25 juni 2007

ZATERDAG 23 JUNI ‘07


Of ik nu royaliste geworden ben? Ik heb me in de eerste plaats natuurlijk dik geamuseerd! Maar ik moet zeggen: het is wel interessant te leven in een land dat helemaal op het Oosten gericht is. Ja, natuurlijk vinden ze hier Amerika wel belangrijk, dat wel, maar wie weet iets af van Europa? Dat speelt niet mee. België? Ligt wellicht ergens in Rusland. O, naast Frankrijk? Dàt zegt al wat meer. België is zo klein en trouwens we zijn al jaren aan het investeren in Europa. Daarenboven worden ‘etnische verschillen’ zo misbruikt. En, helpen moeten we toch, is het Wallonie niet zijn, dan zal het Portugal of Polen zijn… Ja, wat mij betreft zijn er al grenzen genoeg en als het koningshuis helpt voorkomen dat er nog een grens bijkomt… tja, zo dan maar…
Als je in het buitenland bent krijgt àlles andere proporties: een telefoontje, een brief, als je op de televisie wat hoort over Europa of België, en ja, als je veel vlaggen ziet hangen kijk je of de jouwe erbij hangt, grappig is dat. We gaan er misschien zelfs één schenken aan de universiteit: er hangen er hier veel aan de ingang, de onze niet… en vanaf nu moet men toch weten dat we niet in Rusland liggen, …
Toen we naar Filip reden zagen we nog iets wat me uitermate choqueerde: een vrouw ontweek een man die de straat te voet overstak en viel door het manoeuvre: ze viel lelijk op haar gezicht, bloedde. Noch de man, noch de vele omstanders hielpen! Ik had al spijt dat ik niet uit de taxi sprong maar goed, bij het achteruitkijken zag ik toch enige beweging komen. We vroegen uitleg aan de vriend van Frank: die vertelde dat dit tien jaar geleden nog erger was: enkele jaren na de opendeurpolitiek waren mensen erg op geld gericht. Zo ontstonden mistoestanden als: iémand als schuldige aanwijzen bij een ongeluk om er geld uit te slaan; mensen werden bang om te helpen. Maar dat de nieuwe regering, daarmee bedoelen ze de regering die sinds vier jaar aan de macht is ook daar aan werkt: hulp verlenen maakt immers deel uit van een ‘harmonische’ maatschappij.. Oef. Het lijkt er toch op dat er echt bewust over veel nagedacht wordt, en je ziet inderdaad overal initiatieven. Zo zagen we eens op een dag aan elke bushalte studenten staan die de wachtenden aan het motiveren waren een rij te vormen om op de bus te stappen in plaats van duwen en trekken. Ik kon mijn ogen niet geloven: de mensen gingen in een rij staan. Maar, niet teveel illusie hoor, zo’n dingen zijn een werk van lange adem: nooit geen rijen aan de bus meer gezien, sinds die dag. Maar in het treinstation staan ze met honderden (duizenden?)netjes in de rij te wachten om een biljet te kopen; we hebben het ook uitgetest: we schatten dat het zowat een uur zou duren om besteld te worden; resultaat: precies tien minuten!
En toch is mijn bewondering steeds groter voor dit land: ze zijn echt dapper bezig met van alles, en dit terwijl ze met zo ongelooflijk velen zijn en er inderdaad érg veel te doen is! Je moet het maar doen! Toen we acht jaar geleden door China reisden hadden we er geen idee van hoe China zou evolueren. Met wat we nu horen, en meemaken hebben we er toch vertrouwen in. Geef ze nog eens twintig jaar en er zal weer veel veranderd zijn… Natuurlijk zijn er grote problemen als milieuproblemen maar daar zijn velen voor verantwoordelijk. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat landen die uit de armoede breken in het Westen als een bedreiging aanschouwd worden. Ik denk dat het omgekeerde veel gevaarlijker is.
Verder wordt het nieuws hier natuurlijk gedomineerd door die zaak van slavernij in de steenovens– het land staat op zijn kop- door de overstromingen en door de instorting van een belangrijke brug waar een schip tegengevaren is.. Allemaal erge dingen!

De week was warm. Ja, Shenyang is heerlijk vanaf mei: steeds zon, warm overdag nog koel in de nacht, een briesje, geen insecten, zuiderse sfeer… we genieten nu met volle teugen, al wordt het op het randje, 35°: het werkritme is al even zuiders.
Elke avond fietsen we naar een terrasje of eens naar een tuin van een groot hotel waar dan barbecue en allerlei gegeten wordt met kannen bier van twee liter! Grote vrij sjieke hotels stellen hun tuinen blijkbaar open voor ‘kleine’ middenstanders: het ene tentje na het andere is opgetrokken. Je bedient je waar je wil. Dit leidt wel tot wat hektische toestanden, daar er geen bediening aan tafel is en die tuinen populair zijn: wat dàt betekent in China kun je je al voorstellen! Vrijdag ging Frank alleen op stap met zijn vriend Yang, die uiteindelijk dronken was en zingend in de taxi zat: spijtig dat ik dat miste; tegen dronken mensen kan ik niet maar Yang, die moet nog leuker als anders geweest zijn! Maar een mens kan niet alles hebben: ik zwom totdat mijn vermoeidheid van de dag het zwembad liet overlopen en ik frisser als het water was, en liet me dan wellicht voor de laatste keer nog eens goed masseren. Blijbaar heb ik ze daar inmiddels allemaal een keertje gehad want ik had weer ‘O my God’ En content dat die was. Hij zei dat hij ‘happy’ was me te zien. 22jaar: ‘I boy:you woman, I like woman.’ Om je een kriek te lachen, op mijn leeftijd maar het is een babbelaar en een speelvogel; ik zei dat hij minder zot moest zijn en meer masseren wat hij prompt deed met de woorden: ‘not happy…’ waarop ik kon zeggen: ‘I: happy…’ Maar na het masseren zei hij toch dat hij toch ook happy was. Hij is de enige die totnogtoe hier twee woorden Engels kent.
Verder is onze huisraad aangevuld met een broodmes, een messenslijper en een groot systeem om plastiek tonnen met drinkbaar water op te zetten: je hebt dan steeds betrouwbaar gekoeld en heet water. (het kraantjeswater drinken we alleen gekookt, en er wordt ook teveel aan de waterleidingen gewerkt om er ons veilig bij te voelen). Nu kun je hier koopjes doen: alle collega’s die weggaan ‘verkopen’ hun spullen of geven ze weg. We zijn voor vele redenen blij dat we niet bij hen horen!
En nu Frank het contract ondertekende om nog een jaar gratis te blijven werken, en dat ze tevreden zijn over zijn inzet kreeg ik officieel te horen van de onderdirecteur dat we nu ‘pengyous’ (vrienden) zijn: echte… Ik moet er nog zien achter te komen wat dat betekent in China. Is dat iets op zijn Amerikaans? We vragen het ons af maar in elk geval is het schattig.
Zaterdagmorgen volgden we een deel van een studiewekeend voor leerkrachten Engels. Er kwamen ook buitenlanders praten. De pedagogische tips leken ons nogal evident, klonken de Chinese leerkrachten wel goed in de oren maar ze maakten toch de verzuchting: mooi, tenzij je 60 leerlingen hebt… Maar ik was onder de indruk van de Chinese spreker die ik hoorde: hij hamerde erin dat je moet luisteren naar je leerkracht, het belangrijk is te lezen, luisteren, studeren maar dat het allerbelangrijkste is dat je gedachten in jouzelf gemaakt worden, dat jijzelf nooit mag ophouden met een eigen mening vormen.Jaja, China, weet je wel… Het weekend was een initiatief van het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken; verbijsterend waar die Amerikanen hier allemaal geld insteken; de consul in Shenyang kwam het zaakje situeren: alles is goed om de wereld beter de ‘Amerikaanse waarden’ te leren kennen.
Verder hoorden we ook dat de leeftijd eigenlijk het enige verschil is tussen leerkracht en leerling: dat beiden continu moeten leren. En, dat je duidelijk moet kiezen welk Engels je praat: Amerikaans, Australisch of Brits…Dat is dan wel waar maar maak het onderscheid eens, indien je de taal niet kent. Ik kan het al nauwelijks maken. Wel concludeerde ik dat ik dé beste leerkracht hier, een Britse, niet begrijp!
Zondag tijd voor een luie dag: aan de vijver ontbijten en heel traagjes vanwege de hitte, gaan fietsen: we volgen eens de oever van het riviertje, dat door de stad zigzagt, in de richting van de buiten. Het blijkt een goede keuze te zijn! Er loopt een pad langs, de rivier wordt niet téveel als riool of afvalberg gebruikt, er staan knappe bomen langs, we komen nauwelijks iemand tegen, maar wel ontdekken we een grote vijver waar tientallen mannen (wellicht van een werf in de buurt) in hun blootje aan het baden zijn, kortom: een leuke, ontspannende fietstocht.
Om zes uur hebben we een afscheidsfeestje bij mijn Japanse ateliergenote die nog nauwelijks in het atelier durfde komen sinds ik er ben, Sato. Iedereen is er, ze heeft de allerheerlijkste Japanse hapjes gemaakt én als verassing een verjaardagstaart voor Jim, de enige die hier volgend jaar ook blijft, gekocht. Jim vraagt aan Sato: ‘I’m 39 now, Sato is this old?’ Sato antwoordt: ‘Yes, Yes…’ Jim’s ebbenhouten ogen rollen als bollen en Sato herpakt zich snel op haar manier: ‘yes, yes, no old’.Zij is er zelf 67. Onze Russische collega Natalya uit Irkoetsk zingt melancholische liederen en roemt de ‘Siberische mannen ‘ – Jim is namelijk nog vrijgezel en iedereen wil haar wel koppelen. Het wordt een avond met veel babbelen en gieren want die Jim is toch een nummer, hoor! Zo vertelt ze welk beeld zij en alle anderen hier op de universiteit van mij hadden, voor ik aankwam, voortgaande op Frank en op wat hij vertelde van me. In elk geval: een hardwerkende kunstenares maar wel een héél ander type als ik: oud, lelijker en vooral:ze zijn verwonderd dat ik niet met statistieken en zoveel slimme gegevens als Frank afkom! Ze hebben er nog plezier om, iedereen praatte erover na aankomst! Tja, ze zijn niet de enige die plezier hebben in hoe-tegenpolen-mekaar-toch-vinden. En af en toe mekaar niet vinden. Nu, we maakten natuurlijk al één en ander mee in ons huwelijk maar wat we nu weer samen beleven is toch ook niet evident. Dan ben je misschien toch op minder gebieden tegenpool dan je denkt! Tenslotte waren we en zijn we hier erg afgewezen op elkaar. Zo babbelen en lachen ben ik niet meer gewoon: ik kom blij, maar met spijt van dit afscheid, en doodmoe thuis.
En daar lees ik dan dat onze vriend, Patrick gestorven is. De hele week liep ik rond met dat enorme dubbele, onbeschrijfelijke gevoel: erg gelukkig voor wat we meemaken, elk ogenblik en tegelijk elk ogenblik verdrietig omdat ik wist dat hij aan het sterven was. Erg confronterend. Ik kan alleen maar dankbaar zijn dat hij en zijn vrouw zo’n ongelooflijke mensen zijn die mij stééds blij maakten… vanaf nu zal ik de wolken weer anders bekijken, ik zal vooral hun glinsterende, witte rand zien…
Het worden nog drukke dagen voor we donderdag vertrekken. Maar we hebben onze treinticketten naar Peking al in handen, dat is ook al iets. (grapje, Tibet is natuurlijk ook volledig geregeld: anders kom je er niet in…)