9 april 2007


Flauwvallen, me laten bestelen, en nu ook laten opereren: wat je moet doen om een blog te vullen...
WEEK VAN 3 TOT 9 APRIL

Betreffende het vorig weekend vergat ik iets heel erg leuks te vertellen: we bezochten op zondag het Hollands dorp! Zondagvoormiddag was Frank wat aan het studeren en ik herlas, of om eerlijk te zijn las, zijn blog van toen hij hier alleen aankwam en ontdekte. Zelf had ik toen in België, erg weinig tijd om zijn blog steeds te lezen, shame on me maar nu is dat des te leuker om te lezen hoe hij alles ervaarde wat ik nu ook ervaar! Zo schreef hij destijds over ‘het Hollands dorp’ en ik wilde er meteen naartoe. Via een echte arme wijk, huisjes zonder vloer of meubelen maar met alleen een stenen bed, en dit vlakbij onze unief, en via kleurrijke levendige buurten vol straatverkoop fietsten we er heen. Met zicht op het paasweekend kon ik me zelfs een bloempotje met paasbloemen kopen. Je zou nu denken: paasbloemen zien er overal hetzelfde uit maar nee: de mijne ogen erg Chinees! Vier schrale stengels staan dankzij een stokje rechtop in een veel te grote eenvoudige bloempot. Charmant…
Als we langs kilometers serres fietsen snap ik dat dit alleen de serres voor de tulpen van het Hollands dorp kunnen zijn. Dit wordt bevestigd wanneer ik een heus zicht op Den Haag krijg: het station, het marktplein, stadspoorten, kanalen met woonboten, de statige Hollandse gevels, de ophaalbruggetjes, kleine geveltjes, nieuwe eensgezinswijken… alleen: alles staat leeg als een spookstad! Het zit zo: een Chinees die gigantisch rijk werd in Nederland eerst via de bloemen en later via loense geldzaken bouwde hier een Hollands dorp en toen dit zo goed als af was werd hij ontmaskerd en zit nu in de gevangenis. Doordat er wellicht veel discussie is over eigendomrechten staan hier dus honderden, spiksplinternieuwe woningen te verkommeren. Je kunt je ogen niet geloven: zo spijtig dat ik mijn camera niet meer heb om dit te tonen!

Deze week beleef ik veel plezier in de refter waar we elke middag gaan eten en kunnen kletsen met zowel buitenlandse als Chinese leerkrachten. Eigenlijk hebben we meer en meer de neiging om de Chinese collega’s te zoeken als gezelschap. Het is een prima moment om hun kijk op dingen en leven te leren kennen en hun humor te ontdekken. Humor hebben ze! Een knappe jonge leraar, hij noemt me altijd ‘our REALISTIC artist’ heeft de reputatie alles van vrouwen, binnenlandse en buitenlandse zo zegt hij zelf, te weten: seeing is believing, zegt hij dan,hij kan echt fantastisch uit de hoek komen. Op een middag ga ik aan hun grote, ronde tafel zitten. Een Chinese leerkrachte zegt me: ‘ich liebe dich’. Ik moet drie keer nadenken, want Duits is nu wel het allerlaatste waar ik aan denk. Mijn grappige jongen zegt: “she says: I love you”. Ik wend me naar de vrouw en vraag haar tegen wie ze dat zegt en wijs naar hem: ‘to him?’ Algemeen gelach maar nog groter gelach als ik hem vraag ‘by the way: how do you know what that means?’ waarop hij natuurlijk weer trots kan pronken met zijn algehele kennis van vrouwen… en besluit met ‘seeing is believing…’
Toen ik eens klaagde over het moeilijke van mijn schilderwerk kreeg ik van een andere man prompt een antwoord: ‘failure is the mother of succes’…
Ook hun repliek over onze opmerking dat Chinezen veel te veel eten weggooien is ‘top’. Ze vertellen een verhaal van een boer die zijn etensresten aan de varkens geeft. Op een dag krijgt hij inspectie die vraagt wat hij zijn varkens te eten geeft. De man zegt trots: ‘keukenafval’ waarop hij prompt berispt wordt: zoveel mensen in China leiden nog honger en jij gooit eten weg! Vanaf die dag koopt de man veevoeder voor zijn varkens dat vertelt hij aan de eerstvolgende inspecteur. Opnieuw krijgt hij een boete: hoe durft hij zijn varkens zo minnetjes te behandelen! Bij de derde inspecteur die hem vraagt wat hij zijn varkens te eten geeft: antwoordt hij: ik geef hen geld, zodat ze kunnen kopen wat ze willen…
Dat ‘springtime a good season for love is’ moeten we ook van een Chinees horen. En dat wij ons hier goed voelen hebben ze ook al opgemerkt: wij houden onze eetstokjes dichtbij de punt vast: wijst erop dat we niet homesick zijn… Feit is dat wij steeds als laatste aankomen in de refter omdat Frank steeds tot het laatste uur lesgeeft maar dat we zeker steeds als laatste vertrekken, niettegenstaande het eten niet echt zo lekker en gevarieerd is, de ijzeren schotels waaruit we moeten eten alles behalve uitnodigend zijn en de refter nu niet bepaald gezellig is: vooral als het personeel op het eind luidruchtig alle stoelen beginnen verschuiven. Gelukkig hangen er aan het plafond rode lampionnen en massa’s gekleurde parapluutjes: toen wij lachend zeiden dat die wel kunnen dienen om de waterlekken in het glazen plafond op te vangen, die zijn er, snapten ze die grap niet. Raar…
Een totaal andere sfeer hadden we deze week in een restaurant net buiten de universiteit. Alle restaurants, groot of klein hebben één iets gemeenschappelijk: je ziet erg goed wat er in je bord ligt (alhoewel: kan dat wel met Chinees eten?): ze hebben allen neonverlichting: Gezellig! In dit restaurant hing echter een vreemde sfeer: iedereen, rond elke tafel, was heel erg dronken. De twee groepjes studenten, een tête à tête tussen een jong koppeltje , ouderlingen: allen zat. Echt uitzonderlijk. Even uitzonderlijk daar was het feit dat we van alles gratis kregen: een schaaltje nootjes, een kommetje opgelegd fruit, twee eieren… Als je in de stad uit eten gaat is het duidelijk dat bij grote familietafels veel gedronken wordt maar hier is deze sfeer uitzonderlijk. En wat toch niet af te leren is: fluimen spuwen doen ze: ja, zelfs binnen in het restaurant, zelf de jonge generatie!
Enfin, gelukkig was ik zelf ook een beetje dronken maar dan eerder van het nagenieten in de plaats van de drank: eerder op de dag was ik verwend geweest door twee buitenlandse telefoontjes: eindelijk eens alleen en op het gemak kunnen kletsen met mijn vriendin!- bedankt Skype. En… ik was weerom gaan zwemmen in het badhuis, had genoten van douches en sauna’s én, jawel… van een zalige massage van een man, IN een private room dan nog wel! Hij sprak geen Engels maar halverwege de massage ging hij even de kamer uit, en zei bij terugkomst, ‘hen piaoliang’ (ik weet intussen wat dat betekent maar ben nog steeds zo verwonderd als ik dat hoor dat ik dan raar kijk: en dan komt het: ‘you are very not beautiful!’: dit hadden ze hem wellicht daarnet geleerd!

VRIJDAGmorgen beslis ik naar een dokter te gaan. Ik heb een probleempje, nog wel onrechtstreeks aan het badhuis te danken… In België had ik voor mijn vertrek al last van een vetbolletje, dacht ik en wellicht is het ook zo, op mijn borstbeen. Hoe dom kan een mens zijn: ik ging er niet mee naar de dokter, wetende dat ik voor zes maanden vertrok! Vorige week, in het badhuis, voelde ik dat de mevrouw die mijn lichaam scrubde het kapot wreef. En inderdaad, enkele dagen later werd de hele plek errond roodgloeiend. Tijd voor een doktersbezoek, daarvoor moet je naar een ziekenhuis, er zijn hier geen thuisdokters. Ik had me wat geïnformeerd. Er is hier een dokterspraktijk van Amerikanen maar die zijn onbetaalbaar: om je in te schrijven vragen ze al 60 euro! Een standaard onderzoek kost je er minstens 90 euro. Dat is echt overdreven, gelukkig, zo zegt men, wordt het geld gepompt in een kliniek voor arme Chinezen die er gratis verzorgd worden.
Ik fiets tot aan het appartement van Joy, de Chinese vrouw van de Canadese collega van Frank: zij hebben goede ervaring met een goed Engels sprekend Koreaanse dokter, die in China studeerde en blijft. Hij startte hier in een Chinees ziekenhuis een ‘internationale afdeling’. Joy en ik nemen de taxi tot aan dat ziekenhuis. De eerste vier verdiepingen zijn rudimentair ingericht en druk: een hele groep Chinezen staan aan te schuiven voor een injectie: aangeboden door hun staatsfabriek, zo vermoed Joy. Onze verdieping oogt totaal anders: rustig en superclean… alles is een kwestie van centen… De dokter valt erg mee: ik word huiswaarts gestuurd met 15 zakjes met telkens drie pillen antibiotica in en een vermaning dat ik te lang gewacht heb. Hij kan niet zien of het een vetbolletje is of een tumor: eerst moet de ontsteking weg.

ZATERDAG
Na poets en was vertrekken we per fiets én logeerspullen naar de stad! Eindelijk mijn weekendje hotel! Daarenboven hebben we een zalig lenteweertje, het kan niet stuk.
Als we voorbij café Heidi fietsen kan ik het niet laten, dan hebben we al een uur gefietst dus echt hét moment voor een koffietje, en nu ik weet dat je er een Zwitsers chocolaatje bijkrijgt én een happy hour hebt, kan ik het zeker niet laten! En vanaf nu mag ik me de pionnier van hét terrasje noemen: ik vraag de eigenaar, een Zwitser die me maar al te goed begrijpt, of we buiten mogen zitten. Prompt brengen ze tafel en stoelen buiten en ik verzeker je: IK GENIET! Dit was eigenlijk zowat het enige wat ik hier mis in Shenyang, als ik er nu nog mijn vriendin zou bijhebben… maar goed mijn Frank kan ook dienen, hoor want zelfs hij vindt het zalig! Bij weggaan komt er een man toe: blijkt een inspecteur te zijn, vraagt de eigenaar wat dat betekende… wij verdwijnen stilletjes op onze fiets…
Het wordt een dagje antiekwinkeltjes aflopen. Wat hier allemaal te zien is? Tijd en ogen en centen tekort!
Tot mijn vreugde en tot mijn spijt krijgen we een telefoontje van Michaël en Joy: of we samen met een groep Fransen uit eten gaan. Te mooi om te weigeren maar… hun restaurant ligt vlakbij ons appartement… het vervolg kun je al raden! We koersen nog even naar de Metro, nu we toch in de stad zijn, vullen de rugzak met 9 broden en veel kaas, koersen richting Noorden van de stad en het wordt een zeer gezellige avond: Thais eten in China met Fransen, Canadezen, Belgen en Chinezen en… thuis gaan slapen, natuurlijk!

ZONDAG
Willes nietes: ons stadsbezoek wordt verder gezet: terug de fiets op voor 15 kilometer! We belanden nu toch wel weer in de antiek zeker: een openluchtmarkt voor antiek en brokante. Je kan je voorstellen dat ik in mijn nopjes ben! Als ik begin af te bieden krijgt Frank te horen dat ik zo goed Chinees praat! Ik wist het zelf niet!
Voor we huiswaarts rijden lopen we nog even door een mega shoppingcentra dat we niet kennen. Niet dat het shoppen me interesseert, integendeel, ik heb er eerder een afkeer van maar het interesseert me wat hier allemaal te krijgen is in China: ik heb er nog niet echt een zicht op gezien wij of naar winkels voor buitenlanders gaan, of naar de echte praktische Chinese winkels en Chinese voedingswinkels. Maar zo’n echt centra deden we nog niet. Véél kledingszaken maar toch nog te weinig tijd en zin om echt rond te kijken: onze tijd gaat naar het kopen van een nieuwe digitale camera: hip hip, wat ben ik blij! We kopen makkelijkshalve dezelfde als die die ons gestolen is, blijkbaar tijdens die twee maanden verouderd want hij staat al 100 euro goedkoper!
Mijn borst doet pijn en Frank moet nog werken, dus huiswaarts rijden. Ons tempo ligt schandalig hoog, we genieten er allebei van maar toch moeten we voorzichtiger zijn, vind ik… Eigenlijk heb ik tijdens het fietsen nooit tijd om rond te kijken of te mijmeren: alle aandacht gaat in op je hoede zijn: voor putten, voor deksels, voor wandelaars, tegenliggers, een verkoopsstalletje midden op het fietspad, een auto die recht op je afkomt of je de pas afsnijdt… niet te doen! En tegelijk leuk, zolang het niet regent, bijvoorbeeld.

MAANDAG
Jawel, ik moet terug naar het ziekenhuis, de ontsteking werd rijper en kwam open maar ik ben er niet gerust in. Ik heb wel wat ontsmettingsmiddel mee van thuis maar slechts één steriel gaasje en er kopen op de campus zit er niet in. In de apotheek , hier, verkopen ze wel ‘asepiline’, maar geen steriele gaasjes… Ik bel eerst de dokter, hij verwacht me. Ik waag me alleen in de taxi: goed controlerend of ik mijn thuisadres mee heb! In het ziekenhuis aangekomen blijkt dat men de operatietafel al in gereedheid bracht! Je kan je voorstellen dat mijn bloeddruk de laagte inschoot! ‘Geen andere keuze’ legt de dokter uit: de ontsteking reageerde niet zoals hij hoopte: ze had niet mogen openkomen. Nu is het gaatje te klein om er alles te laten uitkomen en groot genoeg voor meer infectie. Hij kan niet verdoven vanwege de ontsteking: het wordt snijden zonder verdoving: twee centimeter. Mijn bleek worden en mijn uitleg dat ik echt heel erg moeilijk wonden genees, ik toon hem al mijn eerdere lidtekens van operaties die nooit normaal heelden, brengen hem op een alternatief: een halve centimeter openen, er een darmpje insteken en vier dagen elke dag terug komen om via dat darmpje het vuil uit te halen….De operatieruimte ziet er steriel uit, de dokter draagt een mondbescherming, de vier assistentes niet. Hij probeert te verdoven: tevergeefs: de huid is te hard door de ontsteking. De vier vrouwen houden me vast: de dokter snijdt.
Even later zit ik in de taxi huiswaarts. Ik had gezworen me niet te laten aanraken door een dokter in een vreemd land! Duimen maar dat het goed afloopt, tenslotte zal het lidteken midden mijn décolleté zitten, ook niet leuk. Het goede nieuws is in elk geval dat hij zag dat het een inderdaad een vetbolletje is: moet er in augustus uitgehaald worden, in Belgie.
Om mijn gedachten af te leiden ga ik toch schilderen.