlog achter zit, in de tijd dat China naar de Europese pijpen moest dansen en tevreden zijn dat Europa met hen wilde samenwerken.
Over Afrika gesproken, toch een paar cijfers: Tegen 2010 moet de handel tussen China en Afrika honderd miljard dollar per jaar bedragen ; de volgende drie jaar geeft China voor vijf miljard dollar voordelige leningen; er wordt een fonds van 5 miljard dollar opgericht om Chinese investeringen in Afrika te ondersteunen; China heeft de voorbije jaren ook al voor 11 miljard dollar schulden van de armste landen geschrapt en gaat daar mee verder; China bouwt in Afrika 100 plattelandsscholen, 30 hospitalen, 30 malariacentra, een conferentiegebouw voor de Unie van de Afrikaanse Eenheid; grote aantallen Chinese landbouwexperts en jonge vrijwilligers trekken naar Afrika.

Zaterdag 11/11/06

11/11 is hier de dag van de vier enen, de dag der eenzame harten. In de Chinese les gisteren kregen we van de vereniging der Koreaanse studenten elf een zakje met staafvormige koekjes, symbool voor de één. ’t Is waar, er zijn in de klas maar enkele mensen mensen met een lief en en die wonen dan nog ver van hier.
Van mijn Chinese lerares vandaag twee tanghulu’s gekregen. Een tanghulu is een stokje met zeven geglaceerde mini-appeltjes. Je ziet het hier in de winter overal, het wordt verkocht voor één of twee RMB; het is te doen maar niet mijn favoriet.
Vanmiddag gebeld met Yang Xue die al twee weken niets meer heeft laten horen; vroeger stond hij hier elke avond; nee, er is niets mis met hem, alleen te druk en te koud buiten en een verkoudheid gehad. Wat is dat toch met die Chinese verkoudheden? In enkele van mijn klassen blijven de studenten met bosjes weg wegens ‘gan mao’; ergens is het niet te verwonderen, naar het schijnt zijn die gasten hun slaapzalen nauwelijks verwarmd, ze kruipen samen in gemeenschappelijke ruimten om het warm te hebben en doen bijna nooit hun zware overkledij uit. Ook mijn lerares Chinees blijft vandaag warm ingeduffeld zitten, alhoewel mijn appartement toch redelijk aangenaam warm is.
Deze namiddag er nog maar eens met de fiets op uit getrokken;buiten de houten kop vanmorgen voel ik me een stuk beter dan gisteren en de vrieslucht zal wel geen kwaad kunnen. Deze keer staat het Hollands Dorp op het programma, een verkaveling van een Chinees die in Nederland rijk werd, zich dan in China in grote zaken stortte en nu gevangen zit wegens fraude. ‘Hollands Dorp’ op Chinese schaal! Het is een uit de kluiten gewassen nieuwe stad net binnen de buitenste ring van Shenyang, met eigen afritten op de autostrade in de vorm van Nederlandse stadspoorten en een eigen busterminal. Het project viel halverwege stil, maar de grandeur is er: kopieën op ware grote van het raadhuis van Den Haag en andere paleizen, een marktplein omringd door huizen, stadsgrachten, bruggen en vijvers met woonboten, windmolens, appartementsgebouwen in Hollandse stijl en enkele straten met echt statige stadshuizen; een dierentuin; Philips straatverlichting; een buiten proporties uitvergrote driemaster, een paar neoklassieke monumenten vallen wat uit de toon; bizar wordt het wanneer ik aan de overkant van een gracht in een Mongools yurte tentendorp terecht kom!
Duizenden woningen staan hier leeg! Zolang het fraudedossier niet opgelost is kan niets verkocht worden.Drie jaar leegstand, de natuurelementen, vandalisme en de slechte Chinese bouwkwaliteit hebben hun werk gedaan; gebouwen met gebroken ramen en afbladderende gevels, kapotte publiciteitszuilen, halfgezonken triplex woonboten zonder ramen, alleen de degelijke Hollandse bakstenen constructies weerstaan moeiteloos de tand des tijds.

Zondag 12/11
Het winteroffensief lijkt tijdelijk stilgevallen, er waait vandaag een sterke warme zuidenwind. Mijn plan om vandaag te gaan schaatsen op één van onze vijvers ligt in duigen. Zondagnamiddag op grootmoeders wijze: taartjes eten! Ja, ik weet nu waar de Belgische wafelbakker is; het staat zelfs op zijn gevel, in kleine lettertjes op de bovenverdieping van een drukke winkelstraat: “Belgian café”.
Mijn experiment om een alternatieve weg te vinden is wat mislukt, ik ben in een nieuwe ontwikkelingszone aan de stadsrand terecht gekomen, zonder asfaltwegen; in combinatie met de sterke tegenwind dodelijk; ik arriveer bekaf; onderweg nog door een verloren boerendorp gereden, helemaal omringd door hoogbouw; de boeren leven nu van serres en recuperatie uit stadsafval.
De baas van het Belgian café is op de afspraak. Nog maar eens een bijzonder verhaal. Willy is 67, was wat uitgekeken op de textielsector in Molenbeek en besloot in een snelgroeiend land als China een zaak op te starten voor dochter en schoonzoon; Belgische wafels lagen voor de hand. Een goed jaar later heeft hij hier, zonder enige kennis van de Chinese taal, een patisserie opgestart en een atelier waar 15 mensen chiabata’s, croissants, taartjes, pizza’s, koekjes en wafels bakken. Om het bakkersvak te leren kwam een Belgische bakker twee maanden opleiding geven; chocolade, boter, poedersuiker en meel worden ingevoerd wegens onvoldoende kwaliteit hier ter plaatse; machines zijn Chinees op de wafelijzers na. Al snel botste hij op een probleempje: Chinezen zijn niet zo voor zoete producten en nog minder voor zwaar spul zoals Brusselse, laat staan Luikse wafels; het productiegamma werd zoveel mogelijk aan de Chinese smaak aangepast; tot mijn spijt kan ik hier vandaag dus niet aan een echte wafel geraken! Het atelier heeft afzet via de groothandel, maar de patisserie heeft het wat moeilijk om Chinezen aan te trekken; nochtans zijn de prijzen heel schappelijk, minder dan een euro voor een verzorgde koffie of een mooi taartje. Ik geniet er ten volle van mijn Brésilienne en besluit regelmatig – waarom niet ineens elke zondag?- terug te komen. Willy had gedacht de zaak vrij snel aan zijn schoonzoon te kunnen overlaten, maar denkt nu toch enkele jaren hier te blijven. Binnenkort komt zijn dochter die nog in Molenbeek de honneurs waarneemt, voor het eerst een kijkje nemen.
Eindelijk iemand gevonden die bereid is mijn mosselen, deze keer met bier bereid, te komen delen; de twee Japanse leraressen, Meigumi (25) en Sato ( allang pensioengerechtigd) schuiven vlot aan tafel en schijnen ze zelfs te lusten; daarna eten we onder algemeen enthousiasme nog een doos Belgische patékes leeg, Gem en Yang Xue Qing zeggen ook niet nee; de Chinees moet er na de eerste hap niet meer van hebben – jammer voor de zaak van Willy-,maar de drie buitenlanders zijn gegarandeerd nieuwe klanten.

Maandag 13/11/06
Vandaag lang gesprek met een studente die problemen had om mijn artikels op internet te vinden. Deze wil NIET verder studeren voor master, maar zo snel mogelijk werk vinden en geld verdienen; haar ouders zitten er niet op te wachten, zegt ze, maar zijzelf gelooft dat ze met haar master binnen drie jaar nog veel moeilijker aan werk zal geraken. Ze wil in een buitenlands bedrijf gaan werken, meer geld en minder activiteiten die niets met het werk te maken hebben dan bij een Chinees bedrijf. Ze is vierdejaars, dit is haar laatste jaar en ze heeft maar acht uren les per week, geen eindexamens! Ze legt me ook uit waarom volgens haar zoveel studenten in de les niet opletten en andere dingen doen: deze studenten interesseren zich niet aan hun uitslag, het minimum aan punten om een bachelor te halen is genoeg; hun volle aandacht richt zich op het nationale ingangsexamen voor master – slaagkans 20% of zo; het schriftelijke deel is binnen twee maanden, daar moeten ze slagen, daarvoor studeren ze nu al; het keuzevakje van die buitenlander voor hun bachelor hebben ze maar meegenomen in de hoop er niet te veel last mee te hebben. Proberen die gasten wakker te schudden en te motiveren wordt een moeilijke klus…
Vanmiddag ook een gesprek met de verantwoordelijke voor de Franse sectie en twee leraressen. Allemaal even jong, de verantwoordelijke Goa Zhengheng alias Irene, is nog maar drie jaar afgestudeerd; ze was een tijdje in Frankrijk, spreekt met een rollende Parijse rr waar ik zo jaloers op ben, maar laat tussendoor toch wel wat steken vallen. Vervelender is dat ik opnieuw zelf kan beginnen met lesteksten op te stellen; Irene wil de bestaande lesteksten voor mondeling Frans niet gebruiken, want die zijn ‘à la chinoise’ dus niet goed. Ik krijg 51 studenten verspreid over twee klassen, die hebben 10 uur theorie, twee uur audiovisueel, twee uur literatuur en vier uur mondeling; die vier uur deel ik met een Chinese lerares, die zich voorneemt eerder op de uitleg van het mondeling te werken, terwijl het mijn job wordt de gasten aan het praten te krijgen. Er is geen enkele verplichting om een lestekst op te stellen, gaat het zonder dan is het ook goed; afwachten wat het wordt; mijn collega, Amelie – voorheen Catherine, maar Amelie klinkt beter na ‘Le Fabuleux Destin d’Amélie Poulainc’ – haalde pas vorig schooljaar haar maîtrise en gaat in januari haar lessen voorbereiden, we zullen dan wel coördineren…Het wordt nog plezant.
Vanavond ook nog een e-mailtje gestuurd naar onze partijsecretaris om te vragen wat hij denkt over de fameuze Mao-Hitler poster op de campus. Benieuwd. De laatste nieuwtjes van Lieve gekregen, die zeer druk bezig is met nog enkele pareltjes van schilderijen en de voorbereiding van de expo in Brugge; het wordt een receptie met Spaanse champagne en Chinese versnaperingen; dat belooft…

Woensdag 15/11
De werkweek zit er bijna op, morgen nog één klas Europa, een sinecure. De lessen International Business beginnen me meer en meer te verontrusten. In de twee klassen is een grote fracties zonder meer met iets anders bezig, er zijn ook nog enkele studenten die gewoon niet komen. Frustrerend! De uitleg van Guorui maandag troost me maar half, maar wat te doen? Het is al goed dat deze cursus volgend semester wegvalt, ik moet het maar vijf weken meer volhouden! Ik moet meer weten over hoe de studenten het zien. Na de voormiddagklas komt een studente af met een reeks specialistische vragen over internationale financiën: afspraak vrijdagnamiddag. Na de namiddagklas komt een andere vertellen over haar plannen om in Afrika te gaan werken: meteen uitgenodigd om vanavond samen te eten.
Bij de lunch partijsecretaris Ren tegen het lijf gelopen; hij neemt zowaar mijn hand vast om te bezweren dat hij ook erg geschokt is door mijn informatie over de Mao-Hitler poster van vorige week; ‘Wat een onwetendheid, hoe kan je nu twee zo totaal verschillende historische personages vergelijken’. Hij kijkt er echt ongelukkig bij, alhoewel, misschien is dat wel inbeelding, hij lijkt altijd wel wat bedremmeld. Jammer dat hij er niet bij zegt of ze ook iets gaan doen aan de onwetendheid, maar de omstandigheden zijn er niet naar om een grote discussie te beginnen.
Vanmiddag nog maar eens met Xiao Dong, een vlotte en nieuwsgierige lerares Engels, gegeten. Ze belooft dat ze Lieve en mij zal uitnodigen bij haar thuis om te proeven van de gerechten die haar man, een geroutineerde amateurkok, klaarmaakt; wanneer Lieve hier zal zijn wordt het hopelijk inderdaad gemakkelijker om bij Chinezen thuis binnen te geraken…
De buitenlandse leraars klagen zoals gewoonlijk over het zwakke pedagogische systeem hier, het wordt wat eentonig maar ik probeer er het positieve uit te halen voor mijn lessen Frans volgend semester; om de schotel wat te kruiden komt daar nu het groeiend ongenoegen bij over onze kabeltelevisie: we vragen al maanden zonder resultaat om die te repareren – veel meer dan gedaanten in de sneeuw komt er niet op het scherm; de andere gebouwen op de campus hebben wel correcte televisie!
De enige die niet echt klaagt is Nolan, de belangrijkste van ons allemaal; hij is gestuurd en betaald door het Amerikaanse ministerie om de Chinezen te helpen met het moderniseren van hun pedagogische methoden; hij was gedurende het weekend op een internationaal seminarie in het Zuiden van China, is de enige van ons die volgend semester les mag geven aan de licentiaatstudenten - wij zitten allemaal in de kandidaturen -, en gaat tegen juni een interuniversitair symposium over opleiding Engels organiseren; alles bovenop zijn twaalf uren les. Ambitieus voor een gast van juist 26 jaar!
Om zes uur stipt klopt Liu Qianhui, alias Lynn, op mijn deur. Nou die meid weet van aanpakken! Ze heeft zich piekfijn opgedoft en geeft me meteen een pakje chocolade (made in Europe) en een zakje biscuits (European style) cadeau! (Hoe ze allemaal zo vlug te weten komen waar mijn zwakke plek ligt is een raadsel!). We trekken naar het restaurant en ze suggereert langs haar neus weg het ‘international restaurant’, het enige dat een categorietje duurder is dan de rest (de maaltijd voor twee zal me de exorbitante som van 4,4 euro kosten). In het restaurant botsen we op een jonge Canadese collega, die mee aan tafel schuift; zo gaat dat hier, je weet wel met hoeveel je vertrekt maar nooit met hoeveel je eindigt aan tafel. Ik heb het gevoel dat onze Canadees, zelf maar 27 jaar, erg onder de indruk is van Lynn; bij het vertrek zegt hij uitdrukkelijk ‘maybe we find a chance to meet again’; ik weet dat hij op zoek is naar een liefje. Het verhaal van Lynn is ook niet mis: haar ouders zijn boeren, die hun land laten bewerken door een oom en hier ergens in Shenyang op een bouwwerf werken, hij als bouwvakker zij als kokkin; ze zijn een stukje van die fameuze vlottende arbeidsmassa van 130 miljoen binnenlandse gastarbeiders.Ze verdienen samen iets van een 300 euro per maand, dat is zoveel als Wang Jiang Bonestaak die al tien jaar les geeft waarvan drie jaar aan de unief, op haar eentje verdient. Wanneer het te koud wordt valt de bouw stil en dan kunnen ze naar huis, zonder loon. Ze hebben drie kinderen, twee meisjes aan de universiteit en een zoon van twintig die zijn studies opgegeven heeft en voorlopig ook als bouwvakker werkt. Lynn kan alleen maar studeren dankzij een lening van de universiteit. Vorige week kwam hier plots een Chinees opdagen die in Zimbabwe een handelszaak heeft; hij kwam een tolk zoeken om hem te helpen goederen aan te kopen, Lynn stelde zich kandidaat en werd geselecteerd; zo simpel is dat; haar Engels is niet eens zo goed, maar allicht kan die Chinees dat niet controleren, en persoonlijkheid heeft ze wel; ze vindt van zichzelf dat ze uitdagingen moet aangaan; en ze volgt tenslotte een cursus ‘international business’ gegeven door een gereputeerde buitenlandse leraar! Dus vertrekken einde februari. En de studies dan? Wel Lynn ‘onderhandelt’ met de faculteit om daar een mouw aan te passen zodat ze toch nog deze zomer haar kandidaatsdiploma kan halen – in China kan veel ‘onderhandeld’ worden. Het brave kind is nog nooit verder dan Shenyang geweest en beseft nu pas waaraan ze begonnen is, ze zit vol vooroordelen over Afrika en verwart Zimbabwe met Zuid-Afrika. De Canadees en ik stellen haar gerust: nee, ze zal niet neergeschoten worden door een boze zwarte zoals ze gezien heeft in Amerikaanse misdaadfilms, Chinezen worden niet vermoord in Zimbabwe, Afrikanen zijn vriendelijke mensen en ze kan er goede vrienden maken indien ze zich wil openstellen. Dat laatste wordt wel wat moeilijk, de Chinezen in Afrika leven in een gesloten gemeenschap, gratis kost en inwoon is voorzien in hun contract, en van haar loon van 300 euro per maand zal ze wel niet veel willen uitgeven aan uitstapjes in Harare. We proberen haar nog wat elementaire kennis over zwart Afrika en Zimbabwe mee te geven en verzekeren haar dat faalangst in die situatie normaal is, het overkwam ons allebei telkens we aan iets nieuws moesten beginnen en zeker bij onze eerste opdracht in het buitenland; het voordeel aan dergelijke opdrachten is dat je gewoon niet mag falen, de enige optie is lukken. Haar contract is anderhalf jaar, zonder terugkeer naar China. Ze zit nog het meest in met haar ouders. Die Chinese jongeren hebben allemaal ongelofelijk veel over voor hun ouders; Confucius is hier nog springlevend; haar grote droom is veel geld verdienen zodat haar ouders in een mooi huis comfortabel kunnen leven. Ik zie bij ons niet veel jongeren zoiets zeggen. Na een tijdje lijkt ze gerustgesteld en ontspant en kan ik haar wat vragen stellen over de klas: ja de stof is moeilijk, maar zij verstaat het ,op af en toe een moeilijke term na, en daarvoor bestaan woordenboeken. Bij de studenten die niet opletten zitten er volgens haar veel luieriken; eenmaal door het ingangsexamen doen ze niets meer omdat je in het Chinese systeem bijna niet kan mislukken; resultaten of verworven kennis interesseert hen weinig; sommigen weten al van bij het begin van hun studies dat hen een goeie job wacht; hun rijke vader kan geld en politieke vrienden daar wel voor zorgen; de duizendjarige Confucianistische traditie van bureaucraten en rijke klassen die voor mekaar zorgen; ja het kan wel zijn dat president Hu Jintao dat wil veranderen, maar China heeft nog een lange weg te gaan (ik moet ineens aan Mao denken, die ook al zijn tanden brak op een Kulturele Revolutie). Volgens haar hebben die studenten die te weinig werken een te laag niveau Engels, die kunnen dus niet mee met mijn les zelfs indien ze zouden willen.
’s Avonds krijg ik nog een telefoontje van haar, het gesprek heeft haar gerustgesteld, de bezorgde jonge vrouw van daarstraks is terug een giechelende bakvis geworden. Wat mij betreft blijft de verwarring: ja ik heb een groepje goede studenten die erg geïnteresseerd zijn in wat ik vertel, maar wat in ’s hemelsnaam met de anderen? Opgeven?

Zaterdag 18/11/06
Gisteren het geplande bezoek gehad van twee studentes die uitleg wilden over de cursus international business. Eigenlijk was het niet dat wat hen interesseerde. Ze doen in januari ook mee aan het ingangsexamen voor de licenties in de afdeling ‘tolk en vertaling voor zaken Engels’ en moeten daarvoor een cursus ‘international business’ studeren van een andere universiteit! Die wordt gedoceerd aan studenten in business management. Ik sakker in mezelf dat niemand van de verantwoordelijken het de moeite vond me dat te vertellen, het lag toch voor de hand met het boek te werken dat de studenten moeten kennen voor het ingangsexamen. Het boek is even moeilijk geschreven en Amerikaans diepblauw liberaal als mijn boek, geen haar beter dus ikzelf moet er geen spijt van hebben dat ik het miste! Die twee studenten lopen er hopeloos in verloren; vooral van het financiële hoofdstuk begrijpen ze geen snars. Ik begin het hun wat uit te leggen, maar geef het ook zelf al snel op. Zeg nu zelf: de berekening van de Amerikaanse belastingsaanslag van een Amerikaans bedrijf dat buitenlandse winsten repatrieert, compleet met takskredieten enzovoorts; echt essentiële kennis voor een Chinese aspirant licentiaat tolk-vertaler! Het geval is een illustratie van wat van Chinese studenten nog veel te veel verwacht wordt: dingen van buiten leren en dan kunnen debiteren. Van deze twee studentes verneem ik dat ze les krijgen van onze decaan, die deze week van zijn voeten gemaakt heeft omdat….inderdaad, het merendeel van de studenten niet naar hem luisteren maar met iets anders bezig zijn; ze zijn wat verontwaardigd, de decaan weet heel goed dat ze wel wat anders te doen hebben dan naar hem luisteren! Ze bevestigen me ook dat de studenten volgens niveau per klas ingedeeld worden; mijn grootste klas ‘international business’, waar ik zoveel problemen mee heb, is niet toevallig de zwakste. Intussen heb ik van collega’s vernomen wat er gebeurt wanneer een student buist op een vak: herexamen op het einde van het jaar; is dat ook weer een buis, dan is er een globaal herexamen op het einde van de studies voor alle mislukte vakken, maar daar komt de oorspronkelijke leraar niet meer in tussen; zijn diploma missen is voor een student uitzonderlijk.
Toch nog even met cijfertjes goochelen: vorig schooljaar studeerden er 4,13 miljoen Chinezen af aan de universiteiten en hogescholen, hun aantal nam toe met 750.000 en dat was de negende opeenvolgende toename. Blijkt nu dat een derde daarvan geen job gevonden heeft op zijn niveau.

Vrijdagavond met Yang gaan eten in een wat beter Chinees restaurant in het noordelijk deel van de campus – dat is het deel dat bij het begin van het schooljaar nog niet 100% af was; de handelszaken zijn over het algemeen iets beter dan in onze ‘oude’ zuidelijke campus; voor het eerst sinds mijn verblijf hier een winterse fondue, een ‘hotpot’ gegeten en overgoten met een 70 cl fles bier; voor een hotpot krijg je hier dunne plakjes varkens-, runds- of schapenvlees, in combinatie met bevroren toufu , allerlei soorten groene bladgroenten en een soort brede platte doorschijnende noedels die er als repen vet uitzien. Het gaf een gevoel alsof het weekend begon!
Deze week nog drie primeurs: de eerste platte band en de eerste buspech.
Dat van die platte band is een soort mirakel, dat het nog niet eerder gebeurde bedoel ik; gelukkig voor mij was het vlak bij huis, ik moest niet eens afstappen; voor de herstelling moest ik wel een kwartier stappen naar de noordelijke poort van de unief waar de stoep op de hoek van de straat gedeeld wordt een paar eetstalletjes, een schoenenhersteller en een fietshersteller; het karweitje neemt tien minuten in beslag en kost me 0,2 euro;. Wat daar van wrakken staat om hersteld te worden! Een student komt toe met een BMX met uitgerafeld zadel, zonder voorste rem en met de versnellingen voor- en achteraan kapot: zijn achterrem werkt ook niet meer en dat is net één probleempje te veel; wat olie op de verroeste kabel en hop, weer weg!
Op de bus heb ik al iedere keer gedacht dat het amechtige vehikel op het punt stond de geest te geven, terwijl we schokkend en krakend in beweging kwamen; maar deze keer is het dus zover! ‘Che huai le!’ Dat versta zelfs ik. Op één of andere manier moeten pannes hier geprogrammeerd zijn, want een vervangingsbus staat onmiddellijk klaar! Ik heb te vroeg victorie gekraaid, een straat of twee verder lopen we vast in de zaterdagavond verkeersknoop en staat ons sardienenblik een half uur stil op een kruispunt; dicht bijeen is gelukkig warm, dat helpt op deze kille winterdag.
En de derde primeur? In één van de buurtwinkels een potje met iets vaalwit gevonden en het opschrift: ‘Sweet mayonnaise’. Eén dezer dagen bereid ik me een echte schotel frieten met mayonnaise!

Zaterdag onverwacht met Yang naar het stedelijk museum op de grote markt gegaan. De planning was zondag maar om één of andere reden wil hij vandaag, tenminste wanneer zijn gepland rendez-vous met een nieuwe potentiële vriendin niet doorgaat. Om halfnegen belt hij op: rendez-vous mislukt, we gaan naar het museum. Na een dik uur bussen komen we er in de menigte terecht; vandaag is de ingang gratis, want er blijkt een grote speciale tentoonstelling voor de zeventigste verjaardag van de Lange Mars te zijn; alles is in het Chinees en ik moet het stellen met de onvolledige en moeilijk te begrijpen commentaren van Yang; maar de foto’s, data en plannetjes zijn interessant. We zijn nog maar goed binnen of de plaatselijke televisie heeft al opgemerkt dat er een vreemde eend in de bijt zit; interview dus; ze verrassen me met hun vragen: mijn commentaar op de expo (heu, ik begin er pas aan), hoe ik hier terecht kwam (heu, toevallig..) , of België ook een lange mars gekend heeft ( heu, nee, wij kregen onze onafhankelijkheid na een mini-revolutie…; ik had bijna gezegd operette-revolutie maar dat zouden de Chinezen allicht niet begrepen hebben); benieuwd of mijn TV-optreden volgende week reacties van Chinese collega’s zal losmaken. De rol van Mao in de Lange Mars wordt dik in de verf gezet; nu, het is ook indrukwekkend; toen de Lange Mars in de nazomer van 1934 in Zuidoost China begon zaten de communisten militair totaal in de verdrukking, na zes maanden was hun leger ei zo na uitgeroeid; toen kwam Mao aan de leiding te staan en hij wist het onmogelijke te realiseren: een succesvolle aftocht met hergroepering van alle krachten in een afgelegen streek in Noordwest China. Op een groot scherm wordt getoond hoe de communisten drie maanden lang rondjes draaiden in de buurt van de stad Zunyi, langs alle kanten omsingeld door vijandige troepen die hen maar niet konden te pakken krijgen; uiteindelijk wisten ze te ontsnappen; indien Mao geen superleider was, dan moet hij een onwaarschijnlijke gelukzak geweest zijn. De episode van Zunyi was het keerpunt in de geschiedenis, daarna zouden de communisten alleen maar aan vertrouwen winnen tot de eindoverwinning in 1949.De Chinezen die uit de expo komen zijn zwaar onder de indruk, ook Yang vertelt me enthousiast wat voor een fantastische kerel die Mao wel was.
De permanente tentoonstelling van het museum nog bezoeken is te veel ineens, en we hebben honger; dus maar naar het restaurant voor een laat middageten; in de buurt is een bekend etablissement: ‘Xiao Du Dou’ ofwel ‘De kleine patat’; we krijgen er inderdaad in de schil gekookte patatjes te eten in een kruidig bouillon met wat groenten (lekker!) , verder een soepje met magen en ingewanden van schapen (in heel kleine snippertjes gesneden, als je niet goed kijkt weet je niet wat het is), en een schotel die ‘suan cai’ noemt, letterlijk ‘zuurkool’ en dat is het ook.
Ik ben wat verrast door de eerste vochtige winterdag, en alhoewel het vandaag warmer is dan de rest van de week, koel ik op straat volledig af. Yang blijft maar rondslenteren. Het meisje waarmee hij een afspraakje miste werkt in de Landbouwbank in het centrum en is vandaag van dienst; wij dwalen alle filialen van de Landbouwbank af maar vinden ze niet; hij probeert te bellen, maar geen antwoord; Yang wordt om langsom zenuwachtiger: ‘Ze antwoordt niet, ze reageert niet op mijn SMS, ze wil me niet…’.
Aan de rand van de grote markt staat een massa volk, er loopt politie en brandweer rond. De brandweer is bezig met het opblazen van een reusachtig kussen in een afgezet stuk straat; op het dak van een flatgebouw van zes verdiepingen het silhouet van een vrouw; omstanders geven commentaar: Om het marktplein verder te moderniseren wordt een reeks redelijk nieuwe flatgebouwen afgebroken; de inwoners zijn niet tevreden over de ontvangen vergoeding; naar het schijnt hebben sommigen veel gekregen en anderen te weinig; de jonge vrouw is gescheiden en moet alleen haar kind opvoeden; ze weigert het pand te verlaten; water, elektriciteit en gas zijn al afgesloten; ten einde raad is ze op het dak gekropen en dreigt ze naar beneden te springen.
Uiteindelijk trekken we naar huis maar onderweg moet er nog afgestapt worden in een supermarkt waar ze goede wollen lange onderbroeken verkopen voor de winter; die dingen zijn niet meer wat ze twintig jaar geleden waren (ik reisde toen veel met de nachttrein in China en had uitvoerig de gelegenheid om het attribuut te bestuderen); nu is dat echte design, in de afdeling ‘branded products’; de spullen zijn ook zo dik als een wollen trui; ik begin schrik te hebben dat mijn eigen ouderwets model niet tegen een lange winter zal bestand zijn! De prijs is ook niet mis, tussen 15 en 20 euro, terwijl mijn makker 150 euro per maand verdient.
Van het oponthoud in het warenhuis geprofiteerd om in het Belgian café een koffie te drinken en een voorraad taartjes in te slaan. Yang weet me te zeggen dat de diensters van dat café 70 euro per maand verdienen – overuren inbegrepen.
Zaterdagavond, drie dames collega’s nemen de uitnodiging voor een koffieklets met taartjes gretig aan. Ik moet zelf niet veel vertellen en krijg ze niet buiten voor half elf, in China een meer dan onchristelijk uur; maar het avondje heeft toch enkele ideeën opgebracht om mijn lesproblemen aan te pakken, ondermeer het gevleugelde woord:’Als leraar is het eerste waar je moet aan denken: hoe kan ikzelf minder doen in de klas’.

Zondag 19/11
Een kille mistige Vlaamse herfstdag.
In de namiddag trek ik er toch met de fiets op uit, in een poging om nog maar eens iets nieuws te ontdekken, deze keer noordwest.Door een groot industrieterrein gereden via een zesvaksbaan en uiteindelijk toch in een bewoonde kern geraakt, de mist is zo dik dat er niet veel van te zien valt, er lijkt wel ook een soort hogeschool te zijn (iets audiovisueel).Op de terugweg het uithangbord van een fabriek ontcijferd: glasfabriek! Stoute schoenen aantrekken en binnen! Het is maar een atelier, geen echte glasfabriek; de ingenieur van dienst leidt me rond in de afdelingen dubbele beglazing, veiligheidsglas en gelaagd glas; klein met nogal wat nieuwe machines, alles ‘made in China’; fabrieken in China werken ook op zondag; hier is wel wat volk te zien, maar veel glas loopt er niet door de machines; de dubbele beglazing wordt aan een slakkengangetje geproduceerd, vergeleken met Glaverbel in Zeebrugge is het een fiets tegen een GTI ; maar ze produceren wel driedubbel superisolerend glas voor uitvoer naar Rusland;volgens de verantwoordelijke werken er meer dan 100 mensen in dit bedrijf, dat zoals de meerderheid van de KMO’s in China vandaag een bvba is; nadat ik enkele frasen in het Chinees gedebiteerd heb is de ingenieur niet meer te stoppen; omdat ik tamelijk goed weet waarover hij het heeft kan ik er hier en daar toch iets van maken. De echte glasfabriek van Shenyang ligt zowat twintig minuten van hier, per auto dan; mocht ik er ooit geraken per fiets dan zal ik dáár wel niet zomaar kunnen binnen stappen, de fabriek zit namelijk in de glasholding van Qinhuangdao, een van de technologische topbedrijven in de Chinese glassector, die hun technologie heel secuur afschermen voor nieuwsgierige buitenlanders.
Wanneer ik buitenkom is de nacht aan het vallen, de zichtbaarheid is minder dan 20 meter; niet ideaal als fietser op een snelle baan met zowel zestigtonners als onverlichte tractoren; de terugweg naar de hoofdweg lijkt eindeloos; eenmaal daar ken ik de weg zoals mijn binnenzak, en zelfs zo is de ingang van de universiteit moeilijk te vinden; de enorme helverlichte letters aan de ingang zijn zo goed als onzichtbaar van de overkant van de baan; op de campus zelf is het bijna vooruitgaan op de tast.

Maandag 20/11/06
Het expo-interview is inderdaad op de plaatselijke televisie geweest. De partijsecretaris is de enige die me heeft gezien. (Jammer dat het zo sullig was; hopelijk hebben ze er toch enkele zinvolle stukjes kunnen uithalen)
De dichte mist van gisteren is nationaal nieuws! In de hele provincie zijn de autosnelwegen voor alle verkeer afgesloten geweest. Een oude man is in Shenyang in de mist verdwaald en verdronken, een voetganger is doodgerden.Moest ik zo nodig er met de fiets op uittrekken...

Woensdag 22/11/06
Vandaag de ‘moeilijke’ klas international business. Heb het over een andere boeg gegooid: oefening om de theorie van vorige week toe te passen, ‘en dien het maar in met jullie naam erop’.Algemene consternatie! Na verbetering blijkt dat 20% een acceptabel deel van de oplossing kan geven, 20% wat nonsens opschrijven of afschrijven, en 60% procent een leeg blad afgeeft. Bovendien is een kwart van de klas ongewettigd afwezig. Na die oefening het huiswerk van vorige keer laten oplossen door de drie studenten met het beste resultaat. Daarna blijft er nog een halfuurtje over van mijn twee lesuren, dus maar één enkel centraal punt aangepakt en uitgelegd; vorige week zelfde punt terug aanpakken en door henzelf laten afwerken, daarna toepassing als huiswerk. Veel zullen ze op die manier niet bijleren, maar allicht toch iets. Eén van de studentes wil me uitleggen dat haar naam veranderd is, bovendien komt ze afwisselend in de ochtend - en namiddagklas; allemaal goed en wel, maar het brave kind wil me dit in het Chinees opsolferen! Wanneer ik aandring op Engels wordt er een klasgenote als tolk bijgeroepen! En deze studente krijgt in juni na vier jaar studies haar diploma als bachelor in de Engelse taal; ook in de andere klas ‘international business’ noteerde ik al dat enkele studenten totaal op niets reageren, ook niet wanneer ik ze aanspreek; je kan in deze afdeling dus afstuderen zonder een deftige zin Engels te begrijpen of te kunnen spreken. In mijn klassen van derdejaars heb ik niet die ervaring, op één of ander manier dienen deze vierdejaars ‘keuzevakken’ als vuilbak; blij dat ik er volgend semester vanaf ben, maar niet echt goed voor het Chinese onderwijs. Ik neem me voor de zaak met de decaan te gaan doorpraten.
In de marketing klas heb ik ook opgekeken: een studente moest uitleggen hoe ze een Chinese MP-3 speler aan de man/vrouw zou brengen. Eén van de medestudenten stelde dat ze liever een beter Japans toestel kocht; daarop begonnen ze te discussiëren over de plicht van Chinese jongeren om de ontwikkeling van het land te steunen door lokale producten te kopen. Dat idee van ‘we moeten het land steunen’ kom je heel de tijd tegen!
Vanavond toevallig op Eddie gebotst die opnieuw de vier schoonheden uit zijn klas heeft opgetrommeld om een hotpot te gaan eten en blij is dat ik wil meegaan. We moeten een kwartiertje stappen naar een restaurantje buiten de campus en de temperatuur is sinds vandaag echt ‘ijzig’; mijn oren zijn zowat afgevroren wanneer we in het restaurant komen; zoals vorige keer draait het gesprek rond het vergelijken van de culturen: hoe leven jonge mensen in de USA en Europa, hoe zijn de familierelaties, enz., enz. Mijn tafelbuur is erg geïnteresseerd in Chinese cultuur; ze kent de ‘vier beroemde boeken’, waaronder de ‘Droom van de Rode Kamer’ en ‘De Reis naar het Westen’. Heeft ze die ook gelezen? Nee, alleen gezien op televisie! Wij van onze kant leggen hun uit hoe ze een T-dansant moeten organiseren om wat variatie te brengen in het saaie campusleven. De hotpot voor zes man, inclusief enkele grote flessen bier, kost ons bijna negen euro!

Donderdag 23/11/06
Nog wat uitbollen met slechts één les vandaag.
Ja, de presentaties over België zijn intussen voorbij. Eén student nam het nogal licht op, hij dacht dat België 102 miljoen inwoners had en nog altijd de Belgische Frank gebruikte; een andere studente daarentegen had alles heel nauwgezet uitgezocht, tot en met de namen van de provincies en de betekenis van de nationale vlag. Frieten met mayonaise, mosselen? Grote onbekenden. Maar er was wel een foto van Manneken Pis!
Bij de lunch een lang gesprek met Xiao Dan over verschillen in de maatschappij. Iedereen is al weg uit de refter maar zij heeft deze keer alle tijd - echt on-Chinees. We belanden uiteindelijk bij geboortebeperking: Ze heeft een dochtertje in de lagere school en zou een tweede nog wel zien zitten maar het kan niet; een tweede kind betekent niet alleen boetes; aan deze universiteit wordt je zonder pardon ontslagen. Ze begrijpt wel dat het niet anders kan, China kán niet méér mensen voeden. Tegen 2010 bereikt het aantal arbeidskrachten echter zijn maximum, daarna zal China rap in een situatie komen met veel ouderen en te weinig werkende jongeren; de regering begint nu al met haar politiek bij te sturen: twee ouders die zelf enig kind zijn en nog enkele andere voorwaarden vervullen, krijgen nu wel al toelating om een tweede kind te hebben.
Vandaag zijn de voorlopige resultaten van een Wereldbankstudie bekend gemaakt: in de periode 2001-2003 ging het levensniveau in China gemiddeld met bijna 10% per jaar vooruit, maar de 10% armste Chinezen gingen er met 2,5% op achteruit. In de jaren 90 was de Chinese theorie: ‘Als het water stijgt gaan alle boten omhoog’, maar dat blijkt dus niet meer te kloppen. Er wordt verwacht dat de regering in deze studie nieuwe argumenten vindt om een meer radicale politiek van herverdeling door te voeren. Het armoedeprobleem situeert zich in vele gevallen bij werklozen, zieken, onteigende boeren…gevallen die kunnen opgevangen worden door een betere sociale zekerheid.
Het laatste nieuwsje voor vandaag: mijn weblog is terug vrijgegeven! Gedurende meer dan twee weken was elke site met ‘blog’ in het adres hier geblokkeerd, Wang mag weten waarom, maar voilà, ineens opgelost, niets meer aan de hand!

Vrijdag 24/11
Nog maar eens Chinese les gevolgd en mooie klasfoto’s gekregen van een Koreaanse studente. Met nog zes weken les voor de boeg begint de klas een hechte groep te worden, er wordt ook nauwelijks nog een woord Engels gesproken. De oudere leerlingen willen zo snel mogelijk een goed niveau Chinees halen, de jonge gasten zitten meestal te spelen of komen niet, de leraressen trekken zich van die groep zo goed als niets aan; een drietal Koreaanse jonge meisjes spijbelen regelmatig; hun ouders steken ze op de schoolbus, maar aangekomen op de campus gaan ze zich verstoppen.
Vandaag doorgepraat over het bijzonder zwakke niveau van sommige vierdejaars van de ‘international business’ met Guo, mijn directe baas. Hij voelt meteen nattigheid en komt met het verhaal naar boven: er zijn drie categorieën vierdejaars; de beste van het nationaal ingangsexamen gaan voor leraar; de tweede categorie mag wel Engels komen studeren aan deze school, maar kan niet voor leraar gaan; de derde groep heeft geen nationaal ingangsexamen afgelegd maar een privé examen (ik interpreteer dat ze hun toegang tot de unief gewoon gekocht hebben); in ‘international business’ heb ik één klas van groep twee en één klas van groep drie. De Chinese leraars die het systeem kennen geven die klas blijkbaar op, maar, zo vertelt Guo ‘aan buitenlandse leraars vertellen we dat niet want wij willen de zwakkere klassen gelijke kansen geven’. Amai! Bij de derdejaars stelt dat probleem zich niet, want het systeem is veranderd en zonder nationaal examen geraak je er niet meer in. Ik vraag hem maar meteen hoeveel ik er volgens hem mag/moet buizen: hij suggereert 10, maximum 15%. Intussen is ook beslist dat de lessen tot 30 december lopen, maar volgens Guo dient de laatste les alleen om eventueel nog een test te geven of bepaalde onderwerpen te herhalen. Bedankt voor de inlichtingen!
Vanavond met Xiao Ma nog maar eens hotpot gaan eten. Xiao Ma studeert dit jaar af als master in lichamelijke opvoeding. Enkele weken gelden hebben we samen zijn CV opgesteld voor een jobbeurs in Nanjing, want hij spreekt heel vlot Engels en wil een job in een firma. Hij is niet gegaan want er is van alles gebeurd. Een oude familievriend met goede relaties heeft ervoor gezorgd dat hij de keuze heeft tussen twee jobs als assistent aan de universiteit, één in Kanton en éen in Urumqi, de hoofdstad van de Westelijke regio Xinjiang. Zijn ouders, boeren en traditionele Hui moslims uit Xinjiang, willen hem absoluut in hun eigen streek hebben;hij zou dringend moeten gaan voor het definitieve interview met de unief. Maar hijzelf ziet zich niet fungeren als leraar lichamelijke opvoeding! Hij is maar in die richting terechtgekomen door het toelatingssysteem gebaseerd op zijn resultaten in het ingangsexamen voor de universiteit. Zijn interesse is nog altijd werken in een firma waar hij zijn talenkennis kan gebruiken.. Daarbij is hij onverwachts smoorverliefd geworden op een studente, die volgend jaar moet afstuderen. Zij is van Heilongjiang en denkt er niet aan met hem naar Xinjiang te gaan, ze wil naar een grote stad zoals Kanton. Er is geen schijn van kans dat zijn ouders deze relatie gaan aanvaarden: de Hui moslims vormen een minderheid van 20 miljoen, verspreid over China, en kunnen als groep maar standhouden door een traditie van inteelt; een huwelijk met een niet-Hui is onbespreekbaar! Xiao Ma staat voor belangrijke beslissingen. .. hij vloekt op de traditie van gehoorzaamheid aan zijn ouders, die hem met de paplepel is ingegeven.

Zaterdag 25/11
Vandaag in Noord-Korea geweest… of toch ongeveer.
Om zeven uur vertrekken we met een minibus op de uitstap voor buitenlandse leraars, betaald en georganiseerd door de faculteit, een contractueel voordeel. De tocht brengt ons een goede 200 km verder, naar de stad Dandong, aan de Yalu rivier, de grens met Noord-Korea. Het is een mooie tocht door heuvelachtig landschap, een beetje de Ardennen. We beklimmen een sensationeel stukje Lange Muur vlakbij de grens –weinig mensen weten dat de Ming-dynastie in de zestiende eeuw de muur probeerde door te trekken helemaal naar het Oosten, maar ze is er wel degelijk, 15 km van Dandong; boven op de Heuvel van de Tijger ligt Korea aan onze voeten.
In Dandong zelf bezoeken we de brug over de Yalu, die de Amerikanen in 1950 bombardeerden; het is een Japanse brug, gebouwd in het begin van de 20ste eeuw toen Japan Korea koloniseerde en begon wegen aan te leggen om China te kunnen binnenvallen. De brug is nooit hersteld, er werd een nieuwe spoorwegbrug naast gelegd en de oude brug is een toeristisch monument. Het meccano-geval lijkt erg op de Scheldebrug van Temse, maar dan twee keer langer, de Yalu heeft ook veel weg van de Schelde. In de stad is er een groot museum over de Korea oorlog; hier zijn uitvoerige onderschriften in het Engels, jammer dat we niet wat meer tijd hebben om het grondig te bezoeken; het museum geeft een heel goed overzicht van het verloop van de oorlog; het beeld van de Amerikaanse rol in deze oorlog is erg negatief, ongerechtvaardigde agressie, marteling van burgers en krijgsgevangen, precies het omgekeerde van wat ik altijd op school leerde over de Amerikanen – en ook de Belgen- die ‘de democratie gingen verdedigen’. Het is confronterend, maar als je ziet waarom de Amerikanen vandaag in Irak en Afghanistan uitspoken, dan wordt het al gemakkelijker te begrijpen hoe tijdens de Koreaanse oorlog de vork echt in de steel zat. De tentoonstelling eindigt op een groot prachtig diorama in de stijl van de slag van Waterloo.
We gaan varen op de Yalu rivier, we varen recht naar de Koreaanse oever en dan rakelings langs de Koreaanse vissers- en andere boten die daar voor anker liggen. Hier en daar zwaait een Koreaanse visser, we zouden bijna kunnen overstappen op hun boot, (of zij op de onze). We gaan niet aan land, maar zijn wel degelijk in Noord-Korea geweest!
In Dandong verkopen de toeristenstalletjes Noord-Koreaans geld, postzegels, munten en andere Koreaanse spullen. Dandong is één van de belangrijkste wegen langswaar China en Noord-Korea goederen uitwisselen. Dandong zelf is zoals alle Chinese steden herbouwd in de hoogte, met enkele prominente woon- en kantoortorens; van de Koreaanse stad aan de overkant steekt zo goed als geen gebouw boven de bomen uit, we zien wel een pretpark met een reuzenrad staan.De boten langs de oever zijn verwaarloosd, veel van hout en de rest verroest. ’s Avonds is het contrast naar het schijnt heel frappant: de Chinezen voor wie niet genoeg licht kan branden, hun helft van de brug is zelfs met lichten gedecoreerd; de Koreaanse stad waar bij gebrek aan elektriciteit nauwelijks een lampje brandt. Toen ik de eerste keer naar Korea ging in 1988 was dat land nog meer ontwikkeld dan China; achttien jaar later hebben de ineenstorting van de Koreaanse handelsrelaties met de Sovjet-Unie en de Chinese politiek van opening de situatie omgekeerd. Vandaag kijken de Chinezen neer op de ‘arme buren’.
We ontmoeten twee Italiaanse journalisten die net terug zijn uit Noord-Korea: vergeleken met hun vorige bezoeken is de bevolking er na de kerntest veel enthousiaster en zelfzekerder, zeggen ze.
Onderweg nog wat gesproken met onze gids, Charles, de administratieve verantwoordelijke voor de buitenlandse leerkrachten; hij is pas vorig jaar getrouwd, en zijn vrouw moet nog drie jaar studeren voor haar masters; ze studeert aan een eersteklas universiteit in Beijing; om de twee maanden trekt hij er voor een weekend naartoe. Zo gaat dat hier in China.

Zondag 26/11
Alles sneeuwwit deze morgen! De hele dag blijft een fijne poedersneeuw vallen.
Het was te denken, gisteren op de terugweg steeg de temperatuur tot 8 graden en begon het te regenen.
Vandaag op televisie programma’s rond AIDS; er wordt ingegaan op het bloedschandaal in de provincie Henan dat enkele jaren terug aan tienduizenden Chinezen het leven koste, ik hoor dertigduizend vermelden maar ben niet zeker van het cijfer; interview met een hulpverlener die werkt met AIDS-wezen: er zijn er al 76.000 en tegen 2010 verwacht hij er 200.000. De Standaard titelt ‘Chinese politie ontvoert AIDS-actievoerder’; de politie heeft vorige vrijdag een dissidente AIDS-dokter meegenomen voor ondervraging; dat China grootschalige acties rond AIDS onderneemt staat NIET in het artikel.

Donderdag 30/11/06
De zondagse sneeuw ligt er nog altijd. Alleen in de blakende middagzon smelt er een klein beetje weg, maar de temperatuur geraakt ook overdag niet meer boven nul.
Deze week is er klaarheid gekomen in het verdere lesprogramma: diegenen die me van in het begin voorspelden dat er na Kerstmis geen les meer geven wordt, kregen gelijk! Op 26 december moeten mijn punten binnen zijn. De week tussen kerstmis en Nieuwjaar is er wel klas, maar geen les meer. Dat betekent het hele kerstweekend de testen van de week ervoor verbeteren en puntentabellen uitrekenen. Dat heet waarschijnlijk Kerstmis op zijn Chinees? Het voordeel is dat ik zo nog twee volle weken aan 100% de Chiense lessen kan bijwonen, inclusief de examens. Een week minder les betekent nog maar eens het programma dooreen gooien om er de belangrijkste dingen nog door te jagen. Evident is dat niet, zowel voor marketing als international business is het tempo serieus gedaald sinds ik de studenten zelf laat werken; maar plezant is het wel; ze keken wel raar op toen ik ze de eerste keer een stuk theorie liet uitzoeken en op het bord schrijven; dat is zeker geen lesmethode ‘op zijn Chinees’. Gisteren en vandaag kwamen enkele studenten van de klas ‘Europa’ me vroegen of ik volgend semester aan hen niet verder les kon geven; mijn vertelsels over het oude continent openen een onbekende wereld voor hen.Vandaag hebben we uitgerekend met hoeveel het nettoloon van een Europese universitair in China zou overeenkomen, rekening houdend met de prijsverschillen – het was niet eens zoveel meer dan dat van een ervaren Chinese professor. De faculteit heeft me nu ook uitgenodigd om deel te nemen aan nep-interviews voor studenten die werk geen zoeken in de bedrijfswereld… benieuwd wat het wordt.
Deze week brachten vooral de wandelingen naar of van de refter met Wang Bonestaak Jiang en de middaggesprekken met Xiaodan wat couleur locale; Yang Xue dook een paar keer ’s avonds op, maar die kent de kunst om bijna altijd op ongelegen momenten te verschijnen; van mijn tweedaagse ochtendlijke leraar wushu pikte ik intussen de Chinese naam voor zowat alle onderdelen van het lichaam op.
De Chinese klassen verlopen niet zoals het hoort: mijn niveau Chinees luisteren is slecht en loopt altijd maar verder achter bij de klasgenoten; het lukt me niet een aan normaal tempo op een bandje ingesproken zin buiten de context te verstaan; zorgwekkend; proberen een CD of een MP3 te vinden met de tekst en dan maar elke dag op mijn eentje luisteren?
Woensdagavond het dineetje bij onze bejaarde Japanse collega Sato, als dank voor mijn mosselfestijn. Nu, ze heeft er meteen een kleine party van gemaakt; we zijn met zijn zevenen en ze kookt sukiaki; die sukiaki lijkt goed op onze hutsepot (overigens deze week ook in het Chinese restaurant hier nog een soort lekkere hutsepot gegeten); maar de Japanners zetten gewoon een kom kokend water op tafel en gooien er dan de fijngesneden groenten en vlees beetje bij beetje in; iedereen moet er met zijn stokjes maar uitvissen wat gaar is; voor de goede smaak kiepert Sato er regelmatig een scheut donkere soyasaus in en een overdosis suiker; ge kunt denken dat ik er van gegeten heb.Het is arbeidsintensief maar lijkt niet moeilijk. Verder werden er kleverige rijstballen gekruid met één of ander Japans poeder geserveerd, stukjes ‘pomelo’- een grote zoete pompelmoes, en tussendoor een bakje aardbeien (ik vergat haar te vragen wat dat in de winter hier wel kost). Sato zelf spreekt heel slecht Engels maar mijn Britse collega Jennifer praat het meeste van de avond vol ; zij en een andere collega Russ voeren hun privé-oorlogje met het bestuur van de faculteit over de gebruikte inefficiënte pedagogische methoden; ze hebben natuurlijk gelijk, die studenten worden hier in de regel nog behandeld als kinderen en leren niet om zelf te denken of initiatieven te nemen; maar ze hebben zich zo erg vastgebeten in het onderwerp dat ze meer vijanden dan vooruitgang maken. De jonge Japanse Meigumi was er ook; ze zat naar mij te kijken en vroeg plots waarom ik me niet omgekleed had vóór het eten (ik had nog mijn werkkledij aan, ttz deftig pak met das); ik antwoordde al schertsend dat ik me nooit omkleed, waarop ze in alle ernst vroeg of ik zo ook ging slapen. Ik bemerkte nu pas dat zijzelf in een soort pyjama rondliep. Ted, onze Filippijnse collega die met vrouw en vier kinderen aan de andere kant van de stad woont, miste door het etentje zijn laatste bus en wilde gaan 4 euro uitgeven voor een taxi- vier euro is een pak geld voor een Filipino; hij is dan maar bij mij op de sofa blijven slapen.

Zaterdag 2/12/2006

Intussen zitten mijn eerste honderd dagen er op!
Het is hier nu ’s nachts -16° , overdag – 6°.
Woensdagnamiddag is Ma Li, onze lerares gesproken Chinees, op het ijs uitgegleden, elleboog gebroken en out. Vrijdag een nieuwe lerares, naam vergeten, maar Duo Duo voor de vrienden, 25 jaar, jonger dan een kwart van de leerlingen in de klas. Ze gaat er meteen met een nieuwe stijl tegenaan, de les is veel actiever dan bij Ma Li (die ons wel eens wat in slaap durfde praten). Duo Duo weet de jonge gasten nog meer in te pakken door te vertellen over haar verloofde en haar trouwplannen.
Wang Jiang vertelt me die dag bij de lunch nog wat roddel over Ma Li: ze geeft hier nog maar een jaar les, vroeger doceerde ze Marxisme aan een andere universiteit, maar haar echtgenoot- een beroemde professor Marxisme bij ons - kon haar overplaatsing regelen. Misschien moet ik haar daarover nog eens aanspreken wanneer ze terug opduikt, kan interessant zijn. Wang Jiang lijkt wat uitgeblust vandaag: ‘Ja, die jonge leraars doen het beter dan ons, zij kennen de laatste pedagogische methodes…’. Zijzelf zit overigens met haar gedachten elders: ze is haar nieuw appartement aan het inrichten om op 16 december te verhuizen; volledig ineens betaald weet ze te zeggen (voor zover ik me herinner iets van een goeie 50.000 euro)
Nog een kleine verrassing: Enroe, de jonge Canadese leraar die twee weken terug zo onder de indruk leek van ons etentje met mijn studente Lynn, komt op kousenvoeten vragen of ik hem niet met haar in contact kan brengen; de jongen is echt wel op zoek naar een Chinees lief.
Gisteravond uitgeweest!
Ja, onze Libanese Canadees Michael had me uitgenodigd voor een vrijdagavond in de stad, en waarom niet? Hier dus het relaas van een zware ‘Chinese’ uitgangsavond.
Vertrek om halfvijf in de namiddag, taxi naar de ‘Irish pub’, een café in het Holiday Inn hotel. Bijeenkomst van vijf getrouwde mannen, vijf nationaliteiten: De Libanese Canadees Michael, de Ierse Brit Joe, de Amerikaan Steven en de Pakistaan Peter. Twee drinken gedurende het happy hour en rond zeven uur naar een Italiaans restaurant in het Intercontinental hotel, waar Joe nog een oude klantenkaart heeft. Blijkt dat er in het hotel een Kerstfeestje bezig is, het loopt er vol met Kertsmannen/vrouwen, we worden uitvoerig gefotografeerd/gefilmd met een kerstkoor; Joe komt te weten dat er gratis eten en drinken is voor de hotelgasten, haalt zijn klantenkaart boven en krijgt ons allemaal binnen; zo simpel is dat in China! We vallen er op een groepje Israelis, één ervan is een Arabier en discussieert in het Arabisch met Michael; ze zijn ‘consultants’ van de vliegtuigfabirek van Shenyang en verblijven al verschillende jaren regelmatig enkele maanden in dit hotel; we weten allemaal dat de fabriek legervliegtuigen maakt, maar het onderwerp van de Israelisch-Chinese militaire samenwerking wordt discreet uit de weg gegaan.
Rond negen uur blijken mijn makkers ineens erg moe, een koffie in een ander café zien ze niet meer zitten, dus tegen halftien terug in mijn appartement!
Het was anders wel een bont groepje: Michael, een veertiger getrouwd met een Chinese die nog altijd studeert, een baby, al vier jaar in China, zoekt zijn huis in Quebec te belenen om in Shenyang een appartement te kopen; hij ziet zijn verblijf hier, vergeleken met Canada, als een ‘lang verlof’. Joe, late veertiger, ook met een Chinese getrouwd en twee jonge kinderen, woont hier al zeven jaar, spreekt heel goed Chinees, heeft zijn eigen appartement en auto, maar denkt dat hij toch nog naar Engeland terugwil; Peter, rond de dertig, kwam in China geneeskunde studeren, trouwde met een Chinese, één baby en blijft nog enkele jaren hier werken in allerlei free-lance onderwijsjobs ‘om geld te sparen’; hij kan hier elke maand meer overhouden dan in Pakistan! Steven, een vijftiger en uitgebluste accountant bij een bedrijf in Washington, wou er met de rugzak zes maanden op uit trekken; via Zuid- Korea kwam hij per boot naar Dandong, ontmoette een Koreaans zakenman die hem in Shenyang logement aanbood; verliefd geworden op een Chinese vrouw, via zijn Koreaanse vriend aan een job als leraar geraakt in het Amerikaanse ‘business institute’ aan onze universiteit, en niet meer van plan om terug te keren naar
Het ‘jachtige Amerika’; binnenkort trouwt hij hier; hij woont zelfs met zijn verloofde op onze campus, maar aan de andere kant dan ik.

Zondag 3/12
De kabel van de distributie is na maandenlang gezaag eindelijk gerepareerd; volgens een officiële nota volstaat het onze programmas met de automatische zoeker terug in te stellen en alles zal OK zijn. Met volle moed aan de gang en wat blijkt: minstens vijf nieuwe posten, drie lokale Shenyang zenders + BBC +CNN, maar de kwaliteit van het beeld is slechter dan tevoren! De collega’s van mijn verdieping zagen zich te pletter. Tot overmaat van ramp valt in ons gebouw gedurende het weekend voor de zoveelste keer het internet uit.
Gisteren met de collega’s een taxi gedeeld op koopexpeditie naar de Duitse supermarkt Metro; in heel Shenyang biedt die het meeste keuze aan ingevoerde producten. In geen tellen was ik 50 euro kwijt: naast kaas, koekjes en chocolade voor de komende weken heb ik daarvoor vooral een fles Spaanse Cava nep-champagne voor Nieuwjaar en een nieuw Chinees strijkijzer.
Vandaag nog maar eens een dag van contrasten: voor twee euro een berg groenten en rijst gaan kopen in enkele gore dorpswinkeltjes vlak in de buurt; nu het winter is staat niets meer op straat, door de kleine venstertjes is het meestal gokken wat voor producten je binnen kan vinden.
Ik tracteer me voor de zondag op een lekkere sla met tomaten en zelfgemaakte vinaigrette en trek zelfs een fles Chinese Cabernet-Sauvignon open (1 Euro!). Ongelofelijk dat je hier in de krakende winterkoude goedkope sla en tomaten kan vinden; de vele serres dienen wel degelijk tot iets.
De wijn slaat stijgt me nogal snel naar het hoofd, ik bel Yang op en stel voor vanavond maar eens in een goed restaurant in de stad te gaan eten (met het geld dat het gratis diner van vrijdag me uitspaarde!) We trekken naar één van de vier meest gereputeerde Chinese restaurants, waar we met ons tweetjes in een apart zaaltje terechtkomen: voor een lekkere maaltijd met krab, geroosterd lam, wilde zwammen en dumplings met twee flessen bier komt de rekening voor twee man op 14 euro. Een zware uitspatting. Yang heeft het over de internationale politiek: over de spanningen tussen Rusland en Europa rond energie; en over de Navo; de Chinezen zijn onder de indruk van de recente Navo-bijeenkomst: de Navo zit aan de grenzen van Rusland en beschouwt de hele wereld voortaan als zijn werkterrein; er is sprake van ook Zuid-Korea en Japan op één of andere manier bij de organisatie te betrekken; China heeft de boodschap begrepen: binnenkort zit de Navo ook aan onze grenzen.

Maandag 4 december.
Vandaag even mijn rekening gemaakt: op drie en een halve maand heb ik hier 1.000 Euro uitgegeven, inclusief het weekenduitstapje naar Shanghai. Dat is 300 euro per maand. Weinig? Wel het gemiddelde loon in China ligt rond de 120 Euro per maand; daar zit ik dus 2,5 maal boven; wie me kent weet dat ik een beetje langs de spaarzame kant ben, maar maandelijks draai ik er hier toch het volledige loon van een docent aan de unief door; en daarbij krijg ik nog gratis logement en moet ik niet sparen voor mijn oude dag, medische verzorging of eventuele werkloosheid, wat die docent wel moet doen! Het geeft een idee van het echte levensniveau van de Chinezen in de steden; over het verre platteland hebben we het niet….
Nog meer over geld: de vijfsterrenhotels van de stad laten weten dat bijna alle kerstdiners uitverkocht zijn; prijs: ongeveer 200 euro per persoon; een koffie in het Vienna café op de grote markt: 3 euro; een ticket voor het Chinees Filarmonisch orkest in het stedelijk theater kost tussen 18 en 90 euros.; een entree voor de beste cinema van de stad: 3 euro (1,5 voor studenten); het is hier een economie niet met twee snelheden, maar met twee niveaus van prijzen: dagelijkse noodzakelijkhedne spotgoedkoop, luxe produxten bijna zoveel als Eiuropa.

Zaterdag 10/12
Vandaag begint de grote tentoonstelling van Lieve in Brugge, de spanning hangt in de lucht… wat wordt het?
Hier is het de hele week koud geweest, nooit boven nul, terwijl de sneeuw van twee weken terug beetje bij beetje elke middag in de stralende zon wat verder verdampt. Die sneeuw ziet er hier op de campus nog redelijk wit uit; niet echt het resultaat van een vervuilde omgeving…
VeDeze week twee keer gaan eten met collega Eddie. Eddie is getrouwd met een Chinese die vijftig kilometer verder woont en hij in het weekeknd vervoegt; hij maakt er een gewoonte van ‘s avonds enkele studenten uit te nodigen voor het eten; de eerste keer interessant, nu heb ik wel voor een poosje genoeg van de bakvispraat; Eddie moet rond de vijftig zijn, ziet er jonger uit en maakt een grote indruk op de meisjesstudenten zitten; ‘je bent echt knap’ enz. Ze hebben nochtans allemaal al een lief, maar die zitten in een ander stad aan een andere universiteit; telefoonvrijages met om de maand of twee maand een weerzien. Voor de Chinezen is dat doodgewoon, niemand kijkt er hier van op dat Lieve en ik bijna vijf maanden gescheiden zullen zijn!
Mijn Amerikaanse buurman Kyle heeft een Chinees lief, die aan de andere kant van het land woont; deze week was hij nogal stevig ziek en kwam ze plots opdagen; het is daar ook haar laatste kans om hem te zien vóór hij in januari- februari naar Amerika terugkeert

Mijn paspoort en verblijfsvergunning zijn intussen al enkele weken weg naar de douanefirma die nog altijd bezig is met het inklaren van onze twee kisten- jaja, diegene die ik begin september al kreeg! Ik ging op het bureel vragen hoe dat nu zat, een telefoontje naar de firma: tja, er is een probleempje, ze konden het niet fiksen, er moet 200 euro invoerrechten betaald worden!. Een Kafkaiaans - of Chinese ? – situatie: mijn contract is voor een jaar, maar de administratie begint maar te tellen vanaf het moment van de registratie; daardoor is mijn verblijf hier officieel minder dan een jaar, en moeten er rechten op de invoer betaald worden?! Of ik zo vriendelijk wil zijn dat te doen, dan geven ze mijn paspoort wel terug! Pluis kan de hele zaak niet zijn; ik heb nog nooit ergens invoerrechten op persoonlijke goederen moeten betalen; ofwel hebben die gasten geknoeid, ofwel zijn ze me aan het oplichten; nu ik erover nadenkt was het ophalen van mijn paspoort en verblijfsvergunning waarschijnlijk al een manoeuvre om me ander druk te kunnen zetten! Het wordt een hartig gesprek met de verantwoordelijke voor de vreemdelingenadministratie van de universiteit, professor Wu; ze hebben niet de minste ervaring met het inklaren van goederen van buitenlanders; hij kijkt beschuldigend naar de bediende die de documenten meegegeven heeft – ik verwijt het mezelf ook- , en besluit dat onze positie te zwak is om weerstand te bieden. Nou, als hij daarvan overtuigd is moet de universiteit maar voor mij betalen? Dat ziet hij al evenmin zitten, maar ik blijf met Chinees geduld uitleggen dat er iets niet klopt en ze maar moeten helpen; resultaat: we zullen elk de helft betalen.

Vrijdagnamiddag trek ik naar de bank om nogmaals uit te vissen hoe ik met mijn kredietkaart geld kan afhalen. In de eerste bank, twee maanden terug, ging het niet uit het kastje in de muur – een kredietkaart die hun machine niet kent, of misschien de juiste code vergeten wegens te weinig gebruikt? Geen nood, ik kreeg een ander adres waar ze aan het loket uitbetalen.. Vorige maand gegaan, maar het was een misverstand: ook hier alleen geld uit de muur, niet aan de toonbank; maar op het hoofdkwartier, daar gaat het zeker! Vandaag dus per fiets naar het hoofdkwartier, heen en terug 25 kilometer per fiets in de vrieskoude. De fietstocht doet me goed. De bank is enorm, een vriendelijke bediende brengt me naar het juiste loket en vertaalt wat ik precies wil; ‘dat kan, uw paspoort aub’; geen paspoort, geen geld!. Gelukkig heb ik nog een reserve euros: ‘om te wisselen is ook een paspoort nodig’!
Als ik niet zonder geld wil vallen zal mijn paspoort niet te lang meer mogen wegblijven…

Deze week is de kabeldistributie eindelijk in orde gekomen. Vergeten dat televisiebeelden zo mooi konden zijn. Zoals de Chinezen kijk ik quasi permanent naar de Aziatische spelen in Doha (Qatar). De Standaard on-line maakt er – ten onrechte- geen woord aan vuil, maar hier is dat hét nieuws; de spelen lokken anderhalf miljard televisiekijkers. De olie en het geld van Qatar, het menselijk potentieel van China; niet te negeren! Qatar moet er pakken geld tegen gegooid hebben; Qatar is het mini-staatje in de Perzische gold waar ze een reusachtig kunstmatig eilang gebouwd hebben in de vorm van een palmboom. De Chinezen hebben al honderd gouden medailles, Japan is tweede met minder dan 40. Het lijkt de algemene repetitie voor de Olympische spelen in Beijing.

Zondag 10/12
Vandaag de Oostelijke Qing graven bezocht even buiten Shenyang. Een terrein van 55 hectare, even indrukwekkend als de tombe in de stad zelf. De Qing dynastie waren Manchoes, hun oorsprong ligt in deze regionen; in de oostelijke tombe ligt de laatste lokale Qing keizer, zijn opvolger veroverde Beijing en werd keizer van het hele land. Wat hebben die Qing geld gehangen aan de graven van hun voorvaders. Volgens een kleine tentoonstelling op de site liggen er verspreid over Noord China zo nog minstens een dozijn andere complexen. Elke dynastie moest blijkbaar de vorige overtreffen, en de Qing was de laatste…

Donderdag 14/12
Vandaag mijn laatste les gegeven; nu nog testen volgende week en de laatste week uitbollen.
Lieve beleeft intussen een fantastische tijd met haar expo in Brugge; het moet echt de moeite zijn!
Deze week verder niet veel opbeurends te melden.
Van mijn paspoort en andere papieren nog steeds geen spoor… de administratie ligt er hier niet wakker van; hopelijk krijgen ze het klaar tegen dat Lieve aankomt zodat we samen kunnen rondreizen…
Vandaag het lessenrooster gekregen voor het tweede semester. Grote ontgoocheling…ik had twee keer gevraagd vrije voormiddagen te hebben om Chinese les te kunnen volgen, en bijna al mijn klassen zijn ’s voormidags; de man die het uurrooster opstelde kreeg de boodschap niet door. Mijn baas John kwam zoals gebruikelijk poeslief en onderdanig het papier afgeven in de klas. Aangedrongen om het aan te passen, maar dat kan niet meer nu! Pas nadat de studenten hun keuzevakken bepaald hebben kan er eventueel nog gesleuteld worden.
Met mijn al verworven kennis heb ik verder ontdekt dat mijn les nu niet meer marketing noemt maar management. Inlichtingen ingewonnen: inderdaad, ik geef volgend semester een ander vak aan dezelfde studenten! Dus opnieuw alles voorbereiden. Had ik het niet toevallig gezien, wat zou er gebeurd zijn? Als voorbeeld van communicatie kan het tellen. John beweert dat er een handboek is maar kan me niet zeggen wanneer ik er zou kunnen aangeraken. Enfin, als dat handboek er inderdaad is moet ik tenminste geen eigen cursus gaan schrijven voor marketing zoals ze gevraagd hadden! Misschien valt het nog wel mee met de voorbereiding.
Sommige collega’s hebben enkele dagen geleden bericht gekregen dat we op Kerstmis vrij zijn; om een mysterieuze reden ik niet maar het maakt geen verschil want maandag is mijn vrije dag. Jennifer ergert zich blauw dat het bericht zo laat komt; te laat om haar laatste lessen en testen te herschikken, dus er zit niets anders op dan toch maar les geven; daarbij heeft ze een officieel document opgediept waarin staat dat buitenlandse experts recht hebben op twee vrije dagen voor Kerstmis!
Toch een positieve noot: partijsecretaris Ren heeft beloofd me te helpen om een verantwoordelijke van de stad te vinden die ik voor ons tijdschrift China Vandaag kan interviewen over de problemen van de sociale zekerheid of over de nieuwe mega ontwikkelingszone waar onze unief deel van uitmaakt ; hij heeft de opdracht echter wel aan iemand anders doorgeschoven! Afwachten.
Vanavond gaan eten met Wilson,een pas afgestudeerde leraar Engels aan het Amerikaanse business center. Hij brengt me naar wat volgens hem een beter restaurant op de campus is, en bestelt voor elk een bol noedels met wat groenten, 0,9 euro in het totaal. Nadat ik hem getrakteerd heb nodigt hij mij uit in de cafetaria van de bib waar hij voor twee thees 0,4 euro betaalt. Afgestudeerd hier betekent bijna altijd alleen maar kandidaturen, en dat volstaat om assistent te worden. Die Wilson deelt een kamer op de campus met nog enkele andere jonge leraars; hij kent verschillende Belgen die vroeger in Shenyang les gegeven hebben, ondermeer de broer van de jonge Vlaamse tekenfilmmaker die twee jaar terug in Cannes ophef maakte met zijn anti-Bush speech (ben zijn naam even vergeten). Hij interesseert zich erg aan de politieke en sociale situatie in het Westen. Wilson’s vader werkte enkele jaren als ingenieur in Bagdad, we kunnen mekaar daar nog tegengekomen zijn! Hij is nu 51 en op vervroegd pensioen wegens zwakke gezondheid en omdat de bouwfirma waar hij werkte over kop gegaan is. Dat was een staatsfirma en die kunnen niet concurreren met privé-firma’s die minder loon betalen en gemakkelijker met sociale wetten en andere reglementen een loopje nemen. Een jaar of vijf terug werd Wilson’s vader uit het management van de firma gestoten, volgens hem omdat hij geen steekpenningen aan de algemene directeur wilde betalen. Veel van de directeurs van de staatsfirma hebben hun eigen private bouwfirma opgestart.(een jaar of vijf geleden werd het halve stadsbestuur veroordeeld wegens corruptie, er werden er zelfs twee terechtgesteld). Wilson heeft ook een oom wiens fabriek failliet gegaan is, hij krijgt al tien jaar geen loon of pensioen meer uitbetaald. De stad betaalt hem elke maand 25 euro, zowat het levensminimum. We vonden het allebei een interessante avond; wordt vervolgd.

Vrijdag 15/12
Vandaag deelgenomen aan interviews van de laatstejaars die een job willen zoeken.Een aantal studenten moeten worden door een paneel van leraars ondervraagd gelegd alsof ze voor een echt sollicitatiegesprek komen. Ze krijgen een score en daarna wordt het interview samen met hen geëvalueerd. Het evenement wordt talrijk bijgewoond door klasgenoten. Na een paar interviews om warm te lopen krijgen we er de smaak van te pakken; de laatste studenten worden echt op de rooster gelegd…Jammer dat ik er niet veel van verstond, het grootste deel van het gesprek verloopt in het Chinees. Het is een beetje raden om niet dezelfde vragen te stellen of dezelfde commentaar te geven als mijn collega’s.
Ook mijn beste Chinese vriend hier, Yang Xuecheng, eerstejaars leraar electronica aan de nabije technische universiteit, loopt met plannen rond; zijn universiteit heeft juist een akkoord afgesloten met Australië, en elk jaar zullen drie mensen daar een doctoraat kunnen gaan volgen; om daarvoor in aanmerking te komen moet hij wel nog het ingangsexamen doctorandus passeren (volgend jaar in december!) plus een proef parate kennis Engels. Mijn privé-lerares Chinees Liu dan daarentegen, draait in rondjes; volgende zomer behaalt ze haar masters, ze weet niet wat ze wil, proberen doctoreren, proberen in het buitenland te gaan studeren of les gev en, of gewoon hier leraar worden. Ze maakt geen echt overtuigende indruk… .
Vandaag nog wat nieuws: mijn carrière als relatiebemiddelaar verloopt vlot. Mijn jonge Canadese collega Andrew heeft dank zij mij zijn afspraakje vast met Lynn (mijn studente die volgend jaar naar Zimbabwe gaat werken). Na de interviews kwam ze me opzoeken: wat ik dacht dat die Andrew wilde? of het een goeie gast is? wat moet ik doen, het is de eerste keer dat een jongen achter me aan komt? Ben benieuwd naar het vervolg…met wat geluk komt ze het me wel vertellen.
Vanavond zijn de Aziatische Spelen afgesloten; een mega-evenement, met veel meer disciplines dan de Olympische spelen. China haalt bijna de helft van alle medailles. Een voorsmaakje van de toekomst?

Zaterdag 16/12/06 Vandaag nog maar eens met de fiets naar een openluchtmarkt gereden. De temperatuur bedraagt min zes tot min twaalf, maar de markten gaan door…weliswaar met minder verkopers; de dapperen die komen hebben een kotje van plastiekfolie en latten gemaakt om zichzelf – en vooral hun verse producten, vermoed ik - te beschermen tegen de kou.
Vandaag heb ik het er ook maar op gewaagd te gaan schaatsen op de vijvers van de unief; zowel mijn schaatsen als ikzelf zijn in lamentabele toestand, al minstens vijf jaar niet meer gebruikt en ik heb het slechtste paar meegebracht! een stuntelige bedoeling, ik ga keihard tegen het ijs; resultaat een blauwe bil en een zere knie; het gaat wel over…
Vandaag een artikel gelezen over Shenyang: de auteur beweert dat de grote kuis van de vervuilde stad nog maar een goede drie jaar geleden begonnen is; nu dan is het resultaat wel spectaculair… in China gaat alles rapper dan bij ons.

Zondag 17/12/06
Nog maar eens op verkenning met de fiets, dit keer staat de oostkant van Shenyang op het menu.
Het is minstens – 10° maar ingeduffeld op de fiets gaat het nog.
Onderweg kom ik één van mijn medeleerlingen uit de Chinese klas tegen, een Koreaan; hij woont in een appartement in de stad en springt juist in een taxi, want hij moet dringend naar de mis!
Eerst een ritje door het Beiling park, er wordt volop geschaatst op de vijvers en je kan hier ook schaatsen huren, een goede zaak indien ik mijn 45 jaar oude exemplaren definitief wil opgeven. Verderop volg ik het de smalle rivierarm die dwars door de stad slingert; alles is toegevroren, op vele plekken wordt gesleed, ze gebruiken een mini-sleetje dat je met stokken tamelijk snel kan voortduwen, het doek aan de schilderijen van Breugel denken.
I ga binnen in een groot soort tuincenturm met tropische planten; binnen is het een restaurant, zo groot dat de kelners op rolschaatsen rondrijden. Je kan je vis een schaaldieren zelf gaan kiezen uit een eindeloze batterij aquariums. Midden in het restaurant staat een eigen brouwerij!
Ook vandaag passeer ik eindeloze rijen nieuwe appartementsgebouwen; naar het oosten toe staan er nog wat fabrieken en oudere appartementen, en daartussen verloren nog een twee wijken met oude woningen zonder verdieping; zo was tien jaar terug 60% van de stad, maar nu zien ze er wel erg armtierig uit; vergelijk ze met onze beluikwoningen van de negentiende eeuw, en stop daar zoveel mensen in dat alle beschikbare ruimte gevuld wordt met bijgebouwtjes en afdakjes, tot er niet meer dan een smal gangetje overblijft om in de wijk binnen te geraken; ook hier loopt het duidelijk op zijn laatste benen; er is zelfs een markt van tweedehands elektrische huishoudapparaten. De fabriek van vliegtuigmotoren ziet er wel heel modern uit.
Volgens een krantenbericht vandaag is Shenyang de derde beste stad in China geworden voor investeerders.
Op verschillende kruispunten zie ik een hoop mensen in de kou staan met bordjes; sommigen ervan hebben werktuigen bij; een man met een zaag betekent: timmerman zoekt werk; indien je een klus te doen hebt kan je ze per dag huren. Dit weekend verhuist lerares Wang Jiang naar haar nieuw appartement; haar man moet het hele weekend werken; ik vraag of ze geen hulp nodig heeft nu ze er alleen voor staat ; oh nee, ze heeft geen hulp van vrienden gevraagd, verhuizers zijn immers erg goedkoop!
Mijn verste punt vandaag is de Oostelijke pagode (Shenyang heeft er vier, één voor elke windstreek).Die pagode is eigenlijk een stupa van 30 meter hoog, in baksteen gecombineerd met versieringen in witte natuursteen; de baksteen is ooit geverfd geweest maar daar is elk spoor van verdwenen. Ze staat in een mooi parkje. Een groepje gepensioneerden die hier elke dag bijeenkomen, winter of geen winter, weet me te zeggen dat het gebouw méér dan 300 jaar oud is (bij ons is een gewone dorpskerk al zo oud, maar hier geeft dat recht op het statuut van monument – het is een algemene misvatting in het westen dat China volstaat met heel oude gebouwen, de meeste dateren van de Qing dynastie dus ten vroegste 17de eeuw). Op de terugweg rijd ik rond om eindelijk eens de beroemdste shopping straat van Shenyang , de Zhong jie of gewoon Middelste straat te gaan bezoeken. Het is een hele winkelwijk. Ik ga binnen in een shopping center dat zoiets noemt als ‘1000 kleine zaken, één grote wereld’. Een ietwat griezelige bedoening; het zijn allemaal aparte kraampjes, die honderd keer hetzelfde product verkopen; nog maar goed binnen weet ik al helemaal de uitgang niet meer zijn; zoals de goederen hier opgestapeld liggen is er volgens mij niet veel nodig voor een stevige brand…In het assortiment zitten ook bizarre dingen: hier staan een paar duizend machines om geld te tellen te koop; als alle handelaars in Shenyang er één kopen dan is allicht nog niet alles verkocht! In de Middelste Straat zelf vind je vooral luxueuze boetieks en winkels. Het Gelukkige Familie shopping center heeft alle mogelijke dure internationale merken van cosmetica, schoenen en kleren in huis. In de afdeling voeding verkopen ze ook zeekomkommers; toen we die in de jaren 80 op officiële banketten kregen werd er altijd mee gelachen, want dat soort naaktslakken is oneetbaar voor vele westerlingen; ik zou er nu niet meer mee lachten; een beste kwaliteit gedroogde zeekomkommers kost bijna 700 euro per kilo!Wat verder is er een winkel met echte pelsmantels. Een uurwerkwinkel met Rolex (echte!) Omega, Breitling, Cartier, enz. Verder een MacDonalds, twee KFC’s een Pizza Hut en een Europese bar/restaurant. Die twee laatste kunnen misschien nog interessant zijn; je kan in deze straat op de koppen lopen; van de bewakers aan het begin van de straat moet ik mijn fiets gaan parkeren, zelfs fietsen aan de hand meenemen is verboden.
Het is al na zessen wanneer ik terug thuis geraak; meer dan zes uur weg geweest en zeker meer dan vier uur gefietst; op het einde rijden te veel Chinezen naar mijn zin me voorbij; een kleine inspectie van de fiets leert me dat de rem van het voorwiel sleept; is het daarom dat ik gevoel heb zo hard te moeten duwen?
Zoals gisteravond ook vandaag weer een soort hutsepot gemaakt volgens de afgekeken Japanse techniek van Sato: water met een electrische kookplaat laten koken op tafel, er bouillon, donkere soyasaus, kruiden en vooral een lepel suiker indoen, en er dan de fijngesneden groenten beetje bij beetje bijvoegen; groenten uit het bouillon vissen wanneer ze gaar zijn.

Maandag 18/12
Vandaag onverwachts na meer dan een maand mijn paspoort gerecupereerd; de wegen van de Chinese administratie blijven ondoorgrondelijk; wanneer je stilaan hopeloos wordt, is het probleem ineens opgelost, zomaar (het kost me wel 100 euro, soit).
Deze namiddag welgemoed naar de bank om geld te wisselen; dat is nogal ver dus probeer ik eerst een groot hotel onderweg: ‘Sorry , hier wisselen we geen euros, alleen dollars’. Bizarre ervaring in de bank; naast het loket staat een man die me prompt een half procent meer biedt dan de loketbediende; plichtsbewust sla ik het aanbod af, maar volgende keer probeer ik zeker; overigens neemt de bank drie procent commissie, zoals ik pas achteraf besef; die zwarthandelaar verdient er dus zeker ook nog goed aan.
Ik dacht dat de kerstweek hier wel erg kalm zou verlopen, maar dat is zonder de modernisering van China gerekend. De Chinezen hebben ontdekt dat de westerlingen op 24-25 december feest vieren, en waarom zouden zij zich dat plezier moeten onthouden.? Kerstmis is snel op weg om dé nationale koopjesdag van China te worden! Ze zien het ook als een soort feestdag van de vrede.Vandaag worden hier overal op de campus kerstbomen, kerstslingers en kerstmannen opgesteld.

Woensdag 20/12
Vandaag een eerste kerstkaartje gekregen van één van mijn klassen! Nog wel in het Nederlands: ‘Gelukkig Kerstmis!’ en ‘Veel kussen’! Van het verschot vergeet ik te vragen of ze wel weten wat erop staat, want in het openbaar kussen in China is echt not done. Het ding is geschreven door het lief van één van mijn studenten.
Verder nog twee kaartjes van de decaan en de directeur van de administratie + een doos westerse koekjes en een flesje echte Franse champagne. We geraken stilaan in stemming.
Op de campus begint het einde van het semester in zicht te komen, het aantal activiteiten deze week is niet te overzien. Er is een culturele week van Amerika en Japan, toevallig of bij gebrek aan coördinatie gelijktijdig!
Het Amerikaanse programma loopt als volgt. Dinsdag: Openingstoespraken door de decaan en de vice-consul en proeven van Amerikaanse keuken: boterham met gelei en pindaboter; een bolletje ijs in een bekertje traditioneel wortelbier (voor de gelegenheid vervangen door coca-cola). Woensdag: drie sessies van een half uur: Amerikaanse dansles (squaredans), Amerikaanse tekenfilm over Kerstmis; twee korte culturele lessen door Amerikaanse leraars: vriendschap in Amerika; de oorsprong van 1 mei – de Chicago rellen van 1888. Vrijdag: Kerstparty met uitwisselen van giften en een andere Kerstfilm.De opkomst van studenten is massaal. De vice-consul krijgt enkele to the point vragen voorgelegd: hoe geraak ik aan geld om in de US te gaan studeren? Wat met de Japans-Amerikaanse militaire samenwerking? Zullen de USA tussenkomen in geval van gewapend conflict tussen China en Taiwan. Verbijsterend is dat geen enkele student iets zinnigs kan vertellen over de oorsprong van 1 mei.
Intussen zitten de examens voor mijn studenten er bijna op! De eerste resultaten zijn niet echt bemoedigend. Om er niet meer dan 15% te buizen moet ik iedereen 10% bijgeven. Daar is nog bijschaven aan volgend semester. Daarbij kijken die gasten op het examen af dat het niet mooi is om te zien, ze zitten soms gewoon met elkaar de vragen te bespreken; een groot aantal onder hen heeft de zaak niet voldoende voorbereid. Het examen geeft we me een beeld van wat ze al dan niet weten en denken over de wereld;: zo is er op 50 maar één enkele die zich nog herinnert dat de meest gesproken taal in Europa Russisch is; drie ex-socialistische landen opnoemen gaat over het algemeen wel; gevraagd naar enkele gelijkenissen en verschillen tussen China en een ontwikkeld land naar keuze pikt 90% er de USA uit; de verschillen waar ze mee afkomen lopen wel uit mekaar: sommigen hebben het over de Amerikaanse democratie, maar de meeste benadrukken het Chinese gevoel voor solidariteit; ‘Amerikanen zijn open en Chinezen gesloten’; het is alleszins ver van eenheidsdenken.
Ikzelf heb me ook maar gewaagd aan een examen Chinees , niet minder dan ‘luisteren naar Chinees’; dat gebeurt in een taallab , en tot mijn verbazing versta ik er redelijk veel van, de kwaliteit is stukken beter dan in de klas ; maar de vragen zijn een ramp! Het zijn multiple choice vragen met antwoorden op papier; ik slaag er zelfs niet in binnen de voorziene tijd de drie mogelijke antwoorden te lezen, laat staan het juiste antwoord te kiezen!

Donderdag 21/12

Vandaag mijn privé-lerares Liu Dan nog maar eens op bezoek gehad, het was al meer dan een week geleden; het wordt de gelegenheid om wat Chinese psychologische woordenschat op te doen; waarom ze zo lang niet opdook is niet echt duidelijk, maar ze lijkt wel een depressie nabij; het leven is zo lastig, ik moet zoveel lastige beslissingen nemen, ik ben bang om een lief te zoeken, ik wil nooit kinderen enz….ze blijft wel twee uur hangen en ik moet haar in het Chinees proberen opbeuren! Donderdag staat ook de Japanse cultuur op het programma. De theeceremonie en ikebana wedstrijd zijn alleen bekend gemaakt aan de afdeling Japanse taal, ik weet het alleen maar omdat mijn buurvrouw lerares Japans is. Het is daar allemaal in het Japans te doen, met af en toe een stukje vertaling in het Chinees waar ik niet veel wijzer van wordt.. Die theeceremonie is wel mooi, we krijgen ze eerst op video te zien, dan een demonstratie door Japanners, en dan mogen in kimono gestoken Chinese studentes er zich aan wagen; zoals te verwachten/vrezen was, wordt die ouwe met de grote neus meteen uit de zaal gepikt om als proefkonijn te dienen; drie kwartier op mijn knieën voor een tasje bittere groene thee! Ik heb natuurlijk maar half gesnapt wat je als gast moet en mag doen, het komische nummer is goed geslaagd. Maar sfeervol was het. Nog een geluk dat ze me nadien niet meer vragen om ook nog bloemen te gaan schikken! De hele namiddag levert me wel een invitatie op om ’s anderendaags van de Japanse keuken te komen proeven.

Vrijdag 22/12

Het wordt een goedgevulde dag.
’s Morgens al direct bericht dat ik bij de directeur van de administratie moet komen; de politie zit achter me aan wegens illegaal werk in een middelbare school hier enkele kilometers verder; ze hebben mijn naam en paspoortnummer! Is mijn paspoort dan toch voor andere doeleinden gebruikt dan voor het dedouaneren van twee kisten? Hoe gaat dit aflopen?
Deze voormiddag nog maar eens Chinees examen; het examen spraakkunst van gisteren heb ik maar laten vallen, zonder voorbereiding is dat toch hopeloos, maar vandaag moet de test ‘gesproken Chinees’ toch wel gaan? Wel, 60% van het examen is schriftelijk, en tot mijn frustratie kan ik me van veel courante karakters zonder geheugensteun onmogelijk herinneren hoe ze te schrijven. Mijn perspectieven om naar volgend semester naar een hogere klas over te gaan smelten weg.
In de namiddag vieren de buitenlandse studenten hun kerst- en nieuwjaarsfeest – vanaf deze week beginnen ze weg te trekken ook al is er nog twee weken les. Het is een uitgelaten bende jongeren die eigen variété-nummers brengen, sommige in het Chinees, sommigen in hun eigen taal; Alina, de Russische vamp uit onze klas, zingt een romantisch Koreaans liedje en een Indische klasgenoot waagt zich wiegende dansbewegingen. Ik mag/moet naast de decaan op de eerste rij gaan zitten. Daarna worden er per klas baozi (ravioli’s, dumplings) gemaakt in het restaurant (in het chinees: bao baozi); je moet eerst bolletjes deeg maken, die dan uitrollen tot ronde pannenkoekjes die je vult en toeplooit op een artistieke manier; om alles af te werken rol je het nog extra in de bloem; die laatste was er te veel aan, het loopt uit in een algemene wedstrijd bloem gooien. Tegen dat iedereen goed wit ziet zijn de baozi al klaargestoomd. Nu pas kom ik te weten dat we daarbij nog een soort banket voorgeschoteld krijgen; een beetje een raar uur, om drie uur in de namiddag!
Ik ban nog maar goed terug op mijn kamer of daar staat Yang ,al; hij komt anders nooit zo vroeg maar altijd even onverwachts; hij ziet het wel zitten om mee te gaan naar de Japanse culinaire activiteit, in China is het niet zo erg jezelf uit te nodigen; om half zes komt Jim die ook al een uitnodiging versierd heeft, me al halen. Die ‘demonstratie Japans koken’ blijkt de officiële viering van 10 jaar Japans taleninstituut! De zaal zit afgeladen vol met honderden studenten en leraars; er staan maar twee Japanse gerechtjes op het programma, voor de rest is het nog maar eens een volledig Chinees banket! Een paar studenten aan een ronde tafel worden verzocht wat dichter bij mekaar te gaan zitten zodat we erbij kunnen; eten is er zoals gewoonlijk toch veel te veel. Er wordt heel wat gespeecht, gezongen en gedeclameerd, en de zaak wordt alsmaar emotioneler! Uitbundige studenten nodigen de leraars uit met hen te toasten in de stijl van ‘Op onze teergeliefde leraar’. Op die manier is lesgeven wel plezant! De laatstejaars worden officieel gehuldigd, de tranen vloeien langs alle kanten, er wordt gezongen van ‘Beste leraar, wij houden zo van u’ ‘Wij mogen het vertrouwen van onze leraars nooit beschamen’ en de decaan komt vertellen dat hij zoiets nog in geen dertig jaar heeft meegemaakt. Ik had vroeger al horen zeggen dat de stemming in de Japanse taalafdeling helemaal anders was dan in de Engelse afdeling! Dag en nacht!
Is me dat een dag geweest!
Ondertussen wordt altijd maar duidelijk dat mijn eigen leerlingen er niet veel van terecht gebracht hebben op hun examens, of anders gezegd, dat ik hen niet erg veel heb kunnen bijbrengen. Confronterend na dit Japanse gebeuren. Ze hebben daarbij niet alleen de juiste natwoorden van mekaar afgeschreven, maar ook de fouten. Ik weet niet goed wet er mee aan te vangen; moet ik er nu een aantal buizen of niet? Heeft het zin laatstejaars nog in problemen te brengen? Of derdejaars? In het Chinese universiteitssysteem kan je virtueel niet meer buizen eens je door het ingangsexamen geraakt, en dat voel je wel erg aan het gebrek aan inspanningen van de studenten.

Zaterdag 23/12
Liu Dan is nog maar eens geweest, bedankt me voor de goede raad en zegt dat ze zich al veel beter voelt. Oud zijn in China is plezant, je krijgt de indruk dat de jongeren naar je luisteren!
Deze week heeft Yang me éen van zijn collega’s, leraar aan de technische universiteit voorgesteld; hij noemt Bill en geeft les Engels. We spreken af om vandaag te gaan schaatsen in het park. Yang zelf is niet vrij maar Bill brengt nog twee andere collega’s mee: Sarah die een master haalde in de USA en haar eerste jaar Engelse les geeft, en Gao, een 32-jarige doctor in de chemie die ook aan de universiteit werkt.
Ik heb mijn oude schaatsen maar eens opgepoetste, uiteen gevezen en bijgesteld, en het helpt, ze lopen beter! Veel volk is er niet op de vijver, de ingang van het park en de toegang tot de schaatspiste kost een euro, en schaatsen uren 2 euro; verklaart dat de geringe belangstelling? Wat verder hebben ze met een sneeuwkanon een berg sneeuw gemaakt waar je op een rubberband kan afglijden. De beste schaatsers zijn vooral gepensioneerde mannen, veel jongeren zijn er niet te zien. Mijn jeugdig gezelschap zet wankelend zijn eerste pasjes op het ijs; het wordt een prettige namiddag. Het weder is zacht vandaag, vriest het eigenlijk nog wel?
Nadien gaan we nog samen eten in het restaurant op hun campus. Ik discussier wat met Sarah die aan haar Amerikaanse periode veel bewondering voor de democratie en het meerpartijenstelsel heeft overgehouden maar jammer genoeg moet ze weg. Gao vertelt fier dat hij voor zijn doctoraat een artikel in het Engels in een internationaal tijdschrift gepubliceerd heeft, maar zijn Engels is zo slecht dat hij me zelfs de titel niet correct kan beschrijven. Bill wil weten of we in België ook naaktstranden hebben en of ze daar zomaar vrij kan komen.

Zondag 24/12
Vanavond naar het kerstfeestje ten huize van Michel. Avond, dat betekent hier 17.00H. Mijn verkoudheid is verergerd, ik voel me grieperig en zie er eigenlijk tegen op.
Ik neem een fles Spaanse champagne, mee, plus westerse koekjes, plus een mooi ingepakte appel; de appel staat hier symbool voor vrede PING guo lijkt immers wat op PING an. Ik heb de indruk dat Chinezen het niet gewoon zijn dat een bezoeker een geschenkje meebrengt, Xiaoli, de vrouw van Michel kijkt er nauwelijks naar. Voor kerstavond hebben de inwonende ouders van Xiaoli nog drie vrienden uitgenodigd, klasmakkers van haar vaders. Michel heeft na anderhalf jaar samenleven met uitsluitend Chinezen al een pak courante uitdrukkingen overgenomen. Vanavond hang hij een beetje de clown, uit, hij loopt de hele avond rond met een muts van de kerstman; de vriendinnen van zijn schoonvader worden op enkele kussen getrakteerd, ze lijken niet erg gechoqueerd. Veel kan ik niet met hen converseren, het is te moeilijk en de verleiding om Nederlands te spreken met Michel en Xiaoli te groot. Sedert vorige keer hebben ze een hond gekocht, dat is hier de nieuwste mode.Haar ouders en de vrienden zijn volgens mij vroege tot middelvijftigers, vier van de vijf zijn al op pensioen, er is alleen nog een werkende boekhoudster bij het wijkbestuur. Van de acht man aan tafel zijn er vier praktiserende boeddhisten, waaronder Michel, die halverwege de maaltijd naar boven trekt (het is een duplex-appartement) om wierookstokjes te gaan branden. We beginnen met tomatensoep met balletjes, een creatie van Michel die tot aller Chinese verbazing niet aan het einde komt; daarna volgen een reeks Chinese schotels van schoonmama, naar mijn gevoelen wat te veel vlees en te weinig groenten, allicht omdat groenten wat te alledaags zijn voor een feestje; op verzoek van Michel begint ze in haar wok ook nog frieten te bakken! Als afsluiter krijgen we dan weer koffie met eigen taart van Michel. Jammer genoeg is zijn experiment mislukt, de taart smaakt niet slecht maar is niet gerezen! Een echte baksteen. Rond tien uur trekt het bezoek naar huis, Michel’s schoonpa weet nadien te vertellen dat ze toch wel buitengewoon lang gebleven zijn! Vorige keer was hij er ’s avonds na de maaltijd nog op uitgetrokken om beneden in het café mahjong te gaan spelen! Het was een gezellige avond, op de frustraties wegens het nog steeds niet kunnen volgen van een Chinees gesprek na. Op oudejaarsavond wordt ik terug verwacht, en ook de vrienden van Michel’s schoonouders zeggen dat ik eens moet langskomen; afwachten of ik er nog van hoor…
Wanner ik terug aan mijn logement kom staat daar nog een Russische studentin die al vijf minuten probeert binnen te geraken; ze was vanavond in de stad en vertelt dat je in de winkelstraten op de koppen kon lopen; de winkels blijven tot ’s nachts open.

Maandag 25/12/06
Kerstmis vandaag, maar de Chinese les gaat gewoon door en de meeste buitenlandse studenten van onze klas duiken zelfs op. Er wordt uitvoerig Shen Dan Kuai Le gewenst. Om tien uur komt Alina er met een reuze taart aan; morgen vertrekt ze naar Rusland; we vieren op voorhand haar verjaardag van 3 januari. De stemming is wat melancholisch, lerares Wang Jiang Bonestaak zingt een liedje en we beseffen dat het hier op zijn laatste benen begint te lopen: sommige studenten komen na nieuwjaar niet meer terug, en de anderen gaan naar hogere klassen, maar niet allemaal naar hetzelfde niveau! Koreaanse studentes delen aan iedereen enkele snoepjes uit en één heeft er een persoonlijk kaartje bijgedaan.

Donderdag 28/12/06
Het schoolsemester loopt op zijn einde.
Deze week afscheid nemen van de studenten, alhoewel…op 50 na heb ik ze volgend semester weer bij mij, voor een ander vak.
Het afscheid van sommige klassen is ontroerend, het brengt me een tiental heel persoonlijke wenskaartjes op en zelfs drie kleine geschenkjes, waaronder één voor Lieve…De studenten poseren voor een klasfoto, in twee klassen willen ze daarna nog eens allemaal per twee samen met mij op de foto; voel me een beetje opa tussen de kleinkinderen…Gaat het er in Europese scholen ook zo aan toe? Pijnlijk is het afscheid van enkele studenten die ik gebuisd heb: het is me nog altijd niet duidelijk wat de gevolgen daarvan voor hen zijn, naar wat ze zeggen zou er geen herkansingsmogelijkheid zijn, maar dat lijkt me toch onwaarschijnlijk voor deze ‘prutsvakken’. Eén student die altijd trouw aanwezig was in de klas heeft al twee buizen op hoofdvakken, en ziet door dit bijkomend falen zijn droom om in 2007 toch nog af te studeren alsmaar ijdeler worden. Een onverwachts drama overkomt de beste studente ‘international business’; ze had 90% verwacht en ik heb haar zonder me dat te realiseren 60% gegeven, het minimum om te slagen; stukken van haar examenblad zijn gekopieerd door twee andere studenten; ik geloof niet dat het kan zonder dat ze meewerkte; pijnlijk is dat ze zich voorbereid op het ingangsexamen voor masters in een commerciële richting; volgens haar wordt daarbij rekening gehouden met de uitslag op ‘verwante vakken’; het wordt moeilijk om die lage score te verklaren aan de examinatoren.
Enfin, ik heb de uitslagen met mijn chef overlopen en hij ziet er geen graten in.
Ik houd ook een kleine opiniepeiling onder de studente over de voorbije klassen, ze komen met heel interessante opmerkingen af; wanneer je ze laat schrijven komt er meer uit dan wanneer je vragen stelt in de klas… mijn handschrift is nog steeds moeilijk leesbaar; de vakken – behalve Europa - zijn te moeilijk en te ver van hun bed, meer praktische voorbeelden , illustraties zijn gewenst; sommigen vinden dat ik nog te veel zelf praat, maar wanneer ze zelf iets moeten presenteren moet het korter en interessanter zijn. Maar over het algemeen zijn ze tevreden…

Vrijdag 29/12
Vandaag belangrijke bijeenkomst van de faculteitsverantwoordelijken: de functies moeten voor een nieuwe periode van vijf jaar toegewezen worden. Achteraf hoor ik dat ze er niet uitgeraakt zijn; er zijn twee kandidaten als partijvoorzitter, ze konden niet kiezen. De decaan blijft in functie, en ook mijn baas, die opnieuw zucht dat hij liever gewoon leraar zou zijn.
Vanavond officieel nieuwjaarsbanket van de faculteit, voor de medewerkers en familie.. Er is meer dan tweehonderd man aanwezig in het sjieke Feniks hotel.
Het volk begint toe te komen rond 5 uur in de namiddag. Er is een ook groep oude gepensioneerde leraars. Een uitgeweken lerares die in Australië werkt is juist op verlof en deelt aan iedereen ‘Australische’ snoepjes uit; nooit geweten dat noga als Australische specialiteit beschouwd werd. Het is verder de gelegenheid om te ontdekken dat we ook nog een 23-jarige Russische collega uit Vladivostok hebben; ze woont in de stad en niemand van ons heeft haar al in de klaslokalen gezien.
Hoe verloopt zo een banket ? Iedereen zit aan ronde tafels van 10 personen Rond half zes staat elke grote ronde tafel al tot overlopen vol met schotels eten, in twee lagen, minstens twaalf tot vijftien verschillende. Dan begint de decaan een toespraak met diavoorstelling over het voorbije jaar, terwijl het eten maar staat af te koelen. Gezellig. Bij het eten wordt bier geserveerd, en later ook een profijtig glaasje rode wijn van een bekend Chinees merk Great Wall . Tussen het eten door wandelen de verantwoordlijken van de hele tafel naar de andere, om overal te gaan toasten. Ik profiteer ervan om de vice-decaan aan te spreken die beloofd heeft voor mij een gesprek met iemand van het stadsbestuur te regelen (voor een artikel in China vandaag); ‘ tja, dat zal iets worden voor na het verlof…, einde januari of zo’. Om zeven uur begint de grote massa weg te trekken; na uitvoerige nieuwjaarswensen zijn we om kwart voor acht terug op ons logement.

In de Chinese klas komen elke dag wat minder studenten opdagen, en de lerares spraakkunst drijft het tempo elke dag wat op, kwestie van te kunnen zeggen dat ze het hele programma afgewerkt heeft; ze doet nu ook geen inspanning meer om wat trager te praten; niet te doen! Het gesproken Chinees is een verrassing: ik krijg 85/100 voor wat ikzelf een catastrofaal examen vond! Die Chinese leraars geven echt heel veel punten, of ben ikzelf verkeerd bezig met mijn zuinige zestig of zeventig procentjes voor mijn leerlingen? Een doordenkertje.
De punten van mijn studenten die ik per e-mail naar het secretariaat doorstuurde zijn verloren gegaan, ik moet ze persoonlijk gaan afgeven maar het is nu ineens allemaal niet meer zo dringend als twee weken geleden! De ‘echte’ examens voor de hoofdvakken hebben maar plaats rond half januari dus heeft het secretariaat alle tijd om intussen onze bijvakjes te verwerken. Ik bespreek de uitslagen nog maar eens met enkele verantwoordelijken van de faculteit; ze hebben intussen beslist dat de gebuisden in het begin van het tweede semester een herkansing krijgen, ik ga hen een opstel over een onderwerp uit de cursus moeten laten schrijven. Van de beste leerling van de klas laatstejaars die wegens meewerken aan spieken een 60 kreeg heb ik de score uiteindelijk toch maar verhoogd, ik zou niet willen dat ze omwille van mijn vak niet door de ingangsproeven voor haar masters geraakt.

Mijn e-mail met de punten is niet zomaar verloren gegaan! Dinsdag was er een aardbeving in zee in de buurt van Taiwan, en de internationale kabels zijn geraakt! Het elektronisch verkeer in tussen China en de rest van de wereld lag twee dagen zo goed als stil! Lichte paniek in de zakenwereld… zij en wij zijn wel erg afhankelijk geworden van onbeheersbare gebeurtenissen duizenden kilometers verder. Het zal twee weken duren vóór alles hersteld is.

Zaterdag 30/12
Nog maar eens per fiets naar het stadscentrum, wat kleine geschenkjes gaan kopen. De dagtemperatuur ligt rond de tien graden onder nul.Verkenning van Taiyuan straat, één van de drie voetgangerszones in de stad. De kleine helft van de straat bestaat uit braakliggend terrein, juist afgebroken gebouwen waar binnen een jaar alweer een nieuwe toren komt; langs de terreinen is de straat ingenomen door kleine kraampjes waar van alles verkocht wordt; verderop staan al enkele mastodont koopcentra. Ook nog langs geweest in het station; lange wachtrijen en ik heb geen zin om voor niets aan te schuiven; met mijn primitief Chinees kom ik te weten dat het inderdaad nog te vroeg is om nu mijn ticket voor Beijing van 14 januari te kunnen kopen; op het plein voor het station staan overigens sndwichmannen/vrouwen reclame te maken voor bussen naar Beijing; keuze e over?.
Langsgeweest bij Willy van het Belgian Caffee, die naar een nieuwe engelstalige ‘manager’ zoekt (er waren geldproblemen met de vorige) en vraagt of ik niemand ken aan de universiteit.

Zondag 31/12
Vanmiddag nog een paar telefoontjes van de faculteit gehad: iedereen is vandaag zondag aan het werk! Ze krijgen immers morgen een dag extra verlof!
Vanavond naar Michel en Xiaoli, deze keer voor oudejaarsavond. Mijn goede fietservaring van gisteren maakt me wat overmoedig, ik ga de ruim 20 kilometer enkel naar hun huis aan de andere kant van de stad per fiets afleggen! Ik arriveer een kwartier te laat en behoorlijk bekaf!
Ten huize van Michel en Xiaoli zijn vanavond familieleden uitgenodigd, we zitten met elf rond de tafel, nu ja, …iedereen hangt verspreid rond in het appartement: TV, computer, keuken,…Rond zes uur krijgen ze iedereen dan toch samen, maar er is geen ambiance: de Chinese familie eet niet veel van de gerechten van Michel’s schoonma, zijn eigen slasoep kan er nog door maar voor zijn spaghetti bolognaise, appelrozijnen- en bananentaart is de belangstelling ondermaats; om acht uur beginnen ze al naar huis te gaan. Is dit het Chinese concept van een gezellig samenzijn? Michel weet me te vertellen dat ze op het echte nieuwjaar, het =chinese, tot ’s morgens vroeg blijven hangen. Plezant detail: in de winter trekken de Chinezen, mannen en vrouwen, eens in huis allemaal hun broek uit. Stel u daar maar niets pikant bij voor, ze dragen tegenwoordig allemaal drie lange broeken boven mekaar, je krijgt alleen de tweede laag te zien. Ik blijf nog tot 10 uur, we kijken televisie, op de Chinese televisie betekent oudejaarsavond dat er klassieke westerse concerten worden uitgezonden.
Op de weg naar huis is er niets bijzonders te merken in de stad. Nog redelijk veel auto’s , hier en daar een verloren fiets of voetganger, alle winkels gesloten. Rond elf uur lopen enkele late restaurants leeg, alleen een paar karaoke-tenten willen de nacht ingaan. Langs de grote baan waar onze universiteit aanligt passeer ik voorbij een reeks winkeltjes die vroeger al mijn aandacht trokken: ze nemen de hele onderste verdieping van een groot appartementsblok uit de jaren 60 of 70 n beslag ; met wat zoekwerk in het woordenboek ontdek ik dat ze stuk voor stuk aan ‘voettherapie doen’; om halftwaalf als enige in de stad nog open? En met roze vensterverlichting? China heeft officieel geen prostitutie, maar wel veel te veel ‘kappersalons’- en ‘massagesalons’ .
Wanneer ik bij Michel buitenkom is het weer zacht, er vallen enkele sneeuwvlokjes; precies om vijf voor twaalf ben ik thuis; de campus slaapt onder een dun wit deken; oudejaarsavond op de fiets dwars door Shenyang, in de sneeuw…het heeft iets.

Maandag 1/1/2007
Tot één uur nieuwjaarswensen getelefoneerd naar België, zeven uur te vroeg natuurlijk, en dan om zeven uur uit bed gebeld door Lieve voor het ‘echte’ nieuwjaar; terug het bed in, om acht uur eruit gebeld door Yang; hij nodigt me uit in het badhuis achter de campus.
We drinken samen een felsje schuimwijn, maar hij laat het glas staan; niet naar de Chinese smaak! Zijn stukje brie krijgt hetzelfde lot toegewezen.
Het badhuis is de Chinese variant van aqualibi; het bestaat uit een mannen- en vrouwenafdeling; je kan er baden in warmwaterbaden van verschillende temperatuur, al dan niet met jacuzi; in de zaal rond die baden staan stortbaden opgesteld, met zeep, shampoo, tandenborstels en scheermesjes, want je moet absoluut proper zijn voor je een bad ingaat; er is een turks bad, een sauna ,een namaak zandstrand, een ruimt waar je je kan laten schrobben met handdoeken; en iedereen loopt er naakt rond.
Het gemeenschappelijk deel bestaat uit een zwembad van 30 meter, dat trekt het minste volk. Je krijgt in het badhuis een soort pyjama waarin je overal rondloopt ; in de grote cinemazaal; kan je gaan rusten op somptueuze bedden en ondertussen naar een film kijken. Je kan er ook eten en drinken krijgen. Er is ook nog een groot restaurant, een massa privé-kamertjes om te rusten , te eten of karaoke te zingen, een pingpong en biljartruimte enz. Geen badhuis zonder massage, de prijzen variëren van 2 tot 15 euro, 2 euro heeft iets met voettherapie te maken en 15 euro met massage ‘op zijn Sjangjaiëes’, wat dat ook moge zijn. In een apart stuk van de mannenruimte kan je ook een speciale behandeling krijgen van schaarsgeklede meisjes die ‘met hun borsten masseren’; ook hier prostitutie dus…
Yang is heel enthousiast over onze uitstap hier, hij had daarbij ook nog kortingcoupons zodat het hele zaakje voor ons tweeën, met inbegrip van een grote schotel dumplings, hem maar vier euro kost! We blijven hangen van één uur tot na achten!

We zijn nog juist op tijd terug om een Belgisch gebakavondje te organiseren voor de aanwezige collega’s. De Japanners doen niet mee, die zijn met wel tien bezig aan hun eigen nieuwjaarsparty op het appartement van Sato; maar mijn uitnodiging wordt wel geapprecieerd, Sato geeft me een nieuwjaarsgeschenk, meegebracht uit Japan door haar kleinzoon die juist op bezoek is: een doos ‘chocolat blanc et langue de chat’; België is een klein land, maar als de Japanners onze culinaire cultuuur nu al gaan verspreiden in China, dan zijn we toch groots in iets!
Onze zwarte Amerikaanse Jim is juist terug van een weekend Harbin in het hoge noorden: bezoek aan het bekende ijslantaarnfestival, ze is enthousiast; ook haar hebben ze meegenomen naar een luxueus plaatselijk badhuis, ze weet te vertellen dat de Chinese vrouwen hun ogen niet van haar konden afhouden, er was er zelfs één die de grootte van hun borsten wilde vergelijken – nu ze heeft wel een fameuze balkon! Verder waren ze nog op enkele Chinese zakenlieden gebotst, waarvan er één haar – notabene met de hulp van een enigszins gegeneerde tolk -absoluut voor een nachtje wilde versieren; dat hoort nu eenmaal bij het imago van geslaagde moderne Chinese zakenman, zegt onze oude en wijze collega Jennifer..

Dinsdag 2/1
Laatste week Chinese les voor een beperkt publiek maar aan sneltreinvaart.
Deze namiddag concert van het Mannheimer ensemble in het Instituut voor Theaterkunsten. Een mooi concert van enthousiaste muzikanten, Mozart, Brahms en de dezer dagen onvermijdelijke Strauss. De zaal is wat speciaal, er is een groot podium met alles erop en eraan, en dan een belachelijk kleine zaal voor het publiek, maar een tiental rijen diep; speciaal gemaakt voor studenten die hier moeten oefenen? De Duitsers zijn voor het eerst in China, ze vinden het fantastisch, maar de helft is er slecht aan toe wegens de beruchte Chinese gan mao ofte griepachtige verkoudheid.
Vanmiddag afscheidsetentje met de Indische collega Mukundam , nog een Indische student en een Chinees meisje dat hij privé-les Engels geeft. Mukundam is een ‘echte professor’, doctor in de vergelijkende onderwijsorganisatie. Ik krijg een gesigneerd exemplaar van zijn doctoraatsthesis; hij laat me trots zijn bureel zien ( veel mooier dan ons appartement) en zijn internationale wetenschappelijke publicaties dit jaar. Hij is op loopbaanonderbreking bij het ministerie van onderwijs in Kerala. Zijn twee maanden verlof in India zitten al propvol, want hij heeft een grote familie en veel virenden; er moeten ook wat religieuze activiteiten volbracht worden in de privé-tempels van de familie; ze zijn namelijk de belangrijkste brahmanenfamilie en landeigenaars uit de streek, in de jaren 50 werden ze door de communisten grotendeels onteigend, maar hun prestige blijft nog altijd.
‘s Avonds uitgenodigd voor maaltijd met Andy Xiao Ma. Hij heeft definitief beslist niet terug te keren naar zijn islamitische geboortestreek en zoekt elders een interessante job. Gemakkelijk is het, niet als leraar lichamelijke opvoeding een job zoeken in een totaal andere richting! Ik geef hem het adres van Willy de wafelbakker. Het is goed aan met Xiao Ma’s nieuwe vriendin, maar hij durft het niet zeggen aan zijn ouders, want zij is geen moslim noch Hui minderheid. Eerst moeten ze allebei afgestudeerd zijn en werk hebben, dus niet vóór half 2008! Zonder mijn advies te vragen bestelt hij en bord met cocons van zijdewormen, een specialiteit van dit restaurant! Zo een cocon is ongeveer twee centimeter lang, ik veronderstel dat het de overschot is nadat ze er de zijde afgewikkeld hebben? Met de ogen toe smaakt het niet slecht, een beetje zoals gekruid vet gehakt. Achteraf vertelt hij me dat het een delicatesse is, maar de meeste mensen hier in de streek zijn er vies van!

Vrijdag 5/1
Vandaag laatste lesdag Chinees. Lerares Han heeft gezworen dat ze het hele programma zal afwerken en doet dan ook tot de laatste minuut. Hoeveel studenten er nog mee zijn is minder duidelijk. Daarna krijgen we een lange Chinese film te zien, de meeste studenten moeten weg vóór het einde, het wordt een afscheid in mineur; een aantal komen volgend semester niet meer terug, en verder zullen we afhankelijk van ons niveau ook in verschillende klassen terechtkomen.

Het is bewolkt vandaag en tegen de avond valt er vijf centimeter sneeuw uit; de campus ziet er meteen veel prettiger uit.

Vandaag een afscheidsdineetje georganiseerd voor onze Japanse collega’s. Sato vertrekt morgen op verlof, Meigumi keert begin volgende week definitief terug naar Japan. Verder rond de tafel: twee Amerikanen, een Britse en ik. We hebben er nog de Japanse studente Makiko bijgehaald, die vlot Engels spreekt of beter gezegd gewoon vlot spreekt. Je kan met die Japanse dames anders een hele avond aan tafel zitten zonder dat ze hun mond opendoen. Meigumi krijgt een reeks vragen over de mentaliteit van de Japanners en in het bijzonder van de jeugd op haar bord, ze komt niet verder dan het gebruikelijke nerveuze gegiechel. De oude Sato komt wel uit de hoek: op de wat venijnige vraag wat de grootste bijdrage van Japan aan de mensheid geweest is antwoord ze zonder aarzelen: een grondwet zonder leger! Meigumi heeft voor de gelegenheid haar meisjesachtig kapsel laten veranderen en ziet er nu echt een nogal stijve Japanse jonge vrouw uit; Jennifer vraagt of de kapper duur was; ‘wel, minder dan in Japan, ‘slechts ‘35 euro’ (mijn kapper hier kost een halve euro!). Een gezellige multiculturele avond, met drie generaties en vier nationaliteiten.

Zaterdag 6/1
Vandaag met de Amerikaan Nolan en Meigumi naar het badhuis. In het badhuis staat een weegschaal: 83-84 kilo; het kan toch niet dat ik in vijf maanden hier al 6 of 7 kilo bijgekomen ben?!? Paniek…
We laten ons verleiden tot wat massage, Meigumi neemt na het bad het wrijven van het lichaam met handdoeken en dan een voetmassage, Nolan en ik permitteren ons in een aparte ruimte een volledige massage voor 9 euro; het kost wat moeite om uit te leggen wat we willen, ze komen twee keer aandringen dat we een duurdere variant zouden nemen, met extra diensten vanwege de meisjes…Die kinderen zijn naar schatting nog geen twintig. Ik wist overigens niet dat masseren zo lastig was, voor hen en voor mij (het is mijn eerste keer, moet ik daarvoor bijna zestig zijn); ze duwen, trekken en sleuren en op een bepaald moment gaat het gelukkig lichte kind helemaal op mijn rug zitten om me beter met haar ellebogen te kunnen bewerken; pijnlijk maar niets vergeleken met wat ze mijn al zestig jaar verkrampte voetzolen aandoet; ze vraagt een paar keer om te ontspannen, probeer dat maar wanneer je meer zin hebt om te roepen van pijn! Halverwege de massage (het ding duurt 100 minuten) wordt Meigumi die intussen klaar is, bij ons binnengeleid. Wanneer ze ons met ontbloot bovenlijf ziet liggen gaat ze bijna lopen, iedereen probeert haar te overtuigen te blijven, de masseuses leggen haar uit dat het een ‘zhengwei’ massage is, raad maar wat dat betekent. Tijdens de massage drinken we samen longjing tee. Na een tijdje houdt Meigumi het toch voor bekeken, ze is nog maar weg of de masseuses beginnen commentaar te geven; ‘Ze ziet er uit als een Chinese, en haar accent is ook niet slecht; maar we hadden direct door dat ze van Japan kwam, aan haar superbeleefde manieren’; ze beginnen haar te imiteren met een hoog kinderstemmetje ‘excuseer…., dank u,…excuseer…’
De massage was een interessante ervaring, maar gaf niet het supergevoel waarover ik soms hoor vertellen. Ik vertel het later die dag aan Jim, die gevat repliceert: ‘misschien geeft het niet veel bij u omdat ge te weinig gestresseerd zijt’. Het zal wel een tijdje duren vooraleer ik nog eens herbegin.
Dank zij Jim ontdek ik op de campus een winkeltje waar ik digitale fotos vanuit mijn camera kan laten afdrukken; mijn redding want er is iets mis met het digitale toestel zodat de foto’s niet meer op mijn computer kunnen overgebracht worden.
Vanavond gebeld met Lieve die me vertelt dat een schoolmaat gestorven is; ik bezocht hem nog in mei en juni, hij dacht toen dat hij nog slechts een jaar te leven had…

Zondag 7/1
Dezer dagen wat beginnen voorbereiden aan het tweede semester, ik heb nog geen duidelijk zicht op de aanpak van de nieuwe vakken.
In de namiddag ga ik nog maar eens zwerven met de fiets op de buiten, het vehikel rijdt precies altijd maar zwaarder, maar het witte landschap is wel mooi. Onderweg wat groenten gekocht om voor het eerst in weken nog eens te kunnen koken. De prijzen op de markt zijn serieus gestegen, de winter laat zijn invloed gelden; ik heb bijna voor een euro materiaal!
Ook nog langs geweest in Han’s café, een etablissement dat een maand of drie geopend is door een Chinese leraar en zich wil profileren als koffiebar voor vooral vreemdelingen. Han is er niet, wel een andere uitbater die geen woord Engels spreekt; ik ben ook de enige klant, en bij navraag blijkt dat de normale situatie; in die omstandigheden waag ik me maar liever niet aan de dure ‘moka’ koffie en beperk me tot een Chinees pintje.
Vanavond nog een reuze meevaller: Meigumi is haar appartement aan het opruimen en geeft alles weg wat ze niet kan meenemen! Ik ben nu een electrisch kacheltje, een echte electrische rijstkoker en een DVD-speler rijker…. Als het zo doorgaat blijft er niets meer over voor Lieve om te kopen!
Vandaag zondag ook wat TV gekeken, CNN voor de gelegenheid; volgens die jongens is de Amerikaanse regering in Somalië een nieuw katastrofaal avontuur begonnen; nu het land eindelijk een min of meer stabiele islamitische regering had na bijna twintig jaar chaos, heeft Amerika met de inval van hun Ethiopisch huurleger een marionettenregering geïnstalleerd die geen schijn van kans maakt om te overleven. Opnieuw winstgevende zaakjes voor de wapenhandelaars…

Maandag 8/1
Een dag met spannende praktische zaken te regelen.
Vierde bezoek aan de bank om te proberen geld te krijgen: ik bied me deze keer aan het juiste loket aan, met de nodige identiteitspapieren, en voilà, in 10 minuten is de klus geklaard en heb ik voor 500 euro lokale munt op zak; zo simpel is dat in China, je moet alleen maar uitvinden waar en hoe!
Vervolgens bezoek aan het noordstation om mijn biljet naar Beijing te kopen: een kwartiertje aanschuiven, uitleggen wat ik wil… pech, volgens de bediende is er geen plaats meer op de snelste trein, dat wordt een rit van bijna negen uur in plaats van zes! Dan maar eersteklas genomen, voor omgerekend 18 euro; met enig scepticisme vraag ik ook naar twee biljetten voor Lieve en mij van Beijing naar Chongqing; geen probleem! Rolt zo uit de computer; 90 euro voor twee personen voor een rit van 25 uur, met couchettes; ik wil Lieve graag op een eersteklascoupé met echte bedden trakteren, maar opnieuw beweert de beidende dat er geen zijn; we zien wel ter plaatse wat mogelijk is!
Om goed twaalf uur is mijn praktisch programma afgewerkt, de rest van de dag wordt dus ontspanning; doorgefietst naar Zhongjie, de plaatselijke Avenue Louise of Meir. Daar is een Europese bar/restaurant, ik kies een Ceasar’s salade, dat blijkt een bord te zijn met vier blaadjes sla, twee minitomaatjes en enkele croutons; mits wat aandringen krijg ik er toch nog azijn, mayonnaise en parmesaankaas bij; het voordeel van deze lichte maaltijd is dat er gemakkelijk nog een grote ijscreme bijkan! Het geheel kost me bijna drie euro. Volgende etappe: een bezoek aan de lokale megacinema, 12 zalen. Op dit ogenblik loopt de nieuwste film van Zhang Yi Mou ‘ de vloek van het gouden harnas’ continu in verschillende zalen; de duurste film ooit geproduceerd in China, het grootste kassucces ooit. De film is sensationeel, hevige kleuren, scènes met tienduizenden figuranten en doden met tonnen tegelijk, maar het verhaal is heel magertjes; ik heb van Zhang Yi Mou al heel wat beter gezien; het cinemabezoekje kost me 2,5 euro, heel duur voor een gemiddelde Chinees; er zit dan ook maar heel weinig volk in de zaal, het koppeltje naast mij zijn Chinezen die uit Nieuw-Zeeland teruggekeerd zijn. De DVD is overigens intussen ook al te koop voor iets meer dan één euro!
Vóór de film begint moet ik een klein uurtje wachten, gelegenheid voor een bezoek aan enkele van de kooptempels op Zhong Jie: ik begin te begrijpen waarom mijn Chinese vrienden me aanraden definitief in China te komen wonen: voor iemand met een inkomen van Europees niveau is hier werkelijk alles te koop wat Europa biedt, en nog een pak meer, alles aanzienlijk goedkoper dan bij ons; een Belgische gepensioneerde is hier de koning te rijk!

Dinsdag 9/1
Voorbereiden aan het tweede trimester…bah!
Vanmorgen is mijn Japans buurmeisje Meigumi definitief naar huis vertrokken; vier maanden elke dag in mijn leven, en hop, voor altijd weg; word ik oud en sentimenteel?
In de namiddag als afwisseling privé-les Chinees, het is goed om te leren luisteren, maar het lukt maar niet echt; ik kan meer verstaan van de TV dan van mijn lerares; ik geloof niet dat ze een goede lerares wordt….
Daarna even een gezondheidswandeling: er waait een zwakke noordenwind en mijn oren vriezen af bij min zeven. Om vier uur komt een grote lichting studenten uit de bib; ik vraag of ze al examens hadden; nee die beginnen volgende maandag; nu gaan ze in de bib werken, vanaf vijf uur ’s morgens; er is immers onvoldoende plaats en er zijn te weinig computers voor al de studenten!
Vanavond Yang op bezoek gehad en ook Jim die gehoord heeft van mijn DVD speler, een paar DVD’s brengt en zichzelf uitnodigt op een filmvoorstelling; ze had de film al gezien, maar verstond hem niet wegens onduidelijke onderschriften; wij moeten haar nu de nodige duiding geven.

Woensdag 10/1/07 vandaag na het verplichte schoolwerk met de fiets naar het Beiling park om te gaan schaatsen. Ik herken er zelfs habitués van vorige keer. Schaatsen is een goede gelegenheid om contacten te leggen. Langs de kant staat een onopvallend gepensioneerd koppeltje. Ze beginnen me uit te vragen over Europa: is België mooi, welke zijn de mooiste plaatsen om te bezoeken enz.; ik vraag hen in het wilde weg of ze misschien van plan zijn Europa te bezoeken? Ja, dat klopt, ze willen in mei een reis van twee weken maken met bezoek aan 4 of vijf Europese landen! De Chinezen blijven niet meer gewoon thuis zoals vroeger! De man is gepensioneerd ingenieur, iets met electricitieit. Nog een paar andere mannen spreken me aan, nadat ik een zin geantwoord heb beginnen ze aan een onverstaanbare conversatie…ver brengt me dat niet. Alleen aan de gebruikelijke discussie over leeftijd kan ik aan uit; mijn gesprekspartner schat ik even oud als ik of iets ouder, hij blijkt vierenvijftig te zijn. Mijn meer dan veertig jaar oude schaatsen hebben hier wel wat bekijks, iedereen merkt op dat het ‘echte lederen ‘ schoenen zijn die er na al die tijd nog goed uitzien. Nu het meebrengen van twee paar schaatsen had ik me kunnen besparen, je huurt die dingen hier voor anderhalve euro en dan zijn het nog noren, een model dat veel sneller is dan de mijne.
Wat er intussen aan de hand is met de fiets – of met mij?- is niet duidelijk, maar mijn gemiddelde snelheid blijft maar dalen en ik vind het fietsen elke keer zwaarder…wanneer ik even niet trap sta ik zo stil! Zitten de rollagers vast? Hoe moet ik dat oplossen.
Vanavond voor de tweede keer gegeten met Wilson, en geprobeerd met hem Chinees te praten, hij spreekt Engels met mij en corrigeert me; prachtig! Hij vertelt me opnieuw over de moeilijke levensomstandigheden van zijn familie op het platteland –wie geen zoon heeft om voor zijn oude dag te zorgen is gezien; en over de problemen van zijn ouders toen de staatsbedrijven in Shenyang failliet gingen en gesloten werden; hij spreekt over die episode als over een probleem van ‘de vorige generatie’.

Donderdag 11/1
Vandaag een dag om eens goed door te werken, dacht ik….
De voormiddag vloog voorbij met weinig efficient zoeken naar goede kaarten van Europa op het internet.
Om 11 uur belt mijn Libanees-Canadese collega Michael, om twaalf uur afspraak voor lunch in het ‘westers café’ op de hoek net buiten de campus; het etablissement blijkt definitef gesloten, niet te verwonderen met zo weinig klanten maar jammer voor ons! Dan maar naar één van de vele Chinezen, Michael die nooit Chinees gestudeerd heeft maar wel met een Chinese getrouwd is, trekt zich goed uit de slag en weet ons chun bin (ik denk dat het ‘lenterolletjes’ betekent; een soort loempia’s, maar je bestelt de pannenkoekjes en alle ingrediënten apart en rolt ze dan zelf. Hij vertelt me over een lucratieve bijverdienste: telkens ze in Shenyang een buitenlander nodig hebben voor één of ander filmpje of TV-programma, wordt hij opgeroepen; dat brengt hem een paar honderd dollar per dag op. Er hangen ook publicitaire foto’s van hem in één van de grootwarenhuizen in de stad. We oefenen ons Frans nog wat in, en spreken af na het verlof eens iets te organiseren met de respectieve echtgenotes (de zijne is Chinees).
Het is vandaag schitterend weer, ijskoud onder een staalblauwe hemel, een perfecte winter. Nogal wat anders dan het armzalig grijze gedoe in België!
Onderweg kom ik nog twee studentes tegen en spreek hen aan over Willy de wafelbakker die een Chinese assistent zoekt. Ze stellen prompt voor me deze namiddag op te zoeken om erover te praten en blijven de hele namiddag plakken. Eén van hen is Lynn, die een job in Zimbabwe versierd heeft en die ik introduceerde bij een jonge Canadese leraar. Het blijkt nu dat haar ouders zich tegen het Zimbabwe avontuur verzetten. Ze heeft wel capaciteiten, want intussen vond ze al twee andere mogelijkheden; een job in een Belgisch mini patisseriebedrijf in Shenyang ziet ze ook wel zitten. Ze gaat binnenkort op verlof naar huis, een dorp op het platteland in deze provincie: ze heeft haar ouders niet meer gezien sinds februari 2006, want vorige zomer deed ze hier in Shenyang een studentenjob. Een jaar van huis weg, en zeggen dat haar huis maar een goeie 300 km van hier is! Ook dat is China.
Ik toon de meisjes de schilderijen van Lieve, ze zijn erg opgewonden wanneer ze horen dat ze naar hier komt: ‘Dan zullen wij haar kunnen ontmoeten? Fantastisch! We hebben nog nooit in ons leven een beroemde artiest in levende lijve ontmoet, wij komen van het platteland!’. Van de Chinese ‘boerenschilders’, die in de jaren 70 tot in Europa verkocht werden, hebben ze nog niet gehoord; mijn collega Jennifer heeft me nochtans verzekerd dat deze stijl nog altijd op het platteland beoefend wordt en heeft zelfs enkele werkjes in haar appartement hangen. Ik kan het niet laten eens te polsen hoe het met haar Canadese vriend zit. Nu, ze blijken elkaar regelmatig te zien,en zij voelt wel voor hem, maar ze denkt dat ze maar één van zijn vele vrienden/vriendinnen is.
s’Avonds gaan eten met Ed, een andere Amerikaan die naast zijn job hier een eigen privé-school voor vreemde talen opgestart heeft 50 km verder. Hij is een paar dagen teruggekomen naar het bureau want zijn computer thuis is kapot! Zijn school bestaat nu een jaar, hij denkt dat het nog een jaar zal duren vooraleer de zaak begint op te brengen.

Vrijdag g 12/1
Naar het bureel geweest voor verdere verkennende gesprekken over de cursus Frans. De drie leraressen zijn present, ze moeten deze en volgende week nog volop surveilleren bij examens. Einde volgende week gaan de meeste op winterverlof voor zes weken. De administratie van de faculteit werkt nog een weekje langer, de studenten krijgen hun uitslag pas op 28 januari.
In de gangen zie ik aan elk venster met een radiator ervoor een student zitten studeren; plaatsen in de bib zijn schaars en de studentenslaapzalen slecht verwarmd.
Vanmiddag de Canadees Andrew ontmoet die eenzaam zat te eten in een bijna lege leraarskantine. Hij denkt eraan definitief naar huis terug te keren, wegens te veel problemen met zijn gezondheid en misschien zelfs ondervoeding! Hij vertrouwt het Chinese eten niet, brengt ook elke dag zijn eigen lepel en eetstokjes mee naar de kantine. Hij was vorig semester inderdaad veel ziek en ziet er niet florissant uit voor een jonge gast, en vooral verwaarloosd. Hoe mijn studente Lynn op die man kan verliefd zijn is me niet duidelijk. Ik breng het gesprek op Lynn maar hij laat niet blijken dat hij bijzonder in haar geïnteresseerd zou zijn…
Na de middag een prettige verrassing: mijn partijsecretaris heeft me niet vergeten en inderdaad de autoriteiten van de stad om een interview gevraagd; helaas zijn ze nu te druk bezig met een heel belangrijk project, maar einde na het Chinese nieuwjaar is er misschien wel een mogelijkheid; fantastisch! Shenyang heeft ambitieuze plannen voor de ontwikkelingszone noord waarin ook onze universiteitsstad ligt; de zone is erkend als project van nationaal belang; dat belooft een interessant interview te worden..
Nog maar eens een buitenwijk van de stad per fiets gaan ontdekken, deze keer een buurt die wat verloren ligt in een bocht van de spoorweg en de auttostrade. Het China van over twintig jaar: gore ateliers waar onduidelijke dingen geproduceerd worden, de stank van steenkoolgas- en stof, daartussen huizen zonder verdieping; en een kerk! Het is niet de eerste keer dat ik op een onverwachte plaats op een kerk bots!
Vanavond met Nolan gaan eten, die zelf een afspraak heeft met enkele leraars van onze managementsschool. Er is ene Jason, een jonge Amerikaan, die ik nog nooit ontmoet heb. Hij woont in een appartementsblok vlakbij de campus met zijn hoogzwangere Chinese vrouw. Er wordt verteld dat meer dan de helft van de appartementen in die blokken leeg staan, speculatieve beleggingen. Vier jaar geleden kwam Jason als een soort missionaris- van welke kerk heb ik niet gevraagd- werken in een lagere school in een kleine stad in de provincie Henan. Nog een bekeerder! Na dit jaar houdt hij het voor bekeken en keert terug naar Amerika, om met zijn kennis van China naar hij hoopt carrière te maken bij één of andere informatiedienst van de Amerikaanse regering.
De leraren van het managementsinstituut die op de campus leven beklagen zich over de beperkingen op hun vrijheid. In naam van hun veiligheid worden ze verzocht elke avond om halfelf binnen te zijn; bezoekers moeten zich in een register inschrijven…. China moet wel het veiligste land ter wereld zijn … en het land met het grootste aantal bewakers; alles wordt hier bewaakt: fietsenstallingen, autoparkings, gebouwen, wijken, de ingang van ieder etablissement dat zich respecteert; het gebouw waar wij wonen is zelfs tweemaal bewaakt: éénmaal aan de ingangspoort van de unief, een tweede maal in het gebouw zelf. Vanmorgen vroeg ik aan de bewaker of hij ook op winterverlof gaat; nee hoor, zelfs al woont er niemand gedurende het verlof, de bewaker blijft altijd op post!

Vanavond telefoon met lieve om af te spreken wat ik moet meenemen op onze China rondreis. Enkele belangrijke dingen zijn hier onvindbaar, ondermeer een jasje in schapenvacht. Ik ben er al twee keer opgelegd voor de kosten van de vermaledijde kisten, gaat nu ook nog uitkomen dat het duurste stuk eruit gestolen werd?
We laten het niet aan ons hart komen, morgen begint de rondreis van ongeveer een maand, grotendeels improvisatie. Eerste etappe, Lieve afhalen in Beijing.


Zondag 14/1/07 Lieve heeft het ontbrekende materiaal gevonden in België. Niks gestolen dus!
En nu rennen naar het station

Zondag 14/1Sporen van Shenyang naar Beijing: Negen uur, want ja, het studentenverlof begint en de meest rechtstreekse trein van slechts zes uur was al een week op voorhand uitverkocht! Als alternatief zijn er ook bussen, iets goedkoper maar minder confortabel, en vliegtuigen, veel duurder.Ook de eerste klas nachttrein Beijing-Chongqing voor volgende week is veertien dagen vooraf uitverkocht, het wordt dus een nachtje couchetten tweede klas.In Beijing logeren we aan de universiteit voor vreemde talen, een eerbiedwaardige campus in de jaren vijftig buiten de stad gebouwd en intussen al deel van het "centrum'...want slechts een kleine twintig kilometer van het centraal station. Ik kreeg er een kamer te pakken via mijn relaties met de 91-jarige veterane Isabel Crook. Isabel is juist naar Londen maar we worden opgevangen door haar al even hartelijke en interessante zoon Michael.Beijing is niet te vergelijken met de provinciestad Shenyang of het pretentieus omhoog gevallen dorp Shanghai. Beijing is de hoofdstad! Beijing heeft een geometrische structuur, intussen ZES ringlanen, lanen van 200 meter breed, chauffeurs die min of meer het verkeersreglement respecteren, statige gebouwen in degelijke Chinese stijl, er heerst orde, gezag en de mentaliteit van een hoofdstad. Beijing bereidt zich voor op de Olympische spelen en om alle grootse werken tijdig af te krijgen worden in 2007 de lonen van de bouwvakkers met 20 procent verhoogd.Maandag 15/1Wachten op Lieve, ik trek mijn wandelschoenen aan om de hele dag door de stad te flaneren. De tocht gaat eerst naar Wanshou Lu, de straat van het tienduizendjarige leven. Bij mijn eerste bezoek in 1984 logeerde ik hier in een klein hotelletje "buiten de stad' en op zondag ging ik wandelen naar een ver afgelegen dorp met een grote vervallen pagode. Ja, de vervallen pagode staat er nog steeds , maar wel met een mooi park errond; in het park zie ik een soort speeltuin, vam dichtbij is het een openlucht gratis fitness centrum waar de gepensioneerden volop aan het oefenen zijn. Waar mijn logement ongeveer moet gestaan hebben is nu een shopping centrum. Wanshou Lu is geen stoffige aardeweg meer, maar een viervaksbaan die momenteel verbreed zordt tot zes vakken. En het dorp? Een deel ligt er nog, ingesloten door de moderne stad! Ik verdwaal in de nauwe steegjes, sommige nog altijd aardewegels; hoelang blijft dit anachronisme nog?Dinsdag !6/1De grote dag van he weerzien met Lieve. Vijf maanden duren lang...De afspraak klopt gelukkig, ik ben op tijd in de luchthaven en zij ook!De eerste avond worden we al verwacht voor een etentje samen met een groep Peace Vigils, vredeswachten. Een heterogeen groepje, buiten onwe gastheer Michael, een Brit van middelbare leeftijd, zijn er enkele gepensioneerde Amerikanen, Australiers en Britten, leraars die al sinds de jaren vijftig of zestig hier wonen, en enkele linksgezinde jonge Duitsers en Oostenrijkers die meewerken aan de Chinese staatsmedia in het Duits. Ook Joan Hinton die ik vijftien jaar geleden op de Vereniging Belgie-China in Brussel uitnodigde is er; ze is intussen 90 jaar en heeft de grootste moeite wich te herinneren hoe we mekaar kennen. Joan was een Amerikaanse kernfysica die zich in de jaren veertig in China vestigde; ze kwam uiteindelijk terecht in een onderzoekscentrum voor melkvee en leeft dus op een koeienboerderij nabij Beijing; ze duikt vanavond in een soort cowboy outfit op!Het gesprek vanavond draait rond de situatie in Darfur en Somalie en belandt onvermijdelijk bij een discussie over de positieve rol van China in de ontwikkeling van Afrika.Woensdag 17/1Lieve een eerste onderdompeling in Beijing bezorgd. Ik probeer het romantisch te maken door langs de Pekinese meren te wandelen, het eerste kleine meer is fantastisch, de andere zijn door de toeristische industrie ontdekt; fancy bars, resto's en nachtclubs, de lichtjes 's avonds zijn wel mooi, maar romantiek is anders. We rijden naar huis met de bus, van mijn talrijke omzwervingen doorheen Beijing twintig jaar geleden heb ik gelukkig nog wat parate kennis over het openbaar vervoer overgehouden...Donderdag 18/1Vandaag bezoek aan de Tempel van het tienduizendjarig leven. De tempel ligt op een boogscheut van het Shangri La hotel, waar ik destijds voor Glaverbel tientallen keren logeerde. Toch kwam een bezoek er nooit van; ik wandelde trouwens ook nooit langs de prachtige kanalen die hier lopen; het leven van een zakenman op missie is echt artificieel, vergaderen, briefings met de collega's, diners in sjieke hotels of restaurant, maar geen tijd om enkele stappen buiten te zetten en de tempel met een heel mooie verzameling keramiek en porselein te bezoeken!Vrijdag 19/1Lunch met Michael die ons vertelt over zijn engagement in de cooperatieve beweging, vooral bij de boeren;hij zoekt naar andere buitenlanders die er ook willen aan meewerken en gooit meer dam een vis uit...Via zijn beweging kunnen we ook een studiegroep organiseren van Belgen die het Chinese platteland van binnen uit willen leren kennen.Vertrek vanuit het west station. Zoals gewoonlijk slaat een lichte paniek toe wanneer ik de mensenzee rond en in dit verkeersknooppunt zie zwalpen. Maar vandaag is Lieve erbij en dus mag ik niet falen... We murwen ons door honderdduizend Chinezen en belanden feilloos op de juiste plaats in de juiste trein...Zondag 21/1Chongqing, drieduizend kilometer landinwaarts op de Yangtze, is de poort naar het zuidwesten. Het zuidwesten heeft zoals het noordoosten, een eigen sfeer en mentaliteit. Alles is hier groener, warmer, vochtiger, er zijn palmbomen en bananen. De mensen leven dichter op mekaar, hier kan je op straat nog dragers huren met Chinese jukken waaraan je aan elke kant een zware last hangt. De boeren hebben hier nog strohoeden en dragen materiaal en kinderen rond in manden. Naar ons gevoel veel meer het 'echte' China dan het noordoosten waar een Europeaan zich gemakkelijk thuis voelt. En van mijn armzalig 'algemeen beschaafd chinees' begrijpt geen kat iets.Chongqing is een belangrijke stad omdat ze tweemaal aanwezig was op een historisch rendez-vous. Tijdens de oorlog zocht de regering een voorlopige hoofdstad die afgelegen genoeg was opdat de Japanners ze niet zouden kunnen bedreigen en tegelijk niet te onbereikbaar opdat de Amerikaanse militaire hulp er nog zou geraken; Chongqing aan het einde van de Burmah road bleek de oplossing. In de jaren 60 was Mao bang dat de Amerikanen of de Russen China zouden aanvallen en de Partij besloot een nieuwe industriele basis diep in het binnenland op te richten, en opnieuw keek men naar Chongqing. Chongqing is vandaag de grootste stad van China, op papier tenminste, want 80 procent van de 'stad' bestaat uit platteland. Het levensniveau ligt er een beetje boven het nationale gemiddelde, met grote verschillen tussen stedelijke en plattelandsgebieden; op het platteland bedraagt het gemiddelde inkomen ongeveer een dollar per dag. De stad zelf verbluft door glimmende megatorens; tegelijk staan vlakbij het centrum nog oude krotgebouwen verstopt achter de moderne reuzen.We bezoeken het blufferige high-tech museum van de geplande stadsontwikkeling aan de haven : tegen 2020 moet het hele grondgebied van Chongqing stad zowel als platteland, grondig gemoderniseerd en ingericht zijn met alle moderne faciliteiten.Maandag 22/1Vandaag bezoek aan een complex met uit de rotsen gehouwen boedhistische beelden nabij Dazu.Dazu op een goede honderd kilometer buiten Chongqing is een uit de kluiten gewassen provinciestad met zelfs een beetje hoogbouw. Om van het ene naar het andere busstation te geraken hebben we zelfs een taxi nodig, de stad is te groot om het te voet te doen. Nochtans, volgens de Chinese classificatie komt Dazu niet verder dan een 'county' , een plattelandsarrondissement. Het moet gezegd, de weg naar de rotssculpturen voert ons echt langs dorpen. Al eens iemand een volwassen varken zien transporteren op zijn fiets?In het oude dorp Bao Ding Shan, waar de bekendste boedha's staan vinden we nog de houten huizen langs de hoofdstraat; die is zo te zien recentelijk geplaveid met onregelmatige granietblokken en ligt onder een laag modder want vandaag motregent het; veel rommelwinkels of moet ik zeggen mini-supermarkten? in de winkeltjes wordt gegeten, gekaart of mahjong gespeeld, gekletst en geroddeld over die twee rare buitenlanders en zo te zien ook geslapen. Op straat lopen ganzen, eenden, kippen, een kreupele hond. Peuters in kleurrijke 'chinese' kleren stoppen zich voor ons weg; overduidelijke armoede, en toch... we zien een winkel met flat screen tv's en wasmachines, en verschillende GSM winkels...Aan de grotten zelf staan veel meer verkopers van souvenirs dan dat er bezoekers zijn...ze bieden zichzelf af en maken ons het leven behoorlijk zuur.Blijkbaar kwamen we in het stille seizoen.Morgen dinsdag schepen we in voor een driedaagse afvaart van de Yangtse met een bezoek aan de bekende Drie Kloven en de bijbehorende grootste stuwdam ter wereld.



2 februari 2007
Vandaag 2 februari zitten we de kou te verbijten in Dali, een historische hoofdstad van de minderhedenprovincie Yunnan. Er vloeide intussen al veel water door de Yangtze. Vorige keer verliet ik jullie toen we met een voet op de boot stonden voor een driedaagse cruise op de , met doortocht van de beroemde Drie Kloven. Die doortocht is niet meer wat ze geweest is, door de nieuwe stuwdam is het waterpeil 157 meter gestegen en er moet nog 20 meter bij volgend jaar. We zijn maar enkele uren weg van Chongqing of de machtige Yangtze verandert in een meer, vijfhonderd kilometer lang, 1 a 2 kilometer breed! 1,3 miljoen mensen moesten verhuizen; voor de overgrote meerderheid wil dat zeggen hogerop op de berg gaan wonen, pakweg eeen kilometer van hun oude woning, in spiksplinternieuwe appartementen; niet echt het beeld van de ontheemde sukkelaars uit onze media. De totaal nieuwe moderne steden langs het water zijn het belangrijkst beeld dat ons bijblijft, natuurlijk samen met de nog altijd impressionante kloven. Volgens sommige westerse bronnen is het Yangtze meer de 'grootste septische put ter wereld' omdat alle vervuiling die in de rivier trechtkomt in het meer zou stagneren; nu, ik heb niets geroken hoor en buiten de paar plastiekflessen die dichtbij de dam ronddrijven ziet het water er proper uit. Onze boot stopte voor de dam, want het sluizencomplex - vijf opeenvolgende dubbele megasluizen voor schepen van 10.000 ton, om de 175 meter niveauverschil te overbruggen-, werkt nog maar half; er is verder een echte scheepslift, tweemaal zo hoog en tweemaal zo groot als Wallonie's trots in Strepy-Bracquesnies, maar ook die is nog niet af. We bezoeken de stuwdam, meer dan 2,3 km lang; de Chinezen zulen er in totaal 17 jaar aan gewerkt hebben en de electrische centrale zal meer energie produceren dan vier maal het hele kernpark van Doel. Het gezicht op de dam valt eigenlijk tegen, het gevaarte is zo gigantisch in alle afmetingen, dat je niet goed meer de grootte kan inschatten; je zou zweren dat de dam maar 500 meter lang is!Dezelfde avond bussen we nog 4 uur over nieuwe snelwegen naar Wuhan, een megastad op de Yangtze die Leopold II al goed kende want hij probeerde er tevergeefs een Belgische concessie van de grond te krijgen. Voor ons is hier niets te beleven en we reizen de volgende dag al verder met het vliegtuig naar Guilin; de trein is namelijk voor de volgende vier dagen al volledig uitverkocht, het Chinese nieuwjaar, de grootste volksverhuizing ter wereld wanneer alle Chinezen terug naar hun thuisstreek reizen, komt stilaan dichterbij. Op weg naar het vliegveld bots ik op een sympathieke taxichauffeur die me flink helpt om een normale conversatie in het Chiees op te zetten; we merken enorm veel nieuwbouw appartementen op die leegstaan, een fenomeen dat je nu bijna overal in China ziet: te grote, te luxueuze appartementen die door speculanten gebouwd worden, terwijl de gewone mensen kleinere betaalbare woningen zoeken; de regering heeft onlangs maatregelen genomen om het fenomeen af te remmen. Onze taxichauffeur heeft het ook nog over de moeilijkheid om werk te vinden na 35, de jeugdwerkloosheid, de enorme inkomensverschillen, de problemen van de lage pensioenen - in Wuhan moeten sommigen het met 20 euro per maand rooien; hij vindt dat ondanks de enorme economische vooruitgang het vroeger beter was; met dat standpunt staat hij wel alleen tot nu toe, alle anderen die we op reis probeerden te interpelleren vonden dat het veel verbeterd is in China.Guilin is een toeristische topper eerste kategorie, het is ook een 'stadje' van 600.000 inwoners., We zijn hier in de provincie Guangxi, in het zuiden van China en een van de armere streken; het is ook geen echte 'provincie' maar een 'regio van minderheden met zelfstandig bestuur' ; China heft in totaal 56 ethnische minderheden. In Guangxi is de belangrijkste minderheid de Zhuang, maar er zijn ook veel Yao en Miao en nog wat anderen. Chinese toeristen zijn dol op minderheden, overal vind je themaparken waarin de 'kultuur' van de minderheden voorgesteld wordt; ik zou eerder zeggen de 'folklore'. Wat blijft er over van de kultuur der minderheden? In de steden niet veel zo te zien; op het platteland is de architectuur goed bewaard, de Yao en Zhuang dorpen die we bezochten hebben typische houten huizen; de lokale culinaire specialiteiten mogen er ook zijn; veel van de typische kledij lijkt alleen nog te bestaan voor toeristische evenementen, op straat loop je weinig kans een folkloristisch geklede minderheid tegen te komen! De Chinese overheid doet wel veel inspanningen om onderwijs op te zetten in de taal van de minderheden, en er zijn vormen van positieve discriminatie in ondermeer toegang tot het hoger onderwijs; het gevolg is natuurlijk dat niemand van een minderheden zich tot Han-Chinees wil laten assimileren, het is voor hen voordeliger als minderheid geregistreerd te zijn. Een paar jaar geleden hebben enkele kleine joodse gemeenschappen het zelfs klaargespeeld het statuut van minderheid met de daaraan verbonden voordelen te krijgen!Door de dam is alles op de Yangtze veranderd en klopt de gids niet meer; Guilin stond niet op ons programma, ook daarop ben ik niet voorbereid en we belanden noodgedwongen in het toeroperator circuit; het circuit voor de rijkere Chinese toeristen dan wel, want buitenlandse toeristen zijn in dit seizoen met geen vergrootglas te vinden. Naar ons gevoelen gaan de Chinezen echt slordig om met hun toeristisch erfgoed; een prachtig vergezicht wordt ontsierd door massa's winkeltjes , bezoeken aan minderheidsdorpen worden banale shows zonder inhoud, mooie karstpieken rond Guilin worden aan het zicht onttrokken door nieuwe torengebouwen in de vlakte...maar de Chinese toeristen lijken het allemaal fantastisch te vinden... zijn wij te kritisch?Na Guilin trekken we naar Yunnan, de provincie die grenst aan Vietnam (Yunnan is de Chinese naam voor Vietnam). In de hoofdstad Kunming blazen we een dagje uit en regelen onze practische zaken. We trekken per fiets naar het Kunming meer waar ons een heel mooi uitzicht moet wachten vanop een heuvel. Maar ons goed geluk is opgesoupeerd... het begint hier te gieten, we geraken niet bij het meer maar moeten schuilen in een portiekje langs de weg; een hond begint te blaffen, de bewoonster komt kijken en nodigt ons prompt uit; we krijgen tee, peren en rijstpannekoeken en mogen zelfs blijven voor het avondeten indien we willen. Achter het portiekje schuilt een beluik met een twintigtal huizen; vroeger was dit een boerendorp, maar met de economische ontwikkeling zijn het hier nu allemaal fabrieken, en de boeren van het geucht wonen hier allemal samen in huizen die ze nog zelf gebouwd hebben; envoudig maar stevig en ruim; onze gastvrouw is een 52-jarige gepensioneerde boerin, haar echtgenoot die in een fabriek van auto-onderdelen werkte is intussen ook al gepensioneerd. Ze vinden het leven nu veel beter dan vrooeger toen ze met moeite aan het levensnoodzakelijke geraakten; we zitten in haar living rond een electrisch vuurtje, met de deur wijd open; zo gaat het er hier overal aan toe: deur open en dan maar zo dicht mogelij bij het vuurtje kruipen.We zij er nog niet helemaal uit of we het 'Stenen Woud' gaan bezoeken; het is tamelijk ver en Lieve was er 19 jaar geleden niet erg van onder de indruk; onze gastvrouw kent de plaats en probeert ons te overtuigen om te gaan, want ' het is er nu zoveel mooier dan 18 jaar geleden'; mijn Chinees is ontoereikend om te verstaan wat precies ze zoveel beter vindt, maar twee Franse studenten in Beijing die we later ontmoeten vertellen ons precies het omgekeerde: overdreven commercialisering is het typische natuurfenomeen aan het verprutsen.Chinezen hadden ons bezworen de nachttrein te nemen van Kunming naar onze volgende bestemming Dali , want de bus is ' onveilig' en tot overmaat van ramp begint het te sneeuwen, een uitzonderlijk gebeuren in de 'lentestad' Kunming. Nu die nachttrein is al volgeboekt voor de volgende tien dagen, alleen de bus overdag kan nog. Gelukkig voor ons, want de 'gevaarlijke' bergrit van 400 km naar Dali verloopt intussen over een nieuwe autostrade en ondanks de zware sneeuwval duurt de wondermooie rit nog geen vijf uur in plaats van vroeger 10 uur. Lichtjes ongerust door de toenemende problemen om aan biljetten voor de trein te geraken bsluiten we maar om ons verder traject vanuit Kunming ineens te regelen. We gaan na Dali dus nog naar Lijiang, reizen van daar per vliegtuig naar Beijing op 14 februari en van Beijing naar Shenyang op 15 februari. Voor de twee trajecten mogen we de volle pot betalen want de vliegtuigen lopen twee weken voor het Lentefeest of Chinees Nieuwjaar al vol!Vanaf Dali zijn we weer op 'vertrouwd' domein, met betrouwbare copieen van de 'Lonely planet' op zak, dat denk ik toch.Dali ligt op ongeveer 2000 meter hoogte en is de hoofdstad van de Bai minderheid ; de oude stad ligt een tiental kilometer van het nieuwe Dali, een provinciestad met enkele wolkenkrabbers en een vliegveld. Oud Dali is in Bai architectuur gebouwd; de Bai bouwen gesloten eenheden met vier tot twaalf huizen rond een tuin, met slechts twee ingangspoorten; een deel van de oude stad bestaat nog, een deel is nieuw gebouwd in oude stijl. We gaan hier een drie of vier dagen blijven.De stad zelf bulkt van de toeristische infrastructuur, alles is hier hotel, herberg, resto, bar of winkeltje en er zijn massa's etablissementen met engelstalige opschriften en menus ; we prijzen onszelf gelukkig dat we in het laagseizoen kwamen , permitteren ons een 'viersterrenhotel' en bieden af op de prijs tot 20 euro per dag. Waarom we zo ineens sterren willen? Wel, dat is het enige hotel met een airconditioning op de kamers waar je ook een klein beetje warmte kan uitkrijgen; in de andere etablissementen kan je je samen met de uitbater gaan verwarmen rond een klein houtskoolvuurtje dat in de lobby staat!Toen we gisteravond aankwamen viel er natte sneeuw en onze eerste dag van verblijf is van hetzelfde. Niet goed voor fietstochten, beklimmingen van heuvels of romantische boottochten op het nabije Yu Er of Jaden Oor meer. We wandelen wat in de stad, bezoeken een dorpje vlakbij en de bekende ' Drie pagodes'. Met dat dorpje vlakbij is iets aan de hand: de meeste oude huizen in Bai stijlstaan er nogal verwaarloosd bij, maar er worden in sneltempo nieuwe grote en prachtig versierde Bai-complexen gebouwd; hier is sinds een paar jaren veel geld verdiend - resultaat van het toerisme?De drie pagodes zijn indrukwekkend, 70 en 40 meter hoog, een uitzonderlijk trio. Erachter op de berghelling staat een tempel uit de 9de eeuw ; hij werd volgens mijn gids in de 19e eeuw zwaar bschadigd, en in 1999 hersteld. Maar we geraken er niet bij! Een kilometerlange muur sluit alles af, we komen uitindelijk aan de ingang: 12,5 euro entree per persoon! Afzetterij maar we laten ons toch verleiden: als ze zoveel vragen moet het toch echt niet te missen zijn!? De 'Lonely planet' zegt er eigenaardig genoeg niets van...Rond de pagodes ligt een groot park tot aan de herstelde tempel . Maar dan komt het! In de 9de eeuw stond hier een reusachtig klooster-tempelcomplex met tientallen gebouwen en wel tienduizend boeddha-beelden; allles werd in de 19e eeuw vakkundig vernield. Wat doet een dynamische lokale toeristische dienst in zo'n geval? Je bouwt in 2005 gewoon een nieuw complex dat er mits veel fantasie uitziet zoals het vroeger was, importeert wat Tibetaanse moniken - Tibet is maar een paar honderd kilometer verder- ....en laat de toeristen er heel zwaar vooor betalen. Uiteraard zorg je ervoor dat de argeloze toerist aan de ingang niets te zien krijgt dat hem op het idee kan brengen dat dit allemaal nep is....We hebben ons nog zelden zo bekocht gevoeld, maar ook hier worden bussen Chinese toeristen afgeladen, die enthousiast achter de gids - uiteraard in folkloristische Bai-kledij, aanlopen.Hopelijk morgen beter weer zodat we wat van het landschap kunnen genieten...

3 februari 2007
Gisteren heb ik me vergist Ja, ik had de overblijfselen van de Bai-cultuur rond Dali onderschat.Vandaag werd het weer gaandeweg zonniger en warmer en we trekken erop uit voor een verkenning rond Dali en het bijbehorende meer.Onze tocht gaat naar Caicun, een dorpje aan het meer waar we hopen een soort overzet te vinden. Een taxichauffeur biedt aan ons daar te brengen voor 0.2 euro, de helft van het openbaar vervoer! Het kan niet kloppen? In Caicun vragen ze ons 12 euro per persoon voor een toeristenboot en verklaren ze dat er geen overzetten zijn; de chauffeur beaamt dat, maar we laten ons niet vangen an deze afzetterij en rijden naar Xizhou, het volgende stadje 18 km verder; deze keer kost de rit wel 4 euro, een normale taxiprijs. In Xizhou biedt de chauffeur ons aan ingangskaartjes voor de mooie Bai-gebouwen te kopen aan 3 euro de man ipv de officiele prijs vn 5 euro; we wimpelem hem opnieuw af, gaan zelf op verkenning en betalen 0.5 eur voor het bezoek aan de geklasseerde woonhuizen van een vroegere plaatselijke handelaar. Dat was het dus, de chauffeur probeerde ons te vangen met een goedkope rit en ons erop te leggen met de entreekaartjes; allicht had hij ook een vette commissie opgestreken indien we in Caicun de hyperdure toeristenboot genomen hadden! Ook dat is China vandaag...Het bezoek aan Xizhou is een onverhoopt succes; Xizhou is een goedbewaard hoofdstadje van een Bai kanton en vandaag is er marktdag; de Baivrouwen, zowel kopers als verkopers, lopen hier allemaal nog in de typische kledij rond, veel blauw en hoofddoeken; erg typisch maar de dagelijkse tooi is wel erg verschillend van de zondagsetoeristenpakjes die we elders te zien kregen; het doet wel wat, Bai vrouwen in typische kledij te zien werken als bouwvakkers!In Xizhou is alles Bai architectuur, nog veel echt oud, ttz in bepleisterde leem en met houten schrijnwerk en heel mooie dak en portiekstructuren, de nieuwere gebouwen in gepleisterde baksteen en met versierde metalen deuren.We bezoeken dus de vroegere woning van de familie Yan, een plaatselijke rijke koopman voor de revolutie; het complex telt vijf binnenkoeren met twee verdiepingen woongebouwen rond, alles Bai behalve de vijfde koer; daar veroorloofde mijnheer Yan zich een tuin met een villa in westerse neoklassieke stijl, de luchters hangen nog in sommige kamers.We worden uitgenodigd om te eten door een team antropologen van de universiteit van Yunnan die hier veldwerk komen doen met de Bai minderheid. We profiteren van de kans om onze kritiek te spuien op de verloedering van de drie pagodensite in Dali, ze bedanken ons en zeggen de plaatselijke autoriteiten ons standpunt te zullen meedelen.Na de lunch worden we op sleeptouw genomen door een gepensioneerde psycholoog - indien ik het goed begrepen heb- uit Henan die hier ook op verlof is; hij spreekt geen woord Engels maar begrijpt wat ons interesseert. We trekken de velden rond Xizhou in voor een lange wandeling langs een reeks dorpen - de Chinese dorpen liggen gelukkig niet ver uiteen. Overal zie je hier de toenemende welstand; in de dorpen staan veel slecht onderhouden maar prachtige Bai-woningen, maar het aantal spiksplinternieuwe en grote Bai-villa's is indrukwekkend; het toerisme legt de streek geen windeieren; toch is volgens onze compagnon het gemiddelde geldinkomen hier maar 200 euro per jaar, zonder de opbrengst van de boeren in natura te rekenen; hijzelf heeft een stadspensioen van 100 euro per maand, juist genoeg voor hem als weduwnaar alleen om normaal van te leven. Wat erg opvalt in die dorpen is het bijgeloof van de Bai: in elk dorp zijn er een of meerdere tempels, met naieve maar gruwelijke beelden; en gebeden/geofferd dat er wordt! Overal zijn vrouwen kippen aan het slachten/pluimen , er wordt in alle hoeken gekookt, gebogen en geknield, papieren geld en wierookstokken verbrand en voetzoekers afgestoken; zo'n lokale tempels zijn een heel levendige en niet te nette bedoening. De allerlaatste staat aan de oever van het meer, dat we nu voor het eerst in al zijn pracht tussen de bergen zien liggen; deze tempel is 300 jaar oud; er hangen als een soort kruisweg een reeks heel sadistische bas-reliefs , vermoedelijk met afbeeldingen van wat ongelovige slechterikken in de hel te wachten staat. Lieve is geshokeerd dat het vooral vrouwen zijn die gemarteld worden, terwijl de goede boeddha's steeds mannen zijn. We hebben intussen urenlang gewandeld en laten ons voor 0.4 euro met de paardenkar terug naar Xizhou voeren. Ons plan is hier te blijven overnachten, maar dat is minder simpel dan gedacht: een eerste hotel is alleen voor regeringsfunctionarissen, een tweede blijkt ook na lange omzwervingen onvindbaar; ten einde raad laten we ons door een driewieler-brommer naar een hotel voeren; pech , het zit al vol met Chinese toeristen, maar we ontmoeten er opnieuw onze antropologen die prompt mee op zoek gaan; er is hier ook nog een drukkerij die logies geeft voor 2 euro per nacht, ook die zit helaas vol; de laatste kans is een hotel aan drie euro per nacht, dat kan maar het ligt langs de grote baan buiten het dorp en de camions rijden er toeterend voorbij; dan maar liever terug naar Dali? Aan de busstop een nieuw geniaal idee: waarom niet verder rijden naar het volgende grotere dorp op tien kilometer; daar is ook logement te krijgen! Voor een euro charteren we een driewieler, die ons naar een hotel van 6 euro per nacht zal brengen; het etablissement blijkt volkomen leeg! De prijs is intussen gestegen tot 8 euro, maar we protesteren een beetje en krijgen uiteindelijk voor 10 euro een echte 'suite'. Ons hotel is in Zhoucheng, in de volledig nieuw in Bai-stijl opgetrokken hoofdstraat; 200 meter verder ligt wel nog het oude dorp met de lemen huizen met de mesthoop voor de deur, de kippen, varkens en honden op straat; de toeristische attractie van Zhoucheng is blijkbaar een soort minderhedenpark; er is een reusachtige parking en een plein vol met restaurants en verkoopsstalletjes, maar we zijn intussen al na zeven uur en er is geen kat meer en geen enkele restaurant open; om te eten komen we terecht in een 'baanrestaurant' langs de hoofdstraat; zoals we de laatste dagen gewoon zijn is er geen menu, je moet zelf dingen vragen of anders in de keuken gaan aanwijzen; we eten er een schotel lekkere paddestoelen en een van de vele onbekende groene bladgroenten die ze hier hebben, samen met twee kommen rijstnoedels 'a la bolognaise'. Een plaatselijk gezelschap nodigt ons uit om enkele glazen Chinese alkohol te drinken ' op de vriendschap' ; het blijkt een bemiddelde boer te zijn samen met nog twee overheidsfunctionarissen. En geloof het of niet: in dit kleine dorp is een internetcafe... lieve mailt, ik blog...

16 Februari 2005

Aangekomen in Shenyang op een ghost city campus; morgenavond is Chinees nieuwjaar, iedereen is naar huis, heel veel handelszaken buiten de campus zijn ook dicht.
Ik verliet de lezers zo’n twee weken terug in een klein dorpje aan het Erhai meer nabij Dali; dat jullie sindsdien niets meer hoorden kwam niet doordat de vele kleine dorpen die we nadien bezochten geen internet hadden; het lag aan ons druk reisschema en de technologische problemen om op onze blog te geraken!
Tja, we zijn intussen wel rijkelijk bediend met nog meer minderheden en boerendorpen!
Onze tocht rond het meer duurde nog twee dagen, met alle mogelijke plaatselijke vervoersmiddelen en lokale logementen; ik verwijs naar Lieve’s kleurrijke beschrijving. Uiteindelijk legden we het laatste stuk af met een bootje waarmee de plaatselijke boeren van de wekelijkse markt in Wase terug naar huis keerden. We moesten een veelvoud betalen van hen, eigenlijk wel normaal.
Van Dali ging de tocht verder naar het noorden, naar Lijiang, van vooral Bai naar vooral Naxi minderheid; na de aardbeving van 1996 is het oude Lijiang in zuivere Naxi stijl heropgebouwd en geklasseerd als Unersco werelderfgoed; een combinatie van Brugge en Venetië, met een - hoe kan het anders- afschuwelijk commercieel centrum:souvenirwinkels, eethuizen, herbergen; typisch voor Lijiang is de kleinschalige hotellerie: de Naxi huizen rond binnenkoertjes zijn stuk voor stuk in kleine hotels omgebouwd. De Naxi zijn een minderheid met een eigen geschrift, een soort hierogliefen die je hier veral ziet staan.
Ons interesseerde hier vooral de natuur, we trekken erop uit voor een vierdaagse trektocht langs de Tijgersprongkloof op de Jinsha rivier, eigenlijk de bovenloop van Yangtze; hier ergens in de buurt is Mao met zijn rebellenller tijdens de Lange mars van de jaren dertig de stroom overgestoken, maar we geraken niet tot aan het monument. De trektocht brengt ons langs enkele bergdorpjes die nog niet per auto te bereiken zijn, maar GSM en internet is er. De vierde dag besluiten we ons plan te veranderen, niet naar Lijiang terug te keren, maar de krijtterrassen van Baishuitai (de Chçinese versie van het beroemde Turkse Pamukkale) te gaan bezoeken en van daar door te reizen tot Zhongdian, de hoofdstad van het departement Shangrila – oftewel het aards paradijs. Tot voor kort was dit nog een moeilijke en riskante operatie, maar nu ligt de nieuwe baan er en het minibusje dat elke dag één keer de rit doet brengt ons langs duizelingwekkende ravijnn en cols boven 3500 meter naar Zhongdian op 3200 meter hoogte. Hier vriest het nog altijd. De streek hier is vooral door Tibetanen gedomineerd; de oude stad is integraal Tibetaans gebouwd. Erg indrukwekkend vinden we Zhongdian niet, maar de hoogvlakte en omringende bergen zijn echte paradijzen om te trekken en vooral om met zware 4x4 te gaan rondcrossen. En in Zhongdian ben je op nog geen tweehonderd kilometer van zowel Tibet als Sichuan als Myanmar.
We geraken pas na zes dagen terug in Lijiang, juist genoeg voor nog een fietsverkenning van enkele Naxi-dorpen in de buurt van de stad: Baisha is nog redelijk authentiek, Shuhe is ‘ontdekt’ en wordt in snelwegtempo omgebouwd tot een verbeterde miniversie van het oude Lijiang. We bezoeken er het museum en leren over de oude paarden- en thee route, een route waarlangs vanaf de achtste eeuw en tot in de twintigste eeuw vanuit Zuidwest-China paarden en thee verhandeld werden met Tibet en dan verder via Nepal naar India.
We ontdekken ook het nieuwe moderne Lijiang, een ‘stadje’ met 300.000 inwoners en indrukwekkende nieuwe woonwijken in Naxi-stijl in de noordelijke randgemeenten, terwijl in het zuiden van de stad nog veel zichtbaar verval is.
Wat te zeggen over de boeren en de minderheden in de streken van de provincie Yunnan die we bezochten? De vooruitgang is overal erg zichtbaar: nieuwe wegen, straatjes en stegen zijn niet meer in aarde maar beton, heel veel nieuwbouw van huizen of restauratie van oude huizen, GSM nog alomtegenwoordiger dan God, overal electriciteit en veel nog niet lang geleden aangelegde waterleidingen. De eigenheid van de minderheden wordt overal volop als toeristische troef uitgespeeeld., maar ook de pure landbouw doet het precies veel beter dan vroeger.
Ons verlof komt heel snel en abrupt tot een einde: Vanuit Lijiang, vroeger het einddoel van echte ‘expedities’, vlieg je tegenwoordig gewoon naar Beijing. Daar gingen we onze achtergelaten bagage ophalen bij Isabel Crook, een kranige Canadese negentiger die bijna heel haar leven in China doorbracht, en als geen ander de geschiedenis van China, van Mao tot vandaag in positieve zin kan duiden.
We komen ’s avonds uitgehonderd in Shenyang toe, en geloof het of niet, het eerste restaurant waar we op botsen is een Pizzahut; voor het eerst in mijn leven gaan eten in een Pizzahut!
Vanaf morgen lieve installeren en wegwijs maken, en neiuwe lessen voorbereiden. Leve de vakantie!
Benieuwd wat we van het Chinese nieuwjaar zullen zien/meemaken!

5 Comments:

Anonymous Anoniem said...

[URL=http://pharmacypills.atspace.co.uk/mestinon/mestinon-60-mg-pret.html]mestinon 60 mg pret[/URL]

6:58 p.m.  
Anonymous Anoniem said...

[url=http://www.49ersonlineofficialstore.com/alex_smith_jersey_super_bowl]Alex Smith Jersey[/url] emurbursofs
[url=http://www.49ersonlineofficialstore.com/]Nike 49ers Super Bowl Jersey[/url] TynckeyncBype
[url=http://www.footballfalconsproshop.com/]Nike Falcons Super Bowl Jersey[/url] Proonseorek

2:34 p.m.  
Anonymous Anoniem said...

[url=http://www.microgiving.com/profile/ribavirin]ribavirin online
[/url] rebetol online
order virazole online
buy virazole

3:35 p.m.  
Anonymous Anoniem said...

[url=http://casodex-bicalutamide.webs.com/]Bicalinn
[/url] Lanbica
Ormandyl
Bicatin

7:22 p.m.  
Anonymous Anoniem said...

[url=http://buy-methylprednisolone.webspawner.com/]para que es la medicina methylprednisolone
[/url] medrol vs dexamethasone
que contiene medrol
is methylprednisolone used to treat pneumonia

10:02 p.m.  

Een reactie posten

<< Home