9 april 2007

8/4/2007 Pasen zonder chokolade eieren!

Jammer voor mij, zo te zien is er niemand in mijn aprilvis(je) van vorige keer gelopen, tenzij een vriendin die Lieve toch bijna warm kreeg voor een gratis verblijf hier. Vrijwilligerswerk voor de Olympische Spelen gaat natuurlijk niet gepaard met gratis reizen en gratis bezoeken aan de sportactiviteiten! Het is echt ‘vrijwilligers’ werk, onbezoldigd en je moet alles zelf betalen. Dat gezegd zijnde heb ik me toch maar ingeschreven, dus misschien zit ik volgend jaar wel echt op de Spelen in Beijing!
Pasen wordt hier helemaal niet gevierd buiten de kring van christenen. De Chinezen kennen ook nog geen paaseieren (ze lusten trouwens geen chokolade). Op paaszaterdag gingen we op de namiddagkoffie in Chalet Heidi, de Chinese staf daar had wel een inspanning gedaan, ze hadden echte eieren geschilderd, maar zonder ze eerst uit te blazen! Daar gaan we niet lang plezier aan beleven…
Wat de Chinezen wel vieren is hun eigen versie van Allerzielen, en dat op witte donderdag: Het Feest van het Poetsen der Grafstenen. Vooral symbolisch natuurlijk, want veel grafstenen werden er na 1949 niet meer geplaatst, bij gebrek aan grond wordt in principe iedereen verast. Recentelijk laten meer bemiddelde boeren zich wel terug begraven. Het feest markeert hier ook het begin van het beter weer, de echte lente, tijd voor de boeren om het land op te trekken.
Enige tijd geleden dat ik nog commentaar gaf op de lessen Chinees. Wanner je min of meer blijft overzitten gaat het natuurlijk iets gemakkelijker, mijn niveau is merkbaar maar vooral langzaam aan het verbeteren. Zorgenkind blijven de lessen ‘begrijpend luisteren’; voor iemand met een niet te scherp gehoor en een door de leeftijd al wat vertraagd brein zijn de snel afgeratelde teksten echt ‘chinees’; daarbij kan ik maar één keer per week gaan; spijtig want de teksten zijn interessant: over afbieden bij straatverkopers, wantoestanden bij de taxichauffeurs, over de toename van het aantal privé-voertuigen in Beijing enz; daarbij geeft de jonge lerares vlot achtergrondcommentaar, helaas ratelt ook zij de conversatie af; boeiend en frustrerend tegelijk. Vrijdag vertelde ze nog dat in haar buurt eergisteren twintig privé-autos door vandalen ernstig beschadigt werden. Ja, de kloof tussen rijk en arm die je ook in Shenyang terugvindt achter de glimmende façades van nieuwe shoppingcentra en kantoortorens. Ja, er smeult ook hier heel wat sociaal buskruit. China is vandaag een paradijs voor de zeldzame rijken én een heel toffe leefomgeving voor de zowat 150 miljoen middenklassers, daar rekenen we de meeste van mijn collega’s-leraren bij. Mijn Canadese collega bijvoorbeeld heeft elke dag een nanny voor zijn twee jaar oude zoontje; een meisje van de buiten laten inwonen als kinderoppas, ouderlingenoppas of gewoon als meid is hier normale practijk voor de ietwat hoger inkomens. Voor de grote meerderheid van de anderen blijft het scharrelen en krabben om rond te komen; met de komst van de lente vind je opnieuw op elke stoep van de stad wel iemand die iets verkoopt, zelfs de meest waardeloze rommel, of iemand die als dagloner een job zoekt (bordje met specialiteit op de borst, of visueler nog, het adekwate werktuig in de hand), of iemand die één of andere soort afval recupereert. Het is allicht alleen dank zij de herhaalde beloften van de nieuwe president en eersteminister om het levensnivau van de armen te verhogen, dat het niet méér tot sociale uitbarstingen komt.
Lieve heeft een nieuwe Chinese vriendin gemaakt, de vrouw van mijn Libanees-Canadese collega; die wist te zeggen dat er een schandaal rondgebarsten is rond de hygienische toestanden in één van de beroemdste restaurants van de stad – ik bracht haar er notabene al naartoe; een undercover reporter is er een tijdje gaan werken en filmde klandestien! We vragen ons af of we onze twee restaurantbezoeken per dag niet wat moeten verminderen en meer zelf gaan koken…
Sinds Lieve hier is gaan we ook wat meer shoppen, de plicht van het huwelijk noemt dat, maar het doet me wel nog maar eens ogen opentrekken; shopping malls zoals in de belangrijkste winkelstraten hier vind je nergens in Europa; mega groot en ongelofelijk veel artikelen, inclusief de grootste luxe – juwelen, pelsmantels,…; we werden op Pasen ongevraagd getracteerd op een grootse modeshow. We flaneren ook urenlang langs de stalletjes met straatverkopers; volgens experts kan je daar minstens de helft, soms twee derden afbieden; we moeten wel even slikken wanneer zo een verkoopster ons 20 euro vraagt voor een snuisterij, we bieden twee euro en mogen er prompt mee opstappen! Nog te veel betaald? Een eindje verder zien we hetzelfde artikel in een officiele winkel liggen voor 2 euro!
In de parken van de stad is nog niets te zien van de lente, geen bloemen, geen bladeren, alleen de sociale activiteiten bloeien al; er is geen hoek waar niet gekaart, gemahjongd, geschaakt, gezongen, muziek gespeeld, gedanst, geturnd of gewoon gediscussieerd wordt.Waag je daartussen als vreemdeling en je bent meteen het middelpunt van de belangstelling; een unieke kans om wat practijk Chinees te hebben; Lieve met haar artistieke outfit en fietsvelo is een onuitputtelijke bron voor commentaar; zijzelf doet goed mee en antwoordt vlot op de Chinese commentaren in het Westvlaams, kortom een vrolijke boel waar ik maar occasioneel moet voor tolk spelen.
Onze fietstochten worden intussen langer, frekwenter en alsmaar sportiever; we jagen elkaar wat op en zelfs de occasionele bedenking dat we ons in het verkeer toch niet meer cowboy dan de gemiddelde Cinees mogen gedragen kan ons nauwelijks afremmen. De keerzijde is dat we meer en meer de pollutie beginnen gewaar worden. De meeste kachels en chauffages zijn sinds één april gedoofd, dat stinkt niet meer, gelukkig. Maar de stad rijdt vol met vrachtwagens voor de alomtegenwoordige bouwwerven, en wat die afgeven aan uitlaatdampen en stof! Vooral in het schaarse licht ’s avonds valt het op hoe overal een nevel van stof hangt; de buurt van wijken die afgebroken worden is het slechts; én op vijfhonder meter van onze unief is een enorme betoncentrale, waar dag en nacht zand en cement aangevoerd wordt; het straatje is bijna onberijdbaar, droog van het stof, nat van de modder.
Paasavond werd een ‘westerse’ bedoening. Via onze franstalige contacten - ook in die kringen wordt Lieve voor echter dan ik aanzien dank zij haar prachtige rollende parijse rrrr - zijn we uitgenodigd op een etentje in een echt Thailands restaurant. Een stuk geraffineerder dan de Chinese keuken! Het is een bont gezelschap – Canadezen, Fransen, Chinezen en Belgen, een maxi ronde tafel is juist genoeg voor het gezelschap van 15. Buiten ons en mijn collega hebben ze allemaal iets te maken met de privé-school van de Michelin vestiging hier. Shenyang heeft privé-scholen met buitenlands programma en vreemde talen, maar die zijn zo duur (10.000 dollar per jaar) dat het voor een firma met veel buitenlands personeel zoals Michelin interessant is een eigen school te starten. We verwonderen ons er opnieuw over welk bont gezelschap van buitenlanders hier rondhangt; mensen die ooit min of meer toevallig hun land verlieten om in het buitenland te gaan werken, de microbe te pakken kregen en nu geen zin meer hebben om terug braafjes in de rangen te treden. Vanavond zijn het wel overwegend gasten die toevallig naar China kwamen omdat buitenlandse firma’s expatriés goed betalen; de mensen die we op de unief ontmoeten verdienen daarentegen minder en komen meestal speciaal voor de China-ervaring.
Ik ben intussen ook nog altijd bezig met het voorbereiden van ons groot verlof: de lang gedroomde reis naar Tibet. Dat is minder simpel dan gedacht. Reisagentschappen hebben vaste parcours die bijna iedereen doet; de Lonely planet heeft echter mijn hoofd op hol gebracht met avontuurlijke trajecten zonder reisgroep, waaronder een doorsteek langs de weg, helemaal van Lhasa naar Kashgar in Xinjiang, het Chinese centraal Azië, schitterende panoramas van de Himalaya en daarna de Taklimatan woestijn, trajecten met één ‘dorpje’ per dag,.… maar! De zaak is niet wettelijk, je bent nog altijd verplicht in Tibet met een groep te reizen; wie gesnapt wordt kan minstens een deel van zijn plan opbergen, maar volgens de Lonely planet kan je dat risico wel nemen want de controle is laks; en er is een andere ‘maar’: de ‘wegen’ in Tibet zijn verschrikkelijk slecht en op de meeste plaatsen is geen openbaar vervoer; op je eentje kan je autostoppen of proberen lokaal een jeep te huren of naar het schijnt zelfs mountainbiken, dit alles in de veronderstelling dat je een zee van tijd hebt want voor zulke verplaatsingen over drieduizend kilometer en meer quasi onbewoonde streken kan je niet plannen op een week meer of minder na. Alles bijeen te veel onzekerheden, want ons vliegtuig naar Europa wacht op 29 juli! Er zal niet veel anders opzitten dan braafjes met een reisagentschap werken vrees ik. Erg veel keuze is er niet; je hebt een vergunning nodig om Tibet binnen te komen, en buiten het staatsreisagentschap zijn er niet veel reisbureaus die zich daar mee bezig houden , zeker niet wanneer je het op afstand vanuit Shenyang wil regelen. En zoals verwacht, in die omstandigheden wordt alles peperduur.

1 Comments:

Anonymous Anoniem said...

China Minority Travel ken misschien helpen voor de reis naar Tibet
http://www.china-travel.nl/home.htm

Jan J

1:12 p.m.  

Een reactie posten

<< Home