1 september 2007

Een propvolle week
Maandag 27/8
Aan het werk…als leraar Engels
Gisterenmiddag was er eindelijk volk aanwezig op de faculteit. …Maar niet mijn coordinator, die liet me telefonisch het uurrooster weten. Acht uur ‘Engels opstel’ bovenop vier uur Franse conversatie; er is een cursus maar wanneer die te krijgen is? Ik ga goeiedag zeggen bij de dekaan en kaart het probleem aan; een leraar zonder cursus of begeleiding zo maar in een nieuw vak storten? Hij lacht dat hij in mij wel een ontdekkingsreiziger ziet , maar geeft me ook een aantal ideeën voor de aanpak van de klas. En of ik misschien in plaats van talen geen Europese cultuur kan geven? Waarom niet, indien ze me tijdig verwittigen zodat ik kan voorbereiden is geen uitdaging me te gek. En ben ik misschien geen cultuurmens?
In de late namiddag staat mijn telefoon niet stil: twee oproepen van collega’s die hetzelfde vak geven en moeten coordineren; zit de sterke hand van de dekaan erachter? Veel kom ik niet te weten, de cursus zou nieuw zijn en zolang we die niet hebben moeten we de studenten maar bezighouden met onze eigen inspiratie. Mijn noodplan om hen een dagbladartikel te laten samenvatten en bespreken wordt ter plekke aanvaard. In de late namiddag nog een telefoontje van mijn afdelingschef: of ik toch wel weet dat er morgenvroeg om 8 uur les marketing is? Bedankt voor de informatie! Gelukkig heb ik nog ergens een lesvoorbereiding quasi kant en klaar liggen, dat wordt net geen slapeloze nacht.
Dat maakt dus alles samen 14 uur per week, alles in de voormiddag. Elke namiddag vrij, het oogt goed, maar… ik had zoveel mogelijk lessen in de namiddag gevraagd, om ’s morgens zelf Chinees te kunnen volgen.

Vier uren les op maandagmorgen met een gebrekkige voorbereiding; ik maak me er niet meer echt zenuwachtig om, tenslotte heb al een jaar ervaring als leraar, ik ben al een oude rot in het vak! In de marketing les moeten de leerlingen discussieren over ‘marketing in een socialistisch land’, het is nogal hoog gegrepen maar moeizaam komen er toch relevante ideeën uit. De Engelse les is wat bizarrer: om me de beschikking te geven over de modernste technieken, gaat twee van de vier klassen door in het internetlokaal: de leerlingen zitten in een individuele hokjes, elk met met een computer; voor wie het systeem goed kent biedt het ongetwijfeld veel mogelijkheden maar ik verlies met de technicus van dienst al een zee van tijd om een simpel tekstje van mijn flash memory op het scherm van de studenten te krijgen. Vanop mijn plaats zie ik de kruin van de studenten op de eerste rij, niets meer. Probeer zo maar iets interactiefs te doen! Dan maar al pratend tussen de rijen lopen en ‘over de schutting’ kijken. Als ik niet oppas wordt dit een vervelende bedoening: met de micro opdrachten geven en dan de studenten in hun computerhokje laten schrijven, op papier! De dekaan waarschuwde me daar al voor; afwisseling zoeken wordt de leuze. Het grootste werk aan die kursus schijnt het verbeteren van al die teksten te zijn; mijn vroegere collega Jennifer suggereert alles eerst door de leerlingen zelf te laten verbeteren en er dan enkele uit te pikken; het proberen waard!
Klap op de vuurpijl: geen enkele leraar weet wanneer de cursus komt, maar alle studenten hebben hem al! Ik ga de faculteitssecretaris opzoeken, tot mijn verrassing haalt hij een exemplaar uit de hoek; ‘juist toegekomen, ons eerste exemplaar is voor u’. Op het eerste zicht is het een degelijke leidraad met practische oefeningen en voorbeelden; deze week bestuderen en volgende maandag ga ik ermee aan de slag.

Intussen weet ik ook naar welke geheimzinnige conferentie de voltallige staf van de faculteit de vorige dagen was; de dekaan vertelde me zonder omwegen dat ze vier dagen naar de bergen trokken, het was heel prettig. Incentive trips vermomd als symposia zijn courant. Een verantwoordelijke van de faculteit vertelde dat hij deze zomer tweemaal ‘op seminarie’ ging, naar Xian en Nanjing, twee toeristische toppers. Het doet me denken aan mijn tijd bij Glaverbel, toen de Chinezen massaal op onderhandelings- of studiereis naar Europa kwamen. Ooit had ik het geluk dat de ze een machine uit Griekenland wilden kopen; dat leverde een week ‘onderhandelen’ onder de Griekse zon op.

Gisteravond ontmoette ik nog andere nieuwe buren: een Amerikaanse familie met twee tienerkinderen. Ze hebben eigenlijk vier kinderen, maar één zit al aan de unief in Amerika en een andere volgt Chinese les aan de andere kant van China. De man is professor aan de universiteit van Pennsylvania, en komt voor de derde keer in tien jaar een semester les geven aan onze school; meer afwezigheid staat zijn universiteit niet toe. Iedere keer brengt hij vrouw en kinderen mee, ze houden van China. Ik zou wel graag meer over hun motivatie weten, doch de man is van de zwijgzame soort, wat ruimschoots gecompenseerd wordt door zijn vrouw die me een lezing geeft over de evolutie van de verschillende markten en supermarkten in Shenyang sinds tien jaar. Zij kookt ook graag en bracht een oventje mee. Dat ziet er goed uit voor Lieve, na onze Russische collega nu ook al een Amerikaanse met een oven, allebei keukenprinsessen en allebei nodigen ze me uit om er te komen van genieten… nadat Lieve aangekomen is. Voorlopig kan ik nog elke avond alleen mijn bol noedels gaan opeten. Maar de Amerikanen kopen wel mijn oude fiets; nu kan ik een sportmodel kopen, Lieve zal me niet zo gemakkelijk meer uit de wielen rijden.

Zaterdag 1 september

Nog geen tien dagen hier en alweer druk, druk…

Mijnex-collega Jennifer indachtig heb ik de studenten Engels opstel in de klas een tekst doen schrijven, en daarna vier studenten gevraagd om samen met me te verbeteren. Een ideetje dat op zijn minst nog moet bijgeschaafd worden.Ik ben al twee halve dagen kwijt, inclusief werk tot middernacht, en heb nog maar twee van de vier klassen kunnen verbeteren. Het discussieren met de studenten en het nazien van hun vereteringswerk en het geven van punten op een opstel vragen tijd.
Het voordeel is dat je zo de studenten wel beter leert kennen; en ze vonden het zelf prettig. De actiefste leerling tot nu toe, speelde vorig jaar in de toneelwedstrijd in vreemde talen de rol van Assepoester en viel ons toen al op. Lieve ging haar feliciteren en dat weet ze nog. Het kind is nogal stevig gebouwd, ik weet nu waarom; ze was ooit geselecteerd om topathlete kogelstoten te worden, maar koos op aandringen van haar ouders voor de universiteit. Ze is naast klasverantwoordelijke ook kandidaat vrijwilliger voor de Olympische Spelen in Shenyang, en wordt met haar sportachtergrond zo goed als zeker gekozen. Er is ook een groepje vrijwilligers dat naar Beijing mag, maar van die selectie hoorde ze te laat! Zo gaat dat in China, zegt ze. Je hebt voor alles relaties nodig, anders kom je niet eens te weten dat er iets interessant staat te gebeuren.

De leerlingen moesten in de klas een krantenartikel samenvatten en hun eigen opinie geven. Het artikel pleit ervoor studenten niet langer als kinderen te behandelen en hen meer vrijheid te geven , om op kot te wonen of te trouwen bijvoorbeeld. Hoe denk je dat Chinese studenten van 21-22 jaar daarop reageren? Een kleine meerderheid van wat ik al verbeterde vind het maar best dat ze nog niet volwassen moeten zijn!

Met een week vertraging ben ik ook te weten gekomen dat drie van de vier klassen een ECHT examen hebben. Het dagelijks werk is maar een klein deel van hun punten, het is helemaal niet belangrijk alles te verbeteren. De nieuwe suggestie van mijn coordinator is enkele werken gewoon in de klas te verbeteren tot lering van de anderen…In de vierde klas moet ik wel zien zelf genoeg testen te geven, dat zijn er namelijk die wel Engels studeren maar geen leraar willen worden, dus die moeten geen examen afleggen; bizar. Elke dag kom je hier wel weer iets te weten.

Drie van mijn vier klassen gaan nu ook door in het internet lokaal; mooi uitgerust met computers, DVD speler, en andere snufjes, alles netjes met menus in het Chinees en een Chinees sprekende technicus die het de tweede dag al na vijf minuten opgeeft. De studenten vertellen me na de klas dat ze verwachten dat ik die snufjes gebruik, geen ouderwets gepraat of geschrijf op het bord meer (er is trouwens geen bord!); tja, wie gaat me dat aanleren? Gelukkig is er collega Lili die belooft me volgende week te helpen.
Naast het gevecht met de nieuwe kursus was het de week van nieuwelingen ontmoeten, en oude gezichten terugzien.

De nieuwelingen:
Nog een Amerikaanse leraar ontmoet, die niet op de campus woont, en een Japanner die onze buurman wordt. Het ziet er een vlotte kerel uit, ik kijk er naar uit eens met hem te gaan eten. En een jonge Fransman, blijven plakken aan een Chinees meisje en nu op zoek naar werk; heeft nog nooit voor een klas gestaan maar komt in het zwart zes uur per week les geven aan onze faculteit, het officiele quota buitenlandse leraars zit vol. Verder bij een barbecue op een terrasje buiten de unief een groepje leraars ontmoet van de Technische Hogeschool en de Liaoning universiteit die allebei op een boogscheut liggen. Ondermeer een gepensioneerde Canadees- naamkaartje achtergelaten, benieuwd of hij reageert- en ja, een Antwerpenaar! 36 jaar, ex-journalist, ook al met een Chinees liefje, hangt hier al een paar jaar rond als leraar maar wil in de business gaan om meer te verdienen; komt daarom aan onze school Chinees studeren; een wonder dat ik hem vorig jaar niet tegen het lijf liep.
Mijn nieuwe privé-leraar Chinees; de vorige lerares is afgestudeerd als licentiate in de klassieke litteratuur, voor zover hij weet heeft ze nog geen werk; hij studeert dit jaar af; de perspectieven voor licentiaten in de litteratuur zijn zwak.

De oude gezichten:
Mijn Chinese vriend Yang, 32, leraar electronica en ongehuwd. Hij ging deze zomer niet terug naar zijn geboortestad, want te druk bezig met onderzoek naar een electronisch toestel waarmee hij eventueel een eigen zaak wil starten. Dacht ik, tot we samen gaan eten. Na een tijdje komt het eruit. Hij heeft drie maanden geleden, tussen de vele dates eindelijk de ware gevonden; is intussen al op bezoek geweest bij de toekomstige schoonouders die verschillende apotheken hebben in een stadje op 50 kilometer; schoonmama heeft voor hen een appartement gekocht, iets meer dan 100 vierkante meter, niet te ver van het centrum, voor 45.000 euro. Misschien trouwen ze al op één januari, alleen, het huis is nog niet af, om precies te zijn, de oude gebouwen op het terrein zijn juist afgebroken; hij weet ook nog niet op welke verdieping hij zal zitten. Tja, ze laten er hier letterlijk en figuurlijk geen gras over groeien.

ane, mijn coordinatrice van het departement heeft inderdaad haar best gedaan om mij zoals gevraagd alleen ’s morgens les te laten geven! Het vergt wat moed om haar te zeggen dat het juist omgekeerd moest. Als troost biedt ze me een peer aan.
Ik had me voorgenomen de Franse conversatie dit jaar wat moeilijker te maken; bij het weerzien blijkt hun nivaeu lager dan ik me herinnerde; mijn verhaal over onze reis in Tibet is te hoog gegrepen.
Links en rechts op de campus ontmoet ik ook nog andere leerlingen van vorig jaar ; ze gaan dit jaar afstuderen als kandidaat en beginnen aan werk te denken; hooguit één uit tien wil meedoen aan het ingangsexamen voor de licenties; de plaatsen aan de befaamde universiteit in Beijing en dergelijke zijn geteld, en een licentie volgen aan onze lager gekwoteerde school is de tijd (drie jaar) en het schoolgeld (3.500 euro voor drie jaar, vooraf te betalen), niet waard.

Onze huisbewaarder Chang, mijn gelegenheidstrainer Xin Yi Liu He Quan, is intussen 63, een stuk voorbij de wettelijke pensoenleeftijd; ik moet hem toch eens in mijn beste Chinees vragen waarom hij nog verder werkt. Het duurt een week voor ik de moed heb om de training te hernemen. 6.30H tot 7.30H is vroeg, en om 7.55H moet ik in de klas zijn; niet veel tijd voor douchen, omkleden , eten en hollen, liefst zonder mijn papieren te vergeten.

Mijn Amerikaanse buurman Dan, 36 jaar en fanatiek beoefenaar van Chinese krijgskunsten geeft om geld te verdienen dit semester twee volledige uurroosters les in drie scholen. Dan aanvaardt voor het eerst in een half jaar om samen te gaaan eten; waarom wordt me snel duidelijk; hij stond op het punt te trouwen en een huis te komen, was begonnen met de formaliteiten en heeft het vorige week afgemaakt; of hij ooit nog terug naar Amerika trekt weet hij niet. We praten over Tibet, hij heeft in Amerika veel over Tibet gelezen, heeft een vriendin die de dalai lama persoonlijk kent en is voorstander van onafhankelijkheid; ik probeer uit te leggen dat er ook wel argumenten voor het Chinese standpunt zijn, maar hij heeft geen zin in een discussie.

Jim, mijn zwarte Amerikaanse vriendin arriveerde pas donderdag. Ze geeft nu les in een andere faculteit, de Amerikaanse school voor internationale handel, en begint een week na ons; we lopen mekaar tegen het lijf en trekken meteen samen op restaurant (ja lezer, het wordt eentonig, al die restaurants; ik heb dan ook juist geteld nog maar één keer zelf gekookt- rijstpap natuurlijk) ; ze is niets veranderd en tatert er nog altijd op los; en ze roddelt; over onze Amerikaanse collega Ed, die zoals zij van faculteit veranderd is; hij heeft in het geheim al maandenlang een verhouding met een Chinese licenciaatsstudente, een vriendin van haar die Lieve en ik ook kennen – wij vermoedden inderdaad niets-, en zou willen trouwen; hij is 55 en al twee keer getrouwd, zij 28; maar zijn huidige Chinese vrouw die met hem een privé-school opgestart heeft op 60 kilometer van hier, wil van geen echtscheiding weten. Mooi en Meedogenloos in China?

Mijn lerares Chinees van vorig jaar, Bonestaak, valt me bijna in de armen; ik twijfel of ik de Chinese conventies opzij mag zetten en haar drie kussen geven, maar houd het toch maar bij een slap handje. Ze springt gezwind achteraan op mijn (Lieve’s) fiets – veel verschil maakt het niet uit- en we rijden naar de leraarskantine. Een andere oude kennis, Wilson, een Chinees leraar Engels, is er ook. Ze zijn erg geïnteresseerd in onze reis naar Tibet, en schrikken wanneer ik vertel dat niet alle Tibetanen even enthoesiast zijn over de Chinese regering; het wordt een levendige discussie waarbij Bonestaak toch als lid van de Partij uit de hoek komt. Ik moet haar en/of Wilson absoluut een interview afnemen, om antwoorden te krijgen op de vele concrete vragen over het dagelijkse leven die me in België gesteld werden.

Vandaag zaterdagnamiddag gewerkt voor Lieve: onderlagen schilderen; op haar schilderijen ligt evenveel verf van mij als van haar! Het gaat goed maar ik moet nog minstens twee keer terug om alles af te krijgen voor ze aankomt op 19 september. Dan kan ze meteen met de echte ‘productie’ starten.Zondagmorgen naar het museum van Zhang Xueliang, een lokale politicus die in de jaren 30 een nationale held werd. Vorig jaar ben ik er niet geraakt en ik weet niet zeker of het Lieve interesseert. Bonestaak heeft aangeboden om de Chinese uitleg te vertalen; Bob en Gretchen, mijn Amerikaanse bovenburen, gaan ook mee.