26 augustus 2007

Spannende dagen…
Zaterdag, 25 augustus 2007

Terug in Shenyang, precies één jaar na de eerste keer; het begint meteen spannend…
in april kreeg ik het lesprogramma voor dit schooljaar: veertien uur per week, marketing, internationale handel en Franse conversatie. Goed zo.
Midden in onze Tibet-reis kwam een korte e-mail: alle economische vakken geschrapt; in de plaats komt ‘Engels schrijven’. Op mijn protest dat dit geen gebruikt maakt van mijn belangrijkste kennis kwam het ‘geruststellende’ antwoord: ‘t’ zal wel gaan’.
Hier zit ik nu sinds vrijdagmorgen. Op het bureel van de faculteit is niemand aanwezig, de volledige staf is naar een ‘conferentie’. Op de administratie denkt men dat er morgen zondag, één dag voor de lessen beginnen, wel iemand moet aanwezig zijn die me kan vertellen wat mijn uurrooster is en lesboeken meegeven. Laat ons hopen. Voor de klas staan met een onbekend vak, zonder leerboek noch voorbereiding, spannend ja, maar efficient? Tenzij ze me helemaal niet meer verwachten natuurlijk, dan wordt het echt leuk; misschien had ik toch wel mijn aankomst per e-mail moeten bevestigen…


Op één na zijn al mijn oude buitenlandse collega’s weg: van de universiteit of uit ons logement. In de plaats: een Amerikaans gezin van vier, een Japans ditto, een Russische en een Japanse vrouw; op onze verdieping staan twee van de vier appartementen leeg. Ik volg Lieve’s goede raad: ga je als ancien voorstellen aan de nieuwelingen en bied je hulp aan.
Bij de eerste deur heb ik al succes: een wat oudere dame in kimono doet open, dat zal wel de Japanse zijn; ik probeer tevergeefs Engels en haal dan maar mijn beste Chinees boven, en ja, ze antwoordt in gebrekkig, dus voor mij verstaanbaar Chinees. Galina is bij nader toezien een Russin, uit Irkoetsk. Ze heeft in de jaren 80 nog in Syrië gewerkt, maar nu, na haar pensioen als lerares op 55, komt ze niet rond met 80 euro per maand waarvan twee derden naar huishuur gaat; daarom geeft ze al zes jaar les in China. Ze bleef de hele zomer in Shenyang en gaat nooit op restaurant; de reden moet ik niet vragen, sparen voor de oude dag is de leuze. Ze heeft één zoon en een kleinkind, maar daarop moet ze niet rekenen voor steun; sinds twee jaar heeft hij een eigen reisbureau dat volgens haar schoondochter niet genoeg opbrengt voor henzelf. De situatie in Rusland is nog altijd katastrofaal, maar Putin heeft al heel veel gedaan om de achteruitgang te stoppen en langzaam uit het dal te klimmen, aldus Galina. Kon hij maar nog eens vier jaar president blijven. Ze heeft in Shenyang heel weinig contacten en blijft maar herhalen hoe tof ze het vindt dat ik haar opzocht. En nu komt het: eind augustus krijgt ze van een Duitse die terug naar Europa keert een échte oven cadeau; dat opent perspectieven voor Lieve’s brood en mijn cakes! Alleen vraag ik me af hoe ze dat stuk in haar keuken, die even klein is als de onze, moet gaan installeren.
Enkele uren later krijg ik ook respons aan een andere deur. Ik denk eerst dat het Chinezen op doortocht zijn, maar het is een gezin van vier Japanners; het oudste meisje is al bijna een tiener, de vader hoorde ik vanmiddag vlot Chinees spreken; het is mama die hier les komt geven; deze keer heb ik minder geluk,ze bedanken me vriendelijk maar ik geraak niet voorbij de deur, ook niet wanneer ik verwijs naar onze uitstekende relaties met Sato, de Japanse van vorig jaar. Gaan die Japanners hier met vier wonen in een flatje dat voor ons twee eigenlijk klein is?
Van de studenten Chinees heb ik ook al twee anciens ontmoet: een jonge Rus en een Indiër. Die Indiër heeft al een MBA diploma maar daar kan je bij hem thuis de kasseien mee leggen; hij hoopt dat de kennis van het Chinees de poorten naar een goedbetaalde job zal openen. De twee Indiers die vorig jaar in mijn klas zaten werken intussen allebei in de toeristische sector: Chinezen opvangen die naar India komen.

Terug in Shenyang, wat is direct opvallende verschil met België? België is properder, meer gereglementeerd en gedisciplineerd. Kortom, meer rijkdom voor minder mensen.Vanavond ben ik op een terrasje gaan eten en viel het me op hoe druk en luidruchtig de Chinezen zijn; of moet/mag ik zeggen spontaner, levendiger? En natuurlijk is er de onvergelijkbaar snelle verandering; ik bezocht het bouwproject Nieuw Temse en zag na een jaar met moeite verandering; het stukje verbindingsweg van 200 meter voor fietsers langs de Durme in Waasmunster ligt er vijf jaar na de beslissing nog altijd niet en met de uitvoering van het ‘superdringend’ project van de nieuwe Scheldebrug is al evenmin begonnen.

Vandaag tegen wil en dank dus geen lesvoorbereiding, maar wel een verkenningstocht in de buurt. Het plan om op een oppervlakte van 200 km²- een Nieuw Noord Shenyang te bouwen wordt in ijltempo gerealiseerd; ter vergelijking, dat is 250 keer het naar Belgische normen gigantische Nieuw Temse project op de terreinen van de vroeger zeescheepswerf: alles afbreken, een nieuw maas van hoofdwegen aanleggen, en dan maar woonsteden en industriezones bouwen om ter meest. Onze buurt, de ‘universiteitsstad’ heeft ondermeer recht op twee musea, een vijfsterrenhotel en een shoppingcenter. Een twintigtal grote publiciteitsborden langs de omheining van de campus tonen het publiek plannen en maquettes. Ik fiets wat kriskras rond, en noteer dat de koeienboerderij en de steenbakkerij dicht bij ons samen met enkele kleine fabriekjes nog altijd stand houden in al dat geweld. Het afbraakvirus heeft intussen wel al de volgende dorpen deerlijk aangetast; veel van de huizen daar zijn/waren zo goed als nieuw! Bulldozers trekken het spoor voor de nieuwe wegen; de collectoren van de riolering gaan het traagst vooruit; sommige sleuven liggen al meer dan drie maanden open; goed om mijn fietstochtje in een cross country te veranderen.
De hoofdweg die vorig jaar in september nog niet eens af was begint al aardig vol te lopen met vrachtwagens. Langs het noorden en oosten is onze universiteit, een jaar geleden nog op de buiten, nu volledig omringd door nieuwe stad in opbouw. Jammer voor Lieve’s fietsambities, er is geen doorkomen voor een ochtendlijke tocht meer bij; mijn laatste hoop is dwars door het ‘kleine’ industrieterrein in het westen te rijden en daar hopelijk het platteland terug te vinden.

Op de unief wordt het nieuwe seizoen voorbereid; de studenten komen aan. Het onderhoud van de plantsoenen is volop bezig.De bruingedroogde en bruingevroren winterse grasvelden liggen er onwaarschijnlijk groen bij. Er komen voor het eerst dit jaar grasmaaiers aan te pas.
In de vijver bloeien de laatste lotussen. Rondom staan nieuwe bankjes. Gedaan met vechten voor een plaatsje! Na een kwartiertje heb ik zoals gewoonlijk gezelschap: een boekhouder uit Shenzhen die door zijn firma naar Liaoning gestuurd is. In Shenzhen, de vitrine van het buitenlands kapitalisme kon hij zijn plan trekken in het Chinees, maar hier in het ‘achtergebleven’ noordoosten ontdekte hij de noodzaak van vreemde talen; aan onze universiteit kan hij elk weekend Engels komen studeren, hij moet er zich dan wel honderd kilometer voor verplaatsen. Hij is de eerste Chinees die klaagt over het gebrek aan vrijheid; zijn Engels en mijn Chinees zijn helaas te slecht om uit te vinden wat hij precies bedoelt; volgende week meer?

Het wordt een zwoele avond, regen op komst? De ramen staan open, krekels sjirpen, vuurwerk knalt. Het gebrom van het verkeer is me nooit zo sterk opgevallen,of is het intussen toch alweer erger geworden?